Poëzie (259)
- Details
- Categorie: Poëzie (259)
Mijnheer Prikkebeen en andere Mopjes
J.J.A. Goeverneur (1809-1889) was een dichter en kinderboekenschrijver. Zijn initialen staan voor Jan Jacob Antonie. Een paar bekende kinderliedjes, die nu nog steeds gezongen worden, zijn: In een groen groen knollenland, Toen onze Mop een Mopje was, Roodborstje tikt tegen het raam en Op twee haasjes.
Mop en Mopje
Toen onze Mop een Mopje was
Was ’t aardig hem te zien;
Nu bromt hij alle dagen
En bijt nog buitendien
‘’Je bent een recht bedorven dier!
eerst at je, wat ik bood;
Nu wil je lekkre beetjes
En lust niet eens meer brood’’.
De Mop zei hierop tot den knaap;
‘’Hoe dwars praat gij daar toch!
Hadt gij mij niet bedorven,
‘k Was een lief Mopjen nog’’.
Mijnheer Prikkebeen
Zo mogelijk nog bekender is zijn bewerking van de strip "Fahrten und Abenteuer des Herrn Steckelbein’’ van de Zwitser Julius Kell. Een werk dat weer was ontleend aan M. Cryptogame van de Fransman Amédée de Noé (Cham). Goeverneur gaf zijn werk de titel Mijnheer Prikkebeen. Hij nam de tekeningen van Rodolphe Töpffer gewoon over.
Een fragment uit het hoofdstuk I.
Hoe mijnheer Prikkebeen aan zijne zuster een afscheidsbrief schrijft.
Maar helaas, 't was jammer, dat
Prik een booze zuster had,
Die hem dagelijks bekeef,
Dat hij bij haar t' huis niet bleef,
Tot hij eindlijk op papier
Bragt dit korte briefje hier:
‘Lieve zuster Ursula!
Ik ga naar Amerika;
Dat is 't echt kapelleland. -
'k Schrijf je dit met eigen hand
En blijf, evenals voorheen,
Je getrouwe Prikkebeen.’
Zuster Ursula en Amerika komen we dan weer tegen bij Rob de Nijs in zijn lied:
Boudewijn de Groot & Elly Nieman zingen:
Bob Vrieling had in 1970 een hit met:
Prikkebeen
VPRO-Radio
J.J.A. Goeverneur heeft in dit land diverse straten en lanen op zijn naam. De bekendste is de Goeverneurstraat in Dordrecht, omdat de VPRO-Radio daar in het seizoen 1976-’77 een jaar lang programma’s maakte, die op vrijdagavond tussen negen en tien uur werden uitgezonden op de Muziekzender Radio 3. Kees Slager, Roel van Broekhoven en Katrien de Klein waren de makers van dit programma, dat werd gepresenteerd door Germaine Groenier.
Eén van de nevenactiviteiten was een voetbalwedstrijd tussen vertegenwoordigers van de straat en de omroep. De foto van het VPRO-team plaatste ik al eens.
Staand v.l.n.r.: Gerrit Kramer, Ad Kooyman, Jan Donkers, Ronald van den Boogaard, Pim Buddingh', Roel van Broekhoven.
Zittend: Bob Ris, Kees van Kooten, Frans de Smit, John Jansen van Galen, Jan Haasbroek.
De wedstrijd werd door de Goeverneurstraat gewonnen. Ik dacht eerst dat we met 6-1 hadden verloren, maar er was tot mijn verbazing een lezer die zeker wist dat het 5-2 was geworden.
Wij waren technisch beter en hielden het tot de rust op 1-1. Daarna gaf conditie de doorslag.
Klik HIER voor alle ZoekPoëzie
- Details
- Categorie: Poëzie (259)
Het homo-erotische gedicht van de priester
Ooit woonde ik aan de Gezellelaan in Roosendaal. Niet Gazelle maar Gezelle. Naar Guido Gezelle, de Vlaamse priester-dichter. Ik vroeg toen wel eens aan mensen of ze ooit iets van hem gelezen hadden. Dat was zelden of nooit het geval.
Guido Gezelle was een groot dichter. Daar zijn alle kenners, liefhebbers, recensenten en collega-dichters het over eens. Zijn meest geroemde en beroemde gedicht is DIEN AVOND EN DIE ROOZE. Geschreven op 1 november 1858 en opgedragen ‘’Aan den Voorgaande’’.
