De ultieme No-Hitter 

In honkbal (19) schreef ik over Jon Lester , werper van de Boston Red Sox. Hij gooide een No-Hitter, een wedstrijd waarbij de pitcher niet één honkslag tegen krijgt.
       Een No-Hitter is behoorlijk zeldzaam.

Naar aanleiding van dit stukje kreeg ik het verzoek van Inge Lagendaal om ook eens iets te schrijven over een perfect game, de zoals zij dat noemt ‘ultieme No-Hitter‘.  Daar heeft ze overigens volkomen gelijk in.
      Een perfect game is een wedstrijd waarbij de werper niet alleen geen enkele honkslag tegen krijgt maar ook géén 4-wijd gooit, géén geraakt-werper oploopt en waarbij de spelers van zijn team niet één fout maken.
      Kortom een wedstrijd, waarbij geen enkele slagman van de tegenpartij zelfs maar het eerste honk bereikt.

Een perfect game is een uiterst zeldzaam fenomeen.

Sinds het begin van de Amerikaanse profcompetitie in 1876 is het zeventien keer gebeurd. (Inmiddels 23 maal!; R.v.d.B.)

 

Dat is eens in de acht jaar. Bedenk dan wel dat er 30 Major League teams zijn, die 162 wedstrijden per seizoen spelen in de reguliere competitie. Daarna volgen er voor een aantal teams nog play-offs.

Zeer opvallend is dat in de negentiger jaren van de vorige eeuw vier perfect games werden gegooid. De langste perfectgameloze periode is 34 jaar (Van 1922 tot 1956).
      De beroemdste perfect game is van Don Larsen op 8 oktober 1956, omdat hij die in de World Series gooide. Dat is maar één maal gebeurd.

 

Hieronder alle perfect games.

 

 John Lee Richmond

Cy Young

Addie Joss

 Charlie Robertson

 Don Larsen

 Jim Bunning

  

 Len Barker

Mike Witt

Tom Browning

 Dennis Martinez (El presidente in Nacaragua) 

Kenny Rogers

David Cone Image

Randy Johnson

 

 

 

 

23 July 2009 (nummer 18)

Mark Buehrle