Honkbal

 

Een ongehoorde streak

 


WHATTA YOU KNOW?  

Luister maar naar het liedje Joltin'Joe DiMaggio van Ben Homer en Alan Courtney. In deze versie uitgevoerd door het orkest van Les Brown en gezongen door Betty Bonney.


MARILYN MONROE 


MRS. ROBINSON  

Hij overleed in 1999. In het lied Mrs. Robinson van Simon & Garfunkel komen de volgende mysterieuze zinnetjes voor:
     
      Where have you gone Joe DiMaggio? 
      Our nation turns it's lonely eyes to you
      What's that you say, Mrs. Robinson 
      Joltin’ Joe has left and gone away.
      Hey, hey, hey.

Ik heb ‘t her en der gevraagd. Joltin’ laat zich lastig vertalen. Soepele Joe komt waarschijnlijk het dichtst bij. Soepel schokkend is het eigenlijk.

 

 

 

 

 

De beste spelers niet in Hall of Fame

 

Er gebeurde vorige week iets zeer uitzonderlijks in de geschiedenis van het Amerikaanse honkbal. Er waren 37 spelers genomineerd om te worden gekozen in de Hall of Fame. Onder die kandidaten Roger Clemens, de beste werper ooit, Barry Bonds, de beste slagman ooit en Mike Piazza , de beste offensieve catcher ooit.
     
Resultaat: Niemand haalde de vereiste 75 % van de stemmen, die worden uitgebracht door de 600 leden van de Amerikaanse associatie van honkbalschrijvers en -journalisten..

Dat is niet alleen vreemd; het is idioot.

En toch is het verklaarbaar.
      Niet alleen het wielrennen wordt -met de bekentenissen van Lance Armstrong in het vooruitzicht- momenteel volledig beheerst door dopingverhalen, maar ook het baseball. De sterren, die in deze sport van statistieken het hoogst scoren worden alle drie in verband gebracht met slikken & spuiten, met het gebruik van spierversterkende middelen. In het geval van Barry Bonds is dit terecht, bij Roger Clemens zijn er twijfels en bij Mike Piazza gaat het alleen maar om geruchten.

 

Roger Clemens

 

 

 

Eerst maar even Roger Clemens.
      Zijn cijfers zijn ongeëvenaard. Hij speelde 24 jaar op het hoogste niveau en won 354 wedstrijden. Zijn ERA (Verdiend punten gemiddelde) was 3.12. Hij won maar liefst zeven maal de Cy Young Award, de prijs van de beste werper uit zijn league. In zes seizoenen won hij 20 wedstrijden of meer en hij gooide 118 complete wedstrijden. Dit zijn bijna ongelooflijk goede cijfers.
      Als Clemens geen verdachte zou zijn, zou hij mogelijk de allereerste speler geweest zijn, die bij zijn eerste nominatie met 100 procent van de stemmen gekozen zou zijn.
      Maar Roger Clemens wordt in het roemruchte dopingrapport van oud-senator Mitchell genoemd als dopingzondaar.
(Honkbal 15; Het grote dopingschandaal)  
       Dat is vooral gebaseerd op uitlatingen onder ede van zijn collega-werper bij de New York Yankees Andy Pettitte. Clemens nam advocaten in de arm, ontkende de beschuldigingen en verklaarde dat Pettitte hem verkeerd begrepen had. In 2008 werd hij beschuldigd van meineed maar werd daarvoor door het Congres vrijgesproken.

 

Mike Piazza

 

                         

 

Bij Mike Pizza is het allemaal nog minder duidelijk. Zijn naam wordt namelijk niet genoemd in het Mitchell-rapport. Hij testte ook nooit positief.
     Er zijn slechts geruchten (‘’Hearsay and the words of people‘’). Mike Piazza speelde zestien seizoenen lang op het hoogste niveau, speelde 1639 wedstrijden, (waarvan 1559 als catcher) , sloeg 427 homeruns en had het kapitale slaggemiddelde van 0.308.
      Het zijn deze cijfers, die hem bij wijze van spreken de das omdoen.
Iemand die zoveel wedstrijden catcht en dan zulke slagresultaten haalt, presteert op een ‘ongelooflijk niveau’.

