Potsierlijke burenruzie rond Russisch poëet
De Engelse dichter Judith Kazantzis (1940-2018) was een geëngageerd publiciste en illustrator.
Zij schreef een aantal dichtbundels, waaronder ‘Let’s pretend’ dat in 1984 verscheen.
Eén van de bekendste gedichten daaruit is Anna Achmatova, een ode aan de grote Russische poëet, die zij zeer bewondert.
Het gedicht gaat zo (Vertaling Kathleen Rutten) .
Anna Achmatova
Die met ingetogen stem
sprak voor dode
miljoenen. Die zichzelf benoemde.
Die bereid was.
met Angst en de Muze
beurtelings de wacht te houden.
De herkenning te spreken.
En ongelooflijk voor mij
de dichteres gegeven en door haarzelf
zo’n krachtige genade, zo’n standbeeld.
bronsogig bij de Neva
waar gevangenisduiven koeren.
De gedode stemmen, die opvliegen, weg,
voorgoed.
Verzet
Anna Achmatova (1889-1966) is één van de grootste dichters uit de geschiedenis van Rusland/Sovjet Unie. Eveneens zeer geëngageerd.
Zij verzette zich tegen de ontwikkelingen in de Sovjet Unie na de revolutie van 1917. Zij was daarin zeer teleurgesteld en schreef en dichtte erover.
Haar ex-man Nicolai Goemiljov werd in 1921 door de communisten geëxecuteerd. Haar zoon Lev werd diverse malen gearresteerd en zou tot tien jaar werkkamp veroordeeld worden. Zij werd in 1946 uit de Unie van Schrijvers gezet.
De Muze, waarvan sprake is in het gedicht van Judith Kazantzis, is de titel van een beroemd gedicht van Anna Achmatova. Het is één van de muurgedichten in Leiden, een initiatief van de stichting Tegen-Beeld.
Ik ben er even naartoe gegaan. Het is -in Cyrillisch schrift- aangebracht op een pand op de hoek van de Johan de Wittstraat en de Van Ledenberchstraat. Een plek buiten het centrum vlakbij Oegstgeest. Je komt daar niet toevallig terecht.
De Muze
Vertaling
En juist over dit gedicht ontstond in 1999 een rel in Leiden. Het was aanvankelijk aangebracht met een paarse achtergrond.
Paarse achtergrond
Een buurtbewoner had hierover geklaagd en vond gehoor bij de gemeente want ineens verscheen er een schoonmaakploeg, die de paarse vlek verwijderde en daarbij en passant ook vrijwel de gehele tekst meenam.
Verantwoordelijk wethouder in die tijd was -onthoudt die naam- Alexander Pechtold.
Pas een aantal jaren later werd de tekst weer in orde gebracht, nadat een commissie had uitgemaakt dat het aanbrengen van muurteksten onder de vrijheid van meningsuiting valt. Maar de vormgeving daarentegen niet, want die moet getoetst worden door de Welstandscommissie die daar in Leiden weer een zogeheten Stadsschoonverordening voor heeft.
Het is natuurlijk potsierlijk en triest voor de strijdster Anna Achmatova dat zij postuum in het kleinburgerlijk milieu van Leiden onderwerp werd van een ordinaire burenruzie over een paarse vlek.
Kijk dan liever even naar het standbeeld waarvan ook sprake is in het gedicht van Judith Kazantzis. Het staat voor de gevangenis aan de oever van de Neva even buiten Sint Petersburg.
Standbeeld