Reizen (518)

 

Voorjaar 2012

Zuiver water

Het mooiste bergmeer van Bosnië-Herzegovina is volgens kenners het Boracko-meer. 
      Het ligt op 400 meter, is bijna een kilometer lang en 500 meter breed.
Je kunt er zwemmen tussen de forellen en de karpers.
      De kleur van het water verandert naar gelang de inval van de zonnestralen van diepblauw tot smaragdgroen.
Wij huren een huis aan het meer.

      ‘Dit water kun je gewoon drinken’, zegt onze lokale uitbater.

      ‘Fijn’ zeg ik , ‘een soort mineraalwater dus’.

      ‘Mineraalwater!’, zegt de man verontwaardigd, ‘mineraalwater!’.

      ‘Meneer; ik zweer u dat er absoluut geen mineralen in zitten. Dit is zuiver water’.

 
Boracko Jezero

 

 Het meer ligt zo'n twintig slingerende kilometers van de stad Konjic en dat ligt halverwege de lijn Mostar-Sarajevo.

      Je kunt er niet alleen appartementen huren, maar er is ook een camping. 
Je kunt er vissen en zwemmen en er is een soort pad langs, waar je kunt wandelen.

 

  

 

 

 Ontmoetingen in de lucht: 

1. Jevgeni, een Oezbeek
2. Mira, een Zuid-Afrikaanse
3. Harald, een Noor
4. Ilse, een Vlaamse
5. Jolande, een Hollandse
6. Joe, een Samoaan


Ontmoetingen in de open lucht:

1. De kapitein, een Montenegrijn
2. Salomon, een Mozambikaan
3. Meri-Tuuli, een Finse 
4. Lama Tsultrim, een Bhutanees
5. De viskoopster, een Malta-ganger
6. Marco, een Boliviaan
7. Dominee Kiss, een Hongaar in Roemenië
8. Mevr. Sobolovic, een Joegoslavische
9. Uncle Basil, een indiaan in Guyana
10: Boris, een Siberiër
11: Mr. Omar, een Soedanees
12: Arvid, een Gotlander
13: Mr. T.F. Keohane Jr.,een Yank
14: Stefan, een Tovenaar
15: De Museumdirecteur, een Mauritiaan
16: Godfrey, een Zimbabwaan
17: Bassam Abu Sharif, een Palestijn
18: De oude schilder, een Cypriotische
19: Lucky, een hond te Lesotho 
20: Mulu, een Eritreeër 
21: De dierenarts, een Belg 
22: De taxichauffeur, een Egyptenaar 
23: De uitbater, een Bosniër

 

 

 


Een land zonder staatsschuld

(Door Rolf Weijburg)

Liechtenstein is het enige land ter wereld dat ooit via Airbnb te huur werd aangeboden.

Niet dat dat ook daadwerkelijk gebeurd is, maar toch.
      In de jaren negentig dreigde Prins Hans-Adam II nog in een conflict met de regering over aanpassing van de Grondwet waarin hij bijna absolute macht zou vergaren, dat hij als het wetsvoorstel niet zou worden aangenomen zou verhuizen naar één van zijn Oostenrijkse kastelen en heel Liechtenstein aan Bill Gates zou verkopen.
      Het conflict bleef jarenlang doorzeuren maar de Grondwetswijziging kwam er uiteindelijk in 2003 (het volk zou in referenda toch het laatste woord hebben mocht het de vorst beu zijn) en Liechtenstein bleef uit handen van de Microsoft baas.

      

Kopen was wat te veel maar in 2010 kwam rapper Snoop Dogg op het idee om heel Liechtenstein te huren voor opnames van een  film. Hij ging op bezoek bij de Prins, die helemaal niet tegen was maar omdat Snoop een nogal strak tijdsschema voorlegde moest de Prins afhaken.
      Snoop Dogg’s idee bleef niet onopgemerkt en in 2011 werd het opgepikt door het beginnende Airbnb dat in samenwerking met het Liechtensteinse marketingbedrijf Rent a Village by Xnet de plannen uitwerkte.

