Reizen (518)

 


De onttakeling van het Paradijs

(Door Rolf Weijburg)

Op veel van de Outlying Islands, de Zil Eloigne Sesel,  in het uitgestrekte zuidwesten van de Seychellen dat de Lost Corner wordt genoemd, werd vroeger guano (natuurlijke meststof) gewonnen, zeeschildpadden en haaien gevangen en kopra geproduceerd. De seizoenarbeid op de eilanden trok avonturiers en gelukszoekers aan, maar ook avontuurlijke ondernemers bezochten de uithoek.

In één van de voorgaande afleveringen van deze blog, kwamen we al  kunstenares Wendy Day Veevers-Carter tegen die samen met haar man Mark een plantage runde op het eilandje Remire in de Amirantes archipel. Het echtpaar verkocht de goed lopende plantage in 1968 en verhuisde naar een zo mogelijk nóg grotere eenzaamheid: naar het verre onbewoonde Astove atol, net boven de noordelijke punt van Madagaskar.
      Ze bouwden er een huis met 14 kamers, een gebouwtje voor de kopra-verwerking, een kapel, een winkeltje en huisjes voor de Seychelse arbeiders die gingen werken op de kokosplantage. Kopra was waar het om draaide, maar er werd ook tabak verbouwt.
      Alles verliep min of meer voortvarend totdat Mark enorme tandpijn kreeg en absoluut naar een tandarts of tandchirurg moest. De dichtstbijzijnde bevond zich in Kenya en na veel wachten kon hij eindelijk door een schip dat naar Mombasa op weg was worden opgepikt.
      Mark overleefde de verdoving die hem werd toegediend echter niet. Hij stierf in de tandartsstoel …
Tot eind 1970 probeerde Wendy de plantage op Astove alleen te runnen, maar ze gaf het op en vertrok samen met haar kinderen terug naar de VS en de plantage verwilderde.

 ASTOVE

Er is nu een airstrip op Astove waar soms kleine gezelschappen landen die voor iets meer dan 10.000 US dollar een weekje komen vissen en in de kleine lodge verblijven.  
      Dat kun je ook op allerlei andere eilanden, zoals bijvoorbeeld op Alphonse of op het zuidelijkst gelegen eiland Farquhar.

      Het kost wel wat, maar dan kan je toch maar mooi onder niet alledaagse omstandigheden een hengeltje uitgooien.

  De Outlying Islands worden gerund en ontwikkeld door de Islands Development Company (IDC) die over hun economische levensvatbaarheid waakt. 

Het prestigieuze “One Island One Hotel”, een plan om het gebied toeristisch te ontsluiten dat door het ministerie van toerisme in 2008 werd gelanceerd en moest worden uitgevoerd door de IDC, is echter bij lange na niet gehaald.
      De economische crisis was daar deels debet aan maar ook de lastige infrastructuur. Veel van de eilanden zijn per boot erg moeilijk bereikbaar of liggen gewoon te ver weg terwijl sommige airstrips te vaak met grote vogelkolonies kampen, die het landen en opstijgen van de vliegtuigjes van de IDC en Air Seychelles bemoeilijken. Een aantal hotels heeft daardoor, na initieel optimisme, de deuren voortijdig moeten sluiten.

                                                                       Privé eiland

Om er toch nog wat van te maken worden er naast plantage of hotel ook andere bestemmingen voor de eilanden bedacht. Privé eiland bijvoorbeeld.
      D’Arros Island in de Amiranten Archipel was al sinds de zeventiger jaren in bezit van de Iraanse Prins Shahram Pahlavi Nia en werd later verkocht aan de schatrijke Française Liliane Bettencourt, dochter van de oprichter en grootaandeelhouder van cosmeticagigant L’Oreal. 

      In 2012 verkocht Liliane het eilandje voor 60 miljoen dollar (ruim drie keer de aanschafprijs …!) aan de Save Our Seas Foundation, een organisatie die zich inzet voor de bescherming van de oceanen en van D’Arros Island een Natuur Reservaat maakte.  

