Najaar 1981
1. ‘’Französische Scheisse”
Het was in het najaar van 1981. Wij gingen met onze kinderen Babette & Rutger, die toen 12 en 11 jaar waren een weekje naar Berlijn in mijn Citroën CX Prestige. Het was natuurlijk nog voor de val van De Muur;
Je moest dan via de transitroute A2 (Hannover-Berlijn) een groot deel door de DDR (Deutsche Demokratische Republik) rijden. Bij de grensovergang Checkpoint Alpha (Helmstedt-Marienborn) kreeg je een stempeltje en als je West-Berlijn verliet kreeg je opnieuw een stempeltje bij checkpoint Bravo (Drewitz-Dreilinden).
Het was streng verboden om die weg te verlaten. Daar werd scherp op toegezien.
Maar de auto ging kuren vertonen; de temperatuur liep op en toen had ik ineens een kokende motor. Ik stuurde de auto de vluchtstrook op. Vrijwel onmiddellijk verscheen er politie, die mij aanmaande om door te rijden. Toen duidelijk werd dat dit niet ging werd een soort Oost-Duitse ANWB gebeld. De monteur arriveerde, ging mokkend aan de slag, moest moeilijke toeren uithalen en riep toen -gewend aan Lada en Trabant- naar de politieman: ‘’Französische Scheisse”.
De wagen moest naar een garage. Maar dat mocht zomaar niet. Er werd gebeld met iemand van het Ministerie van Staatsveiligheid. Die patrouilleerden -zo leerde ik- daar op de weg.
De monteur takelde mijn auto omhoog en reed naar de dichtstbijzijnde garage. Gevolgd door de politieman en de inmiddels gearriveerde staatsveiligheidsambtenaar. Onder het toeziend oog van beide heren ging hij aan de slag waarbij hij nog diverse keren Französische Scheisse liet horen.
Maar het euvel werd verholpen en daarna werden we weer onder begeleiding van de Staatsveiligheidsdienst naar de autoweg geholpen.
Het bezoek aan West- en trouwens ook Oost-Berlijn verliep daarna uitermate plezierig.
Hoewel!
Wij logeerden in het Petit Hotel aan de Kurfürstendamm. Het was niet zo simpel om in die buurt te parkeren.
Maar... ik had een goede plaats gevonden. Dacht ik.
Wij deden alles per metro. Gingen ook naar Alexanderplatz in Oost-Berlijn.
Na een paar dagen wilde ik iets uit de auto halen.
Helaas! De auto was verdwenen.
Wij gingen naar het politiebureau vlakbij de Zoo. Daar leerden we dat de auto niet was gestolen, maar weggesleept,
Als we de boete contant zouden betalen, kregen we een briefje waar de auto was neergezet.
Het was in een verre buitenwijk. We gingen met de metro en moesten toen nog een behoorlijk eind lopen.
Verder was het een fijne en leerzame reis.
De terugtocht verliep zowaar zonder problemen.. .
Voorjaar 1990
2. Het Gebouw op Checkpoint Charlie
Het was vrijdag 16 maart 1990. Het VPRO-Programma Het Gebouw had zijn Gebouw verplaatst naar een Grand-Café vlakbij Checkpoint Charlie in Berlijn.
Twee dagen later zouden er namelijk voor ’t eerst en ’t laatst vrije verkiezingen zijn voor de Volkskammer van de Deutsche Demokratische Republik, de DDR. Dat waren merkwaardige verkiezingen, want de hele wereld was ervan overtuigd dat beide Duitslanden weer één zouden worden.
En inderdaad; Ruim een half jaar later op 3 oktober was het zover.
De uitzending ging rechtstreek van ’s ochtends zeven uur tot één uur in de middag. Er kwamen tal van gasten langs, er was live muziek en er waren reportages, die eerder die week waren opgenomen.
Met Pierre Courbois in de DDR
Eén van die reportages had ik gemaakt met drummer Pierre Courbois, een groot muzikant en samen met Willem Breuker de grondlegger van de Free Jazz, de geïmproviseerde muziek in Nederland.
Pierre had in het verleden al diverse zogenaamde muziekreizen in de DDR gemaakt met Peter Flik en Walter Slosse. Hij kende de muziekscene in dat land goed, had er diverse malen opgetreden en was bevriend met lokale musici.
Bovendien kocht hij zijn brushes altijd in dat land, Die waren niet alleen veel goedkoper maar volgens hem ook van een betere kwaliteit dan in Nederland. Hij kocht altijd honderden stelletjes tegelijk want het materiaal was slijtagegevoelig.
Wij reisden door het land, bereikten de Poolse grens en op veel plekken haalde Pierre mooi vertelde herinneringen op. Wij gingen ook bij mensen op bezoek. Onder meer bij pianist Hannes Zerbe, die met zijn vrouw in een groot huis net over de grens in Oost-Berlijn woonde.
