Het Casino Monte-Carlo

  (Monaco in 1834)

(Door Rolf Weijburg)

In de eerste helft van de negentiende eeuw ging het bergafwaarts met de Grimaldi’s, het vorstenhuis dat over Monaco, het op één na kleinste land ter wereld, heerste. De talloze financiële problemen waarin de familie verkeerde verergerden drastisch toen in 1848 de gebiedsdelen Roquebrune en Menton weigerden de opgelegde belastingen op olijfolie en fruit te betalen en zich afscheidden.
      Weliswaar wist het vorstenhuis een betaling van een paar miljoen frank te forceren, het verlies van de gestage inkomstenbron uit de twee rebellerende steden was een zware aderlating. Om het kleine Prinsdom voor een totaal faillissement te behoeden moest er iets verzonnen worden.


Florestan & Caroline

 

Het was Prinses Caroline, echtgenote van de toen regerende Prins Florestan die met het idee kwam. Er moest een casino komen, een plek waar roulettetafels de spanning van het gokken, de belofte van rijkdom uitstraalden. Omdat gokken in die tijd in vele delen van Europa en ook in het omringende Frankrijk verboden was, zou het casino een grote aantrekkingskracht op de welgestelde Europese elite kunnen hebben. Het klimaat, de natuurlijke schoonheid en de stranden zouden de rest doen.
      In Frankrijk vond de familie de nodige investeerders en in 1856 werd het eerste tijdelijke casino geopend in Villa Bellevue een weinig indrukwekkend gebouw in La Condamine, de kuststrook net ten noorden van de Rots van het Prinsdom.

      Het woord casino is overigens afkomstig uit het Italiaans en betekende oorspronkelijk hutje of huisje.

Het kreeg de huidige betekenis als gokhuis eind 18e eeuw, toen gokken overal verboden werd en men zich stiekem terugtrok in schuurtjes in de achtertuin of kleine onderkomens op het platteland om te gaan gokken. Dat waren meestal mannen en die hielden zich verder niet zo bezig met het opruimen en schoonhouden van die huisjes. Vandaar wellicht dat in het Italiaans het woord naast gokhuis ook iets als puinhoop of rommeltje betekent. “Che casino!” , “Wat een rotzooi!”


La Condamine

(La Condamine, 1850)

Gebrek aan publiciteit was er één, maar de grootste reden van het falen van deze eerste onderneming was het feit dat Monaco in die tijd een onbetekenend backwater was, een onbekend en armoedig dorp op een rots aan de Mediterrane kust dat door een gebrek aan goede wegen heel slecht bereikbaar was. Áls je er dan eenmaal was, was er nauwelijks adequate accommodatie.
      Er werden nieuwe plannen gesmeed en nieuwe investeerders aangetrokken. Luxe hotels, restaurants en een spa moesten er komen, goede wegen vanuit Nice in Frankrijk en Ventimiglia in Italië moesten worden aangelegd. En een haven.
      In 1858 werd er begonnen aan de bouw van een nieuw door de Parijse architect Gobineau de la Bretonnerie ontworpen casino. Tegelijkertijd verrees naast het casino ook het beroemde, door dezelfde architect ontworpen Hotel de Paris waar de casinobezoeker in alle rust en comfortabele luxe zijn verliezen kan verwerken.


Casino & Hotel (1900)

 

Ook vandaag nog is het hotel ondanks de hoge prijzen een zeer geliefd oord. Het is uiterst bon ton om met je Rolls of Ferrari pontificaal op het plein voor het hotel en casino te parkeren - als je auto maar duur genoeg is, mag dat en als er geen plek meer is staat er direct een valet parker klaar om je bolide ergens veilig op te bergen - je intrek in het hotel te nemen en ’s avonds, nadat je naar goed gebruik even de rechter voorknie van het beeld van het paard in de hal van het hotel hebt beroerd om de goden geluk af te dwingen, aan te schuiven aan de roulettetafel.


Nieuwe spoorweg

De locatie van het nieuwe casino stond in die tijd bekend als Les Spelugues (De Grotten), maar werd later toen rondom het casino een hele nieuwe wijk ontstond, omgedoopt in Monte-Carlo ter ere van Prins Carlo, zoon van Prins Florentan en groot ondersteuner van het casino-project.

In 1862 werden de gebouwen opgeleverd en kon het casino pas echt goed van start. De weg vanuit Nice was aanzienlijk verbeterd en vooral toen in 1867 de nieuwe spoorweg tussen La Turbie en Monte-Carlo met connecties naar Ventimiglia en Marseille werd geopend stegen de bezoekersaantallen dramatisch.


Fiches

 De Societé des Bains de Mer de Monaco werd in het leven geroepen om de boel te bestieren en het casino werd een succes.Precies als gehoopt kwam de Europese en later de Amerikaanse en nog later de Rich and Famous van de hele wereld naar Monaco. Om te gokken, feest te vieren, te investeren, kortom om geld uit te geven. Monaco werd rijk, het geld stroomde binnen. De Grimaldi’s waren tevreden.
      Het ging zó goed, dat o.a. onroerendgoedbelasting én inkomstenbelasting niet meer hoefden worden geheven (behalve dan voor ingezetenen met een Frans paspoort, daarvoor was speciaal een belastingverdrag met Frankrijk afgesloten) en dat ziekenzorg en onderwijs voor de ingezetenen van het Prinsdom gratis konden worden.


Interieur

Het Casino Monte-Carlo werd de bodemloze put waarin de hele wereldelite hun geld kwam storten. Niet zo heel gek dat direct al in 1870 de Grimaldi’s een nieuwe wet afkondigden: mensen met de Monegaskische nationaliteit werd de toegang tot het casino officieel verboden.
      Het was de bedoeling dat de buitenwereld zijn geld verloor in het casino en niet dat het daardoor verdiende geld indirect weer via de verliezende Monegasken  zou wegvloeien.

      Die wet is nog steeds van kracht, zelfs nu de inkomsten vanuit het casino inmiddels nog maar 4% van het hele binnenlands nationaal product vormen.

  

 

Rolf Weijburg's
 A
tlas van de 25 kleinste landen in de wereld

KliHIER voor alle afleveringen