Reizen (311)
- Details
- Categorie: Reizen (311)
Zomer 1995
Vis & slagbomen
Slowakije was even in het nieuws toen daar tot verrassing van velen Zuzana Čaputová tot president werd verkozen.
‘Wij weten weinig van Slowakije’, hoor ik dan op de radio. ‘Veel mensen kunnen niet eens aanwijzen waar het ligt’.
Dit laatste lijkt mij geen doorslaggevend argument voor de bekendheid van een land. Ik herinner me nog uitzendingen van vakantieman Frits Bom, waarbij mensen altijd werd gevraagd om aan te wijzen waar een bepaald land lag. Vaak wees iemand dan Engeland aan als Oostenrijk bedoeld werd of Rusland werd Spanje of Zwitserland. Ik had altijd het vermoeden, dat de mensen een soort beloning kregen om met zulke stommiteiten de hilariteit van het programma te verhogen. Maar dat was geloof ik te veel eer.
Slowakije dus. Een land dat op 1 januari 1993 zomaar onafhankelijk werd, toen Tsjechoslowakije werd opgeheven. Tegen de wil overigens van een overgrote meerderheid van het Slowaakse volk. Het was altijd een soort boerenachterland van Tsjechië -of liever van Praag-. Er waren wapenfabrieken, die vrijwel onmiddellijk dicht gingen. Tsjechische auto’s behielden CZ op het nummerbord -de oude letters van Tsjechoslowakije- en Slowakije kreeg de nieuwe letters SK.
In de zomer van 1995 was ik in het grensplaatsje Hodonin in Tsjechië. Er stond een grote visfabriek, die enorm stonk. Maar omdat er veelal een zuidwestelijke wind was, hadden vooral de mensen in Slowakije last van die stank.
Bij de grens stonden douanemensen in gloednieuwe pakken voor slagbomen, die daar nooit gestaan hadden. Die slagbomen waren van simpel materiaal en hadden een verfbeurt nodig. Een paar inderhaast neergezette huisjes moest de mannen tegen de regen beschermen.
En … er stond een oude computer.
De Slowaakse douaneman maakte duidelijk, dat mijn paspoort door die computer gecontroleerd moest worden. Maar ja, de computer werkte niet en daarom mocht ik van hem niet de grens over. Omdat ik daar protest tegen aantekende kwam er een soort chef, die bevestigde dat het paspoort gecontroleerd moest worden met behulp van die computer. Hij negeerde het biljet van 20 US$ in mijn paspoort en gaf daarmee aan dat hij het vak nog moest leren.
Ik moest zo’n veertig kilometer omrijden naar een volgende grenspost, waar de douanemannen ook al van die gloednieuwe pakken aan hadden. En.. Ook daar stond een computer.
Er was echter geen enkel probleem.
Toen ik maar eens vroeg of ze niet in de computer moesten kijken werd de douaneman een beetje ongeduldig.
‘Meneer rijdt u toch door'.
'Waarom zou ik in godsnaam in die computer moeten kijken’.
- Details
- Categorie: Reizen (311)
Sprookjessferen & grootse uitzichten
(Door Rolf Weijburg)
Postzegels natuurlijk. Ook daar is San Marino beroemd om.
Het land geeft grote series zegels uit die, hoewel geldig voor gebruik, hoofdzakelijk voor de filatelistische markt worden geproduceerd.
Er wordt goed geld mee verdiend.
Toerisme
Het toerisme is echter de grootste kostwinnaar van San Marino, ’s werelds oudste republiek en het op vier na kleinste land op aarde.
Absoluut gezien is San Marino éën van de minst bezochte landen in Europa. De 78.000 bezoekers die het land in 2017 aandeden vallen nogal in het niet met de toeristenaantallen die Italië binnenvallen - alleen al in Venetië komen jaarlijks 20 à 30 miljoen toeristen - maar het kleine land wordt steeds populairder. Twee jaar terug bijvoorbeeld kende San Marino in vergelijking met het voorgaande jaar een toeristische groei van maar liefst 31%, waarmee ‘t het toeristisch snelst groeiende land in Europa werd.
Onafhankelijkheid
Het feit dat San Marino omringd is door één van de meest toeristische landen ter wereld helpt natuurlijk aanzienlijk.
Het kleine republiekje boven op de berg dat heldhaftig zijn onafhankelijkheid weet te behouden te midden van de grote boze wereld spreekt enorm tot de verbeelding en vele toeristen “pikken het even mee” op hun Italië-tour.