70.000 Dollar per nacht moest het kosten, met een minimum van drie dagen, om even huurder te zijn van het op vijf na kleinste land ter wereld. Kom je met 500+ gasten, geen probleem, alle hotels stonden ter beschikking. Luxe auto’s, de meest exquise wijnen uit de kelders van de Prins, alles was mogelijk. Op verzoek konden de straatnaambordjes worden vervangen, of speciaal geld worden gedrukt. U zegt het maar.


                      

Het is er nooit van gekomen, niemand heeft ooit Liechtenstein gehuurd en mocht u er nu, al lezend zin in krijgen, dan bent u te laat. Liechtenstein is niet meer te huur.
      Je kunt het ook wat minder megalomaan aanpakken en gewoon voor een korte vakantie een appartement of hotelkamer huren, en als je er wat meer te zoeken hebt kun je er natuurlijk ook gaan wonen. Als je dan alle formaliteiten hebt doorlopen en je geheel bent doorgelicht en goedbevonden ontvang je de brochure “Welcome to Liechtenstein, information for migrants” met allerlei wetenswaardigheden en handige tips voor de verse ingezetene van het Prinsdom. Onder het kopje “The most important aspects of day-to-day life” lees je dan:

U wordt geacht de algemene rustperiodes in acht te nemen. Vermijd activiteiten zoals grasmaaien of het houden van lawaaierige festiviteiten tijdens de lunch van 12:00 tot ongeveer 13:30 en na 22:00.

Grasmaaien? Ik kan wel wat lawaailiger activiteiten bedenken dan grasmaaien maar blijkbaar komt dat allemaal in het Prinsdom niet voor en is grasmaaien het summum van lawaaischopperij. Grasmaaiers zijn niet verboden in het land, in de Yellow Pages van Liechtenstein vond ik twee bedrijven waar je die lawaaiige machines gewoon kunt kopen.
      Of zouden ze daar uitsluitend de laatste modellen fluistergrasmaaiers verkopen?

Niet alleen tijdens lunchtijd en na tien uur ’s avonds is het rustig in Liechtenstein. Behalve als iedereen tegelijkertijd aan het grasmaaien slaat, is het er eigenlijk altijd rustig. Er gebeurt nooit iets, of heel zelden. De laatste moord in Liechtenstein was in 1997. Criminaliteit is er nauwelijks. Op de wereldranglijst van aantallen gedetineerden per land staat Liechtenstein dan ook helemaal onderaan.

In geen enkel land ter wereld zitten zo weinig mensen gevangen als in Liechtenstein.

 

In 2016 zaten er 10 gevangenen vast in het Prinsdom.

De helft van de gevangeniscapaciteit in het land was daarmee gevuld. Allemaal gedetineerden die maximaal twee jaar uitzaten.
      Langer veroordeelden worden naar Oostenrijk of Zwitserland gestuurd.

 

 


Hoewel Liechtenstein een hoofdzakelijk rooms-katholiek land is (het katholicisme is de officiële  staatsreligie) en carnaval er wel degelijk wordt gevierd, is de carnavalvakantie omgedoopt tot sportvakantie.
      Een week sportvakantie gedurende carnaval in februari/maart staat er tussen de opsomming van nationale vakanties en feestdagen in dezelfde “Welcome to Liechtenstein”-brochure.

Is het wishful thinking? Zo van: als we dit nou een sportvakantie noemen wordt er misschien minder gezopen. Bovendien is sport over het algemeen minder lawaaierig dan carnaval, ook mooi meegenomen. Of heeft Liechtenstein een obsessie met sport?
      Feit is dat er meer dan 15000 Liechtensteiners, bijna de helft van de bevolking, lid zijn van een sportvereniging. Voetbal en skiën zijn het meest populair, maar ook tennis, zwemmen en mountainbiken. Ik heb het nergens kunnen natrekken, maar ik vermoed dat dit ook een wereldrecord is.

