Een fort, een klein kanon en wat zelfspot
J.A. (Jan) Emmens (1924-1971) was een bijzonder dichter. Een erudiet man, die vooral ambachtelijke gedichten schreef en zich daarmee zeer onderscheidde van de experimentele poëzie van de Vijftigers. Angst en agressie komen veel voor in zijn werk, maar het is vaak relativerend.
Hij was hoogleraar kunstgeschiedenis in Utrecht. In 1971 maakte hij een eind aan zijn leven.
Van J.A. Emmens
Spaans tourisme
‘’Het grondplan van zo’n fort is als een ster
’t Kanon, dat u ziet wel, is veel te klein
voor ons modern begrip.
Briefkaarten aan de ingang bij die oude vrouw.
U kijkt naar boven: ’t lijntoestel dat overvliegt
is dat van elf uur dertig, dat de aanvoer onderhoudt…”
De aanvoer, man, is mij helaas bekend:
van leugens, uniformen, sterren, dure heren
Die oude vrouw, die aan de ingang zit
en ik; wij weten alleen dit:
wij zijn te klein om ons hiertegen te verweren.
Ik heb gezocht en vergeleken en denk het gevonden te hebben. Dit speelt zich volgens mij allemaal af in Fiqueres, een stadje in Catalonië vlakbij de grens met Frankrijk. Een toeristisch oord van betekenis, alleen al omdat het de geboorteplaats is van Salvador Dali.
Even buiten de kern ligt het Castillo de San Fernando, een fort in de vorm van een vijfpuntige ster met een muuromtrek van vijf kilometer.
Klein kanon
Bij het fort staat inderdaad een heel klein kanon.
Fiqueres heeft een vliegveld waar de toeristen tegenwoordig vooral met charters aangevoerd worden en minder met lijntoestellen..
Jan Emmens schreef zijn gedicht in de tijd van de Franco-dictatuur. Hij uit zijn kritiek, maar beseft dat hij er verder ook niets aan kan veranderen.
Gebedje
Die zelfspot komt ook terug in dit nagelaten gedichtje, waarin we zien hoe hij worstelde met zijn tekst.
Het zichzelf beheersend gebedje
Breek wat, een pot
een potje, breek wat
een schotel, een stok
breek wat, een stokje
een tak, houtje
breek wat
een steeltje
maar breek wat
in godsnaam.