 

Barry Bonds

 

                                             

 

Barry Bonds is houder van de twee meest tot de verbeelding sprekende records. Het aantal geslagen homeruns in één seizoen (73) en het totaal aantal geslagen homeruns (762). Bonds testte positief, gaf het gebruik van middelen toe maar verklaarde dat hij die van een arts gekregen had en niet wist wat hij nam.

 

Mike Piazza ontving 57.8% van de stemmen, Roger Clemens 37.6% en Barry Bonds 36.2%.
     
Hier tekent zich de onzekerheid af.
Een aantal leden van die schrijversclub vindt dat deze spelers toch een plaats in de Hall of Fame verdienen. Een ander aantal lijkt vooral bang om zijn vingers te branden, om iemand (Piazza bijvoorbeeld) te verkiezen, terwijl later bekend zou kunnen worden dat hij toch gebruiker is geweest.
     
Het geeft ook een soort hypocrisie aan. Een hypocrisie die nog wordt versterkt omdat een aantal Hall of Famers verklaard heeft het zeer terecht te vinden dat deze spelers niet verkozen zijn.
     
Let wel; het gaat dan om spelers, waarvan er een aantal vrijwel zeker ook niet brandschoon is. Zij stammen nog uit een tijd dat er geen verboden lijsten waren en dat gebruik van amfetaminen op grote schaal voorkwam. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Ball Four, het best verkochte honkbalboek aller tijden van voormalig Yankees-werper Jim Bouton. Daar schreef ik al eerder over: Honkbal 16: Ball Four

Ik geef toe, dat tot nu toe uit dit stukje geen oplossing voor de problemen komt.
      Welaan!

Topsport vraagt om uitzonderlijke prestaties, om heroïsche verhalen, om helden die tot de verbeelding spreken.
      Zolang de commercie vraagt om prestaties, zullen de grenzen verlegd worden en zullen er nieuwe middelen ontwikkeld worden, die pas later door weer andere middelen ontdekt kunnen worden.
      Een medische wedloop zonder weerga.


Een Tour de France winnen zonder doping is onmogelijk.

Meer dan 70 homeruns in één seizoen slaan is zonder doping onmogelijk.

 

Geef het dus allemaal vrij, wijs de sporters op mogelijke consequenties en begeleidt het medisch op een verantwoorde wijze.
      Dat lijkt mij beter dan topsporters te blijven dwingen om te liegen en te bedriegen.
En als iedereen slikt en spuit, blijven de besten winnen.

      En kom nu niet aan met argumenten dat de rijkste landen met de beste artsen en de beste laboratoria dan blijven winnen, want dat is nu ook al zo.

 

 

 

 

 

Het grootste talent in de V.S.

 

                         

 

De playoffs in de VS zijn begonnen. De Texas Rangers hebben het net niet gehaald en dat is jammer.
      Want nu zien we het grootste talent in de Amerikaanse Major Leagues niet meer aan het werk.
Dat is namelijk kortestop Jurickson Profar, een jongetje van negentien jaar, die werd geboren in Willemstad Curaçao.

Volgend jaar mag hij meedoen met het Nederlands team in de World Baseball Classic.
       Daar zullen bijvoorbeeld mogelijk ook de volgende spelers bij zijn, die dezer dagen wél actief zijn in de playoffs.
Andruw Jones (New York Yankees), Pedro Strop (Baltimore Orioles) , Roger Bernardina (Washington Nationals) en Didi Gregorius (Cincinnati Reds).

Jurickson maakte op 2 september zijn debuut.
      En dat werd een zeer opmerkelijk succes, want hij sloeg in zijn eerste slagbeurt direct een homerun. Hij sloeg ook nog een tweehonkslag.


Kijk even naar dit dit filmpje:

http://mlb.mlb.com/news/article.jsp?ymd=20120903&content_id=37807522&vkey=news_mlb&c_id=mlb

 

Jurickson, die tot nu toe in tien wedstrijden meedeed, was met zijn negentien jaar en 195 dagen de op één na jongste speler, die in de eerste slagbeurt van zijn debuut een homerun sloeg.
      De jongste is Whitey Lockman, die in 1945 18 jaar en 345 dagen oud was.
Jurickson is een innemende jongen. En hij maakte op het tweede honk ook nog een fantastische actie

Zie deze actie en een eerste interview:

http://mlb.mlb.com/team/player.jsp?player_id=595777&c_id=chc#gameType='P'&sectionType=career&statType=1&season=2012&level='ALL'

 

 

 

 

 

 

King Felix’ Perfect Game

 

Felix Hernandez van de Seattle Mariners gooide afgelopen nacht voor de 23ste keer in de geschiedenis van het Amerikaanse Profhonkbal (sinds 1876) een Perfect Game.
      Dat is een wedstrijd waarin de werper in een complete wedstrijd van negen innings alle slagmensen uitmaakt, een wedstrijd dus waarbij geen enkele tegenstander zelfs maar het eerste honk bereikt.