Geen land ter wereld heeft relatief zoveel inwoners die lid zijn van een sportvereniging als Liechtenstein.

Liechtenstein deed in 1936 voor het eerst mee aan de Olympische Spelen en stuurt sindsdien bijna iedere keer een sportieve afvaardiging naar zowel de Zomer- als de Winterspelen. Hoewel het contingent meesportende Liechtensteiners tijdens de Olympische evenementen ondanks het bovenmaatse lidmaatschap van sportverenigingen in het land beperkt is, haalt Liechtenstein zo nu en dan een medaille binnen.

Liechtenstein is het enige land ter wereld dat wel medailles behaalde op de Olympische Winter-, maar niet op de Olympische  Zomerspelen.

In totaal won Liechtenstein negen Olympische medailles, allemaal bij het skiën. Vier daarvan werden in 1976 en 1980 gewonnen door Hanni Wenzel op de slalom en de reuzenslalom. Daarbij zat ook de enige gouden plak die Liechtenstein ooit in de wacht sleepte. Hanni’s broer Andreas won in 1980 en 1984 zilver en brons op de reuzenslalom. Lange tijd waren Olympische medailles in Liechtenstein dus een family affair.

Samenvattend zien we dat in Liechtenstein de levensstandaard hoog is, de belastingtarieven laag, er weinig werkloosheid is, dat het er vooral rustig is en nauwelijks criminaliteit.
      De echte actie in het Prinsdom voltrekt zich in de financiële en fiscale boeken van bedrijven, banken en de overheid. Het economische en financiële klimaat is er dusdanig positief dat het land al jaren een begrotingsoverschot kan noteren en daarmee scoort het op vijf na kleinste land ter wereld nóg een record:

Liechtenstein is samen met Brunei het enige land ter wereld zonder staatsschuld.

 

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen

 

 

 

 

 

 

Winter 1984

Plassen & lippen

De taxichauffeur is groot, bonkig en emotioneel. Hij is een kettingroker, die steeds gele stinkende sigaretten aansteekt met de peuk van de vorige. Wij rijden over de Sharia Salah Salem, één van de drukste straten in Cairo, de hoofdstad van Egypte. Eigenlijk rijden we niet, maar staan we vrijwel voortdurend stil in files, die zich soms even oplossen.
      Het is tumultueus en rumoerig in Cairo. De over het algemeen oude auto’s zijn gammel en maken lawaai. Bovendien stinken ze. Iedereen schreeuwt en iedereen toetert hoewel dat eigenlijk verboden is. De jeugdige fietsers piepen overal tussen door. Zij hebben peppers, die ze continue gebruiken. Ook dat mag officieël niet. Voetgangers proberen de overkant van de straat te bereiken door gewoon auto’s tegen te houden. 
      De chauffeur wilde voor het ritje naar het Nederlands Instituut veertien Egyptische pond ontvangen. Mijn begeleider Marco, een Egyptoloog die hier al zes jaar woont, moest daar erg om lachen. Na een luidruchtig afdingingsproces wordt de prijs afgemaakt op vijf en een half pond. 
      De offciële koers in die dagen is 80 pond voor 100 US $. Maar op de zwarte markt buiten op straat ontvang je voor 100 US $ toch al snel 115 pond. Zeer lucratief dus, hoewel je in hotels en in musea pas kunt betalen als je een briefje laat zien, dat je officieël op een bank gewisseld hebt. Maar ook dat is op te lossen, want voor vijf pond kun je een briefje met een indrukwekkend stempel kopen dat je ''officieel'' voor tweehonderd pond gewisseld hebt.