Gezelle was toen leraar aan het Kleinseminarie van Roeselaere. Die voorgaande was zijn 18-jarige leerling Eugène van Oye aan wie hij al eerder gedichten had opgedragen. Als je het gedicht 160 jaar later leest kun je je met al die seksuele schandalen in de R.K. Kerk nauwelijks voorstellen dat zo’n gedicht nog ergens geplaatst of gepubliceerd zou worden. Hier is sprake van een homo-erotische -zo u wilt- pedo-erotische verhouding tussen leerkracht en leerling.
Lees het gedicht en oordeel zelf:
DIEN AVOND EN DIE ROOZE
Aan den voorgaande
‘k Heb menig menig uur bij u
gesleten en genoten,
en nooit en heeft een uur met u
me een enklen stond verdroten.
‘k Heb menig menig blom voor u
gelezen en geschonken,
en, lijk een bie, met u, met u,
er honing uit gedronken;
maar nooit een uur zo lief met u,
zoo lang zij duren koste,
maar nooit een uur zoo droef om u,
wanneer ik scheiden moste,
als de uur wanneer ik dicht bij u,
dien avond, neêrgezeten,
u spreken hoorde en sprak tot u
wat onze zielen weten.
Noch nooit een blom zo schoon, van u
gezocht, geplukt, gelezen,
als die dien avond blonk op u,
en mocht de mijne wezen!
Ofschoon, zoo wel voor mij als u,
- wie zal dit kwaad genezen? -
een uur bij mij, een uur bij u
niet lang een uur mag wezen;
ofschoon voor mij, ofschoon voor u,
zoo lief en uitgelezen,
die rooze, al was ‘t een roos van u,
niet lang een roos mocht wezen,
toch lang bewaart, dit zeg ik u,
‘t en ware ik ‘t al verloze,
mijn hert drie dierbre beelden: u
dien avond - en - die rooze!
Het gedicht is geschreven na een bezoek van Eugène (ook wel Eugeen of Eugen op z’n Vlaams) aan Gezelle. De leerling heeft bij die gelegenheid een roos meegenomen. Als het verschenen is, besluit de vader van Eugène om zijn zoon van het Seminarie te halen.
Dat grijpt Guido Gezelle zo aan, dat hij instort. Niet veel later zal hij van het Seminarie verwijderd worden wegens te nauwe betrekkingen met leerlingen. Gezelle en Van Oye hadden een vertrouwelijke correspondentie, die bewaard is gebleven.
Voor zover ik heb kunnen nagaan gaat Boudewijn Büch het meest ver in zijn analyse. In een stuk over ‘’pedofilie bij bekende schrijvers van gedichten’’ schrijft hij:
“In de Nederlandse letteren hebben we lang geleden al voor de eerste keer te maken gehad met een onmiskenbaar pedofiele priester. Zijn naam is Guido Gezelle (1830-1899), een Vlaming, en hij is één van de grootste dichters van de negentiende eeuw. Als taal- en dichtkunstvernieuwer is hij van zeer groot belang en zijn liefdesgedichten voor jongens – meestal pubers – zijn wonderlijk mooi. Vooral zijn verzen voor één van zijn leerlingen, Eugen van Oye (1840-1926) zijn werkelijk schitterend, zoals bijvoorbeeld het in Vlaanderen nog steeds beroemde Dien avond en die rooze. Helaas liep het met Van Oye minder mooi af: hij pleegde in de Eerste Wereldoorlog verraad, liep achter de Duitsers aan en werd na de oorlog van al zijn functies beroofd. Het was toen allang geen mooie jongen meer, maar een oude, bebaarde man’’.
Klik HIER voor alle ZoekPoëzie
- Details
- Categorie: Poëzie (259)
Kalfslever en benen
De Schoolmeester (1808-1858) was een populair en veelgelezen dichter. Op het oog simpele verzen. Alles rijmt, alles loopt ritmisch. Maar vaak kent zijn werk een diepere laag.
Esopus in het volgende gedicht kennen wij beter als Aesopus, een Griekse maker van fabels, die leefde rond 500 Voor Christus. Of wij inderdaad het spreekwoord ‘’Als twee honden vechten om een been, gaat een derde ermee heen’’ aan hem te danken hebben is mij niet geheel duidelijk.
Ik ga daar direct dieper op in maar lees eerst den Schoolmeester's gedicht De Hond.
