Voorjaar 1998
Zomaar wat lopen in Osh
Les 1: Ga nooit op stap zonder bandrecorder. NOOIT.
Dat kreeg ik te horen op 15 mei 1977, toen ik mijn radiocarrière begon bij de VPRO. Over het algemeen hield ik mij daar wel aan, hoewel het soms minder goed uitkwam. Maar natuurlijk kwam er die dag dat ik het zeer betreurde geen apparatuur bij me te hebben.
De dag: 17 mei 1998.
Ik was in de stad Osh te Kirgizië in Centraal Azië. Dat is ver weg. Het werk was gedaan en de volgende dag zou ik vertrekken.
Mijn laatste dag besteedde ik voor mezelf. Ik liep door de straten van de oude stad en was blij dat het bijna allemaal voorbij was.
‘’OSH 3.000 jaar oud’’ stond er op borden. ’Ouder dan Rome’’.
Daar was niet veel van terug te vinden. De stad, die ooit een mooie pleisterplaats was op de Zijderoute, was uitgewoond en uitgeleefd. De Sovjettijd had hier huisgehouden. Vrijwel alles van waarde was weerloos geweest; vergaan of vernield. Treurige flatjes, slecht of niet geplaveide straten, nauwelijks winkeltjes, verveloze huizen met scheuren en kapotte daken. Geen toiletten. Een soort riolering liep in het midden van de wegen.
Alleen op de grote Markt was leven en vertier. Druk & gezellig.
En daar op een bankje gebeurde het. Een vrouw van middelbare leeftijd las haar tienerdochter voor uit een dik boek. En zij begon te zingen. Donkere stem. Het was gevoelig en ontroerend mooi. De mensen op de Markt lieten het aan zich voorbijgaan, maar ik ging op een bankje ernaast zitten. En daar stond het op de omslag van het boek: MANAS.
Hoe moest ik duidelijk maken, dat ik dit geluid wilde opnemen. Dat ik bij de Hollandse radio werkte en gezocht had naar dit geluid. Dat het zeker een half uur lopen was naar mijn logeeradres en dat ik dan weer een half uur terug moest lopen. Hoe moest ik ze zover krijgen, dat ze intussen niet zouden vertrekken.
NIET DUS.
De vrouw zong nog even door en verdween met haar dochter. Hand in hand en het boek onder haar arm geklemd.
Waarom was het nou zo jammer dat ik die geluiden niet had kunnen opnemen?
Wel
Manas is het mondeling overgeleverde epos van de Kirgiezen. De mensen hadden namelijk geen eigen schrift tot de tijd dat de Russen kwamen. Zij werden op de hoogte gehouden van de geschiedenis door rondtrekkende minstrelen en vertellers, de zogeheten Manaschï. Het boek telt zo’n half miljoen verzen en is -zeggen ze in Kirgizië- het meest omvangrijke epos uit de wereldliteratuur. Manas was de grote leider van de Kirgiezen. Zijn heldendaden worden bezongen, maar het gaat verder vooral om verhalen uit het gewone leven. En de vertellers hebben de vrijheid om van de teksten uit het boek af te wijken en hun eigen versie te maken. Dromen en visioenen worden zo toegevoegd.
Sinds de onafhankelijkheid in 1991 van Kirgizië is de vertelkunst nieuw leven ingeblazen en in 1995 werd in het land een groot festival gehouden ter ere van de duizendste geboortedag van Manas.
In Osh was ik op zoek geweest naar cassettebandjes met Manasvertellingen en -muziek. Maar merkwaardig genoeg kon ik niets vinden. Bij het plaatselijke radiostation hadden ze natuurlijk genoeg, maar er was geen apparatuur om de uitzendbanden een beetje behoorlijk over te nemen op mijn apparatuur. Veel geprobeerd, maar de kwaliteit was slecht en niet uitzendbaar.
Daarom was het allemaal wel heel treurig dat ik mijn opnameapparaat niet bij me had.
Anno nu kan ik op Internet inmiddels genoeg vinden.
Luister HIER naar Manaschï Nazarkyl Seydrakemanov
En HIER naar een ensemble dat Manas Destani speelt. Met diverse instrumenten en veel stemmen. Foto hieronder..
< class="mce-object mce-object-undefined">
Wat drinken we hierbij?
Groene thee.
Als je het land ingaat en bij de nomaden komt die in yurten wonen, drink je Koumis. Dat is licht alcoholische paardenmelk. Niet onsmakelijk maar geen drankje om op door te gaan. In Osh kon ik Russische wodka kopen in een soort staatswinkeltje. Maar dat is voor de meeste mensen onbetaalbaar.