Het is vooral de hoofdstad die de toeristen aantrekt. Bouwkundig gezien prachtig en met de drie kastelen op de rotsrand, de indrukwekkende vestingmuren en de kleine kronkelstraatjes heeft het stadje een ronduit sprookjesachtige uitstraling.
Daarnaast is het ook nog eens schitterend gelegen met grootse uitzichten over het Italiaanse Emilia Romagna.
Werelderfgoed
San Marino Città is niet voor niets een UNESCO World Heritage Site.
De stad is echter klein en raakt al snel overspoeld met toeristen. Ik zal u niet aanraden er in de zomer heen te gaan. Bovendien kan je je onder meer door de vele souvenirwinkels moeilijk aan het idee onttrekken dat die alom sprookjesachtige sfeer een soort Disney-creatie is.
Gordijn
Maar San Marino is écht.
Het is een écht onafhankelijk land met een échte en ook nog eens interessante en moedige geschiedenis en er wonen échte Sammarinese inwoners die trots zijn op hun land. De nationale vlag wappert permanent in de straten, maar doet ook dienst als gordijn.
Ook de nationale kleuren wit en lichtblauw vind je er te pas en te onpas terug, getuige bijvoorbeeld de zebrapaden in de republiek.
of de nationale nummerborden.
Wapens
Een beetje verontrustend zijn wel de vele winkels waar wapens worden verkocht.
Pistolen en geweren, machinegeweren, granaatwerpers, noem maar op. Winkels vol, echt.
Men vertelde me dat het om replica’s gaat die speciaal zijn vervaardigd voor de airsoft-sport waarin exacte kopieën van bestaande vuurwapens worden gebruikt waarmee slechts met kleine plastic balletjes kan worden geschoten en waarvan de schietkracht (gegenereerd door elektriciteit, veerdruk of gecomprimeerd gas) beperkt is. Er zijn diverse spelsoorten waarbij het gaat om snelheid, accuratesse of behendigheid maar ook teambuilding en de spanning bij het oorlogje spelen zijn belangrijke factoren.
Ik had er nog nooit van gehoord, maar het is een sport die wereldwijd gespeeld wordt en sinds 2013 ook in Nederland is toegestaan.
Hier kon je het allemaal kopen, gesofisticeerd wapentuig, maar ook bijpassende legerkleding en allerlei andere parafernalia.
Platteland
Zo druk als het in de hoofdstad kan zijn, zo stil is het op het Sammarinese platteland. Acht van de negen castelli, zeg maar gemeenten, van het land (Acquaviva, Borgo Maggiore, Chiesanuova, Domagnano, Faetano, Fiorentino, Nontegiardino en Serravalle) liggen in zacht glooiende heuvels aan de voet van het negende castello, Città di San Marino bovenop Monte Titano.
De berg met de drie markante kasteeltorens die overal vanaf de omringende dorpen zichtbaar is.
Grens
We reden álle dorpjes af. Langs kleine kerkjes en stille dorpspleintjes, maar ook nieuwbouwwijken en industriegebieden. Scholen. Winkeltjes. Moeders met kinderwagens, oude heren op bankjes in de prille zon. Niks aan de hand, vredig. Op het land gebeurde nog weinig - het was winter - maar we zagen olijfboomplantages en wijngaarden.
Voor de lol reden we zoveel mogelijk grensovergangen over. Dat kon, want er was nergens controle.
Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld
Klik HIER voor alle afleveringen
- Details
- Categorie: Reizen (311)
Grimmige sfeer in kleine republiek
(Door Rolf Weijburg)
De oorlog was afgelopen en San Marino was er redelijk ongeschonden uit opgestaan. De fascisten verdwenen van het politieke toneel en San Marino werd in 1945 het eerste en enige westerse land met een democratisch gekozen communistisch bewind.
In feite was het een coalitie van communisten en socialisten die tot in 1957 aan de macht bleef in de kleine republiek.
Tot in 1957, toen het op vier na kleinste land ter wereld een heuse staatsgreep onderging. Een gebeurtenis die de geschiedenis zou ingaan als Le Fatti di Rovereta – De Feiten van Rovereta.