De chauffeur stopt ineens midden op straat, stapt uit en doet zijn motorkap open. Dan begint hij tegen zijn rechtervoorband te plassen.
      Er staat een mevrouw achter hem, die daar een opmerking over maakt. Er volgt dan een vermakelijke discussie, die Marco vrijwel synchroon vertaalt. 
      De chauffeur wordt voor zwijn en pooier uitgemaakt, waarna de vrouw een ezel en kinderverleidster wordt. Vervolgens is de één een hondenzoon en de ander een hoerenjong.
De uitsmijter komt van de taxichauffeur die het volgende zegt:
      ‘Als jouw lippen er beneden net zo uitzien als van boven, moet ik je niet. Echt niet!
Al leg je er geld bij nog niet’.

 

Ontmoetingen in de lucht: 

1. Jevgeni, een Oezbeek
2. Mira, een Zuid-Afrikaanse
3. Harald, een Noor
4. Ilse, een Vlaamse
5. Jolande, een Hollandse
6. Joe, een Samoaan


Ontmoetingen in de open lucht:

1. De kapitein, een Montenegrijn
2. Salomon, een Mozambikaan
3. Meri-Tuuli, een Finse 
4. Lama Tsultrim, een Bhutanees
5. De viskoopster, een Malta-ganger
6. Marco, een Boliviaan
7. Dominee Kiss, een Hongaar in Roemenië
8. Mevr. Sobolovic, een Joegoslavische
9. Uncle Basil, een indiaan in Guyana
10: Boris, een Siberiër
11: Mr. Omar, een Soedanees
12: Arvid, een Gotlander
13: Mr. T.F. Keohane Jr.,een Yank
14: Stefan, een Tovenaar
15: De Museumdirecteur, een Mauritiaan
16: Godfrey, een Zimbabwaan
17: Bassam Abu Sharif, een Palestijn
18: De oude schilder, een Cypriotische
19: Lucky, een hond te Lesotho 
20: Mulu, een Eritreeër 
21: De dierenarts, een Belg 
22: De taxichauffeur, een Egyptenaar 

 

 


Meest geïndustrialiseerde land ter wereld

      

(Door Rolf Weijburg)

 Liechtenstein behoort samen met Qatar en Luxemburg per capita tot de drie rijkste landen ter wereld.

Dat Liechtenstein rijk is zal niemand echt verbazen. Ach ja, een belastingparadijs, zult u denken.
      Natuurlijk is Liechtenstein een belastingparadijs. Het kleine land is er groot mee geworden. Met zijn lage belastingtarieven werd het Prinsdom in de jaren tachtig en negentig zelfs “de Rolls Royce” onder de belastingparadijzen genoemd.

       
     
      Vermogende buitenlanders sluisden in die tijd miljoenen aan onbelast kapitaal door naar in het Prinsdom opgerichte stichtingen, waardoor het geld op naam van de stichting kwam te staan en de identiteit van de eigenlijke eigenaar verborgen kon blijven. Op die manier kon geld dat om wat voor reden dan ook privacy behoefde eenvoudig tussen de Alpenweiden worden veiliggesteld. Je kon in Liechtenstein bij wijze van spreken gewoon met een koffer geld een bank binnen lopen zonder dat er iemand vroeg waar dat geld vandaan kwam of er wel belasting over betaald was en op een goed moment telde Liechtenstein meer stichtingen dan inwoners.

Bankmedewerkers waren immers geen belastinginspecteurs.

