Najaar 2001

VERLOREN STAD OP VERGETEN EILAND

 

Gouden Hanzetijd

Ik ben hier met Stan van Houcke om een programma te maken over de Gouden Hanzetijd die deze stad meemaakte tussen globaal 1150 en 1400.
In die tijd was Visby schatrijk. Duitse koopmanshuizen en pakhuizen, kerken en kathedralen, torens en poorten; een prachtige burcht die machtig en statig uit zee verrijst.

‘De vrouwen sponnen er met goud, de varkens aten uit zilveren troggen’.
Zo werd het beschreven.

Wij lopen langs de goedbewaarde muur, die tot Werelderfgoed is uitgeroepen. Drie en een halve kilometer lang met 44 torens en poorten. Soms reikt de muur tot twaalf meter hoog.
Twee eeuwen deden ze erover om het bouwwerk te voltooien. De muur werd niet -zoals je natuurlijk direct denkt- gebouwd ter bescherming van aanvallen vanuit zee, maar tegen de eigen bevolking die buiten de stad woonde.
De handelslieden wilden hun rijkdom niet delen met de landarbeiders en de plattelandsbevolking. Die werden buiten de wallen gelaten.

Vikingschip

Schatrijk

Gotland was in het begin van de Middeleeuwen zo belangrijk, omdat alle handelsschepen het aandeden. Op het eiland werd proviand en water ingeslagen. Duitse kooplieden vestigden zich hier. Visby werd de belangrijkste plaats van noord en midden Europa. Het was tweetalig. Duits en Gotisch.
Goten vanaf het eiland reisden naar Frankrijk, Italië en Byzantium. Sommigen gingen door naar Afrika, India en Ceylon.
Franciscanen, Dominicanen en Cisterciënzers werden binnen gehaald om de rijkdom, de weelde en de overvloed nog meer allure te geven.

Het duurde tot ongeveer 1400. De schepen werden beter en deden het eiland steeds minder vaak aan.
Lübeck werd de belangrijkste stad van de Hanze. Met Hamburg, Bremen en Rostock in zijn kielzog.
Visby werd armer en armer en werd uit de Hanze gestoten toen het een soort piratennest werd.

In de eeuwen die volgden verlieten steeds meer mensen het eiland.
Verpaupering was er alom.

De mensen leven nu van het toeristenseizoen dat zich tussen half juni en half augustus afspeelt. Die toeristen komen eigenlijk alleen maar voor de stranden en de kusten.
De grond is schraal. Graan en suikerbieten worden verbouwd, maar het is duur boeren.

Zweedse suiker

“Hier groeit uw Zweedse suiker’, staat ergens op een bordje in de buurt van het plaatsje Roma. Maar de suikerfabriek is verhuisd naar Skåne in Zuid-Zweden.
Dat betekent dat de bieten eerst naar Visby vervoerd moeten worden, dan verscheept worden naar Oskarshamn in Zuidoost-Zweden en vandaar met vrachtauto’s naar de suikerfabriek. Een uitermate kostbare manier van produceren, die slechts met grote steun van de Europese Unie in stand wordt gehouden.
Tot er natuurlijk in de buurt van die suikerfabriek bieten verbouwd gaan worden.

Het is de tragiek van Gotland.

Op het moment dat wij er zijn, zijn er nog maar vijftien vissers. Tien jaar daarvoor waren dat er nog 400. Overbevissing door nieuwe technieken heeft daarvoor gezorgd.
’Met een moderne trawler wordt tegenwoordig in een half uur net zoveel vis gevangen als wij vroeger in een heel jaar‘, zegt een werkloze visser.
Wij zijn in het kustplaatsje Slite. De man kijkt somber voor zich uit.
In de verte zien we nog de ook al vergane restanten van uitkijkposten.
In de koude oorlog lag de Sovjet-Unie niet verder dan 150 kilometer weg.

Verschrikkelijk drama