Reizen (518)

 

Voorjaar 2004  

‘Opnieuw verscheen de vrouw met een jerrycan vol benzine. Ze maakte er geen probleem van hem helemal onder te gieten'

Een gebrandmerkte man

Als we uit de bus stappen bij het stadion wijst Theo de plaatselijke parkeerwachter aan. 
       ‘Dat is Marco’. 
Ik kijk de man aan en zie een gebrandmerkt gezicht met verschrikkelijke littekens. Hij is dik aangekleed en heeft een doek over zijn hoofd. Pas 26 jaar oud.
Het gebeurde acht jaar eerder hier in Cochabamba, een stad in het centrum van Bolivia. Marco logeerde bij zijn vriend Victor. Toen hij in zijn eentje het huis verliet, dachten buurtbewoners dat hij een inbreker was. Ze pakten hem, bonden hem vast aan een lantaarnpaal, goten benzine over hem heen en staken hem in brand. 
      Lynchen noemen ze dat in Bolivia.

Cochabamba is een stad van bijna één miljoen inwoners. Heel druk, lawaaiig, divers, gezellig en crimineel. Een mengelmoes van Indianen, Mestiezen, Latino’s en blanke afstammelingen van Spanjaarden, die allemaal één ding gemeen hebben. Ze kauwen op Cocabladeren.
       De stad ligt op 2600 meter hoogte en heeft volgens de Lonely Planet gids het meest plezierige klimaat ter wereld. (There is hardly a healthier or more ideal climate on earth with clear, beautiful skies.). 
      Theo Roncken, een Nederlander die hier woont, vindt dit laatste een beetje onzin. Cochabamba ligt in een dal en als het warmer wordt, blijven de uitlaatgassen hangen.‘Smog is hier jammer genoeg een heel normaal verschijnsel‘.

In de stad publiceerde de organisatie Accion Andina de getuigenis van Marco onder de kop ‘Gebrandmerkt’ als schrikwekkend voorbeeld van dit soort wraakacties.
      
Uit het rapport:

      Marco was een straatkind. Nooit naar school geweest. Zijn ouders werkten op de markt en gingen iedere dag s’ochtends om vier uur weg om pas ‘s avonds laat terug te komen. Victor, een buschauffeur ontfermde zich over de jongen, die uit huis wegliep toen hij zeven jaar oud was. Ze verloren elkaar een tijd uit het oog tot Marco achttien jaar was en -met die noodlottige gevolgen- bij Victor in huis werd opgenomen.


Politie steelt luxe jeep


Het is maar één verhaal uit een lange reeks van criminaliteit, geweld, seksueel misbruik, corruptie, oplichting, wraak en uitbuiting.

Daniël bijvoorbeeld had een winkel met hebbedingetjes, die hij zelf uit China haalde. Hij boerde goed en kocht op zeker moment een luxe Jeep. Een paar weken later werd de auto gestolen. Daniël deed uiteraard aangifte, hoewel hij -zoals vrijwel alle inwoners van Cochabamba- weinig vertrouwen in de politie had. Wekenlang hoorde hij niets, tot hij een telefoontje kreeg van iemand uit de San Antonio gevangenis.
      Volgens deze gesprekspartner was de auto ’ontvoerd’. Hij kon hem voor 3.000 US$ terugkrijgen. Daniël bracht een bezoek aan de gevangene, die hem uiterst professioneel uitlegde dat hij niets met de diefstal van doen had, maar hem als tussenpersoon van dienst kon zijn.

Daniël ging direct op het aanbod in. Zijn verzekeringsagent was namelijk zeer blij met deze nieuwe situatie en zag -ook zonder betaalbon- geen problemen om de afkoopsom op zich te nemen. Ook de contactpersoon in de gevangenis handelde de zaak natuurlijk zonder enig papierwerk af. 
      Daniël vond na een paar aanwijzingen zijn auto terug op een braakliggend stuk land. In goede staat en zelfs met een half gevulde tank. Alleen de ingebouwde cassetterecorder ontbrak. Van de politie kreeg hij een complimentje dat de zaak zo probleemloos was opgelost.