Dollars

Tegenwoordig echter heeft ook Liechtenstein onder grote druk van vooral Amerika en de EU zijn bankzaken transparanter moeten maken en het staatje heeft zich inmiddels gedistantieerd van het niet te traceren geld waarmee ooit enorme rijkdom is vergaard.
      Vragen vanuit het buitenland omtrent in Liechtenstein geparkeerd buitenlands kapitaal waarvan vermoed wordt dat het om crimineel geld gaat, worden serieus behandeld en de diverse belastingdiensten krijgen in die gevallen alle Liechtensteinse medewerking.
      Anders is het als een buitenlandse belastingdienst vragen heeft omdat het belastingontduiking vermoedt bij in Liechtenstein geparkeerd geld. Dan krijgt het in Liechtenstein nul op het rekest: belastingontduiking in het buitenland is in Liechtenstein geen strafbaar feit.
      Vandaar ook dat er wel zo’n 35000 (evenveel als er Liechtensteiners zijn) zogenaamde brievenbusfirma’s in het prinsdom geregistreerd staan die in eigen land belastingplichtig zouden zijn maar in Liechtenstein profiteren van de veel lagere tarieven. Het lijkt net Nederland.

        

De inkomsten uit al dat gescharrel en geschuif met geld zijn nog immer substantieel, maar het gros van de overheidsinkomsten van Liechtenstein is afkomstig uit de industrie. Sterker nog:

Liechtenstein is per hoofd van de bevolking het meest geïndustrialiseerde land ter wereld.

Er is daar één bedrijf op iedere negen inwoners. 44,9 % van de bevolking werkt in de industrie. Ter vergelijking: 24,8 % van de Zwitsers, 30 % van de Oostenrijkers en 33,5% van de Duitsers is werkzaam in de industrie. Niet gek voor een land zonder grondstoffen.
      Veel bedrijven zijn uiteraard naar Liechtenstein gekomen vanwege de fiscale en administratieve voordelen, niet vanwege de kleine binnenlandse afzetmarkt. De industrie is dan ook hoofdzakelijk gericht op de export.

De netto-export per hoofd van de Liechtensteinse bevolking is de hoogste ter wereld.

Het is allemaal schone industrie, je zult in Liechtenstein geen groezelige fabriekscomplexen met rokende schoorstenen tegenkomen. Vooral kleine en middelgrote high-tech bedrijven produceren in het prinsdom. Maar ook boormachinemaker Forst- Hilti (de grootste werkgever in Liechtenstein met zelfs een eigen treinstation), auto-onderdelenmaker Krupp Presta, juwelen en horlogebedrijf Swarovski en wereldmarktleider in kunsttanden Ivoclar Vivadent .

           
Met zestig miljoen tanden per jaar zorgt dit bedrijf er voor dat

Liechtenstein ‘s werelds grootste producent van kunsttanden is.

Al die bedrijven hebben uiteraard werknemers in dienst. Veel meer zelfs dan het land zelf kan leveren. Per gevolg forenzen dagelijks 13000 Zwitsers (Zwitserse gastarbeiders, dat lijkt bijna een contradictio in terminis), Oostenrijkers en Duitsers het prinsdom in en uit en ontstaan er iedere werkdag flinke files tijdens de spitsuren.

Afgezien van al die werknemers trekken de bedrijven natuurlijk ook aardig wat internationale zakenlui aan. Maar waar elders in de wereld vliegvelden businessclass reizende zakenlui, of privéjets kunnen ontvangen, is

Liechtenstein samen met Vaticaanstad, Andorra en Monaco het enige land ter wereld zonder vliegveld.

 

Heliport

Er is bij Balzers in het zuiden, wel een heliport, maar dat biedt geen reguliere vluchten. De dichtstbijzijnde luchthaven is Kloten bij Zürich en vandaaruit heeft de zakenman op weg naar Liechtenstein vier keuzes: met een gecharterde helikopter in een klein half uurtje naar Balzers heliport, of per huurauto in anderhalf uur naar Vaduz.
      De derde optie, in ruim twee uur met de Zwitserse Postbus, vereist wat meer tijd terwijl keuze vier, afhankelijk van de aansluitingen, ongeveer net zo lang kan duren als met de auto of met de bus: met de trein.

