Te gast

 

Van Radio 1 naar Polen


Een rijbewijs is zo gekocht

 

Sinds Polen is toegetreden tot de EU gaat het land met sprongen vooruit. De economie groeit en de corruptie neemt af. Ho.....wacht eens even......wat schreef ik daar? De corruptie neemt....nee.... dat moet ik toch corrigeren. De economie groeit en de corruptie tiert welig. Zo. Dat is meer op zijn plaats.

Volgens een onderzoek van Transparency International, een organisatie die de corruptie in kaart brengt, is Polen nog steeds 1 van de meest corrupte landen in de Europese Unie. In Polen kent men de uitspraak ‘kazdy bierze, tylko rybka w wisle nie bierze’ (Iedereen bijt, lees: neemt steekpenningen aan, alleen de vissen in de rivier de Wisla bijten niet).
      Zo is het in Polen bijvoorbeeld ook mogelijk om je rijbewijs te kopen. Ik vertel dit uit eigen ervaring. Zo’n documentje kost u 1400 zlotych. (Ca. 400 Euro). Ik snap ineens weer waarom de meeste Polen als idioten rijden.

                                                                                                                 POPPENKAST  

In november kwam mijn vriendin op voor haar rijexamen. En in december nog een keer en in januari was ze de hele poppenkast zat. De examinatoren hadden haar keer op keer de moeilijkste manoeuvres laten uitvoeren en langs verkeerspleinen en rotondes gestuurd.
      Want wie niet betaalt, die zal niet slagen. Ik ben nogal calvinistisch opgevoed, dus ik vond dat je je daar niet door uit het veld moet laten slaan. Maar mijn vriendin had er genoeg van en een paar dagen voor haar volgende examen in januari besloot ze:   'ik ga het dit keer halen'.

Dat kan op verschillende manieren. Je kan via via één van de examinatoren aanspreken, maar mijn vriendin regelde het via haar rij-instructeur. Zo betaalde zij een paar dagen voor het examen het geld en een paar uur later was het gepiept. Ze stond op de lijst van mensen die zouden gaan slagen.
      Dat werkt zo:
Op het betreffende examenbureau in Warschau doen 9 van de 10 examinatoren met het spel mee. Zij hebben een lijst van kandidaten die betaald hebben.
      Het is weliswaar niet duidelijk bij welke examinator je in de auto komt, maar tref je toevallig de verkeerde, dan kan het je hooguit gebeuren dat je nog een keer examen moet afleggen.

                                                                                                    DOODZENUWACHTIG  

Mijn vriendin was doodzenuwachtig voor het begin. Ik zei haar:
      ‘Juist deze keer hoef je je nergens zorgen over te maken, het is tenslotte geregeld’.
Maar het hielp niets. Ook de boodschap van de examinator “Dit wordt geen moeilijk examen voor u mevrouwtje”, als teken dat hij in het complot zat, hielp niet.
      In Polen worden bij het examen nogal wat manoeuvres uitgevoerd op het rangeerterrein. De examenauto voor mijn vriendin werd helemaal aan het uiteinde van het terrein geparkeerd, uit het zicht van nieuwsgierige ogen. Toch speelden de zenuwen haar vreselijk parten. Zo wist ze het koppelingspedaal niet te vinden en reed ze ettelijke paaltjes omver. Het gaf allemaal niets.

Denk overigens niet dat de examinatoren niet bang zijn gesnapt te worden. Zo had ik de opdracht gekregen vooral niet in de wachtruimte te gaan zitten. Wachtende mensen met een krantje, dat zou te veel argwaan wekken. Soms wordt er ook wel eens echt gecontroleerd en dan gaan plotseling alle examens natuurlijk helemaal volgens het boekje. Tenslotte kunnen de rij-examinatoren een flinke boete krijgen en uit hun beroep gezet worden.

                                                                                                                 CALVINISTEN  

De laatste oefening betrof het rijden in de praktijk. Ook dat gaf geen problemen. Vlak voor een moeilijke rotonde mocht ze simpelweg linksaf slaan. En klaar was de praktijkoefening. De man had nog wel een verstandig advies:
      “U moet vooral veel oefenen als u straks het papiertje hebt”.