Lam
Bij de algemene verkiezingen van 1955 won de Communistisch-Socialistische coalitie 35 van de 60 zetels in de Opperste en Algemene Raad. De Sammarinese Communistische Partij was nauw gelieerd aan de Russische communisten, maar toen de Russen in 1956 Hongarije binnenvielen trokken vijf communistische raadsleden zich uit protest terug uit de Raad waardoor er een 30/30 verhouding ontstond die het hele politieke apparaat lamlegde.
Toen later nóg een communist de Raad verliet, had de regering opeens geen meerderheid meer en werd besloten om het parlement te sluiten en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
De oppositie kwam in opstand en trok zich op 30 september 1957 terug in een oude loods in Rovereta tegen de noordelijke grens met Italië en riep een voorlopige regering uit die vrijwel direct door Italië, Frankrijk én de Verenigde Staten werd erkend.
Militairen
Om deze erkenning kracht bij te zetten stuurde Italië een klein contingent militairen naar de grens op slechts enkele meters afstand van de loods, zetel van de nieuwe regering.
Spanningen
De spanningen liepen danig op en beide kampen begonnen zich zelfs te bewapenen.
De sfeer werd grimmig in de kleine republiek.
Er kwamen bedreigingen, de bevolking werd angstig.
Op 11 oktober trok de linkse regering haar conclusies en stapte op. Zonder verkiezingen uit te roepen trad een nieuwe regering van christendemocraten in coalitie met een nieuwe door de 6 communistische dissidenten gevormde Onafhankelijke Democratisch Socialistische Partij aan. Algemene verkiezingen volgden pas in 1959 en daarin behaalde de christendemocratische – sociaaldemocratische coalitie de grote meerderheid van de stemmen.
PPDS
De Sammarinese communistische partij werd in 1990 ontbonden en omgevormd tot de Sammarinese Democratische Progressieve Partij (PPDS) waarbij het hamer en sikkel logo in de vlag werd vervangen door een door Picasso getekende duif.
De gebeurtenissen van 1957 bleven lange tijd onderwerp van discussie: was het een staatsgreep van rechts op links? Of was het links-politiek falen?
Wat het ook was, jaren later zou bekend worden dat de Sammarinese christendemocraten nauwe banden onderhielden met de Amerikaanse regering en dat de CIA actief betrokken was bij het destabiliseren van de Sammarinese communistische regering.
Vooruitgang
Na 1959 zijn de politieke gemoederen in de oude republiek weer wat geluwd. Er kon weer aan de weg worden getimmerd. De weg vanuit Rimini werd een snelweg en de economie trok aan. De oude economische basis van wijn en olijfolie werd verbreed met kleinschalige industrie. Keramiek, kleding, meubels, verf en dakpannen vonden hun weg naar het buitenland.
Tegelijkertijd groeide de financiële sector enorm.
San Marino kon zich de afgelopen decennia ontwikkelen tot een levensstandaard die vergelijkbaar is met die in de rijkste gebieden van Italië. San Marino heeft meer auto’s dan inwoners.
De belastingtarieven zijn er laag, lager dan in de rest van Europa, maar sinds 2009 staat San Marino niet meer op de lijst van belastingparadijzen. Het land werd lid van allerlei uitwisselingsprogramma’s voor fiscale informatie en ondertekent menig belastingverdrag met andere Europese landen.
Ondanks die gelijktrekking met de Europese fiscale normen behoudt San Marino een gunstig klimaat voor buitenlandse investeerders.
De helft van ’s lands schatkist wordt gevuld met geld uit de financiële - en, in mindere mate, de industriesector.
En de andere helft komt natuurlijk uit het toerisme.
Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld
Klik HIER voor alle afleveringen
- Details
- Categorie: Reizen (311)
Een nostalgisch spoorlijntje
(Door Rolf Weijburg)
Het isolement van San Marino, het op vier na kleinste land ter wereld, hoog op de Monte Titano waardoor het door de eeuwen heen zoveel vluchtelingen bescherming had kunnen bieden, was tegelijkertijd ook een obstakel. Het was een moeilijk bereikbare plek waardoor bijvoorbeeld de industrialisatie er langzamer op gang kwam dan elders.
San Marino was nog een hoofdzakelijk agrarische samenleving toen Mussolini eind jaren twintig met het plan kwam om een spoorweg aan te leggen van Rimini tot aan boven op de berg in San Marino.
De spoorlijn, die grotendeels door Italië werd gefinancierd, zou San Marino niet alleen bereikbaarder maken, het zou de kleine republiek ook zeker economisch ontsluiten en opstuwen in de vaart der volkeren.