Toen hij met een paar vrienden naar het beste restaurant van de stad ging om de terugkeer van zijn auto te vieren, zag hij zijn ’tussenpersoon’ in gezelschap van een aantal politiemensen. 
      Zij hadden ook wat te vieren.

 (Eerder geplaatst 18-09-'07)

Ontmoetingen in de lucht: 

1. Jevgeni, een Oezbeek
2. Mira, een Zuid-Afrikaanse
3. Harald, een Noor
4. Ilse, een Vlaamse


Ontmoetingen in de open lucht:

1. De kapitein, een Montenegrijn
2. Salomon, een Mozambikaan
3. Meri-Tuuli, een Finse 
4. Lama Tsultrim, een Bhutanees
5. De viskoopster, een Malta-ganger
6. Marco, een Boliviaan

 

 

 

      

 

 

 

De erotisch-romantische ‘Sexchelles’

(Door Rolf Weijburg)

Langs de kusten van India, de Malediven en Sri Lanka spoelden bij tijd en wijle vreemde dubbele kokosnoten aan. Ze hadden iets sensueels, erotisch.
      Ze deden denken aan een vrouwelijk onderlichaam en werden bewaard, vereerd en bedeeld met aphrodisiacale krachten. (Geslachtsdrift stimulerend). Maar niemand wist waar ze vandaan kwamen. Men dacht dat ze op de bodem van de zee groeiden.

   

Pas in de 18de eeuw werd in het hartje van het toen nog onbewoonde Seychelse Praslin Island de Mai vallei ontdekt.
      Daar, en nergens anders ter wereld groeiden de enorme palmbomen die deze merkwaardige vruchten voortbrachten.
Sommige vruchten moeten bij overstromingen weggespoeld en in zee terecht gekomen zijn en vervolgens tot aan de Indiase kusten zijn afgedreven.

   

Er hing een beladen sfeer in het donkere coco-de-mer bomenwoud. (Want zo is men de bomen gaan noemen).
      Alles was er groot: de varens, de pandanus bomen, de enorme hertshoorns en de tot achthonderd jaar oude coco-de-mer bomen, die hun gigantische bladeren met het geluid van klapperende platen hardboard in de wind bewogen. Jonge scheuten schoten overal uit de grond. Sommige vrouwelijke bomen waren zwaar behangen met de erotisch gevormde kokosnoten. Ze lonkten naar de mannelijke bomen die met gele bloemetjes versierde donkerbruine penisachtige vruchten toonden.
      Eilandbewoners beweerden dat je ze ‘s nachts als je heel stil was en je je niet liet zien, de liefdesdaad kon horen bedrijven.
   
STEMPEL  

Komt u tegenwoordig het land binnen, dan wordt u direct bij de douane al met de erotische vruchten geconfronteerd.

Sex en de Seychellen, het bleef niet beperkt tot palmbomen.
      In 1968 gaf het Seychelse koloniale bestuur kunstenaars Wendy Day Veevers-Carter en Mary Harwood de opdracht enkele illustraties te vervaardigen voor een nieuw uit te geven serie Seychelles Rupees bankbiljetten. Een prachtige serie is het geworden, die slechts enkele jaren in omloop bleef.

Maar kijk eens goed naar het biljet van 50 Rupees.
      Rechts achter het portret van de nog jonge Queen Elizabeth II vormen de palmbladeren duidelijk het woord “SEX” 

Handtekening

Toeval is uitgesloten lijkt me. Zouden de twee dames kunstenaars de palmbladeren opzettelijk zo getekend hebben, of heeft Brian Fox, de graveur van BWC (Bradbury, Wilkinson & Co., het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de gravures en het drukwerk), na jarenlang andermans werk op de drukplaten te hebben gekopieerd, destijds eindelijk zijn kans schoon gezien om handig zijn eigen “handtekening” in het ontwerp te verwerken?
      Ik heb weinig info over Mary Harwood kunnen vinden, maar wel over Wendy Day Veevers-Carter. Wendy was de dochter van de Amerikaanse auteur Clarence Day. Ze trouwde met Mark Veevers-Carter die na vele omzwervingen op de Seychellen terecht kwam en als visserij-expert voor de lokale overheid ging werken. Het stel besloot na enige tijd het koraaleilandje Remire (of Eagle Island) in de Amirantes groep ten zuidwesten van de Seychelse hoofdeilanden te leasen en daar een kokospalmplantage te gaan exploiteren.