Minder geruststellend zijn de ontwikkelingen op Assumption Island, nota bene op slechts 50 kilometer ten oosten van het UNESCO Wereld Erfgoed atol Aldabra.
      Op Assumption wordt sinds 2016 gebouwd aan een Indiase Basis. India, dat altijd al veel belangen in de Seychellen heeft gehad en onder andere het Seychelse leger adviseert, leasede het eiland van de Seychellen. De zeven inwoners werden onder “lichte dwang” geherhuisvest op Astove Island  en wonen er nu in twee door India gebouwde huisjes.

India bouwt intussen flink door aan de basis die zowel een marine- als een luchtmachtbasis zal worden en eind 2018 operationeel moet zijn. De basis moet, in combinatie met een uitgebreid ook in de Seychellen ontwikkeld Indiaas radarsysteem, India grotere invloed en controle geven over de westelijke Indische Oceaan. Niet onbelangrijk daarbij is dat China, toch al niet India’s beste vriend, sinds 2015 een marinebasis heeft in de buurt van Obock in het Oost Afrikaanse Djibouti.
      Op twee eilanden in de Seychelles Outlying Islands werd de afgelopen jaren een gevangenis gebouwd: op Marie-Louise in de Amirantes en, helemaal aan de oostelijke kant van de Outlying Islands, op Coëtivy Island.
      Op Marie-Louise worden hoofdzakelijk verdachten vastgehouden die op hun berechting wachten. Ze worden bewaakt door een paar Seychelse agenten en een dertigtal uit Nepal afkomstige ghurka’s … vraag me niet hoe díe daar terecht zijn gekomen.


Garnalenfarm

Coëtivy had vroeger een belangrijke garnalenfarm waar bijna 200 arbeiders werkzaam waren.  De farm sloot in 2008 – op Google Earth zijn de deels overwoekerde bassins nog goed te zien –  en de arbeiders keerden werkloos terug naar Mahé. Enige jaren terug werd het eiland uitverkoren als locatie voor de bouw van een nieuwe gevangenis en in de gloednieuwe gebouwen vinden we nu drugdealers, drugsrunners en zwaardere criminelen. Bewakers zijn er nauwelijks nodig: het eiland ligt zó geïsoleerd dat ontsnappen nagenoeg onmogelijk is.

Maar, wacht even, ook op Mahé is een grote gevangenis, de Montagne Posée Prison. Dat maakt dus drie gevangenissen op een bevolking van nog geen 100.000 zielen. Er zijn de laatste jaren weliswaar veel Somalische piraten opgepakt en gevangen genomen, maar toch.
      Ik ben eens wat gaan zoeken en kwam er achter dat er in 2014 66 Somalische piraten in een Seychelse cel zaten, een aantal dat in 2016 was gedaald naar 22. Verder zoekend las ik dat er in totaal in september 2014 735 mensen vast zaten in de Seychellen.
      Afgezet op de wereldlijst van aantallen gevangenen per 100.000 inwoners bleek dat er relatief gezien nergens ter wereld zóveel mensen in de gevangenis zitten als op de Seychellen. Enkelen vanwege piraterij en een flink aantal vanwege druggerelateerde delicten, zo las ik.
      Maar verreweg de meesten wegens verkrachting.

Het lijkt er op dat het paradijs zo langzamerhand opgehouden is paradijs te zijn.

 

 

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen

 

 

 

 

 

Voorjaar 2003

''Ik bedoel… Nieuw-Zeeland is eh… niet zo spannend‘.

Wellington-Auckland-HongKong

Het was september 2007. Op de radio was verslaggever Hans Brian, die zei dat rugbyers eruitzien als hooligans maar spelen als gentlemen. Hij zei dat naar aanleiding van het wereldkampioenschap rugby, dat toen in Frankrijk begonnen was. Het toernooi zou maar liefst zes weken duren. Nieuw-Zeeland was favoriet. Frankrijk, Engeland, Australië en Zuid Afrika maakten ook een kans.

Direct nadat ik dit gehoord had, zocht ik op of Samoa van de partij was. Het antwoord was: 
      Ja, Samoa doet mee.

Waarom ik daarin geïnteresseerd ben? Wel!

In maart 2003 zat ik in het vliegtuig op weg van Wellington in Nieuw Zeeland naar Hong Kong in China. We maakten een tussenlanding in Auckland en daar stapte een zeer donker gezelschap keurig uniform geklede mannen in. Ze waren bijna allemaal heel groot en stevig gebouwd. 
      Er ging er één naast me zitten. Een prachtig atleet. Mooie man. Gebeeldhouwd gezicht. Gentleman en absoluut geen hooligan. De stewardess van New Zealand Airlines kende hem. Zij gaf hem een knipoog en een glaasje Jus d’Orange, dat hij in heel kleine teugjes op dronk.

