Op pagina 275 in De Walgvogel van Jan Wolkers komt het volgende zinnetje voor: ‘Ik dacht weer aan die reclameborden uit de oorlog voor de kroketten van Peter’.
De hoofdpersoon is aangekomen in Batavia zoals Jakarta toen nog heette. En dan volgt zijn eerste impressie:
‘Het zag er allemaal zo oosters uit. Echt zoals je je het voorstelde, zoals ik het van de toverlantaarnplaatjes van de City Lichtbeelden Serie over Indië onthouden had. Maar het water waar we langsreden heette gewoon schaamteloos Molenvliet. Soms zag je een gebit van een meter op een etalageruit afgebeeld staan en er boven DOKTER GIGI. Dat was de tandarts. Altijd Chinezen. Ik dacht weer aan die reclameborden uit de oorlog voor de kroketten van Peter. En ik merkte met een glimlach dat ik al weer bezig was voor die Chinezen. Een ONVERWOESTBAAR GEBIT_ DAT BETER DAN ’T ECHTE ZIT‘.
Hè. Reclame in de oorlog voor Peters kroketten! Zouden dat de kroketten van Willem Elsschot zijn?
In 1986 hield ik voor de VPRO-radio een vijf uur durend marathoninterview met Jan Wolkers.
Tijdens een voorgesprek vroeg ik hem dat. Daar moest hij even om lachen, want dat was hem nou nog nooit gevraagd. Hij beaamde het.
Waar gaat dit over?
Willem Elsschot, één van de beste Nederlandstalige auteurs die ooit geleefd heeft, had in Antwerpen ook een succesvol reclamebureau. Hij beweerde altijd dat hij reclame haatte, maar door sommige critici wordt dat als kokette onzin beschouwd.
Eén van zijn klanten was de krokettenbakker Peter. Daarvoor maakte hij ondermeer de volgende gedichten:
Croquet van Peter Er is niet beter Dit ene weet u Peters croquetten eet u
En:
Wat blief je meer mijn hartje Zo’n croquet voor een kwartje
En:
Slechts korte tijd bloeit de meidoorn Maar de smaak van Peters croquetten is onvergankelijk.
Die teksten waren dus volgens Jan Wolkers in de oorlog te lezen. Je moet er in zulke barre tijden maar oog voor hebben.