Toen ze terugliep stond er inmiddels bij de balie weer een hele lange rij Polen uit haar groep zich voor de volgende ronde in te schrijven. Sommigen voor de 7e of 8e keer.

      ‘Tsja‘, dacht ik, ‘allemaal calvinisten‘.

 

Van dertien naar vijf kinderen

 

Fulltime Stiefmoeder

Vijf en dertig jaar geleden werd ik verliefd op mijn huidige echtgenoot Wim, een gescheiden man met vijf opgroeiende kinderen. Die kinderen in de leeftijd van 9 tot 14 jaar waren aan hem toegewezen. In die tijd erg uitzonderlijk.

Ik besloot na ampel beraad de sprong te wagen om met hem in zee te gaan. Een jaar daarna waren we getrouwd en was ik fulltime stiefmoeder. Dat had met name voor mij nogal wat gevolgen.
      Koffie drinken aan de Amstel op zondagmorgen doe je echt niet even met vijf kinderen en zo zijn er nog wel meer dingen te bedenken. Daar is niet veel fantasie voor nodig. Daarnaast was het delen van tijd en ruimte, dit laatste ook in letterlijke zin, een probleem. Niets was meer van mij alleen. En, behalve het echtelijke bed, niets van ons samen.

Kinderen zijn meestal, letterlijk en figuurlijk erg aanwezig. Zeker als het er vijf zijn. Omdat mijn echtgenoot voor zijn werk veel moest reizen was ik ook nog vaak alleen met opgroeiende en puberende kinderen en dat was lang niet even gemakkelijk.
      Maar ondanks dat er binnen het gezin weinig tijd en ruimte voor mezelf was ben ik wel de weg gegaan die ik voor mezelf belangrijk vond. Al heb ik hiervoor uiteraard concessies moeten doen.

                                                                                        JONGSTE VAN 13 KINDEREN  

Als kind van vijf jaar verloor ik mijn moeder. Mijn vader bleef met dertien kinderen achter. De kans om te studeren was er toen niet maar de wens bleef aanwezig en toen de situatie veranderde begon ik aan een inhaalmanoeuvre. Ik volgde reeds de avondschool (Mavo) toen ik Wim ontmoette. Daarna heb ik Havo, onderwijsbevoegdheid en HBO personeelswerk gevolgd. Een groot deel van mijn arbeidzame leven heb ik gewerkt in de sector P&O.
      Ik vind het erg belangrijk dat je als moeder, maar zeker als stiefmoeder economisch onafhankelijk bent. Dat komt de balans in de relatie alleen maar ten goede.

Als ik mijn positieve bril opzet dan zijn we beiden over veel zaken tevreden. Vanuit een geheel gebroken gezin waarin de moeder het letterlijk en figuurlijk liet afweten zijn de kinderen allen weer ‘goed' terechtgekomen.
      Ze hebben allen hun eigen inkomen. Problemen met drank, drugs of nog erger, zijn ons bespaard gebleven. De angst daarvoor is wel altijd latent aanwezig geweest. Met alle kinderen en kleinkinderen is er regelmatig contact, maar... kijk je naar het geluk van de kinderen en kleinkinderen dan zie je dat de geschiedenis zich, helaas, herhaalt.
      Ook hier weer scheidingen, samengestelde gezinnen en gedeelde kinderen, terwijl ik vind dat de belangrijkste taak in opvoeden is dat je kinderen zichzelf staande kunnen houden. 'Jezelf gelukkig voelen' is naar mijn mening daarin een belangrijke pijler.
      Daarvoor ligt de basis in de eerste kinderjaren en als in die periode je het meest belangrijke wordt onthouden; de onvoorwaardelijke moederliefde, dan worden kinderen daardoor wel beschadigd.


