Poëzie (350)
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
Een dode zeemeeuw & een dronken pitcher
Dave Winfield
Op 4 augustus 1983 gooide New York Yankees outfielder Dave Winfield een zeemeeuw dood.
Dat was in de vijfde inning tijdens de warming-up in de wedstrijd tegen de Toronto Blue Jays.
Het publiek in Toronto jouwde Winfield uit. Hij zou het expres gedaan hebben.
De honkballer werd gearresteerd op verdenking van dierenmishandeling.
De volgende dag werd besloten om hem niet te vervolgen.
Het was een ongelukje geweest.
De arrestatie had alles te maken met de reputatie van Winfield. Hij was een geweldige honkballer (Hall of Fame), maar ook zeer opvliegend.
Hij hield zijn knuppel zodanig vast, dat die regelmatig uit zijn handen glipte en richting de werper ging.
Sommige tegenstanders beweerden dat hij het expres deed.
Ryne Duren
Op 14 mei 1961 gooide Los Angeles Angels relief-pitcher Ryne Duren zeven slagmensen van de Boston Red Sox achter elkaar uit met drie-slag.
Even tevoren was hij het veld ingekomen en wierp tijdens de warming-up een paar keiharde ballen hoog over de catcher heen tegen de back-stop.
Duren deed dat altijd.
Hij wilde imponeren, maar slagmensen werden bang omdat Duren zeer slechte ogen had. Hij had heel dikke brillenglazen en zou de catcher nauwelijks zien.
’Hij gooide met braille’ schreef een commentator.
Duren was een alcoholist, die na zijn carrière met succes afkickte.
Sommige tegenstanders beweerden dat hij soms ook dronken op de werpheuvel verscheen.
Dit alles was een bron van inspiratie voor de Amerikaanse dichter David Shapiro.
Hij schreef het volgende gedicht:
Van David Shapiro
Empathy for David Winfield
Now I feel good when Dave Winfield
throws his bat and it goes spinning
toward the pitcher and looks
intentional to some amateurish to others
but certainly dangerous and loosened
‘’reckless passionate perhaps innocent’’
This was my style
the style of the thrown bat
the style of Ryne Duren
blinded with drink as he later confessed
deranged in all the senses
as he threw balls out of the stadium
behind the batter’s head
the impossible pitcher
with an underhand of symbolic force
a pitcher who could only hope
to see the batter
and Reader
I throw my bat at you
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
Dichtregels over een ‘verpolitiekt’ proces
Op 13 februari 1976 diende in hoger beroep de zaak tegen de Duitse schrijver-dichter-activist Peter-Paul Zahl.
Twee jaar eerder was hij veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf wegens zijn betrokkenheid bij een schietpartij met de politie.
De zaak duurde tot 12 maart 1976. Peter-Paul Zahl werd tot verbijstering van ‘links’ Duitsland veroordeeld tot 15 jaar.
Een politieke uitspraak, geheel in overeenstemming met de heksenjacht die destijds in Duitsland gevoerd werd tegen politiek geëngageerde activisten.
Zahl zat de eerste jaren in een isolatiecel.
Hij werd toen als schrijver zeer actief en schreef ondermeer dit gedicht:
In naam van het volk
Op 24 mei 1974
veroordeelde mij
het volk
-drie rechters
en zes gezworenen-
tot een vrijheidsstraf
van vier jaar
op 12 maart 1976
veroordeelde mij
in dezelfde zaak
het volk
-drie rechters
en twee gezworenen-
tot een vrijheidsstraf
van vijftien jaar
als de volkeren
dat nu eens
onder elkaar uitvechten
en mij
erbuiten
lieten
(Vertaling: Gerrit Bussink)
Steppe
In zijn gedicht Steppe verhaalt Peter-Paul Zahl op humoristische wijze de gang van zaken rond dit proces.
Hij zat destijds bijvoorbeeld gevangen in Keulen, maar het proces werd in Düsseldorf gevoerd.
Hij werd toen dagelijks per helikopter overgebracht.