      ‘Joe’, zei hij. ‘Ik ben Joe’.
      ‘Wie zij waren’, vroeg ik maar eens.

Zij waren het nationale Rugbyteam van Samoa, een eilandje in de Stille Zuidzee, zo‘n 3.000 kilometer boven Nieuw Zeeland. Zij gingen via Hong Kong naar Engeland, waar ze een paar oefenwedstrijden zouden spelen ter voorbereiding op het wereldkampioenschap dat een paar maanden later in Australië zou worden gehouden.

‘SAMOA!’. 
      Wat wist ik van Samoa. 
Eerlijk gezegd wist ik heel weinig van Samoa, maar omdat zij kennelijk goed waren in rugby dacht ik dat het wel een voormalige Britse kolonie zou zijn.
      Joe moest daar een beetje om lachen. 
      ‘Nee’ zei hij. ’Wij zijn in een ver verleden Duits geweest’.

      ‘Waarom is rugby dan zo populair? 
      ‘Heel eenvoudig’, zei Joe. ‘Na de eerste wereldoorlog zijn wij een tijd bezet geweest door Nieuw-Zeeland. Zij hebben die sport bij ons geïntroduceerd. En wij bleken er goed in. Zelf ging ik bijvoorbeeld al in Nieuw-Zeeland spelen toen ik twaalf jaar was. Die competitie daar is erg sterk. Maar de competitie in Engeland is nog sterker. En daar speel ik nu al vier jaar. Het bevalt me goed. Ook het leven in Engeland. Ik bedoel… Nieuw-Zeeland is eh… niet zo spannend‘. Hij keek naar de stewardess, die alweer vroeg of hij iets nodig had.
      'Bovendien ben ik inmiddels getrouwd met een Engelse. We hebben een dochtertje van een half jaar en er komt nog een kind aan. Ik blijf waarschijnlijk voor goed in Engeland''.

Of ze een kans zouden maken daar op dat kampioenschap in Australië . 
      ‘Nee’, zei Joe.
      ‘Nieuw Zeeland gaat waarschijnlijk winnen. En weet je waarom? Er zitten spelers uit Samoa in. Die hebben zich voor veel geld laten naturaliseren. Mij hebben ze dat ook gevraagd, maar ik heb het geweigerd. ’Andersom spelen er bij ons een paar Nieuw-Zeelanders mee, maar ja dat zijn niet de besten.’

In het vliegtuig zaten zo’n twintig passagiers met mondkapjes voor. Ruim een week eerder was de Sars-epidemie in Hong Kong uitgebroken en op dat moment was nog absoluut niet duidelijk hoe erg het zou worden. Een uur voordat we zouden landen kregen ook alle spelers en begeleiders van het rugbyteam een mondkapje uitgereikt.

      ‘Sorry’, zei Joe glimlachend. 
      ‘Succes’, zei ik.


P.S. Samoa overleefde bij het W.K. in 2003 de eerste ronde niet. Het team won met grote cijfers van Uruguay en Georgië, maar verloor van Zuid-Afrika en de latere wereldkampioen Engeland. Ook in 2007 overleefde Samoa de voorronde niet. Er werd gewonnen van de V.S. maar er was verlies tegen Engeland, Tonga (nipt) en de latere kampioen Zuid-Afrika.

 (Eerder geplaatst 12-09-'07)


Ontmoetingen in de lucht:
 

1. Jevgeni, een Oezbeek
2. Mira, een Zuid-Afrikaanse
3. Harald, een Noor
4. Ilse, een Vlaamse
5. Jolande, een Hollandse
6. Joe, een Samoaan


Ontmoetingen in de open lucht:

1. De kapitein, een Montenegrijn
2. Salomon, een Mozambikaan
3. Meri-Tuuli, een Finse 
4. Lama Tsultrim, een Bhutanees
5. De viskoopster, een Malta-ganger
6. Marco, een Boliviaan
7. Dominee Kiss, een Hongaar in Roemenië
8. Mevr. Sobolovic, een Joegoslavische
9. Uncle Basil, een indiaan in Guyana