Op 12 juni 1932 werd de lijn na bijna 4 jaar werk officieel geopend.
Adembenemend
De spoorlijn was 32 kilometer lang en steeg van bijna zeeniveau in Rimini naar 642 meter bij het eindstation in San Marino Cittá. Onderweg stopte de trein bij vier stationnetjes en de hele reis duurde iets meer dan een uur. De route was adembenemend. Kronkelend steeg de spoorweg via talloze bruggen en 17 tunnels richting Sammarinese hoofdstad.
Wit en Blauw
De treinen waren geschilderd in de Sammarinese nationale kleuren wit en blauw en werden via kabels boven de rails elektrisch aangedreven, een erg modern systeem voor die tijd. Vanwege het moeilijke bergachtige terrein was gekozen voor het goedkopere en eenvoudiger aan te leggen smalspoor waardoor de lijn echter niet kon aansluiten op het Italiaanse netwerk en je altijd op Rimini Centraal moest overstappen.
Het bleek een lucratieve spoorlijn, de vier treinen per dag zaten meestal goed vol.
Bombardementen
Maar de Tweede Wereldoorlog gooide ook hier roet in het eten. In juni 1944 werd de spoorweg op diverse plekken door de geallieerden gebombardeerd. Algemeen wordt beweerd dat deze bombardementen op foute informatie waren gebaseerd en dus niet de bedoeling waren, maar het kon niet helemaal toevallig zijn dat daarbij ook de door de Italiaanse fascisten gefinancierde spoorlijn werd getroffen.
Nog een maand na de bombardementen bleef een gereduceerde sectie van de spoorweg functioneel maar uiteindelijk werd de dienstregeling gestopt en bleven de rails verder ongebruikt.
Spoortunnels
Een paar maanden later in september 1944, toen vanwege de op handen zijnde Slag om Rimini 100000 Riminesi hun stad ontvluchtten en in San Marino voor asiel aanklopten, zouden de spoortunnels nog goed van pas komen: veel van de tunnels werden ingericht als onderkomens voor de vluchtelingen.
Na de oorlog werden de tunnels afgesloten en konden de daar achter gelaten treinwagons langzaam wegrotten in de koude vochtige duisternis.
Pas in 2010 kreeg iemand het idee om de wagons te bevrijden en uit hun rottend lijden te verlossen. Slechts drie wagons konden worden gered. Hoewel ook enkele tunnels en viaducten werden gerestaureerd, is de spoorlijn nooit helemaal hersteld en heeft er ook nooit meer een trein van Rimini naar San Marino gereden.
Station
Het oude stationnetje van San Marino Cittá bestaat helaas niet meer –omdat het één van de weinige stukken vlak land bezette, is het afgebroken en gedegradeerd tot parkeerterrein- maar vlakbij de plek waar het ooit stond staat nu één van de gerestaureerde treinwagons op een doodlopend spoor.
Over het opgeknapte 650 meter lange stuk spoor rijdt bij gelegenheid het treintje nog wat op en neer en een deel van het oorspronkelijke talud is voetgangersgebied geworden zodat u ook te voet een stukje van het traject, waaronder een aantal goed verlichte tunnels, kunt afleggen.
Vreemd eigenlijk dat er geen concrete plannen zijn om de hele lijn in ere te herstellen. San Marino is één van de vijf landen ter wereld zonder luchthaven (er is slechts een kleine heliport) en havens zijn er niet.
Alle transport naar en van San Marino gaat over de weg waardoor de noodzaak tot een spoorlijn weliswaar is weggenomen, maar om milieuredenen zou het misschien niet zo’n slecht idee zijn.
Gelukkig kunt u, als u er écht zin in heeft, altijd nog mee met zo’n lullig toeristentreintje op luchtbanden.
Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld
Klik HIER voor alle afleveringen
- Details
- Categorie: Reizen (311)
MOEDIG MAN OF DEMON UIT DE DESSA
Eén van de meest controversiële mensen, die ik ken was Poncke Princen.
Hij deserteerde in 1948 uit het Nederlandse leger en sloot zich aan bij de TNI, de Indonesische gevechtstroepen.
Vocht tegen zijn landgenoten en werd later onderscheiden met de Bintang Gerilja (Ster van de Guerilla).
Bijna vijftig jaar lang mocht hij Nederland niet in tot minister Hans van Mierlo van Buitenlandse Zaken hem in 1994 een visum gaf.