Uit Steppe
III
boven is niet buiten
van boven zie je alles
net als de minister van binnenlandse zaken van
noordrijn-westfalen
alles ziet in wiens helicopter
-allouette- je nu zit
en vervoerd wordt van de ene plaats
des onheils naar de andere
van boven ziet alles er anders uit
boven heb je overzicht
boven is slechts een andere vorm
van binnen
IV
vliegroute: van de bajes van keulen-ossendorf
naar de politiekazernes düsseldorf ross-strasse
vliegtijd: tussen de twaalf en twintig minuten
de vlucht: verbazingwekkend plezierig
niet dat lift-gevoel
waarbij je maag
tot achter de ogen schiet
of je jezelf in de kelder ziet
verpletterd
aan de grond
X
Van boven ziet alles er anders uit
boven raak je enige illusies kwijt
overzie je de situatie
stijg je op
uit de gebureaucratiseerde vierhoekige wereld
en vlieg je -zo doen poëten
dat tegenwoordig-
over de gebureaucratiseerde vierhoekige wereld:
hier de bajes
herkenbaar aan de witte buitenmuur
daar de kazerne -groen gecamoufleerde pantserwagens-
ginds de satellietstad -daar betalen ze huur-
en dat is de fabriek -die herken je
aan het vuil en aan de schoorsteen- dat trage
vettige beneden die gore lintworm die stinkt
tot helemaal boven: stamvader rijn
europa’s grootste riool
en al die velden: een schaakbord
Van licht- en donkergroen
stortplaatsen voor herbiciden
- een laag vliegend sportvliegtuigje
in het tegenlicht van een osram-imitatie
van zon met achter zich
een staart van dood
gramsgewijs voor insecten jouw longen
jouw botten voor jou-
Jamaica
Peter-Paul Zahl werd in 1944 geboren in Feldberg (Na de oorlog: Oost-Duitsland).
Het gezin vluchtte in 1953 naar de Bundesrepublik. Zahl werd in 1982 vrijgelaten.
Hij woonde daarna ondermeer in Grenada, Nicaragua en de Seychellen voordat hij zich in 1986 definitief vestigde op Jamaica.
Daar overleed hij in januari 2011
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
De Drentsche AA
De Drentsche AA is een mooi Nationaal Landschap ten noordoosten van Assen. Beken, stroompjes en andere waterloopjes kronkelen door het landschap en vormen zo een stroomdal door weides, zandverstuivingen en heides. Door esdorpen met een brink.
Je kunt er ongestoord fietsen en wandelen. Als je de goede schoenen aanhebt kun je regelmatig naar de oevers van de beken.
Dichter Rutger Kopland schreef tal van gedichten over de Drentsche Aa of zoals hij het schreef de Drentse A.
Stroomdal XI
Al die jaren dat ik zat te kijken
op het terras aan de rivier
dacht ik: zoals hier, zo moet het zijn
niets ontbreekt, niets is overbodig
het is te eenvoudig om te begrijpen
te vanzelfsprekend om te beschrijven
zo ligt het daar
het landschap met de rivier
ik zal het nooit kennen
Ik heb dat terras gevonden. Het behoort bij café-restaurant De Drentsche AA en ligt in het dorpje Schipborg vlakbij de grens Drenthe-Groningen.
Je kunt achter het glas op het terras zitten, maar voor het ware ’beekgevoel’ kun je ook hier vlakbij de rivier plaatsnemen.
Rutger Kopland deed dat nogal eens.
Stroomdal III
Ik kijk en het is alsof ik mijn lichaam verlaat
als je ziet dat alles is zoals het is
meer niet -je lichaam wordt een verlate plek
het landschap met de rivier doortrekt me
en laat me achter, zonder een gevoel, zonder
een gedachte -het laat me weten
hoe overbodig ik ben
ik zit hier, zie dit en vergeet dit, hetzelfde moment
ik ben alleen en niemand weet waar ik ben
en wat ik zie, ook ikzelf niet
Zeegserloopje
In Drenthe heeft de rivier steeds de naam van het dorpje waar het door stroomt.
Bijvoorbeeld het Taarlosche Diep, het Oudemolensche Diep en het Schipborger Diep.
Soms komen er zijstroompjes in uit: Rolder Diep, Gasterensche Diep, ‘t Zeegserloopje en ‘t Anloerdiepje.