Bahnhof

Neem de RailJet van Zürich naar het Oostenrijkse Innsbruck die weliswaar dwars door Liechtenstein rijdt maar er niet stopt. In Buchs, vlak voor de grens met het prinsdom moet je dus uitstappen en overstappen op het boemeltje van de Oostenrijkse Federale Spoorwegen dat negen keer per dag naar Feldkirch in Oostenrijk rijdt.

Dan gaat het snel: de trein rijdt vanuit Buchs over 9,5 kilometer in tien minuten tijd dwars door Liechtenstein heen en stopt in die tien minuten ook nog eens op drie stations (Schaan-Vaduz, Forst-Hilti, Nendeln , - het laatste station Schaanwald, is onlangs gesloten -).

Niet slecht.

Na Monaco, Laos en Lesotho heeft Liechtenstein de kortste passagierstreinlijn ter wereld.

  

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen

 

 

 

 

 

 

Winter 1998

Een hond in shock

Het gebeurde op de E-19 in België vlak voor de afslag Sint-Job-in-’t-Goor. Onweer. Donder en bliksem. Stortregens. Het zicht was minimaal. Ineens was daar die grote hond. Remmen hielp niet meer. Wij hoorden een doffe harde bonk. 

      Ik stuurde de wagen naar de vluchtstrook vlak tegen de vangrail. Wij stapten uit en gingen op zoek naar de hond die wel dood zou zijn en ergens moest liggen. Het was donker en het verkeer raasde in dit noodweer pal langs ons heen.
      Geen spoor van de hond te vinden
Ook aan de andere kant van de vangrail zagen we niets. We besloten om weer weg te rijden, maar de auto blokkeerde. 
      Ik stapte uit en daar lag de hond. Gekromd voor mijn linkerachterwiel. Hij leefde nog. Onder het bloed, drijfnat, trillend over zijn hele lijf. Waarschijnlijk in shock. Hij keek ons indringend aan. Vragend bijna. 
      ‘Doe iets. Laat me hier niet achter’.

‘Dit is hopeloos’, zei ik maar eens tegen Heleen, mijn echtgenote. 
      Ook wij waren inmiddels doorweekt en wisten in eerste instantie niet zo best wat we moesten doen. Het was zondagavond en we wilden het liefst zo snel mogelijk thuis zijn.
      Maar ja. 
De blik in de ogen van die trillende hond schreeuwde om actie.  
      Ik reed de auto voorzichtig een stukje naar achteren en pakte daarna de hond op en legde hem in de achterbak. We reden naar het stadje Sint-Job-in-’t-Goor waar natuurlijk niemand op straat was. Onder een lantaarnpaal nam ik maar eens de schade op. Bumper verbogen, deuk in de motorkap, kapotte voorlamp links, losgeslagen accu. Opeens zagen we het politiebureau. We vertelden het verhaal aan een dienstdoende politieman, die daarna weinig inschikkelijk was. Hij vond dat we maar naar een dierenarts moesten gaan. 
      Zou hij dan misschien even met de dierenarts kunnen bellen? 
Hij belde, maar kreeg geen gehoor en legde uit waar de dierenarts woonde. Toen zei hij:
       ‘Dan kan ik verder niets voor u doen’.

         

Bij de praktijk van de dierenarts hing een bordje voor het raam. Voor zondagsdienst moesten we bij een arts in Maria-ter-Heide zijn.  Een blik achter in de kofferbak leerde dat de hond nog steeds in een soort shock verkeerde.
      De regen was gestopt, maar het bleek met één werkende koplamp, een rammelende bumper, een zwervende accu en een doodzieke hond toch een heel eind van Sint-Job-in-‘t- Goor naar Maria-ter-Heide.

      'Die namen', dacht ik onderweg volkomen irrelevant. 
      
'Wie was Sint Job en wat deed hij in 't Goor?'
      'Wat is dat trouwens 't Goor?'
      'En wat had Maria daar op de heide uitgespookt?

