Verhalen uit de dorpsbieb 70: De april-tips van Martine
- Details
Gambiet & Tropenbruid
Martine van Bree-Jonink is vrijwilligster bij de bibliotheek in Bellingwolde. Zij leest drie tot vijf boeken per week en doet dat al ‘’een leven lang’’. Iedere maand geeft zij een aantal leestips.
Walter Tevis: The Queen’s Gambit (2021/366 pag.)
Originele uitgave in 1983 en n.a.v. het succes als Netflix-serie opnieuw vertaald en uitgegeven in Nederland. Beth Harmon belandt op 8-jarige leeftijd in het weeshuis en haalt de conciërge over haar het schaakspel te leren. Door het spel en de groene pilletjes die alle kinderen krijgen om ze rustig te houden, weet zij aan haar omgeving en aan zichzelf te ontsnappen. Beth is namelijk een erg teruggetrokken meisje en is nauwelijks in staat vriendschappen te sluiten; het schaakspel beheerst haar leven en in gedachten kan zij alle partijen naspelen of voorspellen hoe een bepaalde partij zal verlopen. Zij is een natuurtalent.
Als de groene pilletjes worden verboden weet zij zich geen raad, zij probeert deze te stelen maar wordt betrapt en als straf wordt het haar onmogelijk gemaakt te schaken. Als zij wordt geadopteerd komt haar ‘moeder’ achter haar talent. Het prijzengeld van elk gewonnen toernooi is voor haar de trigger om haar dochter te supporten. Samen trekken ze heel Amerika door en Beth verslaat al haar tegenstanders. Haar moeder overlijdt en Beth staat er alleen voor om Europa en de wereld te veroveren.
Ze kan haar drang tot zelfvernietiging nooit helemaal overwinnen en raakt bij periodes regelmatig aan de drank en drugs. Toch slaagt zij er uiteindelijk in om in Moskou als eerste vrouw in de schaaksport de wereldkampioen te verslaan.
Wat een fantastisch en bevlogen geschreven verhaal! Ik heb niets met schaken, maar de beschrijving van partijen is zo boeiend dat ze zelfs voor mij zijn gaan leven.
Susan Smit: Tropenbruid (2020/233 pag.)
Het is 1907 en het weesmeisje Anna droomt van een ander, groots leven. Op een dag reageert ze op een advertentie waarin een ambtenaar in Nederlands-Indië een echtgenote zoekt. Zij trouwt ‘met de handschoen’ en reist af naar Batavia. Daar aangekomen blijkt dat haar echtgenoot Willem twee halfbloed dochters heeft, die hij heeft erkend. Ze worden opgevoed door een gouvernante. De moeder van de meisjes, zijn voormalige huishoudster, is verbannen naar de kampong.
Al gauw komt Anna er achter dat haar huwelijk met de starre Willem niets anders is dan een dekmantel voor zijn positie binnen de gemeenschap, zijn geheime liefdes en verzwegen familieverbanden. Een witte vrouw geeft hem extra status en het is dan ook de bedoeling dat zij voor een witte nakomeling zal zorgen. Met hulp van Baboe, een inlandse, weet zij dit laatste op slinkse wijze te voorkomen. Bovendien komt Anna er achter dat Willems liefde nog steeds uitgaat naar zijn inlandse vrouw en hun zoon, die bij haar woont en van Anna’s leeftijd is.
Intrigerende roman over de koloniale hiërarchie met al haar regels enerzijds, de adat van de oorspronkelijke bevolking anderzijds en over degenen die tussen wal en schip vallen.
Rachel Hore: Voor altijd mijn dochter (2020/414 pag.) en Kathryn Hughes: De Brief (2020/315 pag.)
De reden waarom ik deze twee boeken tegelijk noem is omdat het verhaal hetzelfde onderwerp heeft met min of meer hetzelfde verloop. Een jonge vrouw raakt onbedoeld zwanger van haar geliefde vlak voordat hij de oorlog in moet.
In boek 1 is dat WOI en in boek 2 WOII.
Beide vrouwen worden gedwongen om in afzondering kun kind te baren en ter adoptie af te staan. De geadopteerde kinderen gaan als ze zelf volwassen zijn op zoek naar hun roots,
Beide romans zijn goed geschreven, ontroerend en bieden een inkijk in de mores over vrouwen, het taboe op buitenechtelijke zwangerschap en het klassenverschil in de vorige eeuw, zowel in 1917 als in 1939. Boek 2 is wat spannender, maar tegelijk ook wat ongeloofwaardig. Gewoon fijn om te lezen, maar lees ze niet achter elkaar.