                                                                           VERZORGSTER MET EIGEN REGELS

Ik heb mij nooit een stiefmoeder gevoeld; heb de moederrol nooit gezocht omdat ik vond en nog steeds vind dat de biologische moeder recht heeft op deze titel. Van begin af aan ben ik voor de kinderen een verzorgster geweest, die ook haar eigen regels probeerde te handhaven. Maar als je stiefzonen van vijftien/zestien jaar op zaterdagavond uitgaan en laat in de avond bellen of ze bij hun moeder mogen blijven slapen, terwijl hun vader in het buitenland verblijft, verkoop dan maar eens nee, ook al weet je dat daar totaal geen toezicht of controle is.
Dit heeft tot gevolg dat je ook je eigen normen en waarden moet bijstellen omdat je als stiefmoeder geen enkele grip hebt op dit gebeuren.
Maar verleggen kinderen, ongewild, niet altijd je grenzen? Misschien is dat juist ook wel mooi....

We hebben veel energie in onze relatie gestoken, omdat we beiden van mening waren -en nog steeds zijn- dat kinderen alleen gelukkig zijn met gelukkige ouders. Jaren later, wanneer de kinderen op zichzelf wonen kun je die stelling omdraaien.

                                                                                                 STUDIE PSYCHOLOGIE

Toen ik drieënvijftig jaar was, ben ik begonnen aan de studie psychologie aan de open Universiteit Nederland en heb die met succes afgerond. Gedurende deze boeiende periode was ik lid van het dagelijks bestuur van de studentenraad van de OUNL, met frequente contacten en bijeenkomsten met ondermeer het college van Bestuur, de vaste kamercomissie en de minister van Onderwijs. Momenteel werk ik mee aan een onderzoek voor de stichting stiefmoeders Nederland en neem deel aan de stiefmoederdag op 15 maart a.s. En bij wijze van pilot een aantal gespreksgroepen leiden voor de stichting stiefmoeders Nederland.
Doelgroep; stiefmoeders die willen praten over deze speciale problematiek.

 

Van Mannen- tot Vrouwenlogica

 

Van Nederland naar Nieuw-Zeeland


 

UKKEL & Z'N UKKELAARS


Een inwoner van Zeeland heet een Zeeuw. Een inwoner van Nieuw-Zeeland daarentegen een Nieuw-Zeelander. Maar hoe heet een inwoner van Bangkok: is dat misschien een Bangkokker? Bangkokkaan? Of zelfs een Bangekok?

Zoals elke taal heeft het Nederlands een heel systeem om de inwoners te noemen naar de plaatsen waar ze wonen. Dat doet het Nederlands met achtervoegsels. En achtervoegsels zijn woorddelen die op zich geen enkele betekenis hebben maar die de betekenis ervan veranderen van het woord waar ze achter staan. Zo duidt het achtervoegsel -aan vaak de bewoner van een plaats aan.
      Iemand die in Amerika woont is een Amerik-aan, net zoals een inwoner van Bolivia een Bolivi-aan is. En op dezelfde manier kennen we Arubanen, Afrikanen, Bahamanen, Corsicanen, Costaricanen, Cubanen, Gambianen, Javanen, Jamaicanen, Kenianen, Koreanen, Liberianen, Nicaraguanen, Samoanen, Srilankanen, Tonganen, en Zambianen.
      Krijgen inwoners van plaatsen die op een -a eindigen in het Nederlands dus altijd het achtervoegsel -aan? Hoho, dan onderschat u de taal toch wel een beetje. Want in taal is niets automatisch of logisch.
      Het is namelijk ook heel gewoon om de inwoners van een plaats die eindigt op -a aan te duiden met het achtervoegsel -ees. In Canada wonen Canadezen, in China Chinezen en op Malta vinden we heel wat Maltezen. Die zijn in het taalkundige gezelschap van Andorrezen, Guyanezen, Havanezen, Luandezen, Oegandezen en Panamezen.