 ISLAND HOME

In 1970 schreef Wendy een boek over hun tijd op het afgelegen eilandje, “Island Home”, dat ik een paar jaar geleden in een antiquariaat in Londen kocht.
      Het boek is verluchtigd met Wendy’s eigen potloodtekeningen en hoewel er een heel hoofdstuk is gewijd aan het voortdurende overspel, de jaloezie, de sexuele insinuaties en intimidaties en een buitenechtelijk kind bij het twintigtal arbeiders dat het echtpaar voor werk op het eiland had gecontracteerd, geeft het boek niet echt de indruk dat Wendy Day Veevers-Carter een obsessieve sexuele belangstelling had.
      Nee, ik denk dat de kunstenaars in deze vrijuit gaan en dat we de verdenking maar moeten leggen bij graveur Fox. Geen idee of zijn eventuele “bijdrage” tijdens de vijfjarige looptijd van de serie überhaupt is ontdekt -de bankbiljetten zijn nooit aangepast- of dat de toch wel vroege beëindiging van de roulatietijd van deze biljetten te maken had met de uiteindelijke ontdekking van de sexpalmen.

      Inmiddels zijn de 50 Rupee biljetten ware collectors-items geworden en tegenwoordig moet je voor een exemplaar, afhankelijk van de staat, een bedrag van enkele honderden tot wel tweeduizend euro neertellen …

      James Mancham, de eerste president van de in 1976 onafhankelijk geworden republiek Seychelles, was zich goed bewust van de paradijselijke sensuele uitstraling van de eilanden. “Sexchelles” was misschien wat kort door de bocht, maar de bijnaam “Islands of Love” gooide hij graag de wereld in om de happy few naar de jonge republiek te lokken.

Mancham werd al na een jaar in een coup afgezet, maar het imago van de Seychelles als erotisch-romantische bestemming bleef zich over de wereld verspreiden.
     
EMMANUELLE

Ook François Leterrier, regisseur van de voor die tijd gewaagde serie soft-porno films “Emmanuelle”, met onze eigen Sylvia Kristel in de hoofdrol, was de uitstraling van de Seychellen niet ontgaan. In 1977 schoot hij op het eiland La Digue de succesvolle derde film uit de serie, “Goodbye Emnuelle”             

Toen ik in 1986 voor de eerste keer de Seychellen bezocht was er nog weinig toerisme. Op de boot van Praslin naar La Digue was ik de enige buitenlander.
      De enige fiets die ik kon huren was één van de vijf loodzware Britse Raleigh’s zonder versnellingen en het enige hotel op La Digue kon ik niet betalen. Bij een baai die L’Union heet stond nog steeds het koloniale plantagehuis waar Emmanuelle de erotiek zwoel zuchtend naar het grote bioscooppubliek had gebracht.
      Er hing geen plaquette of zo, er stond geen bord bij, het huis was zelfs een beetje vervallen. Niets herinnerde er aan dat dit huis ooit het decor was van een wereldwijde erotische kaskraker.

   

“Have you seen the Emmanuelle movies?”
      Een blanke man, middelbare leeftijd, T-shirt, zwembroek, zat  aan een klein tafeltje aan de rand van het strand in de schaduw van de hoge palmen. Er stond een typemachine op de tafel. “Of course.”, zei ik, terwijl ik naar hem toe liep.
      Hij stelde zich voor als een Amerikaanse auteur die naar La Digue was gekomen om zijn nieuwe boek te schrijven. Het moest een erotische thriller worden. Hij zat hier al een maand onder de palmen, maar het werk schoot niet erg op.
      “Ik probeer hier de erotische vibes op te vangen.”, zei hij met een wat verontschuldigende glimlach.
Of zijn boek een bestseller is geworden heb ik nooit geweten.