Jessica Durlacher: De Stem (2021/430 pag.)
Bij uitzondering houd ik me aan de korte beschrijving in het boek zelf: ’Een vrome Somalische asielzoekster komt als oppas in dienst bij het gezin van Zelda en Bor, en ontpopt zich tot hun verbazing als een fenomenale zangeres. Haar naam is Amal. Ze is zo goed dat Zelda en Bor haar opgeven voor de populaire talentenshow De Stem.
Tijdens haar spectaculaire eerste optreden verrast Amal het miljoenenpubliek met een dramatisch gebaar dat tot een vloedgolf van bedreigingen leidt. Het gezin voelt zich geroepen haar te beschermen en wordt zo meegesleurd in conflicten die hun veilige wereld voor altijd zullen veranderen.’
De auteur laat Zelda een wervelend verhaal vertellen over familie, loyaliteit en opoffering tegen de achtergrond van hun Joodse geschiedenis.
Goed geschreven, boeiende en indringende fictieve roman met meesterlijke karakterbeschrijvingen. Echt een aanrader. De persoon van Amal is deels gebaseerd op de persoonlijke ervaringen van het schrijversechtpaar Leon de Winter en Jessica Durlacher met Ayaan Hirsi Ali, die op haar manier ook haar stem verhief.
Laura van der Haar: Een week of vier (2020/155 pag.)
Ida woont nog niet zo lang in Barcelona als zij zwanger raakt en haar man haar na de eerste maand verlaat. Als haar dochtertje Joanes is geboren overweegt zij naar Nederland terug te keren, waar zij nog vrienden heeft. In Barcelona heeft zij alleen contact met de yogalerares en medecursiste Nellie, een vrouw waar zij normaal gesproken nooit mee bevriend zou raken.
Nellie is ongelukkig, drinkt op klaarlichte dag en heeft haar baldadige zoontje niet in de hand. Daarentegen leeft Ida voor haar kind. Dan breekt er een wereldpandemie uit, raakt Ida besmet met het virus en wordt doodziek. Een ambulance zal haar komen ophalen en zij moet binnen 40 minuten zelf zorgen voor een opvangadres voor haar kind, als zij haar niet wil onderbrengen op een staatslocatie.
Onder koortsachtige omstandigheden neemt ze een beslissing, zonder te weten of ze wel het juiste doet. Na vier weken buiten bewustzijn op de IC te hebben gelegen komt ze weer bij. Medisch gezien is alles goed afgelopen, maar ze kan nog niets, niet eens praten. Het enige wat ze wil is weten of alles goed is met Joanes, maar ze heeft geen contactgegevens van Nellie, de enige die ze kon vragen om voor haar dochtertje te zgen. Als ze eindelijk naar huis mag legt ze als eerste haar telefoon (die ze niet mocht meenemen naar het ziekenhuis) aan de oplader en de eerste berichten stromen binnen.
Een hartverscheurende actuele en beeldend geschreven roman.
Elena Ferrante: Het leugenachtige leven van volwassenen (2020/334 pag.)
De 13-jarige Giovanna leidt een perfect leven in een van de beste wijken van Napels. Haar ouders hebben haar opgevoed tot een lief en gehoorzaam meisje en op het gymnasium haalt zij goede cijfers. Maar nieuwe vrienden maken lukt haar niet; vindt zij ook niet nodig want van kinds af aan heeft zij twee hartsvriendinnen, dochters van de beste vrienden van haar ouders.
Giovanna heeft zichzelf altijd lelijk gevonden en is daardoor een in zichzelf gekeerde puber aan het worden. Ze draagt haar vader op handen, totdat zij hem hoort zeggen dat Giovanna steeds meer op zijn verfoeilijke zus Vittoria gaat lijken. Zij besluit haar tante op te zoeken in de volkswijk.
Deze is een grofgebekte vrouw, die op haar beurt afgeeft op Giovanna’s ouders en haar aanraadt haar ouders eens goed in de gaten te houden. Langzaam valt het beeld van het volmaakte gezin in gruzelementen en moet zij balanceren tussen trouw aan haar ouders en de aantrekkingskracht van haar tante, die haar omgeving tiranniseert met haar woede.
Giovanna bespeurt een soortgelijke woede in zichzelf, zij spijbelt en blijft zitten, als afstoting naar haar omgeving gaat zij zich Gothic kleden en opmaken, kortom: zij ligt helemaal overhoop met zichzelf.