 

 


Koraaleilanden & Reuzenschildpadden


(Door Rolf Weijburg)

Vroeger ontbeten we meestal in de Sahara, maar tegenwoordig nuttig ik mijn ontbijt in de Seychellen en zit Catherine meestal ergens in de Malediven.
      Een jaar of tien terug heb ik het tafelblad waarop ik een zeer gedetailleerde IGN kaart van de centrale Sahara had geplakt, vervangen door een nieuw tafelblad waarop ik een grote Admiralty zeekaart van de Indische Oceaan heb aangebracht.
      Als ik mijn bord niet te ver naar rechts schuif kan ik de hele Republiek Seychellen goed overzien.

Dit land mag dan wel het op 14 na kleinste land ter wereld zijn, het gebied waarover de Seychelse eilanden verspreid liggen is enorm uitgestrekt, valt mij iedere ochtend op. Minstens twaalfhonderd kilometer oost-west en iets minder noord-zuid.
      De meeste en bekendste eilanden liggen in de zogenaamde Seychelles Inner Group in het noord oosten van het gebied. Het zijn bergachtige dichtbegroeide granieteilanden, uniek in de wereld want nergens anders liggen granieteilanden zo ver van een continent verwijderd. Hier ligt op het eiland Mahé de hoofdstad Victoria en op deze Inner eilanden woont het overgrote deel van de bijna 100.000 zielen tellende Seychelse bevolking. Dit zijn de eilanden die over het algemeen bedoeld worden als men het over de Seychellen heeft.

Maar in het uitgestrekte zuidwestelijk deel van de republiek, in de zogenaamde Lost Corner, zie ik naast mijn ontbijtbordje nog meer eilanden en eilandgroepen met namen als Farquhar, Amirantes, Aldabra, Cosmoledo of Coëtivy. Anders dan de Inner Group eilanden zijn dit lage, met kokospalmen begroeide koraaleilanden.  Dit zijn de Seychelles Outlying Islands, dit zijn de Zil Eloigne Sesel, zeg maar de Verre Seychelse Eilanden .

Hoewel de meeste eilanden van de Zil Eloigne Sesel niet veel groter zijn dan enkele vierkante kilometer en er bij elkaar gemiddeld door het jaar genomen slechts 700 man wonen -over het algemeen seizoensarbeiders die op de kokosplantages werken -, is er in 1980 een aparte postadministratie voor dit uitgestrekte gebied in het leven geroepen.
      Niet één postkantoor was er ooit op de eilanden, maar een reizend postkantoor aan boord van een kleine schoener deed er af en toe de ronde. Het schip was al gauw een paar weken onderweg voordat het weer in Victoria kon aanleggen.

De Zil Eloigne Sesel zijn onderdeel van de Republiek der Seychellen en je kon er ook met gewone Seychelse postzegels post versturen. De uitgifte van speciale Zil Eloigne Sesel postzegels gebeurde dan ook hoofdzakelijk om een nieuw en exclusief filatelistisch verzamelgebied te creëren.

Maar de eerste uitgifte ging niet vlekkeloos.

        

        

In 1980 verscheen een eerste zegel waarop de diverse eilandgroepen van de Zil Eloigne Sesel op een kaart stonden aangegeven. Het was nog even wennen want binnen het donkerblauwe vlak dat het gebied markeert waren ook de Agalega Eilanden betrokken.
      Deze twee eilanden met een bevolking van 300 bewoners en een hoofdstadje dat Vingt Cinq heet (Vijfentwintig, naar het aantal zweepslagen dat rebelerende slaven kregen …) behoren nochtans tot Mauritius.
De postzegel  is een jaar later vervangen door een andere waarop de Agalega’s buiten het donkerblauwe vlak zijn getekend en ook Aldabra Island juister is gepositioneerd.

De uitgaven voor de Zil Eloigne Sesel gingen door tot 1992 en in die 12 jaar is de schrijfwijze van de landsnaam op de zegels, omdat het Seychelse Kreools in die tijd nog geen officiële spelling kende, drie keer veranderd.