De Hond
Een hond is vermaard
Om zijn gezellige aard
En 't kwispelen van zijn staart.
Zijn neus, doorgaans rond,
staat gewoonlijk in 't front,
En zo lang die maar nat en fris is,
Is 't een bewijs, dat meneer zo gezond als een vis is
Een hond is iemand, die van zijn baas bijzonder veel houdt,
Die hij, om zo te spreken, als zijn derde vader beschouwt,
En die hem dikwijls een hele boerewoning toevertrouwt,
Waar hij door zijn blaffen bedelaars en dieven vandaan weet te jagen
En de post van portier waarneemt, zonder er ooit geld voor te vragen.
Als een haas niet op zijn tellen past,
Wordt hij dikwijls door een hond verrast;
Doch een hond loopt er ook wel tegen aan,
Als men hem in de hondsdagen uit laat gaan.
Menig een blinde hond
Is verdronken, omdat hij geen zwemmen verstond;
Doch zodra zij dit verstaan,
Kan men ze rustig uit baaien laten gaan.
Honden zijn dol op kalfslever en benen;
Doch, volgens Esopus, loopt er dikwijls een derde mee henen.
Ook nuttigt een hond met plezier water en droog brood;
Doch een pak slaag, daar heeft hij een broer aan dood.
Het opzetten is ook iets, daar hij niets om geeft
Als het maar niet begonnen wordt, terwijl hij nog leeft
Ook blaffen honden niet langer, als ze eenmal dood zijn;
Anders zou het leven op een hondenkerkhof te groot zijn.
Aisopische Fabels
In de zogeheten Aisopische Fabels van Aesopus komt de hond zeer regelmatig voor:
De hond en de schaduw
De hond en de hel
De hond en de haas
De wolven en de honden
De hond en de ruif
De smid en zijn hond
De honden en de vos
De hond en de wolf
De hond, de haan en de vos
De reiziger en zijn hond
De hond en de zeug
De ezel en de hond
De tuinman en zijn hond
De haas en de hond
De hond en de vos
De hond en de kok
De schelpen en de honden
Ik heb eerlijk gezegd lang niet al die fabels gelezen, dus of er ergens een derde met kalfslever en benen vandoor is gegaan, weet ik niet.
De DBNL (Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren) verwijst naar een anoniem gebleven toneelschrijver, die rond 1647 ‘’De klucht van de pasquilmaker voor den duyvel’’ schreef.
Daarin komen de volgende regels voor:
Klik HIER voor alle ZoekPoëzie
- Details
- Categorie: Poëzie (259)
ZoekPoëzie; een begrip verklaard
Sinds november 2009 doe ik eraan: ZoekPoëzie. Hierin probeer ik geen gedichten te verklaren op schoolse wijze: Wat bedoelde de dichter met….? Dat moet u zelf maar uitzoeken.
Maar soms is er kennis voor nodig om een gedicht te kunnen begrijpen. Dat kan gaan om bepaalde uitdrukkingen, om historische gebeurtenissen, geografische bepalingen, minder bekende culturen, politieke achtergronden, om mensen voor wie een gedicht geschreven is. Soms brengt een foto van een beeld of een schilderij uitkomst.
Tot nu toe zijn in ZoekPoëzie 138 gedichten verschenen. Ik krijg daar redelijk veel respons op.