 

 

Het was al de derde maal dit seizoen dat er een perfect game werd gegooid. Dat is zeer opmerkelijk, want in de vorige eeuw bijvoorbeeld gebeurde dat in een periode van 34 jaar niet één maal.

Felix Hernandez is 26 jaar en inderdaad een fenomenale werper. Hij komt uit Venezuela, werd op jeugdige leeftijd gescout en maakte al op 19-jarige leeftijd zijn debuut in de Majors. Zijn bijnaam is King Felix.
      Tot nu toe won hij in zijn carrière 95 wedstrijden en verloor er 72.
Zijn ERA (Verdiende Punten Gemiddelde) is 3.19 en ook dat is zeer goed.
Een paar jaar geleden schreef ik een stukje over De Perfect Game.
    

Ga HIER naar toe voor ALLE Perfect Games.

 

 

 

 

 

Johnny Vander Meer; de Dutch Master

 

Kijk eens naar deze reclameposter.
      We zien twee honkbalpitchers, twee gelouterde profs, twee afgetrainde topsporters die reclame maken voor sigaretten.

      Zo’n zeventig jaar geleden kon dat nog.
Kijk nog eens goed.

      Rechts op de foto staat Johnny Vander Meer werper van de Cincinnati Reds, de Dutch Master.
      Houder van het meest onwaarschijnlijke werprecord uit de geschiedenis van het Amerikaanse honkbal.

 

Vander Meer gooide op 11 juni 1938 in zijn eerste seizoen tegen de Boston Bees een No Hitter, een wedstrijd waarin een werper niet één honkslag tegen krijgt.
      Een uitzonderlijke prestatie.
Maar in zijn volgende wedstrijd op 15 juni 1938 tegen de Brooklyn Dodgers gooide hij opnieuw een No-Hitter.
      Back-to-back No-Hitters dus.

Nog nooit vertoond en de kans dat het nog eens vertoond zal worden is uiterst klein.

In de Amerikaanse Baseball Almanac staat het zo:

’Johnny Vander Meer created the most unbeatable, unbelievable, fabulous pitching feat in the history of the game’.

 

Hollander?

 

Was Johnny, die op de poster door zijn collega Gean Bearden ‘Van’ wordt genoemd een echte Hollander?

Tja!.

Hij werd in 1914 geboren in Midland Park New Jersey, een stadje dat twintig jaar daarvoor gesticht was door Nederlanders.
      Met zijn Hollandse roots zit het dus wel goed. 
Zijn naam en zijn bijnaam Dutch Master zeggen natuurlijk ook veel.


Was Vander Meer een groot werper of was die prestatie in 1938 een bijzondere uitzondering?

       Laten we het maar op het laatste houden.

Hij won in dertien jaar 119 wedstrijden maar verloor er 121.
      Hij had een ERA van 3.44 en werd vier keer voor het All-Star team verkozen.
Dat zijn heel goede cijfers, maar ze staan niet voor een superstar.
      Hij werd ook niet gekozen in de Hall of Fame.

 

Kijk tenslotte nog eens een keer naar die reclameposter. Zie hoe Johnny Vander Meer die bal vasthoudt.
      Een ’normaal’ mens pakt een bal gespreid tussen wijs- en middelvinger.
Johnny legt die vingers tegen elkaar aan. Zo gooi je een curveball of een slider.

Hij was trouwens bescheiden en kon maar moeilijk omgaan met de grote aandacht die hij na zijn opmerkelijke prestatie kreeg.
      Een aanbod van de clubleiding om voortaan met het nummer 00 uit te komen wees hij resoluut van de hand. Dat vond hij maar onzin.

Een standbeeld in Midland Park staat er -voorzover ik heb kunnen nagaan- niet. Maar er is wel een Vander Meer Field.