De meest bijzondere plek in de Zil Eloigne Sesel is Aldabra, 1200 kilometer zuidwest van de Seychelse hoofdstad Victoria. Het is een atol, één van de grootste ter wereld, het grootste van de Seychellen, met vier grote en enkele kleinere eilanden rondom een enorme lagune, maar er wonen slechts een paar mensen.
 
       

Aldabra is moeilijk bereikbaar, geïsoleerd als het ligt ver buiten de gangbare scheepsroutes. Je hebt bovendien een vergunning nodig om er aan land te mogen, er gaat haast nooit een boot heen, er is ook geen haven, en als je er met een vliegtuigje heen wilt, moet je dat zelf charteren, landen op de airstrip op Assumption Eiland 50 kilometer naar het oosten en dan met een bootje zien over te varen.

   

Het atol is een UNESCO World Heritage Site en dat komt onder andere omdat de laatste kolonie Seychelse reuzenschildpadden op dit eiland leeft, meer dan 150.000 zijn het er. Wereldwijd komen alleen op de Ecuadoraanse Galapagos Eilanden nog wilde reuzenschildpadden voor.

Aldabra is een omhooggestuwd koraalrif, het is er heet, er groeien maar weinig bomen en het is hoofdzakelijk begroeid met doornig droog struikgewas.
      En alsof dat nog niet genoeg is, bestaat de grond er uit vlijmscherp koraal doorzeefd met tot wel zes meter diepe gaten, waardoor lopen levensgevaarlijk wordt. Ook de schildpadden hebben het er niet makkelijk.

 

Onherbergzaam is een goed woord voor Aldabra en dat is, naast de geïsoleerdheid, ook één van de redenen waarom het stropen van de schildpadden altijd beperkt is gebleven. Op Mauritius bijvoorbeeld, waar de reuzenschildpadden ooit ook voorkwam, zijn de beesten uitgeroeid.
      Er woont slechts een handjevol mensen op Aldabra, caretakers en een paar wetenschappers.
Eens in de zoveel tijd komt er een groepje toeristen langs die een peperdure tour hebben geboekt, maar voor de rest hebben de reuzenschildpadden (en de endemische Aldabra Rail, de enige overlevende loopvogel in de Indische Oceaan en ver verwant aan de Dodo en de Solitaire) het eiland min of meer voor zich alleen.

In 1997 nam ik een telefoonboek mee uit de Seychellen. Een dun boekwerkje waarin de abonnees op de drie Inner Group eilanden Mahé, Praslin en La Digue allemaal samen op een twintigtal pagina’s stonden vermeld, maar waar één pagina was gereserveerd voor de abonnees op álle andere 113 eilanden. 
      Het gros van deze abonnees woonde op de kleinere eilanden van de Inner Group, maar in de hele Zil Eloigne Sesel waren slechts drie eilanden waar je een telefoon kon vinden. Aldabra, het grootste eiland van de Seychellen, hoorde daar niet bij.

En Wilbur Smith op Cerf Island was één van de weinigen met een fax, maar hij is dan ook de bekende Zuid-Afrikaanse schrijver.

 

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen

 

 

 

 

 

 

Alleen op de naaktcamping

Wat hebben we allemaal gedaan in de zomer? Ik, vrouw alleen, 59, vertel dat ik naar Frankijk was, ja, in m’n eentje met de auto; ja kamperen, twee weken. Durf je dat alleen? Twee weken op een camping? Ik: ja, ik was op een naaktcamping, ik weet uit ervaring dat je daar veilig bent, geen gezeur aan je hoofd.

Een naaktcamping! Ik zie bij de jongere mensen de wenkbrauwen licht geamuseerd omhoog gaan (er is een oudere vriend bij die ook al jaren naakt kampeert. (I’m not alone). Ik vertel dat het een geweldige camping was, maar dat ik volgend jaar naar een andere camping ga, ‘oh zeker niet weer naakt’ is de reactie, vanzelfsprekend, ze ‘weten het al, ik ga natuurlijk niet weer naar een naaktcamping’. Nee, zeg ik, ik ga natuurlijk weer naar de naaktcamping, maar deze was te groot, er waren teveel gezinnen en stellen en het zwembad was te vol met jonge mensen die lawaai maken, maar verder, naakt is heerlijk.