Dokter Vandeweyer kwam zelf naar buiten, wierp een blik op de hond en vroeg:
      ‘Bijt ‘em?’
      ‘Nee dokter. Tenminste hij heeft ons niet gebeten. Dat beest is doodsbang‘.
Hij pakte de hond voorzichtig op, bracht hem naar zijn praktijk en legde hem op een tafel. Anderhalf uur bleef hij bezig. Rustig en vakkundig.
      Toen legde hij hem op een soort tralies in een verwarmd hok .
 
                    
          

’Ik kan u niet voorspellen hoe het afloopt, maar de eigenaar mag tevreden zijn dat u dierenliefhebbers bent’.
Hij bood ons een kopje koffie aan -’iets sterkers mag ook wel, maar u moet nog naar Holland rijden’- en noteerde wat gegevens. 
      Tja, de rekening’, zei hij. ’Hopelijk vinden we de eigenaar, want ik zou het terug gênant vinden om u die te sturen’.
Hij gaf ons het advies om de affaire bij de politie te melden. Hij belde en zei even later: ’U wordt verwacht in Brasschaat’.

Het was inmiddels weer gaan regenen en het bleek van Maria ter Heide naar Brasschaat met één koplamp, een dolende accu en een rammelende bumper ook zonder doodzieke hond een behoorlijk eind. 
      Bij de politie moesten we apart verhoord worden. 
      ‘Dat vereist de wet Franchimont’, zei de inspecteur. ’Die is dit jaar aangenomen. Een strenge wet. Dat komt allemaal door Dutroux’.
Bij het verhoor leerden we wat die wet ondermeer inhoudt.
      Of de hond van links naar rechts liep, of andersom of misschien wel van voor naar achter of van achter naar voor. Bovendien vereiste de wet Franchimont, dat wij ieder een situatietekening moesten maken. 
      Toen ik de tekening inleverde, waarop ik een vakje had getekend met daarop geschreven ‘hond’ schudde de inspecteur zuchtend zijn hoofd. Misschien kunt u proberen iets te tekenen wat echt op een hond lijkt. Dat vereist nu eenmaal de wet Franchimont’.

Op weg naar huis praatten we uiteraard over de hond. Een soort Mechelse herder, hadden we intussen geleerd.
      Stel dat het beest blijft leven en stel de eigenaar komt niet opdagen!
      Dan houden wij hem. 
      En we noemen hem Rokus.

De volgende dag belde de dierenarts. 
      De hond zou het overleven en de eigenaar had zich al gemeld.
      Tja.
      Geen Rokus.

      En wij hoorden niets van die eigenaar(s).
Belgen zijn soms net Nederlanders.

 

Ontmoetingen in de lucht: 

1. Jevgeni, een Oezbeek
2. Mira, een Zuid-Afrikaanse
3. Harald, een Noor
4. Ilse, een Vlaamse
5. Jolande, een Hollandse
6. Joe, een Samoaan


Ontmoetingen in de open lucht:

1. De kapitein, een Montenegrijn
2. Salomon, een Mozambikaan
3. Meri-Tuuli, een Finse 
4. Lama Tsultrim, een Bhutanees
5. De viskoopster, een Malta-ganger
6. Marco, een Boliviaan
7. Dominee Kiss, een Hongaar in Roemenië
8. Mevr. Sobolovic, een Joegoslavische
9. Uncle Basil, een indiaan in Guyana
10: Boris, een Siberiër
11: Mr. Omar, een Soedanees
12: Arvid, een Gotlander
13: Mr. T.F. Keohane Jr.,een Yank
14: Stefan, een Tovenaar
15: De Museumdirecteur, een Mauritiaan
16: Godfrey, een Zimbabwaan
17: Bassam Abu Sharif, een Palestijn
18: De oude schilder, een Cypriotische
19: Lucky, een hond te Lesotho 
20: Mulu, een Eritreeër 
21: De dierenarts, een Belg 

 

 

Subcategorieën

Domar: Noord Bangladesh