Pas bij de grens heet het water de Drentsche AA.
Stroomdal X
Het landschap met de rivier strekt zich
voor mij uit, de weilanden worden meegenomen
door de rivier naar waar mijn ogen
hen moeten loslaten
ze keren onveranderd terug aan mijn voeten
er is geen verschil tussen weggaan en terugkeren
er is hier niets afgegaan, niets bijgekomen
er is hier niets gebeurd
al die jaren dat ik hier zat te kijken heb ik
gezien hoe het bekende onzichtbaar veranderde in
het onbekende, en daaruit terugkeerde.
De ezeltjes heten Luca (bruingrijs) & Sam (bont).
Brood voeren is verboden, maar appels en wortels mag wel.
Op een bordje aan de rivier staat dat dit het best bewaarde beek- en esdorpenlandschap van West-Europa is.
Het is een Nationaal Park en een Nationaal Landschap.
Van Rutger Kopland
Drentse A.
I
Morgens aan de rivier, morgens waarin
hij nog lijkt te overwegen
waarheen hij die dag
weer zal gaan,
of hij diezelfde hevige bewegingen
zal maken als altijd,
of niet meer,
of zijn deze eindeloze aarzelingen
de lege gebaren van iemand
die al niet meer bestaat,
en zich heeft neergelegd
bij wat hij is, tussen zijn oevers,
in het zinloze spoor
dat hij groef
II
Alsof hij opnieuw zou willen beginnen,
zo rusteloos lijken zijn bewegingen,
alsof hij terug kon
naar zijn land van herkomst
zijn schemerig verleden in
en dan hier weer komt liggen,
maar hij is stil tussen
zijn oevers, en ook
zijn oevers zijn stil
III
Alsof hij verder zou willen gaan
dan hier, er een bestemming zou zijn,
ergens een plek waar hij
nog nooit is geweest
en daar zou kunnen komen
maar daar, in de verte
is hij al -dezelfde
als hier
IV
Morgen aan de rivier
morgen waarin hij eindelijk
niets meer zal zijn
dan de rivier
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
De veerboot Eidfjord-Ulvik
De kleine begraafplaats in dit fijne gedicht van Bert Bakker ligt aan de Hardangerfjord in Noorwegen. Om wat meer precies te zijn: tussen de plaatsjes Brimnes en Eidfjord. De veerboot gaat van Eidfjord naar Ulvik; in het westen van het land schuin onder Bergen. De kerkdienst werd mogelijk gehouden in Brimnes. De begrafenis vond vrijwel zeker plaats in de tweede helft van september 1937.
Lees eerst het gedicht. Daarna zal ik uitleggen hoe ik aan deze wijsheden kom.
Van Bert Bakker
Begrafenis aan de Hardangerfjord
Voor Kǻre
Wij hebben Sigurd Haugen in zijn graf gelegd,
vanmorgen, toen de boot voor Ulvik langs kwam varen.
Wij waren met ons achten en het weer was slecht.
Maar ik wil wat gebeurd is, in dit vers bewaren,
om wat boven zijn groeve is gezongen en gezegd.
Wij droegen , twee aan twee, zelf Sigurd Haugens baar-
de kist bedekt met een wit kleed en late rozen
over het pad der kerk tot voor het rouwaltaar,
en hebben toen ontroerd een stoel gekozen
en spraken niet, maar wisten van elkaar
hoe in dit uur ons aller hart genas
van hoogmoed om ’t vermeend bezit van ’t leven.
Want Sigurd Haugen, toen hij aan het roeien was,
was plotseling aan de riemen doodgebleven,
zoals men ’s avonds in ‘t Hardanger volksblad las.
En toen zij zaten, heeft de predikant, die Nils F. Rüset heet,
een hoofdstuk uit het evangelie voorgelezen,
wat ik niet kon verstaan, maar uit het witte kleed,
was het of Sigurd Haugens hand bevestigend kwam gerezen.
en dat was iets wat ik niet meer vergeet.
En toen dat uit was, zijn we opgestaan
en hebben wij de baar naar buiten moeten dragen;
en Nils F. Rüset is ons langzaam voorgegaan,
voorbij den kerkmuur en voorbij de uitgebloeide hagen,
uit de onrust en ’t rumoer der levenden vandaan.