Hier zijn ze:
ZoekPoëzie 1: Slauerhoff (1)
Maneschijn te Tsingtao
ZoekPoëzie 2; Natasha Lako
De vier heldinnen van Mirdita
ZoekPoëzie 3: Ursula Krechel
Boetedagen
ZoekPoëzie 4; Hugo Claus
Voor Gerrit Kouwenaar
ZoekPoëzie 5; Jan Engelman
En Rade
ZoekPoëzie 6; Johnny the Selfkicker
Dendermonde 63
ZoekPoëzie 7; Carlos Drummond de Andrade
De liefde, natuurlijk
ZoekPoëzie 8: James S. LaVilla-Havelin
Silver nights in Rochester
ZoekPoëzie 9; Simon de Geus
Jeugdherinnering
ZoekPoëzie 10: C.S. Adama van Scheltema
De Dijk
ZoekPoëzie 11: Wyslawa Szymborska
Een bewogen herbegrafenis
ZoekPoëzie 12; Drs.P
Heen & Weer
ZoekPoëzie 13: Tan-te Pol-lie
Voor de klei-ne-ren
Zoekpoëzie 14: Paul Rodenko
Bommen
Zoekpoëzie 15: Paul van Vliet
Meisjes van dertien
Zoekpoëzie 16: Joan Hambidge & Elisabeth Eybers
Bloedbanden
ZoekPoëzie 17: Marc Chagall & Blaise Cendrars
De dichter (Half vier)
ZoekPoëzie 18: Homero Aridjis
Droom in Tenochtitlán
ZoekPoëzie 19; Jan Hanlo
's Morgens
ZoekPoëzie 20; Slauerhoff (2) versus Schotman
Benard advies
ZoekPoëzie 21; Pablo Neruda
Een witte bungalow op Capri
ZoekPoëzie 22: David Shapiro
Empathy for Dave Winfield
ZoekPoëzie 23: Maurice Gilliams
Winter te Schilde
ZoekPoëzie 24: Saul van Messel
Restaurant
ZoekPoëzie 25: Jacques van Tol
De olieman heeft een Fordje opgedaan
ZoekPoëzie 26: Lucebert (1)
Hoop op Iwosyg
ZoekPoëzie 27: Sujata Bhatt
The stinking Rose
ZoekPoëzie 28: Bert Schierbeek
Remembrandt
ZoekPoëzie 29: Peter Paul Zahl
In naam van het volk
ZoekPoëzie 30; Marnix Gijsen & René de Clercq
Mijn moeder was een heilige vrouw
ZoekPoëzie 31; Simon Vestdijk & Willem Elsschot (1)
Slachtoffer Marinus van der Lubbe
ZoekPoëzie 32; Bertus Aafjes & Han G. Hoekstra (1)
Achter de Ruit (Van Han G. Hoekstra)
ZoekPoëzie 33: K.Schippers & J.H.
The value of comma's
ZoekPoëzie 34: Denise Levertov
Misschien Geen Gedicht Maar Alles Wat Ik Zeggen Kan
En Ik Kan Niet Zwijgen
ZoekPoëzie 35: Ben Cami
Vier uitééngereten kinderen
ZoekPoëzie 36: Jan Kal & de kale berg
Mont Ventoux
ZoekPoëzie 37; Jac. van Hattum
Modern schilderij van een Fries dorp
ZoekPoëzie 38: Martinus Nijhoff & Simon Vestdijk (2)
De ingenieur
ZoekPoëzie 39: Slauerhoff (3)
Paschen
ZoekPoëzie 40: Hans Andreus
Huizen op zwemvogelvoeten
ZoekPoëzie 41: Hans van de Waarsenburg
Berlin -1900- zoveel
ZoekPoëzie 42: Menno Wigman & J.J. Slauerhoff (4)
Kaspar Hauser
ZoekPoëzie 43; C.Buddingh'
De Specht
ZoekPoëzie 44; Constant & Gerrit Kouwenaar
Een essaytje in dichtvorm
ZoekPoëzie 45: Rutger Kopland
De Drentse A
ZoekPoëzie 46: Judith Kazantzis & Anna Achmatova
Muze
ZoekPoëzie 47: J.B.Charles
De kinderen van Marcinelle
ZoekPoëzie 48: Henk Kooijman
Dorpsbewoner
ZoekPoëzie 49: Garmt Stuiveling
Landarbeidersstaking
ZoekPoëzie 50: J.J.Slauerhoff (5)
Woninglooze
ZoekPoëzie 51: Hans Vlek
Wetenschap
ZoekPoëzie 52: Bert Voeten & Jan Talboom
The facts of life
ZoekPoëzie 53: Brigitta Boucht
Een vermoeden van zelfmoord
ZoekPoëzie 54: Bert Bakker
Begrafenis aan de Hardangerfjord
ZoekPoëzie 55: Adriaan Morriën & Willem Bilderdijk
Haarlem
ZoekPoëzie 56: Hertog Jan & Harrie Beex
Harbalorifa
ZoekPoëzie 57: Slauerhoff (6) & Tristan Corbière
Mirliton
ZoekPoëzie 58: Slauerhoff (7)
Compagnie de Mozambique
ZoekPoëzie 59: Slauerhoff (8)
Sjin Nam Po
ZoekPoëzie 60: Slauerhoff (9)
Fernando de Noronha