                                                                                                LIMENEN & ANKARIOTEN

Soms gebruiken we geen -aan of -ees, maar dan verlengen we de plaats op -a met het achtervoegsel -er, zoals in Limaër, Accraër, Sint-Helener of Eritreeër. Of we schrappen de hele uitgang -a en vervangen we die door -er: zo leven er in India Indiërs (en geen Indiaërs of Indianen) en in Attica zelfs Attiërs. In Lima wonen Limenen en in Ankara zelfs Ankarioten. En waarom wonen er in Europa geen Europanen en wel Europeanen, die we ook Europeeërs mogen noemen?
      Er komen niet alleen lettergrepen bij, soms verdwijnen ze spoorloos. Een bewoner van Antarctica heet geen Antarcticaan maar een Antarctiër, en een bewoner van Botswana heet een Botswaan en geen Botswanaan, zoals we zouden mogen hopen. En als u niet wist hoe een een inwoner van Guatemala heette, zou u dan op het correcte Guatemalteek gekomen zijn?
      Wist u dat een inwoner van Addis Abeba mag kiezen tussen Addis Abebaër en een verrassende Addis Abebiet?

De verwarring is mooi zichtbaar bij een inwoner van Breda die volgens de Nederlandse Spraakkunst aanspraak mag maken op niet minder dan drie correcte aanduidingen: Bredanaar, Bredaënaar, en Bredaër. Volgens bovenstaande voorbeelden had hij ook kunnen heten: Bredaan, Bredees, Bredeen, Breteek, Brediet en zelfs Bredioot.


 

                                                                                           AQUITANEN & SPANJOLEN  

Gaat het u intussen ook al duizelen? Nou, de Nederlanders kennelijk ook want bij een flink aantal minder gebruikelijke namen op -a hebben ze de moed volledig opgegeven. Bij inwoners van Bermuda, Suva en Dhaka bijvoorbeeld staat aangegeven: omschrijving. Daar is dus geen officieel woord voor een bewoner en die moeten we noodgedwongen aanduiden met bijvoorbeeld bewoner van Suva of inwoner van Bermuda.
      Waarom heet een inwoner van Australië een Australiër en waarom noemen we een inwoner van Aquitanië een Aquitaan? En waarom heet iemand uit Arabië dan geen Arabiër of Araab maar een Arabier? En waarom wonen er in Spanje naast Spanjaarden ook Spanjolen?

Wat ik altijd prachtig vind zijn de drie- of vierletter-namen, die erop duiden dat de naam van het land is afgeleid van de bevolking en niet andersom. In Jutland, Rusland, Denemarken en Noorwegen wonen dus geen Jutlanders, Ruslanders, Denemarkers en Noorwegenaars, maar Jutten, Russen, Denen en Noren.
      Griekenland herbergt veel Grieken. En consequent zijn we allerminst. Zo wonen in Oostenrijk Oostenrijkers maar in Frankrijk Fransen. En de allermooiste korte vorm tref je aan in Groot Brittannië, waar geen Groot-Brittanniërs wonen maar gewoon Britten.

Zulke dingen vind ik nou leuk. De Nederlandse taal produceert uitgangen waar je nooit op zou komen en die doordat ze in de Algemene Nederlandse Spraakkunst vermeld staan ineens een heleboel onlogische vormen in onze toch al zo rijke taal binnenhalen.
      Laten we eens een klein testje doen en kijken hoe goed uw kennis van die woordenrijkdom is. Ik noem eerst de plaats op en u raadt wat het officiële woord is. Laten we met het buitenland beginnen.
      Op de Abruzzen wonen Abruzzezen, in Aden vind je Adenieten en een inwoner van Algiers is een Algierser. Had u alle drie goed? Nou, dat is dan knap want ikzelf wist geen enkele bewoner correct te benoemen.
      Hier komen nog een paar mooie: In de Andes wonen Andijnen, in Azerbeidzjan wonen behalve Azerbeidzjanen Azeri, de Balearen worden bewoond door, jawel... Balearen.
      Caracas huisvest voornamelijk Caracenen, en in Ivoorkust wonen Ivorianen. En door wie wordt Curaçao bewoond? Door Curaçaoërs en zelfs Curaçaoënaars!
In Kaapstad verblijven vooral Kaapstatters en Kapenaren, terwijl Cyprus en Cairo bevolkt worden door respectievelijk Cyprioten en Caïroten. La Paz herbergt natuurlijk Lapacenen, en Madrid Madrilenen. Monaco barst van de Monegasken, terwijl Sofia de voornaamste vindplaats is van alle Sofioten.