En toen wij Sigurd Haugen in zijn graf hadden gelegd-
de boot voor Ulvik kwam juist langs gevaren-
heeft Nils F. Rüset het Onze Vader opgezegd;
en wij, die met hem om dat graf verzameld waren,
hebben het woord voor woord hem nagezegd.
Op een klein kerkhof, in de diepe bocht
van de Hardangerfjord, hebben wij toen gezongen
van het Lam, dat voor zondaars den dood overmocht.
En dat lied is toen door de wolken gedrongen
en heeft zich een weg naar den hemel gezocht.
Zo hebben wij Sigurd Haugen in zijn graf gelegd,
vanmorgen, toen de boot voor Ulvik langs kwam varen.
Wij waren met ons achten en het weer was slecht.
Maar ik wil wat gebeurd is, in dit vers bewaren,
om wat boven zijn groeve is gezongen en gezegd.
Diepe bocht
Het gedicht werd voor ’t eerst gepubliceerd in het tijdschrift De Gemeenschap in 1937.
De veerdienst Eidfjord-Ulvik werd in 1934 opgericht. Drie jaar later waren er drie afvaarten per dag; dat wil zeggen van 1 mei tot 1 oktober.
Als je aanneemt dat je zo’n betrokken gedicht vrijwel direct na de begrafenis schrijft kunnen we ervan uitgaan dat het in 1937 geschreven is. Omdat er sprake is van late rozen en uitgebloeide hagen was het waarschijnlijk eind september. Kijk nog even naar het kaartje: halverwege Brimnes en Eidfjord zien we een diepe bocht waar ‘’van het Lam’’ gezongen werd. Daar ergens moet de kleine begraafplaats zijn.
Het gedicht is opgedragen aan Kǻre. Het kan bijna niet anders: dit is de vrouw of de vriendin van Sigurd Haugen.
Anno 2022 is er nog maar 1 afvaart (v.v.) per dag. De boot doet er dertig minuten over.
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
Huldegedicht aan Singer
Paul van Ostaijen werd niet oud. 32 jaar. Hij overleed in 1928 aan TBC en had toen een klein maar indrukwekkend oeuvre bij elkaar geschreven. Vooral poëzie: Alpenjagerslied, Boem Paukeslag, Avondgeluiden, Melopee. Maar zijn bekendste, meest besproken, vereerde en verguisde werk is Huldegedicht aan Singer.
Hij schreef het in Berlijn direct na afloop van de eerste Wereldoorlog toen hij daar tot in 1921 in zelfverkozen ballingschap verkeerde. Hem wachtte namelijk een veroordeling in België, omdat hij als linkse flamingant had geschreven voor de activistische Vlaamsche Courant.
Het gedicht heeft een zeer kenmerkende layout. Geschreven als een soort partituur. Lees het eerst nog even, leg er ritme in en verbaas u over de belezenheid van de dichter, de kracht van de woorden, de humor en de onderhuidse kritiek op het cultuurklimaat. Verwonder u over de actualiteit van dit gedicht, dat bijna honderd jaar geleden geschreven is.
Daarna zal ik iets vertellen over een paar hoofdpersonen: Floris Jespers, Hans Sachs, Genoveva van Brabant en de Jungfrau van Orleans.
En bedenk ook dat Panem et Singerem staat voor Brood en Singers (Singer naaimachines). Daarna moet u er nog eens naar luisteren.
HULDEGEDICHT AAN SINGER
Slinger
Singer
naaimasjien
Hoort
Hoort
Floris Jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht
Wat
Wat
jawel
Jespers Singer naaimasjien
hoe zo
jawel
ik zeg het u
Floris Jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht
Waarom
waardoor
wat wil hij
Jawel
hij zal
hoe zo
Circulez
want
SINGERS NAAIMASJIEN IS DE BESTE
de beste
waarom
hoe kan dat
wie weet
alles is schijn
Singer en Sint Augustinus
Genoveva van Brabant
bezit ook een Singer
die Jungfrau von Orleans
Een Singer?
