Monoliet aan de Côte d’Azur

 

(Door Rolf Weijburg)

Het gebied dat wij tegenwoordig als Monaco, het op één na kleinste land ter wereld, kennen, was in de oudheid vooral belangrijk vanwege de Rots van Monaco, een 62 meter hoge bult aan de mediterrane kust. Het was een strategische plek van waaruit de zee en de omliggende kustvlaktes goed in de gaten gehouden konden worden.

      Er werd dan ook flink om gevochten en door de eeuwen heen hoorde de rots bij het Romeinse, het Byzantijnse en het Heilige Roomse Rijk, het werd een stukje Genua, Sardinië en Frankrijk en in de Tweede Wereldoorlog werd het enige tijd ingelijfd bij het Italië van Mussolini, maar dat was allang niet meer vanwege die rots.

 

 

Republiek Genua

 In 1191 werd het gebied door Keizer Heinrich VI van het Heilige Roomse Rijk toegewezen aan de Republiek Genua dat in die tijd gebukt ging onder de machtsstrijd tussen pro-pauselijke Welfen en Ghibellijnen die het Heilige Roomse Rijk steunden. Een groep Geneefse Ghibellijnen trok in 1215 op naar de rots van Monaco om daar een fort te bouwen en de plek te laten uitgroeien tot een belangrijk militair bolwerk dat de hele regio moest kunnen controleren. Door land aan te bieden en belastingkortingen te beloven werden burgers uit Genua gepaaid om zich op en direct rondom de Rots te komen vestigen, zo zou een nederzetting ontstaan die kon uitgroeien tot een zekere macht aan de Ligurische kust.
      De Welfen werden uiteindelijk uit Genua verbannen en op 8 januari 1296  ging de Geneefse Welfen-leider Francesco Grimaldi samen met zijn neef Rainier en een contingent soldaten op weg naar de Rots. Francesco en zijn neef klopten verkleed als Franciscaner monniken aan aan de poort van het fort bovenop de Rots en werden als onschuldige geestelijken zonder argwaan binnengelaten. Toen de poort eenmaal geopend was stroomden Francesco’s soldaten bij verrassing naar binnen, veroverden het fort en verdreven de Ghibellijnen.

 


Wapen

 Een wapenfeit dat nog steeds wordt geëerd in het officiële wapen van Monaco: twee monniken flankeren het schild van Grimaldi. Je zou kunnen denken dat de naam Monaco, Italiaans voor monnik, refereert aan deze twee als monniken verklede Grimaldi’s (overigens noemen de Italianen München, Oud Duits voor “huis van de monnik”, gemakshalve óók Monaco.
      Denk daar aan als u op het station van Milaan de trein naar Monaco wilt nemen). In het geval van het Prinsdom is Monaco echter geen Italiaans woord dat refereert aan de twee als monniken verklede Grimaldi’s maar een verbastering van het Provençaalse (en ook Monegaskische) woord voor rots: Monégu.

 


Rainier II

 Toen na diverse eigendomswisselingen Prins Rainier II in 1419 de Rots terugkocht van Yolande d’Aragon, herkregen de Grimaldi’s de heerschappij over Monaco en kon de familie vrijwel ononderbroken en onbetwist tot op de dag van vandaag de macht over de monoliet aan de Côte d’Azur behouden.

 


Vier wijken

 Het krap twee vierkante kilometer metende Prinsdom bestaat tegenwoordig uit vier wijken - Monte Carlo, Fontvieille, Larvotto en de Rots die is omgedoopt tot Monaco-Ville waar zich inmiddels naast het kasteel ook de oude stad, het prinselijk paleis, de kathedraal en het beroemde Oceanografisch Museum bevinden.
      Het huidige Monegaskische territorium is weliswaar groter dan het ten tijde van de aanschaf in 1419 was, ooit was het nog veel groter. Sinds de late vijftiende eeuw behoorden ook de steden Roquebrune en Menton tot het Prinsdom, wat de totale oppervlakte op ruim 25 vierkante kilometer bracht. In 1861 werden beide plaatsen voor vier miljoen frank verkocht aan Frankrijk en kreeg Monaco haar huidige grenzen.
      De grenzen, maar niet het oppervlak, want Monaco groeit nog steeds.

Ook op zee is er Monegaskisch territorium. De Exclusieve Economische Zone van het Prinsdom steekt bijna 200 kilometer de Middellandse Zee in, maar is slechts 2 kilometer breed.

 

 

 

 

Rolf Weijburg's
 A
tlas van de 25 kleinste landen in de wereld

KliHIER voor alle afleveringen