“Geen geld, geen Zwitsers’’

(Door Rolf Weijburg)

De drie kilometer lange monumentale muur die Vaticaanstad omgeeft, de Vaticaanse grens met Italië, is een hoge constructie met meerdere bastions die al in de negende eeuw werd gebouwd.
      Geen ander land ter wereld is geheel ommuurd, het Vaticaan is ook hier uniek in.

Alleen aan de oostelijke zijde van de ministaat loopt de muur dood op de Colonnade van Bernini en opent naar het Sint Pietersplein. Het plein is voor iedereen vrij toegankelijk, voor de aanpalende Basiliek heb je kaartjes nodig maar de twee ingangen aan weerszijden van de Basiliek zijn bewaakt en niet openbaar.         


Musea

Als je verder langs de imposante muur loopt (je kunt hier eenvoudig om een heel land heen lopen) vind je naast een aantal dichtgemetselde deuren en de toegangen tot de musea een drietal plekken waar je te voet of met de auto het Vaticaanse binnenland in kunt, de grensovergangen van het Vaticaan.


Porta Perugino


Rails

Nog twee andere poorten zitten er in de muur. De lelijke rood-koperen Porta di Santa Rosa in de noordelijke muur die in 2006 tijdens het bewind van Paus Benedictus XVI in de muur is aangebracht als extra toe- en uitgang voor Vaticaanse ambtenaren is eigenlijk niet meer in gebruik en de grote stalen schuifdeur in de poort halverwege de zuidelijke muur waardoor treinrails naar het Vaticaanse station leiden, gaat nog maar heel sporadisch open.


Heli

Per helikopter kun je ook nog het Vaticaan binnen - er is een heliport op het meest westelijke bastion waarvoor speciaal een nieuw Latijns woord is bedacht: Helicoptorum Portum - maar dan moet je wel van erg goeden huize komen.


ZwitserseGarde

Al die ingangen worden bewaakt door leden van de Zwitserse Garde, soldaten van minstens 1 meter 74 lang en tussen de 19 en 30 jaar oud, die trouw hebben gezworen aan de Paus in ruil voor een wat mager salaris, gratis kost en inwoning, vrijstelling van inkomstenbelasting, diverse andere privileges en, voor de duur van hun contract, een Vaticaans paspoort.

 

Huurlingen

De Zwitserse Garde verscheen voor het eerst in Vaticaanstad in 1505 op verzoek van Paus Julius II die in dat jaar 189 hellebaardiers - soldaten die waren bewapend met een hellebaard, een lange stok met een scherpe punt, een bijl en een haak aan het uiteinde - aantrok uit Zwitserland om de Kerkelijke Staat te beschermen.
      De Zwitserse soldaten stonden in die tijd bekend als onverschrokken strijders die absolute trouw zweerden aan een ieder die ze maar wilde betalen, huurlingen dus eigenlijk. Er is een Nederlands gezegde dat hier nog aan refereert, “Geen geld, geen Zwitsers”. De kerk heeft altijd genoeg geld dus kon het de trouw van de Zwitsers tot op de dag van vandaag blijven afkopen.

      De Zwitsers kregen een heldenstatus nadat op 6 mei 1572 Duits-Spaanse troepen van Keizer Karel V Rome binnenvielen en de stad inclusief Vaticaanstad plunderden. De Gardisten leden zware verliezen maar wisten desondanks de Paus via een geheime tunnel vanuit Vaticaanstad naar de Engelenbucht in veiligheid te brengen.


Harnas

Nog ieder jaar wordt op 6 mei de Plundering van Rome herdacht. Heeft u zich als nieuwe rekruut aangemeld bij de Zwitserse Garde? Dan wordt u op 6 mei beëdigd.
      Die dag is de enige dag per jaar dat een Zwitserse Gardist een echt harnas aan mag. Alle andere dagen loopt hij in een ingetogen blauw pakje of kunt u hem zien in een folkloristisch blauw-rood-geel tenue. Als het hoogmis is zet hij daar een helm met een enorme rode pluim bij op en haalt hij de hellebaard weer uit de kast.


Folklore

Er wordt vaak gezegd dat het blauw-geel-rode tenue zou zijn ontworpen door Michelangelo, maar het huidige frivole ontwerp dateert uit de jaren twintig van de vorige eeuw en is van ene commandant Jules Repond, die beweerde dat hij werd geïnspireerd door de fresco’s van Rafaël.
      Het tenue zorgt zeker voor fleurig vrolijke accenten in de toch wat grauwe wereld van de barokke Vaticaanse architectuur, en de montere mannen zijn een geliefd aanspreekpunt en foto-object voor de vele toeristen. Het ziet er allemaal lekker folkloristisch en onschuldig uit.


Hellebaard

Maar vergis u niet!
      De leden van de Zwitserse Garde zijn zeer goed getrainde onverschrokken militairen die niet alleen goed kunnen omgaan met zwaard en hellebaard, maar ook overweg kunnen met allerlei modern wapentuig. Onzichtbaar verborgen in de pijpen van hun pofbroeken dragen ze automatische wapens.

Paus Franciscus heeft enige tijd terug opdracht gegeven om het aantal Zwitserse Gardisten te verhogen van 110 naar 135, maar als we dit dan het Vaticaanse leger mogen noemen, is het nog steeds het kleinste leger ter wereld.


 

Rolf Weijburg's
 A
tlas van de 25 kleinste landen in de wereld

KliHIER voor alle afleveringen