Voor de liefhebbers van deze auteur een intrigerende roman over de weg met vallen en opstaan naar de volwassenheid. Persoonlijk raak ik nogal geïrriteerd door de altijd weer getroebleerde personages in het werk van E.F.; dit keer heb ik het boek wel uitgelezen.
Machteld Siegmann: De kaalvreter (2019/370 pag.)
Leia Blum wordt in de Tweede Wereldoorlog als driejarig meisje ondergebracht bij een boerengezin. Zij begrijpt er niets van; waar zijn papa en mama gebleven? Langzaam maar zeker begint ze eindelijk te praten en gaat ze zich thuis voelen binnen het gezin, mede dankzij de aandacht van met name Luit, haar pleegbroertje en Tom, haar pleegvader.
Maar diep in haar hart mist zij iets wezenlijks. Op elfjarige leeftijd krijgt zij te horen dat zij is geadopteerd en dat haar biologische ouders zijn omgekomen in Auschwitz. Toch blijft zij op iets of iemand wachten. Dat gevoel stopt zij heel diep weg als zij met Dirk trouwt en twee zonen krijgt.
Als haar adoptiemoeder overlijdt gaat zij met lood in haar schoenen naar de begrafenis. Op de begraafplaats doet zij een afgrijselijke ontdekking die haar zorgvuldig opgebouwde leven op z’n kop zet. Als een zombie keert zij terug naar haar gezin, zij kan en wil niet praten. Man en zonen weten zich geen raad. Het enige wat zij kan doen is met een steen in haar maag, vol schuldgevoel, wachten. Waarop, op wie?
Uiteindelijk komt het besef dat er dit keer juist op haar wordt gewacht en ziet zij weer een sprankje hoop op een nieuw leven samen met haar gezin.
Bijzonder indringend en gevoelvol verhaal over de complexiteit van het leven als je intuïtief iets mist, er achter komt dat je Joodse wortels hebt, maar niet weet wat dat inhoudt omdat je geen eigen herinneringen hebt.
Veel leesgroeten van Martine van Bree-Jonink.
Klik HIER voor alle biebverhalen
Media 445: Dick de Boer overleden
- Details
‘’Een beetje longkanker jongen’’
Mijn goede vriend en oud-collega, de fotograaf Dick de Boer is overleden. Longkanker. 74 jaar.
Hij begon op 1 mei 1969 bij het West-Brabantse Dagblad De Stem, dat in die tijd verscheen in een vrij groot aantal edities in West-Brabant en Zeeland. Ik was toen actief op de redactie in Roosendaal. Dick, zijn vrouw Toos en de kinderen betrokken een flatje in Bergen op Zoom.
Wij kwamen beiden uit Haarlem en dat was al een stevig houvast tussen al die Brabanders. Want schreef je nou houd’oe of houdoe? Wij wisten het niet en waren dan weer opgelucht als de Brabanders het zelf ook niet wisten.
Dick werkte aanvankelijk zowel voor de redactie Roosendaal als de redactie Bergen op Zoom. Wij gingen dus vaak samen op reportage en kwamen ook privé bij elkaar over de vloer.
Het werd op een andere manier nog inniger, toen wij betrokken raakten bij de oprichting van een honkbalclub in Bergen op Zoom: De Runners. Wij hadden in Haarlem beiden op zeer behoorlijk niveau gespeeld en dat bleek een grote aanwinst voor de club. Wij begonnen in de onderafdeling en stormden door naar de landelijke competitie door drie jaar achter elkaar met groot machtsvertoon kampioen te worden.
Reünie
In 1971 vertrok ik naar de Volkskrant en later naar de VPRO. We zagen elkaar een lange periode nauwelijks meer. Tot er in november 2014 een reünie werd gehouden voor redacteuren van De Stem, die daar tussen 1962 en 1972 werkten. Het werd georganiseerd door sportredacteur Peter Heerkens. Ik heb daar toen op mijn blog DIT STUKJE over geschreven.
Oude tijden
Vanaf die tijd hadden we weer een goed contact. Oude tijden herleefden.
Maar vier jaar geleden veranderde er wat. Hij was onrustig, voelde zich niet helemaal goed en toen ik vroeg of er wat aan de hand was, zei hij op zijn karakteristieke wijze: ‘’Een beetje longkanker jongen, Ik kan er niks anders van maken’’.