 

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 

 KliHIER voor alle afleveringen

 

 

 

 

 

''Ik ga drie jaar, drie maanden en drie dagen aaneen mediteren'' 

EEN BEDELBRIEF VOOR EEN MONNIK

Tijdens mijn bezoek aan Bhutan in 1999  (Reizen 27)  ontmoette ik een hoge monnik: Lama Tsultrim. Dat gebeurde tijdens een puja, een inwijdingsfeest ter ere van de ingebruikname van het nieuwe gebouw van de SNV in de hoofdstad Thimphu van dit Boeddhistische land, dat hoog ingeklemd ligt tussen India en China.
      De puja duurde de hele dag. Tal van monniken gingen bidden, zongen en maakten muziek op zeer bijzondere blaasinstrumenten. Ze hadden daarnaast bellen, triangels, trommeltjes en andere slaginstrumenten bij zich. 
Er waren gebedsvlaggen en -molens. 
      Omdat zij gaandeweg de dag steeds meer bier gingen drinken werd het een uiterst vrolijke boel, waarbij ook veel geofferd werd. Vooral eten en drank.

               


Het Lama Tsultrim Fonds

De brief verraste mij natuurlijk.
      Want hoe gaat zoiets:
Hij vraagt of ik hem kan helpen en dan zeg je: 
      'tja eh... ik zal eens kijken of dat mogelijk is'.

Maar ja. Die brief.
       Informatie in Bhutan leerde dat hij zo’n 2.500 gulden nodig zou hebben. 
Ik richtte het Lama Tsultrum Fonds op en stuurde onderstaande bedelbrief aan vrienden, kennissen,  collega’s en familieleden.


Hartelijk dank  

Op een paar wantrouwige cynici na, reageerden veel mensen spontaan. Ik had het bedrag snel bij elkaar. Ruimschoots. 
      Er volgde gewoon per post een interessante briefwisseling, die mij ondermeer exotische postzegels uit Bhutan opleverde.
In 2.000 is hij zijn langdurige meditatie begonnen. 
      Hij is inmiddels een zeer hoog aangeschreven oppermonnik, die nog dagelijks mediteert.
Mede namens hem dank ik alle vriendelijke mensen, die mij destijds geld overmaakten.
       Van hem heb ik nog eens deze Nieuwjaarswens ontvangen.

 

  

 (Eerder geplaatst 30-10-'07)

 

Ontmoetingen in de lucht: 

1. Jevgeni, een Oezbeek
2. Mira, een Zuid-Afrikaanse
3. Harald, een Noor
4. Ilse, een Vlaamse


Ontmoetingen in de open lucht:

1. De kapitein, een Montenegrijn
2. Salomon, een Mozambikaan
3. Meri-Tuuli, een Finse 
4. Lama Tsultrim, een Bhutanees

 

 

 


 

 

The Islands of Love

(Door Rolf Weijburg)

De Seychellen zijn een onafhankelijke eilanden republiek in de westelijke Indische Oceaan en het op 14 na kleinste land ter wereld. De 115 eilanden van de republiek liggen meer dan 1500 kilometer uit de Oost-Afrikaanse kust. 

      Uniek in de wereld want eilanden die zover in zee liggen zijn bijna altijd óf vulkanisch óf koraal. Een groot deel van de Seychellen bestaat echter uit graniet-eilanden. Ze worden dan ook nogal eens gezien als overblijfselen van een verloren continent.