Discussie

Naaktcamping, het roept discussie op, vroeger al maar nu weer. Ga ik dan ook naakt boodschappen doen? Jazeker, er was een goed winkeltje bij; ga ik dan ook naakt naar het terras? jazeker, het was er warm en er was schaduw op het terras en koude wijn. Moet je dan altijd naakt? Nee natuurlijk niet, als je kleren aan wilt als het afkoelt doe je dat. Ik vertel dat ik naar twee fantastische concerten ging. Dat er een beroemde jonge Nederlandse gitarist was roept geen belangstelling op, want het gezelschap wil alleen maar weten of ik naakt was…… Nee, ik had kleren aan, de avonden waren relatief koel en daarom had ik kleren aan ……..gegiechel.

Je kunt het niet uitleggen; dat als het koel wordt je gewoon iets aan trekt, dat de meeste mensen ‘s avonds kleren aantrekken, dat dat niet te maken heeft met het concert, met het terras.

Ik vertel dat ik ‘t de meest ontspannen manier van kamperen vind, dat ik het al 40 jaar doe, dat er leuke mensen komen, dat ik me er veilig voel, dat er respect is voor privacy, dat het er (meestal) rustig is. Er ontspint zich een interessant gesprek, alle jonge mensen zeggen dat ze nooit naar de naaktcamping zouden gaan. Dat ze er nog nooit over nagedacht hebben maar dat ze het nooit zouden doen.

Argumenten: naakt heeft te doen met intimiteit, dat je je intimiteit niet deelt met vreemden, dat je je schaamt voor je lichaam, dat je je niet kunt onderscheiden door je kleren, dat je je geen houding zou weten te vinden, dat je je bekeken voelt, dat iedereen je borsten, je pik kan zien. Dat je niet weet met wat voor soort mensen je van doen hebt omdat je niet kunt zien wat voor kleren ze dragen. Mijn argumenten: naaktkamperen heeft niets (extra’s) te doen met intimiteit, dat je je intimiteiten deelt in je tent, dat het niets met seksualiteit van doen heeft, dat je je juist niet hoeft te schamen als je je ouder wordende lichaam (en dat zijn alle lichamen na de 21) niet in een bikini hoeft te proppen, alsof je een worst bent die te vol gestopt is, dat het prettig is dat de lijnen van je lichaam vloeiend doorlopen i.p.v. onderbroken te worden door kleding, dat je daardoor mooier wordt, dat je je mooier voelt, dat je je kunt onderscheiden door trotser en meer rechtop te lopen, dat je iedere dag een andere strik in je haar kunt doen.

Uiterlijkheden

Laten zien wie je bent door uiterlijkheden, meer dan alle jaren hiervoor zag ik een enorme variëteit aan tatoeages, meer dan ooit zag ik mensen in een rolstoel, met 1 been, met geen benen, met geen benen en twee halve armen. Ik zag een 70-jarige vrouw met een kunstbeen (dat ze zonder gene aflegde toen er een griezeltocht voor de kinderen werd georganiseerd en zij haar been langs het bospad legde)
      Ik zag een man in het zwembad met een katheter in zijn pik, ik zag een echtpaar, beiden in een rolstoel met twee gehandicapte kinderen, ik zag bevrijding en zwemplezier, ik zag genieten en intimiteit door openheid, ik zag loslaten. Ik zag mensen die zich onderscheiden door diverse tenten, van mijn eigen nylon Hematent tot mensen met een prachtige Colemantent (die heel onderscheidend een berg vuilnis achterlieten,) Ik zag mensen met een camper die ‘s nachts de airco aanlieten waardoor ik s’nachts in het gebrom lag. Ik zag een gitarist ‘s middags naakt met z’n gitaar eindeloos rifjes oefenen. Ik zag een gezin met een zwaar gehandicapte jongen dat openlijk uitsprak zich hier te kunnen ontspannen.

Wat me wel aan het aan het denken zette in het gesprek aan tafel van de week was: ‘tegenwoordig zie je zoveel naakt op internet, dat je je eigen naaktheid niet wilt tonen omdat je je zelf niet publiek wilt tonen, dat naaktheid een commercieel uit te buiten factor is, dat je op Facebook alles kunt zien wat mensen doen’ (mijn argument dat je niet hoeft te facebooken werd weggewuifd als niet ter zake doende).

De naaktcamping is tegenwoordig bevolkt door oudere mensen, het sterft uit, maar door de juiste overwegingen?