ZoekPoëzie 61; J.J.Slauerhoff (10)
De krantenverkooper
ZoekPoëzie 62; Yge Foppema
Ballade van de ter dood veroordeelden
ZoekPoëzie 63: E. du Perron (1)
P.P.C
ZoekPoëzie 64: H.H. ter Balkt & Wallace Stevens
Poëzie
ZoekPoëzie 65: Jean Pierre Rawie & W.B.Yeats
No second Troy
ZoekPoëzie 66: Willem Elsschot (2)
Brief
ZoekPoëzie 67: Lucebert (2)
Visser van Ma Yuan
ZoekPoëzie 68; Leo Vroman
Aan een vriend
ZoekPoëzie 69: Jef Last
Het Galgewapen
ZoekPoëzie 70: Ed.Hoornik:
Pogrom
ZoekPoëzie 71:J.J.Slauerhoff (11) en Simon Vestdijk (3)
De afgescheiden gemeente
ZoekPoëzie 72: Jan Eijkelboom
De Giraffe
ZoekPoëzie 73: Jan Eijkelboom (2)
Aelbert Cuyp
ZoekPoëzie 74; Jozef Eyckmans
Max Reger
ZoekPoëzie 75; Wilfred Smit & The Nits
Adieu sweet Bahnhof
ZoekPoëzie 76: Paul van Ostaijen (1)
Melopee
ZoekPoëzie 77: Lucebert (3)
De zeer oude zingt:
ZoekPoëzie 78: A.C.W. Staring
Aan een' navolger
ZoekPoëzie 79: Prosper van Langendonck
Mijn hart klopt hoorbaar.....
ZoekPoëzie 80: Sybren Polet
Proloog
ZoekPoëzie 81: Willem van Iependaal
Het lied is uit
ZoekPoëzie 82: Rein Bloem
Cuenca
ZoekPoëzie 83: Onbekend; Zoete lieve Gerritje
Dat gaat naar Den Bosch toe
ZoekPoëzie 84: Koos Schuur & Tom Eyzenbach
N.N.
ZoekPoëzie 85: P.N. van Eyck
Brent bridge
ZoekPoëzie 86: Ida Gerhardt (1)
Het carillon
ZoekPoëzie 87: Luc Tournier
God wat is dit land verlaten
ZoekPoëzie 88: Almudena Guzmán
Spelletje met de plavuizen
ZoekPoëzie 89: Riekus Waskowsky
De anatomische les
ZoekPoëzie 90: J.M.W. Scheltema
Overwerk
ZoekPoëzie 91: Martinus Nijhoff
De Vogels
ZoekPoëzie 92: Paul van Ostaijen (2)
Huldegedicht aan Singer
ZoekPoëzie 93: Sonja Prins
Bury my heart at wounded knee
ZoekPoëzie 94: Hans Vlek (2)
Apollo en de slang
ZoekPoëzie 95: Albrecht Rodenbach
Klokke Roeland
ZoekPoëzie 96: Medbh McGuckian
Geloof/Faith
ZoekPoëzie 97: Hans Faverey
De liefste
ZoekPoëzie 98: Juliette Gréco & Jean Paul Sartre
Dans la rue des Blancs-Manteaux
ZoekPoëzie 99: René de Clerq
Dorserslied
ZoekPoëzie 100: Marnix van Gavere & José Domingo Gomez Rojas
Elegie
ZoekPoëzie 101: I.K.Bonset
De Trom
ZoekPoëzie 102: J.J.Klant
Een eksentriek komponist
ZoekPoëzie 103: Ab Visser & Francis Jammes
Tourrettes
ZoekPoëzie 104: Han G. Hoekstra (2)
De Ceder
ZoekPoëzie 105: Gerard den Brabander
Elle se couche
ZoekPoëzie 106: Gerrit Achterberg
Hulshorst
ZoekPoëzie 107: Ida Gerhardt (2)
Herinnering
ZoekPoëzie 108: E. du Perron (2)
De grote dichter
ZoekPoëzie 109: Bertolt Brecht
De oorlog is ontheiligd
ZoekPoëzie 110: Ida Gerhardt (3)
Afscheid van Holland
ZoekPoëzie 111: Jules Deelder (2)
Prägnante Topographie des Rijnmond
ZoekPoëzie 112: Jan Emmens
Spaans tourisme
ZoekPoëzie 113; Jan Kuijper
Botaurus Stellaris
ZoekPoëzie 114: Ida Gerhardt (4)
Anno Domini 1972
ZoekPoëzie 115: Fetze Pijlman
Termunten
ZoekPoëzie 116: Paul van Ostaijen (3)
Malheur
ZoekPoëzie 117: De Schoolmeester
De Hond
ZoekPoëzie 118: Guido Gezelle
Dien avond en die rooze
ZoekPoëzie 119: J.J.A. Goeverneur
Mijnheer Prikkebeen
ZoekPoëzie 120: J.J.L. ten Kate en Frederik van Eeden
Aan J.J.L. ten Kate
ZoekPoëzie 121: De Génestet
Boutade
ZoekPoëzie 122: C. Buddingh’ (2)
Pluk de dag
ZoekPoëzie 123: Nico Scheepmaker (2)
Andrej Amalrik
ZoekPoëzie 124: F.C. Terborgh
Tajotoren Trafalgar
ZoekPoëzie 125: Willem van Iependaal (2)
Dikke Dinges R.I.P.