                                                                                   BEVERAREN & GELDROPPERS

Okee, zegt u misschien, die buitenlanden, daar weet ik niet zoveel van.
      Maar ook in de Lage Landen staan we vaak voor verrassingen. Zo wonen in Assen behalve Assenaren ook Assers, terwijl in Geldrop vooral Geldroppenaren en Geldroppers wonen. En wie wonen er in Lelystad? Lelystedelingen. In Hoedekenskerke wonen geen Hoedekenskerkgangers maar Hoedekenskerkenaren. Natuurlijk wordt Beveren niet bevolkt door Bevers maar door Beveraren, Knokke telt wel een paar knokkers maar er wonen allemaal Knokkenaren, Moeskroen telt veel Moeskroenenaren, en geloof het of niet maar Ukkel wordt bewoond door echte Ukkelaars.

Zeg eens eerlijk, hoeveel had u er goed? Misschien wel meer dan ik. Wat een schitterende verwarring en wat een rijkdom aan onverwachte vondsten.
Misschien wel de allermooiste vind ik de inwoners van Bergen. Zowel in het Noord-Hollandse Bergen als in het Belgische Bergen (ook bekend als Mons) wonen natuurlijk Bergenaren.
      Maar wat te denken van het Limburgse Bergen, waarvan de spraakkunst vermeldt dat de inwoners niet Bergenaren heten maar dat die omschreven moeten worden als bijvoorbeeld ‘inwoners van Bergen’. Geweldig zoiets!
 
Het is een voorrecht en een bijna culinair gevoel om als Nederlander te mogen leven tussen de Bangkokkers, de Addis Abebieten en de Caïroten!
Arme Ukkelaars!



Audio 34:

  

Radioportret van Frans Hertoghs. Gemaakt in 2003.

 

 

 

Van Voorburg naar Tiengemeten



Een ongewenst ijsvogeltje

Op 10 mei 2007 werd het eiland Tiengemeten officieel geopend en tot natuurgebied verklaard door minister Gerda Verburg. Het eiland ligt in het Haringvliet tussen de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee. Het eiland is nu onderdeel van het Natura 2000 programma van de EU. Alle Europese lidstaten is gevraagd waardevolle natuurterreinen op hun grondgebied met elkaar te verbinden, zodat flora en fauna zich straks over heel Europa kunnen verspreiden.

Image Ik woon sinds 1986 op Tiengemeten en schreef een boekje over mijn ervaringen op dit geïsoleerde eiland en de veranderingen die de nieuwe natuur brengt.
      Het boekje kwam begin mei 2007 uit.

LEPELAARS & KLUTEN  

Tiengemeten was een agrarisch gebied waar negen boeren op ruim 750 hectare binnendijks gebied hun brood verdienden. In februari 2005 vertrok de laatste boer met zijn familie en werd het eiland in twee jaar tijd getransformeerd tot een zoetwatergetijdenlandschap. De zuidelijke dijk is afgegraven waardoor het water van het Haringvliet vrij kan stromen over een deel van het eiland. Er ontstaan grote ondiepe waterplassen.
      Prompt zwemmen wilde zwanen over de voormalige akkers, klepperen groepen lepelaars opgewonden met hun snavel, laat de kleine zilverreiger zich zien, dalen vele soorten eenden in het ondiepe water en vinden opvallend veel kluten dit nieuwe foerageergebied.