Het echtpaar was niet zo positief over komende ontwikkelingen. Hannes had in de DDR als bekend musicus een soort vrije status. Hij mocht ook naar het buitenland reizen.
Zij woonden in een prachtig huurpand en wat zou er gebeuren als Berlijn weer één stad zou worden. Zouden die huurprijzen dan niet direct omhoogvliegen en zouden zij dat dan nog wel kunnen betalen? Het waren geluiden die je in de eenwordingseuforie niet zo vaak hoorde.
Maar het was een gezellig bezoek. Wij dronken bier en er waren nootjes.
En aan het eind kreeg ik deze L.P. cadeau.
Duo
Unkrodt . Zerbe.
Improvisatiejazz van Hannes Zerbe op piano en synthesizer en Dietrich Unkrodt op tuba. Een -laten we wel wezen- nogal ongewone combinatie.
Luister HIER naar het nummer Kanon.
Maart 2020
3. De laatste DDR-oprisping
Terugblikken is een journalistiek gebruik. Precies dertig jaar geleden namelijk werden er voor het eerst en het laatst democratische verkiezingen gehouden in de DDR (Deutsche Demokratische Republik)
We houden bij het herdenken en terugblikken van ronde getallen en niet van priemgetallen.
Waarom dat zo is weet ik niet.
En waarom iedereen het dan op hetzelfde moment doet begrijp ik ook niet.
Hoewel…
Ik begrijp het natuurlijk wel.
Het is ingeburgerd gebruik.
En ook de journalistiek floreert door gebruik, traditie en gemakzucht.
We denken er met z’n allen niet eens over na, want zo hoort het nu eenmaal.
Ik vond deze perskaart. Een kaart voor het bijwonen van één van de merkwaardigste verkiezingen ooit in Europa gehouden.
De verkiezingen namelijk op 18 maart 1990 voor de Volkskammer van de DDR.
Merkwaardig, omdat vrijwel iedereen ervan overtuigd was dat die DDR spoedig zou verdwijnen. De opkomst was groot: 90%. De Ost-CDU werd met ruim veertig procent van de stemmen de grote winnaar.
Als die verkiezingen 40 , 50 of 100 jaar voorbij zijn zal niemand er meer bij stilstaan.
Het maakte namelijk allemaal niets meer uit.
Ruim een half jaar later op 3 oktober 1990 werden beide Duitslanden herenigd.
Verwarrend
Het waren verwarrende dagen , die maartdagen in Berlijn.
De euforie over de val van de Muur was enigszins weggeëbd en ook zonder perskaart konden mensen vrijelijk van oost naar west v.v. gaan.
De stemming in West-Berlijn was goed.
Er lagen grote mogelijkheden voor expansie. Zowel voor ondernemers, maar ook voor particulieren.
De mensen voelden zich superieur.
In het Oosten was de stemming minder uitbundig. Zij -de Ossies- waren in feite de losers.
Zij hadden gefunctioneerd in een communistisch systeem, waar voor individualiteit, creativiteit, inspiratie en dadendrang nauwelijks plaats was.
Zij zouden -was de verwachting van velen- overspoeld worden door de geldingsdrang van de kapitalisten uit het westen.
Dat is tot op zekere hoogte inderdaad gebeurd.
Berlijn is anno 2020 eigenlijk nog steeds in verwarring.
Gelukkig maar.
Berlijn hoort namelijk een stad in permanente verwarring te zijn.
Najaar 2007 ; Weimar
4. Cultuur, politiek & vertier
Neem Weimar. Een mooie stad in Oost-Duitsland. Het is Unesco Werelderfgoed. Het ademt cultuur, architectuur en politiek. Een stad met mooie & bijzondere gebouwen, met kastelen en parken, met tal van musea.
Maar ook een stad vol vertier. Met café’s , nachtclubs, restaurants, terrassen en straatmuzikanten. Met lommerrijke straten.
De stad van Goethe, van Schiller, Liszt en Nietzsche. De stad waar in 1919 de eerste Duitse Grondwet (Weimarer Reichsverfassung) werd aangenomen. Naamgever van de Weimarrepubliek van 1919 tot 1933, toen Hitler aan de macht kwam.
Raadhuis
Je kunt de stad het best te voet verkennen. Het centrum is niet zo groot. Je komt alles bijna vanzelf tegen.
Je kunt het best beginnen bij het Stadtmuseum in het noorden van het centrum. Daar zijn diverse (on)-overdekte parkeerplaatsen. Daarnaast is het Congrescentrum. Je komt op het Goetheplein met het markante standbeeld van Goethe en Schiller, je ziet hun woonhuizen, je komt bij het Liszthaus, het Nietzsche Archief, bij het Weimarhaus, de Stadskerk St. Peter en Paul en bij het karakteristieke Raadhuis.
