Op een haring, een made & een spreeuw
Ik ben op een receptie in Dordrecht, waar goed voor de aanwezigen wordt gezorgd. Er ligt ondermeer een grote schaal nieuwe haring.
Ik raak in gesprek met een man over de voors en tegens van uitjes bij de haring.
Tot hij ineens het volgende versje oplepelt:
Een nieuwe haring sprak te Dordt:
''Ik denk dat ik geen oude word''
Had die man dat nou ter plekke verzonnen?
Ik vroeg het en hij gaf toe het eens gehoord en opgeslagen te hebben, omdat hij het grappig vond. Maar hij wist niet waar het vandaan kwam.
Welaan: Het versje heet ’Op een haring’ en is van Trijntje Fop, dat weer een pseudoniem is van Kees Stip (1913-2001). Het heeft slechts die twee regels.
Stip was niet alleen dichter, maar werkte na de oorlog ook als tekstschrijver bij de Legervoorlichtingsdienst en de Regeringsvoorlichtingsdienst.
Het pseudoniem Trijntje Fop ontleende hij aan Woutertje Pieterse van Multatuli.
Het was een leerling uit de klas van Meester Pennewip, die het volgende versje schreef:
Ik heet Trijntje Fop
en heb een muts op mijn kop.
Stip begon in deze trant vooral zesregelige versjes te maken, die vanaf 1951 met grote regelmaat in de Volkskrant werden gepubliceerd.
Die versjes volgen bijna altijd een vast stramien: Strak metrum, een dier en een plaatsnaam in het begin; een verrassende vondst aan het eind en het rijmschema AABBCC.
Op een made
Dit weekend ging een groepje maden
in Scheveningen pootjebaden
De welbespraakste van het stel
sprak: ‘Makkers, merken jullie wel?
Er zijn hier heel wat maden bij
die made zijn in Germanij”.
Op een Aal
Een jonge aal uit Hardinxveld
besteedt aan kleren heel veel geld
Hij dost zich als een dandy uit
al kost hem dat een flinke duit
En de gevolgen van die kwaal?
Elk meisje zegt: ‘Hij is fat-aal!’
Op een spreeuw
Een rupsenzamelende spreeuw
vloog door het keelgat van een leeuw
‘Ik hoop’, zo sprak het beest benauwd
‘dat deze leeuw van rupsen houdt’
Leert kinders, dit van deze spreeuw
Humor is lachen in een leeuw
Het Beestenfeest
In 1988 verscheen een groot aantal Trijntje Fops in de bundel Het grote Beestenfeest.
Het bekendste vers is waarschijnlijk Op een Bok, omdat het in het Groningse plaatsje Siddeburen een eigen standbeeld kreeg.
Dit vers heeft opmerkelijk genoeg meer dan zes regels.
Op een Bok
In Siddeburen was een bok
die machtsverhief en worteltrok
Die bok heeft onlangs onverschrokken
de wortel uit zichzelf getrokken
waarna hij zonder ongerief
zich weer in het kwadraat verhief
Maar ‘t feit waardoor hij voort zal leven
is, dat hij achteraf nog even
de massa die hem huldigde
met vijf vermenigvuldigde
Kees Stipprijs
In 1985 lanceerde het literaire tijdschrift De tweede ronde de Kees Stip Prijs voor ‘light verse’.
Stip zelf ontving de prijs ‘t eerst.
Daarna werden bekroond:
Drs. P, Driek van Wissen, Jan Boerstoel, Ivo de Wijs, Nelis Klokkenist, Patty Scholten, Kees Jiskoot, Frank van Pamelen, Jaap van den Born en Marko Fondse.