Aanvankelijk leek hij zijn chemo en andere therapie goed te doorstaan. Hij bleef -althans in onze contacten- positief en had er vertrouwen in dat hij er wel doorheen zou komen.
Wenen
Wij haalden dan weer herinneringen op, bijvoorbeeld het grootse optreden van de Trommelaeren van Roesendaele in Wenen. Daar heb ik DIT STUKJE over geschreven. Onze grote concurrent in die dagen, het Brabants Nieuwsblad was er niet bij en daardoor was de oplage van De Stem heel snel uitverkocht, Er moesten extra nummers gedrukt worden om aan de grote vraag te voldoen.
Dick en Toos woonden inmiddels in een prachtig appartement aan het water in Tholen. Voor de reünie van de Stem schreef hij: ‘’Ik heb 40 jaar voor ons krantje gewerkt, maar moest er op mijn 62ste uit. De fotodienst werd wegens bezuinigingen opgeheven Heel leuke tijd gehad. Veel gereisd over de wereld. Toch mooi meegenomen. Ik woon nu aan het water in Tholen, een beetje varen en af en toe nog wat fotografie. Verheug me op weerzien oud collega’s’’.
Uw bloghouder in Wenen gefotografeerd door Dick de Boer.
Hij was een bevlogen en uitstekende fotograaf.
Was geinteresseerd in de onderwerpen, de mensen, hun achtergronden en beweegredenen.
Had ook vaak suggesties wat er nog zoal te vragen was.
Zijn overlijden kwan toch nog onverwachts. Treurig en bijna onverteerbaar dat ''zo'n jongen'' op toch nog niet al te hoge leeftijd overlijdt.
Proost dan maar!
Gehoorde frasen 287: Kopje-onder
- Details
Radio IV praatje
Je moet af en toe kopje-onder durven gaan met je cello
Goedemorgen!
Atlas van de kleinste landen 132: Leeuwen Stad (Singapore)
- Details
Een land met ‘n complexe geschiedenis
(Door Rolf Weijburg)
Kijk je op een kaart, dan wordt direct duidelijk dat de geschiedenis van Singapore, het op negentien na kleinste land ter wereld, onlosmakelijk verbonden is met die van Maleisië. De Chinezen hadden dat in de derde eeuw al begrepen toen ze Singapore Po-Luo-Chung noemden, Eiland aan het eind van het peninsula.
De huidige naam zou volgens de overlevering refereren aan het bezoek - ergens in de dertiende eeuw - van een Sumatraanse prins aan het eiland. Die zou er een leeuw hebben gespot waardoor de nederzetting en later het hele eiland de naam Leeuwen Stad kreeg, in het Sanskriet Simhapura. Maar er is nooit enig bewijs geweest dat er ooit leeuwen leefden op het eiland. Wel tijgers.
Coat & Arms
In het nationale wapen van het land zien we dat het schild wordt gedragen door een leeuw én een tijger, misschien om de aanvankelijke vergissing wat recht te trekken, maar de officiële verklaring is dat de leeuw staat voor Singapore en de tijger voor de historische banden met Maleisië. Het motto Majulah Singapura betekent Voorwaarts Singapore.
Entiteiten
De geopolitieke geschiedenis van het Maleisisch schiereiland is een uiterst complex verhaal. Het gebied was en is verdeeld over elf min of meer autonome historische koninkrijken (later aangevuld met twee Federale Gebieden) die door de Britten in allerlei combinaties werden ondergebracht in kolonies en protectoraten.
Entiteiten als British Malaya, The Federated States of Malaya, The Unfederated States of Malaya, the Straits Settlements, The Malayan Union en The Federation of Malaya volgden elkaar op waarbij verder gelegen gebieden zoals North Borneo, Sarawak, het eiland Labuan en zelfs de nog veel verder weg gelegen en nu tot Australië behorende Cocos (Keeling) Islands en Christmas Island werden toegevoegd en weer losgemaakt.
Thomas Stamford Raffles
De voormalige Britse luitenant-gouverneur van Benkulu, Thomas Stamford Raffles kwam in 1819 naar Maleisië met de opdracht om een geschikte plaats te vinden voor de vestiging van een Britse handelspost. Die vond hij in Singapore aan de zuidkust van het gelijknamige eiland, toen al een zeer kosmopolitische en bedrijvige havenstad. Nog datzelfde jaar werd een overeenkomst met de Sultan van Johor ondertekend die de British East India Company rechten gaf om er een handelspost te vestigen.