Poncke Princen had toen twee beroertes gehad, leed aan huidkanker, had suikerziekte en had polio gehad. Hij zat in een rolstoel en overleed in februari 2002.
Een tuin in Jakarta
Op 18 augustus 1995 hield ik voor de VPRO-radio een drie en een half uur durend marathoninterview met Poncke Princen.
Dat was tijdens de viering van de vijftig jaar daarvoor uitgeroepen onafhankelijkheid van Indonesië .
Het interview was -zoals dat wordt genoemd- semi-live. Opgenomen alsof het live was. Niets veranderd; niets geknipt.
Het had plaats in de woning van Princen in Jakarta.
Voor die vorm was gekozen vanwege zijn fysieke gesteldheid. Het was van tevoren absoluut niet zeker of hij het wel drie en een half uur achter elkaar zou uithouden.
We beginnen in zijn tuin met tal van inlandse bijgeluiden. Halverwege verhuizen we naar zijn slaapkamer.
Ik vind het wel boeiend. Een beetje therapeutisch; maar er ontstaan af en toe ook lichte irritaties bij beide ‘partijen’.
Het interview is verschenen op de site van de VPRO. HIER
Recensie
Ga voor een recensie naar de site van Anne Frid de Vries:
http://anneisaman.blogspot.com/2009/11/poncke-princen-het-marathon-interview.html
Emotionele reacties
Direct na de bekendmaking van dit interview kwamen er bij de VPRO veel reacties. Vaak met een emotionele lading.
Na afloop kwamen er nog veel meer. Trollen en zeikerdjes waren er toen natuurlijk ook al. Ze moesten er alleen iets meer voor doen. Een anonieme brief schrijven of de telefoon pakken om te schelden.
Ordinaire moordenar of bevlogen idealist
Princen was een ordinaire moordenaar, een verrader, schoft, matennaaien, klootzak, schurk, pooier, overloper en demon uit de dessa.
Volgens anderen was hij: eerlijk, principieel, idealistisch, bevlogen, welbespraakt , belezen, moedig en openhartig.
Het zal allemaal maar van je gezegd worden.
IJzeren wilskracht
In 1986 had ik al eens een tijdje bij hem in Jakarta gelogeerd. Hij had toen al een beroerte gehad, maar kon nog wel lopen.
Iedere ochtend om vier uur stond hij op en deed twee uur lang oefeningen.
‘s Middags om vier uur herhaalde hij dat. Zeer gedisciplineerd en met grote wilskracht.
Hij wilde fysiek nog enigszins in orde blijven.
Wij hebben toen een tocht gemaakt door West-Java en bezochten veel plekken waar hij gevochten had.
In 1995 voordat het interview plaatsvond hebben we dat nog eens over gedaan.
Dat hij op één van die plekken mogelijk Nederlandse soldaten heeft doodgeschoten sluit hij niet uit.
In het interview is hij daar ook heel duidelijk over.
Koloniale oorlog
Het gesprek gaat natuurlijk over zijn motieven. Hoe hij steeds kwader wordt over deze koloniale oorlog, die eufemistisch politionele actie werd genoemd. Over de stemming onder de Nederlandse militairen .
‘Wij zijn de jongens van Jan Pieterszoon Coen; geef ze van katoen en ‘heel Yogja staat in gloed, zo gaat ‘ie goed, zo moet ‘ie wezen, zo moet ‘ie zijn’.
Hij vertelt hoe zijn eerste vrouw werd vermoord en hoe een vriendinnetje werd doodgeschoten toen ze niet op de avances van een Nederlandse militair inging.
Maar hij praat ook over het Indonesië van na de onafhankelijkheid.
Princen werd in 1956 parlementslid onder Soekarno, maar kreeg het in zijn nieuwe land vooral moeilijk onder het bewind van Soeharto.
Hij zat bij elkaar zo’n acht jaar gevangen.
In het laatste uur kijkt hij terug op zijn activiteiten in perspectief tot het Indonesië van 1995.
Een land waar in 1966 massamoorden plaatsvonden, een land met censuur, politieke gevangenen, uitbuiting, onderdrukking, nepotisme en onrechtvaardigheid op alle gebieden.
Was het ’t allemaal wel waard geweest?
(Eerder geplaatst november 2009)
Klik HIER voor alle Ontmoetingen
Subcategorieën
Reizen Aantal artikelen: 89
Pagina 9 van 51