Wilt u weten welke naaktcamping ik volgend jaar ga bezoeken? Geef me eens een goede suggestie en ik mail u terug! en misschien kunnen we daar samen staan!

Meer Dini's:

Te gast 22: Vrouw en Reedio
Reizen 107: You have a good heart and you have a good heart

 

 

 

Vissers, kapers en toeristen 

 

(Door Rolf Weijburg)

Eind jaren tachtig van de vorige eeuw ebde de coupdreiging in de Seychellen geleidelijk weg. Het bewind van de in 1977 zelf door een coup aan de macht gekomen socialistische president René versoepelde. Er begonnen zich positieve contouren af te tekenen aan de Seychelse skyline.
      In 1991 kwam er een nieuwe grondwet en kregen de Seychellen een meerpartijenstelsel. James Mancham, de afgezette eerste president van de republiek, keerde terug uit ballingschap in London en stelde zich bij de eerste democratische verkiezingen in 1993 direct kandidaat. Maar France Albert René won.
      Niet geheel verwonderlijk want hij had in de loop der jaren toch wel het één en ander voor elkaar gekregen in de eilandstaat. Er was inmiddels gratis onderwijs en gratis ziekenzorg. Het land was één van de meest voortvarende Afrikaanse economieën geworden en ontpopte zich als een voorvechter voor duurzame ecologische initiatieven in de Indische Oceaan regio. De Noord-Koreaanse bullebakken waren naar huis gestuurd. Hoewel het land een socialistische republiek bleef en de Amerikanen op hun grote basis op Diego Garcia in de Britse Chagos Archipel vlak om de hoek zaten, stond René niet toe dat er buitenlandse, bijvoorbeeld Russische, bases op de eilanden werden gevestigd.

Het toerisme was, toen ik, samen met mijn vrouw Catherine deze keer, in 1997 weer op de ferry van Praslin Island naar La Digue zat, het belangrijkste onderdeel van de Seychelse economische motor geworden. We waren allang niet meer de enige buitenlanders aan boord maar werden omringd door groepjes toeristen. Joggingpakken, filmcamera’s en honeymooners vulden het bootje.
      De steiger van La Digue was van beton geworden. Fietsen kon je op tientallen plaatsen huren. Geen oude Raleighs meer, maar mountainbikes met tien, twintig versnellingen. Het licht was nog even mooi in de zanderige laantjes, maar er waren nu heel wat guesthouses, hotelletjes en souvenirwinkeltjes en hier en daar reed een auto. Het huis waar Emmanuelle twintig jaar geleden in soft focus klaar kwam was een soort nationaal monument geworden en om het landgoed te betreden moest je nu voor tien Rupee een ticket kopen.  

 

''Wij vertrekken"

De Seychellen hebben geen oorspronkelijke bewoners. De eilanden waren onbewoond toen de Fransen er in de achttiende eeuw neerstreken. Alle Seychellers zijn immigranten, de meesten van Franse, Frans koloniale, Indische of Chinese afkomst die allemaal hun eigen talen spraken. Om met elkaar te kunnen communiceren ontstond er een soort lingua franca, het Creol Seychellois, dat een mengeling is van Frans, een beetje Engels en allerlei Indiase en Afrikaanse talen, die door 90% van de bevolking wordt gesproken. Dit Creools heeft nog niet zo lang geleden een officiële grammatica en spelling gekregen en is nu één van de drie officiële talen in de Seychellen. De andere zijn Engels en Frans.
      En dat kwam goed uit.
Na mijn eerste bezoek aan de Seychellen was ik dermate enthousiast dat de wens om enige tijd op de eilanden te wonen me niet meer losliet. Het duurde even, maar tien jaar later was het plannetje gesmeed. Mijn vrouw is Française en onze twee dochters zijn tweetalig opgevoed.  Ze waren 4 en 8 jaar oud en we wilden ze een andere ervaring meegeven: een jaar op de Seychellen, leven onder de palmen en leren op een lokale Franstalige school.
      In oktober 1997 vertrokken we ter voorbereiding naar de verre eilandenrepubliek in de Indische Oceaan. De dametjes bleven nog even thuis . 
Het viel in vergelijking met mijn eerste bezoek wel een beetje tegen. Het was er niet meer het onontdekte paradijs zoals ik het in 1986 had ervaren, maar La Digue bleef van een ongekende schoonheid.