Raffles was nauw betrokken bij de zeer voortvarende ontwikkeling van de stad en de haven en zou later de bijnaam Vader van Singapore krijgen. In 1824 werd Singapore een Britse kolonie die twee jaar later opging in de Britse Straits Settlements, een bonte verzameling kleine koninkrijkjes en verre eilanden.
Malaysia
Na de capitulatie van Japan dat Singapore in de Tweede Wereldoorlog had bezet, werd Singapore in 1946 - eerst nog een paar maanden samen met het eiland Labuan voor de Borneose kust - een Britse Kroonkolonie. In 1957 kreeg de kolonie zelfbestuur waarna het in 1963 werd opgenomen binnen de nieuwe onafhankelijke Federation of Malaysia waarin het samen met Malaya werd verenigd met de op Borneo gelegen staten Sabah (ex North Borneo) en Sarawak.
North Borneo Times
Overigens kennen we in het Nederlands slechts één woord voor Maleisië maar in het Engels is er een verschil tussen Malaya en Malaysia. Malaya is wat we nu West Maleisië noemen, het Maleisisch schiereiland. Na het samengaan van Malaya en Singapore met de staten Sabah en Sarawak op Borneo, werd de nieuwe federale republiek Malaysia genoemd, zeg maar Maleisisch Azië, Maleisië dus.
Binnenlands maar ook in de regio ondervond de nieuwe staat veel oppositie. Indonesië zag door het ontstaan van de nieuwe federatie zijn aspiraties tot een Groter Indonesië gedwarsboomd en vreesde het verlies van overwicht en invloed in de regio. Soekarno riep het volk op om “Malaysia te verpletteren” en vanuit de binnenlanden van Borneo viel Indonesië in een ware guerrillaoorlog, de zogenaamde Konfrontasi, de oostelijke delen van de nieuwe staat aan.
SabahTimes
Onafhankelijk
Binnen de federatie vreesden de - islamitische - Maleisiërs dat de krachtige economie van het door Chinezen (taoïstisch en christelijk) gedomineerde Singapore met zijn belangrijke haven de federatie zou gaan overheersen. In Singapore zelf waren inmiddels de nieuwe wetten van de Maleisische federatie steeds meer gaan schuren. Vooral tegen de constitutionele privileges van de Maleisiërs ten opzichte van andere etnisch-religieuze gemeenschappen in Singapore ontstond veel verzet.
De tumultueuze jaren 64 en 65 werden daardoor gedomineerd door vele zeer gewelddadige opstanden met talloze doden en gewonden en uiteindelijk besloot het Maleisische parlement (overigens zonder aanwezigheid van de Singaporese parlementsleden) met 126 stemmen voor en 0 tegen, dat Singapore uit de federatie moest worden gezet.
Singapore stond er alleen voor en op 9 augustus 1965 werd de onafhankelijke Republiek Singapore uitgeroepen.
StraitsTimes
Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld
Klik HIER voor alle afleveringen
Vindsels 16: Hangende mossels
- Details
- Parent Category: Beelden
In 't gelid
De mossels hangen onder ’t blauw
aan touwen en in sokken
verspreid en niet in ’t nauw
geduldig op te fokken
Gehoorde frasen 286: De Max-presentatie
- Details
Daardoor dus
Als het daardoor komt, hoe komt het dan dat het daardoor komt
Goedemorgen!
Algemeen 446: Priklocatie Oud-Beijerland
- Details
12':57"'
''We doen dit met plezier’’
Het was rustig op de priklocatie te Oud-Beijerland. Een sporthal met een grote parkeerplaats waar mannen in hesjes blij waren als er weer iemand arriveerde. Binnen waren alleen maar dames, die tot drie maal toe mijn rijbewijs controleerden. Ik moest een gezondheidsverklaring inleveren en nog wat vragen beantwoorden.
Het was eerste Paasdag. De mensen van de GGD Zuid-Holland Zuid deden het allemaal zonder morren. Ze moesten ook tweede Paasdag opdraven. “Meneer, we doen het met plezier”.
En ”wilt u de prik in de linker- of in de rechterbovenarm?’’.
Ik ontving na afloop deze Registratiekaart Coronavaccinatie.
Gele boekje
En toen ik vroeg of ze ook een aantekening konden maken in mijn inentingspaspoort was dat geen enkel probleem.
We zijn nu 18 uur verder. Ik heb geen moment last van die prik gehad.