  

GRAUWE GORZEN

Op de oostpunt van het eiland gaat Natuurmonumenten met kleinschalige akkerbouw oude graanteelten opnieuw introduceren, zoals wintergraan, gierst, spelt en zomertarwe. Dat gebeurt natuurvriendelijk en ouderwets met Zeeuwse trekpaarden voor de ploeg. Groot zal de oogst niet zijn want reeën en ganzen worden niet van de velden geweerd

                                                                                                        In november 2007 graaft een machine een zes meter brede strook tussen deze akkers en de sloten zo’n dertig centimeter af, want akkervogels hebben het moeilijk in Nederland. Natuurmonumenten zaait deze stroken vervolgens in met kruiden, die in een Zeeuws akkerreservaat zijn gewonnen. Hierdoor zullen in het voorjaar van 2008 vele grauwe gorzen, patrijzen, veldleeuweriken en andere akkervogels naar het eiland trekken.
      Tiengemeten wordt op deze manier steeds aantrekkelijker voor vogels

Bij de uitgave van mijn boekje werd ik geïnterviewd door Marcel van Lieshout van de Volkskrant. Hij begint zijn artikel op een originele manier;
      “Zeven vaste bewoners kent het Zuid-Hollandse Tiengemeten en één van hen is nu al in staat van verwarring over de nieuwe natuur op het eilandje.Ton van der Graaf woont er al 21 jaar en wordt sinds kort gefopt door een vogel die klanken uitstoot die verdacht veel lijken op de ringtoon van zijn mobieltje. Mooi dat hij herhaaldelijk voor niets naar zijn telefoontje is gehold.”

 

Ik kreeg via de mail veel reacties op dit citaat. Hieronder twee voorbeelden;

-------------------------------------


                                                                                                              
VOGELKENNER  

Een vogelkenner heeft bij mij in de tuin geconstateerd dat het hier om een spotvogel gaat. Een zomergast die variërend en constant luid imiterend tientallen andere vogels kan nadoen waaronder de merel en de spreeuw en dus ook mijn telefoon.

In de oude polder aan de oostkant van Tiengemeten wonen H. en C. in een prachtige oude boerderij.
      Ze hebben veel energie gestoken in het opknappen van zowel de stee als de grote tuin rond de boerderij. Een prachtige tuin, de mooiste van het eiland, waar je tegen de avond in de schemer de ransuilen ziet vliegen tussen de oude vijgenbomen, kronkelwilgen, bamboe en veel bijzondere planten langs een grote vijver vol met vis

 

KLEURRIJKE VISJAGER

Deze vijver is door de ijsvogel ook ontdekt. De prachtige, kleurrijke visjagende vogel leeft ook op Tiengemeten, maar je ziet hem zeer zelden.Bij de grote haven zit er één, maar die heb ik maar twee keer gezien. Ze zijn schuw en vliegen zó snel (tachtig kilometer per uur) dat je ze meestal slechts in een flits ziet. Een echte vogelaar noteert het met trots als hij er één heeft gesignaleerd.
      H. en C. zitten vaak aan een zelfgemaakte tafel bij het raam met uitzicht op de tuin.Twee meter van het raam ligt de vijver. Dagelijks zien zij daar een ijsvogel zitten op een paaltje anderhalve meter van het raam. En dagelijks zien zij van zo dichtbij de vogel meermalen het water in duiken en altijd met een visje in zijn bek weer bovenkomen. Niet voor niets luidt zijn naam in het Engels ’Kingfisher’.
      Veel vogelaars leggen zo € 10,- neer om een uurtje aan hun tafel te mogen zitten, fototoestel in de aanslag.
      Maar C. heeft een groot hart voor dieren en zij vindt het zielig voor de visjes. Dus iedere keer als de mooiste vogel van Nederland op háár paaltje gaat zitten, rent zij naar buiten om hem weg te jagen!
      Dat lukt natuurlijk, maar de ijsvogel is hardnekkig en komt dagelijks terug.

Stelt u zich nu eens het gezicht voor van vogelkenner en natuurgids Rob die een paar maal per week vogelaars op Tiengemeten rondleidt, toen C hem benaderde met de vraag;

      ”HOE KOMEN WE IN GODSNAAM VAN DIE IJSVOGEL AF?!”