School

We vonden een school, maakten een afspraak met de directrice, kregen een rondleiding en besloten de kinderen in te schrijven voor het schooljaar 1998 – 1999.
      Een verblijfsvergunning voor een jaar was een voorwaarde en we regelden een onderhoud met iemand van het Department of Immigration and Civil Status in Victoria op Mahé. Een uiterst aimabele man ontving ons in zijn airconditioned kantoor, begreep helemaal waar we het over hadden, goochelde wat met cijfers en kwam na een kort rekensommetje uit op een bedrag van een kleine 15.000 Euro. Voor de hele familie. Voor een jaar, no problem.
      Dat was dus alleen voor de vergunning. Huur en verblijfskosten zouden daar nog bij komen.
Zoveel geld hadden we niet helaas en we moesten ons plannetje afblazen. De kinderen hebben de Seychellen nooit gezien.

Een jaar later, in 1998, won René de verkiezingen opnieuw, maar in 2004 trad hij terug en werd zijn vicepresident James Michel president.
      De economie leunde zwaar op de inkomsten uit het almaar toenemende toerisme.  Té zwaar, zo bleek in 1991 en 1992 toen het toerisme door de effecten van de Golf Oorlog een belangrijke terugval kende en het land acuut in financiële problemen kwam.

Nieuwe inkomstenbronnen moesten worden aangeboord.

Net als veel Caribische landen en ook bijvoorbeeld Cyprus en Malta, bieden de Seychellen voor een flinke prijs paspoorten te koop aan. Daarnaast wordt er geld verdiend met de verkoop van olie. Er is, ondanks langdurig onderzoek nooit olie gevonden in het land en het spul moet worden ingevoerd vanuit Koeweit en Bahrein. Maar de Seychellen importeren ongeveer drie keer zoveel olie als voor eigen gebruik nodig. Het overschot wordt, met winst, doorverkocht aan scheepvaart- en luchtvaartmaatschappijen die de eilanden als tankstations gebruiken.
      Er wordt geïnvesteerd in uitbreiding van de vissersvloot en vooral de tonijnvisserij wordt gestimuleerd. De inkomsten uit de visserij samen met de verkoop van visvergunningen overschreden in 2009 de opbrengsten uit toerisme. Ook kleinschalige industrie wordt van overheidswege gestimuleerd en gesubsidieerd en steeds meer producten worden tegenwoordig lokaal gefabriceerd.


Dat het toerisme maar een wankele economische basis vormt bleek eens te meer toen in 2009 een Brits echtpaar dat met een zeiljacht op weg was naar Tanzania in de Seychellen werd geënterd door een snelle open boot met een zestal zwaarbewapende Somalische piraten. Het schip werd gekaapt en het echtpaar meegenomen. Dertien maanden duurde het, dertien maanden gevangenschap en marteling ergens in de hete Somalische woestijn, voordat het echtpaar, na betaling van waarschijnlijk een miljoen dollar losgeld, eindelijk werd vrijgelaten.

Nooit eerder hadden Somalische piraten in hun kleine bootjes zóver - we hebben het over ruim 1500 kilometer open zee - uit de Somalische kust toegeslagen. Je kan zeggen wat je wil, maar ze hebben wél lef.  De kaping gooide roet in het toeristische eten. Jachtverhuur, maar ook cruiseschepen werden in een groot deel van de Seychellen verboden en na enige tijd was ook de steady stroom jachten die op hun trans Indische Oceaan route de Seychellen steevast aandeden, geheel opgedroogd.
      Maar de Somaliërs bleven komen. Een Italiaans cruiseschip werd aangevallen, een hele Spaanse vloot tonijnvissers werd gekaapt, een Duitse tanker verdween etc. etc.
      De klad zit er goed in. Niet alleen is de toeristenindustrie ingezakt (wat als de kapers hun zinnen gaan zetten op één van de kleine resort-eilanden?) maar ook de inkomsten uit de visserij zijn inmiddels flink gedaald door de angst voor nieuwe piratenaanvallen.

Het blijft rommelen in het paradijs.

 

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen

 

 

 

 

 

 

Subcategorieën

Domar: Noord Bangladesh