Even verderop liggen de kastelen Belverdere en Tiefurt en je kunt een ‘uitstapje’ maken naar voormalig concentratiekamp Buchenwald, zo’n acht kilometer buiten de stad.
Stadtmuseum
Postkantoor
Bauhaus museum
Goethe (links), Schiller & de medemens
Weimarhaus
Goethehuis
Schillerhuis
Markt
Eindelijk rust
Zomer 2016
5. Nostalgische Wodka
Zomaar op een tafeltje in
Floh-Seligenthal Thüringerwald
6. Een slang op mijn pad
En toen kwam ik ineens deze slang tegen. Het was in ‘t Thüringerwald ergens tussen Seligenthal en Schmalkalden in Oost-Duitsland.
Wat was dit voor slang?
En was het beest gevaarlijk?
Tja!
Een stuk verder stond bij een rustplaats een bord. Het reptiel heet in ‘t Duits Blindschleige en staat daar op de rode lijst van bedreigde diersoorten. Het is geen slang maar een hagedis: een hazelworm. Een carnivoor, die vooral regenwormen en slakken eet.
Het beest kan 45 tot 50 centimeter lang worden, heeft geen poten, is overigens niet blind en wordt door leken altijd voor een slang aangezien. Hazelworm dus; Anguis Fragilis.
|
(
Zomer 2014: Arnstadt
7. Bach und Bratwurst
Arnstadt ligt aan de rand van het Thüringerwald in Oost-Duitsland.
Het noemt zichzelf Bachstadt, omdat de jonge Johann Sebastian zich hier in 1703 vestigde.
Hij was toen achttien jaar en werd organist van de Nieuwe Kerk.
Vier jaar later vertrok hij weer.
Vlak achter de nieuwe kerk is op een pleintje een weinig vleiend standbeeld voor de jonge Bach opgericht.
Direct daarachter bevindt zich een worstkraam.
Dat treft dan weer goed, want een paar kilometer buiten Arnstadt is het eerste Duitse Bratwurstmuseum.
Je kunt van het standbeeld naar het museum lopen.
Je kunt het ook andersom doen.
Retourtje mag ook. Altijd beleef je de culturele verwarring van de oude DDR.
Voorjaar 2007: Hoilzhausen
8. Vom Bier zur Bratwurst
Thüringer Rostbratwurst
Het bekendste product uit de deelstaat Thüringen in Oost-Duitsland is de braadworst. (Thüringer Rostbratwurst). Sinds 1 januari 2004 een door de E.U. beschermd regionaal product.
Als je alles wil weten van deze voortreffelijke worst moet je naar het dorpje Holzhausen gaan. Daar is namelijk het eerste Duitse braadworstmuseum gevestigd.
Dat kan je lopend doen vanuit de Stadtbrauerei in Arnstadt; een route (Vom Bier zur Bratwurst), die onder meer over de Weinberg en de Kalkberg leidt. Als je een rondje loopt is dat zo'n acht kilometer.
Museum
Geheim recept
In het museum kun je werkelijk alles vinden, behalve het ECHTE recept. Iedere slager in Thüringen heeft namelijk zijn eigen geheime recept, dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Een paar dingen zijn echter wel degelijk bekend. De worst moet tussen de 15 en 20 centimeter lang zijn.
Het bestaat vrijwel altijd uit varkensvlees (soms aangevuld met kalfsvlees), melk, eieren, bloem en de vaste kruiden zijn komijn en majoraan.
Slager Tatzel
Slager Herbert Tatzel uit Arnstadt is één van de weinigen, die er niet geheimzinnig over doet.
Voor twintig worstjes gebruikt hij twee kilo varkensvlees (1 kilo buik en 1 kilo schouder). Vier eieren en melk en bloem naar behoefte om het goed te binden. Naast peper en zout gebruikt hij komijn, majoraan en wat knoflook.
Het vlees gaat de molen in. (Gaatjes van drie millimeter doorsnee). Eieren en kruiden erbij en deze substantie goed kneden. Binden met melk en bloem en blijven kneden tot 't aanvoelt alsof je in watten knijpt. Het vlees gaat daarna een machine in die de worstjes in natuurdarm perst.
De worst moet 't liefst op houtskool geroosterd worden. Grillen mag ook.
In ieder restaurant in Thüringen kun je de braadworst krijgen. Het lekkerst at ik het in het zeer Duitse café-restaurant Das urige Wirtshaus in Suhl.
Een paar worstjes, aardappelpuree, sterk gekruide zuurkool, donker brood en een dotje mosterd.
