‘’Komt Jan langs”

Jan Sierhuis wordt vandaag 92 jaar. Hij is een kunstschilder, die na de oorlog samen met onder meer Karel Appel, Corneille en Lucebert voor opwinding, aandacht en ook wel controverse zorgde.
       Hij was bevriend met Bert Schierbeek, die in 1974 een hommage aan hem schreef onder de titel Beginselen.
Eerste regel:  ’’Komt Jan Langs’’.

      Jan Sierhuis was nogal ingenomen met dit gedicht getuige zijn reactie, die ik heb gevonden op de site van de DBNL (Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren)

“Hij heeft die prachtige tekst geschreven bij dingen van mij, ‘komt Jan langs’. Ik was op een avond bij hem langs gegaan om hem tekeningen te laten zien waar ik mee bezig was. Het waren geen affe tekeningen, maar aanzetten welke kant het op moest, ideeën. Ik zei zoiets als ‘beginsels’. Je weet hoe dat gaat, we raakten aan de praat, tot diep in de nacht, en we hebben toch zeker een paar flessen wijn opgedronken, dus erg helder was het allemaal niet meer. Voor mij niet, althans, maar voor Bert kennelijk wel. Want een paar dagen later kwam hij dus ineens met die tekst, en daar stond alles in, precies zoals ik het gezegd had. Nee, niet eens precies zoals ik het gezegd had, er stond wat ik had willen zeggen. Dat kon ie.”

(Links Bert Schierbeek, rechts Jan Sierhuis)


Van Bert Schierbeek

Beginselen

Voor Jan Sierhuis

komt Jan langs
en zegt
zie je
ik heb tekeningen
dwz.
geen tekeningen
maar meer
Aanloopsels
zie je
wanneer ik dan later
wel of niet
iets doe.

daarom kom ik langs
omdat ik dacht
misschien
als je er naar kijkt
naar de beginselen
zou men kunnen zeggen
kun je er iets mee doen
omdat het beginsels zijn
niet af
met alles wat er in zit.
niet af.

omdat ik weet
wat de afbrokkeling is.

er is eigenlijk
niks gaaf.

het zijn torsen
op stranden

alleen de zee
is volledig
te groot
denk ik
voor een potlood
en neem de kwast
en maak er iets anders van
soms lukt dat

want je moet nooit vergeten
(en dat doe ik ook niet)
de mens is overvloeiend
en fragiel
van fantasie

soms denk ik
is het het idee
van volledig willen zijn
dat ons anvreet
en zo verandert
wat wij zien

wordt misschien
de afbrokkeling totaal
en blijft toch de zee
volledig

blijf ik zee
en brokstuk
en sta er tussen in

een razende kever
in een enorme mesthoop
alleen de stank is volledig
en ongrijpbaar

en toch ga je door
dat is je kracht
aanloopsels denk je
en wat het ooit
méér kan zijn

en dan
fragiel en overvloeiend
van werkelijkheidszin
gooi je papier en potlood
verf en kwast en doek op een hoop
en steekt er de brand in

zie je de as
en daarin de zee volledig
vol torsen het strand
dat is de waarheid
denk je
en begin je opnieuw

 

Klik HIER voor alle ZoekPoëzie