jawel
jawel jawel jawel ik zeg het u een Singer
versta-je geen nederlands mijnheer
Circulez
Bitte auf Garderobe selbst zu achten
ik wil een naaimasjien
iedereen heeft recht op een naaimasjien
ik wil een Singer
iedereen een Singer
Singer
zanger
meesterzangers
Hans Sachs
heeft Hans Sachs geen Singermasjien
waarom heeft Hans Sachs geen Singer
Hans Sachs heeft recht op een Singer
Hans Sachs moet een Singer hebben
Jawel
dat is zijn recht
Recht door zee
Leve Hans Sachs
Hans Sachs heeft gelijk
hij heeft recht op
SINGERS NAAIMASJIEN IS DE BESTE
alle mensen zijn gelijk voor Singer
Circulez
een Singer
Panem et Singerem
Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem
et Singerem et Singerem
Ik wil een Singer
wij willen een Singer
wij eisen een Singer
wat wij willen is ons recht
ein fester Burg ist unser Gott
Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem
et Singerem et Singerem
Waarom
hoe zo
wat wil hij
wat zal hij
Salvation army
Bananas atque Panama
de man heeft gelijk
hij heeft gelijk
gelijk heeft hij jawel
jawel
jawel
waarom
wie zegt dat
waar is het bewijs
jawel hij heeft gelijk
Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem
Singerem Singerem
SINGERS NAAIMASJIEN IS DE BESTE
Er is veel over dit gedicht geschreven. Veel gespeculeerd. Veel geïnterpreteerd en gefilosofeerd.
Wie is bijvoorbeeld de ‘’ik-figuur’’? Is dat van Ostaijen zelf? Een politieagent, een dorpsomroeper, marktkoopman, krantenverkoper?
Ach, het is in ieder geval iemand die de mensen oproept om ergens naartoe te komen en te circuleren of door te lopen.
Floris Jespers was een vriend van Van Ostaijen. Een schilder. Hij zou mogelijk concessies aan zijn kunstenaarschap hebben gedaan door zoiets burgerlijks als een Singer naaimasjien aan te schaffen. Een metafoor wellicht: Buigen voor commercie.
Van de andere kant: als je dan toch een naaimasjien aanschaft kun je maar beter een Singer nemen, want dat is de beste. En dat lijkt dan weer erg op een vuige reclameslogan.
Genoveva van Brabant leefde in een tijd dar er nog geen Singers waren. Stijn Streuvels schreef een boek over haar. Zij was getrouwd met Graaf Siegfried en werd -vals- beschuldigd van ontrouw door hofmeester Golo. Zij en haar pasgeboren kind werden veroordeeld tot verdrinking, maar zij werd gespaard door haar beul. Gun haar dus tenminste een Singer.
En dan is er Hans Sachs. Een schoenmaker, die dichter en toneelschrijver werd. Meistersinger in Nürnberg. Tevens de titel van een opera die Richard Wagner aan hem wijdde. Van Ostaijen had geen hoge pet op van Sachs. Hij heeft geen Singer, maar zelfs hij zou er wel recht op hebben.
De Jungfrau van Orleans verwijst naar het toneelstuk over Jeanne d’Arc van Friedrich Schiller uit 1801. Er zijn diverse Sinten Augustinus, maar wie bedoeld wordt is volgens allerlei bronnen onduidelijk.
Ein fester Burg ist inser Gott is een hymne, geschreven in 1529 door Maarten Luther. Bach maakte daar later een cantate van.
Maar bedenk voor u gaat interpreteren en concluderen: Alles is schijn. Paul van Ostaijen schrijft dat nadrukkelijk in zijn werk.
Luister HIER naar de uitvoering van mezzo-sopraan Marijke Persijn met pianist Peter Visser.
En luister HIER naar een wat meer boertige uitvoering door Marcel Vanthilt en Evi de Jean.
N.B.
Ik ben er op gewezen, dat de titel van de hymne moet zijn:
''Ein feste burg ist unser Gott''.
Dus Van Ostaijen heeft met zijn ''fester" een foutje gemaakt,
Tenzij er bij een uitgeverij een betweter is geweest, die dit veranderd heeft.
(Bewerkte versie)
Subcategorieën
Poëzie Aantal artikelen: 139
Twee maal de helft en een geel strikje
Pagina 13 van 43