Daarbij moet je Arnstädter bier drinken.
9. Grenadierstrasse Berlijn
-Het is maar tien uur sporen naar Berlijn.
Eén van de bekendste dichtregels uit de Nederlandse poëzie. Slot van het gedicht Pogrom van Ed. Hoornik. Geschreven op 12 november 1938 te Amsterdam, nadat in Duitsland in de nacht van 9 op 10 november de Reichskristallnacht had plaatsgevonden.
Lees eerst het gedicht en dan zal ik uitleggen waar de Grenadierstraat was, wat er mee aan de hand was en waarom die straat niet meer bestaat.
Van Ed Hoornik
Pogrom
Is dat de maan, die naar het laatste kwartier gaat,
of een gelaat, omspeeld door walm en vlam?
Waar is Berlijn en waar de Grenadierstraat?
-Wat deed de jongen, toen de bende kwam?
Is dat zijn schim, die daar voor de rivier staat,
is dit het water, dat hem tot zich nam,
is hier de Spree, en daar de Grenadierstraat?
-Het is de Amstel, het is Amsterdam.
Op ’t Rembrandtplein gaan de lantarens branden.
Over de daken sproeit een lichtfontein.
-Ik druk mijn nagels dieper in mijn handen.
De Jodenbreestraat is een diep ravijn.
Een korte schreeuw weerkaatst tussen de wanden.
-Het is maar tien uur sporen naar Berlijn.
De Grenadierstrasse werd zo genoemd, omdat er sinds de zeventiende eeuw soldaten waren gelegerd. Net als in de parallel lopende Dragoonerstrasse.
In de eerste helft van de twintigste eeuw kwamen veel voortvluchtige Oost-Europeanen (vooral Polen) naar Berlijn. Zij vestigden zich in en rond deze straten, waardoor het een wijk in Oost-Berlijn werd met veel joodse winkels en synagoges. Er ontstond een religieus en cultureel centrum.
Al begin 1938 werd een groot aantal Polen uit die wijk verbannen en terug naar de grens gestuurd. Daar werden ze geweigerd, waardoor ze in feite statenloos werden.
In de Kristallnacht werden in Duitsland zo’n 1500 tot 2000 synagoges in brand gestoken. Woonhuizen van Joden, winkels, scholen en warenhuizen werden vernield, begraafplaatsen verruïneerd. In die bewuste nacht werden 400 Joden vermoord of tot zelfmoord gedreven.
Na de oorlog lagen beide straten vanaf 1949 in de DDR. Reden waarom de straten een andere naam kregen. De Grenadierstrasse werd de Almstadtstrasse (naar de communist Bernhard Almstadt) en de Dragoonerstrasse werd de Max Beerstrasse, naar Max Beer de Marxist.
Ed Hoornik (1910-1970) was journalist, dichter en romancier. Hij dook onder in 1942. Zijn werk werd verboden. In augustus 1943 werd hij gearresteerd en overgebracht naar Kamp Vught. In mei 1944 kwam hij in het concentratiekamp Dachau terecht, waar hij op 29 april 1945 door de Amerikanen werd bevrijd.
Voorjaar 2014
10. Schmalkalden & zijn Altmarkt
Schmalkalden is een klein stadje in Thüringen Oost-Duitsland. Zo’n 20.000 inwoners.
Het is gespaard in de tweede wereldoorlog en heeft een mooie kern met vrijwel alleen vakwerkhuizen uit de zestiende tot de achttiende eeuw. Alle klinkerstraatjes leiden naar het centrale plein, de Altmarkt. Daar zijn het markante voormalige raadhuis en de Gotische Sint Joriskerk. Je passeert dan ondermeer het Lutherhuis.
Aan de rand van de kern is het stadskasteel Schloss Wilhelmsburg, dat is ingericht als museum. Er zijn in Schmalkalden tal van tentjes met terrassen. Overal kun je Rostbratwurst eten.
Vakwerkhuis
Lutherhuis
Op weg naar het plein kom je langs dit huis. De protestantse theoloog Maarten Luther (In Schmalkalden: Martin) verbleef hier van 7 tot 26 februari 1537, predikte en verkondigde zijn stellingen.
Hij was daar op uitnodiging van rentmeester Balthasar Wilhelm. Het huis werd na zijn vertrek uit Schmalkalden het Lutherhuis
Oude Raadhuis
De oude markt is onmiskenbaar het centrale punt. In wit het voormalige raadhuis, dat nu een horecabestemming heeft.
Altmarkt
Woensdag is er markt in Schmalkalden.
Sint Joriskerk
Engeltje
Schloss Wilhelmsburg
Het kasteel is vernoemd naar dezelfde rentmeester Balthasar Wilhelm.
Binnenplaats kasteel
Schmalkaldense put