ZoekPoëzie 126: Alain Teister
Prijs
ZoekPoëzie 127: Herman Teirlinck
De Leekedisse
ZoekPoëzie 128: Judith Herzberg
Stadsgeluiden
ZoekPoëzie 129: Hans Faverey (2) & Klaas Dijkhoff
Een mug
ZoekPoëzie 130: Frederik van Eeden (2)
Het lied der arme klanten
ZoekPoëzie 131: Jacques Perk
Ommekeer
ZoekPoëzie 132: Jacob Hiegentlich
Ballade der lantarens
ZoekPoëzie 133: Lévi Weemoedt
Kraantje Lek
ZoekPoëzie 134: Anthonie Donker
Wenn nur ein traum das leben ist….
ZoekPoëzie 135: Jan-Willem Overeem
Brief uit de trein
ZoekPoëzie 136: Gerit Achterberg (3)
Fait Accompli
ZoekPoëzie 137: Eric van der Steen
Ik hoorde eens Kreisler spelen
ZoekPoëzie 138: Kees Stip
Op een kalkoen
- Details
- Categorie: Poëzie (259)
Bijna autobiografische malheur
Paul van Ostaijen (1896-1928; Geb. Antwerpen) schreef zijn gedicht Malheur, toen hij direct na de eerste wereldoorlog in ballingschap in Duitsland verbleef. Het was -om precies te zijn- op 20 juni 1920.
Hij was toen in het bergdorpje Seeshaupt in Beieren. Samen met zijn vriendin Emmeke Clément en het kunstenaarsechtpaar Van Campendonk. Zij beklommen de Benediktenwand in het Karwendelgebergte. Van Ostaijen kreeg het vlak voordat zij de top zouden bereiken spaans benauwd en moest de laatste meters door zijn gezelschap naar boven worden geholpen. Het gedicht is daardoor bijna autobiografisch.
Van Paul van Ostaijen
Malheur
Warme walmstal
de heer privaatdocent K.
in de zomerfriste uit Breslau
probeert of hij bij middel van een convergerend glas
zijn sigaar Uebersee Bismarck kan aansteken
Op 2 meter van de bergtop verwijderd
valt zijn hoge hoed in de afgrond
een waardevol kledingstuk voor een privaatdocent onmisbaar
wat de heer K. begrijpt
hij probeert te vatten zijn vallende cilinder
waarbij hij zelf valt in de diepte
zijn cilinder achterna
differens weerstand van de lucht
zo gelukt het de heer K. gelijktijdig met zijn hoge hoed
de afgrond te bereiken
Ongedeerde hoge hoed R.I.P. privaatdocent K.
Men siert de baar van de arme alpetoerist
met edelweiss
De te zware rouwsluier zijner echtgenote
wordt gevat door een sneltrein
en bijgevolg ook de treurende Hintergebliebene
Alpinetragedie der dagbladen
Uebersee is een plaats in Beieren. Daar vond tijdens het bewind van Otto vos Bismarck die Zweite Reichsgründung plaats.
Breslau lag toen nog in Duitsland. Na de tweede wereldoorlog is het Pools geworden: Wroclaw.
Het ligt in Silezië in het zuidwesten van het land.
Klik HIER voor alle ZoekPoëzie
Subcategorieën
Poëzie Aantal artikelen: 125
Twee maal de helft en een geel strikje
Pagina 5 van 29