Hoe het ook zij, de eilanden bleven tot in de 18e eeuw onbewoond. Alleen piraten hadden ontdekt, dat deze groep paradijselijk mooie eilanden een perfecte plek was om zich te vestigen of in ieder geval om zich er schuil te houden.
      Later kwamen de Fransen en daarna de Engelsen. De Engelsen maakten de eilanden een Britse Kolonie. Er werden nederzettingen gesticht, slaven binnengehaald en bannelingen van elders uit het British Empire werden er opgeborgen. Over het algemeen echter konden de Seychellen tot ver in de twintigste eeuw rustig doorslapen.

JAMES MANCHAM

         

James Mancham werd in 1976 de eerste president van een onafhankelijk Seychelles en deze dichter-playboy zette het langzaam ontwakende paradijsje stevig op de kaart als een bestemming voor jetset en bon vivants, miljonairs en beautiful people, die er onder aanvoering van de president kwamen feesten tegen het exotische decor van een Bounty reclame.
      The Islands of Love noemde Mancham zijn paradijsje. Nog geen jaar later echter werd hij in een coup afgezet door France Albert René, een jonge advocaat en socialist die zich met Noord Koreaanse elite troepen omringde. De Seychellen veranderden van Bounty reclame naar een mengeling van James Bond, Kuifje, Maffia en Marx en werden voorgoed van hun onschuld beroofd.

PIRELLI KALENDER 

Het was maart 1986. Kenyan Airways vlucht KQ 452 was die ochtend op tijd vertrokken voor de bijna drie uur durende reis van Nairobi naar Mahé, het hoofdeiland van de Seychellen. We vlogen over de uitgestrekte Keniaanse savannen waarna de plotselinge witte streep van de stranden bij Malindi definitief een einde maakte aan het Afrikaanse continent.
       Ik zat aan het raampje en tuurde naar het eindeloze blauw van de Indische Oceaan.
Naast me zat Hans Feurer, een Zwitserse modefotograaf. Hans had een aantal jaren eerder grote faam bereikt met zijn foto’s voor de Pirelli Kalenders. Die foto’s waren allemaal gemaakt op de Seychellen en Hans was sindsdien vaak op de eilanden teruggeweest.
      “Fotografisch hoogtepunt vind ik de zachte in ronde vormen uitgesleten rotsen op de stranden van het eiland La Digue. Die rotsen zijn sensueel, erotisch bijna en lenen zich perfect voor seductive photography. Ik ga er nu ook weer heen. We gaan er een bikini-photoshoot doen voor het tijdschrift Vogue.”

“Goh,” zei ik, “ hoe kom je aan de modellen dan? Zijn dat Seychelse dames?”
“Welnee, ik heb mijn hele equipe modellen bij me. Tien dames.”

Mijn blik volgde zijn arm die een rondtrekkende beweging maakte en inderdaad: we waren omringd door ongekend vrouwelijk schoon.
      “De technische ploeg is al op de Seychellen. In principe hebben zij het voorbereidende werk al gedaan. Hotels, vervoer, locaties. Dat soort dingen. We schieten eerst een paar dagen op Mahé Island, dan steken we over naar La Digue.”

Klonk alsof Hans een leuke baan had.

We praatten verder. “Heb je nog handige tips voor me?”vroeg ik. “Ik heb een dag of tien op de Seychellen en wil behalve naar Mahé in ieder geval naar Praslin en La Digue.”
      “Waar ga je logeren op Mahé?”
      “Geen idee, ik zie wel. Niet te duur in ieder geval, ik moet een beetje oppassen met het geld.”

Hans keek bedenkelijk.
      “Weet je, het wordt steeds moeilijker om op een beperkt budget in de Seychellen te verblijven. De algemene tendens is dat men budget accommodatie eigenlijk wil uitbannen. De Seychellen moeten een exclusieve bestemming worden voor de rijkere toerist, A First Class Destination for First Class People, zo luidt de slogan. Het paradijs heeft zo zijn grenzen gekregen, zou je kunnen zeggen. De kleinere guesthouses krijgen steeds meer regels opgelegd waar ze steeds moeilijker aan kunnen voldoen. Iedere kamer verplicht een eigen badkamer en toilet bijvoorbeeld. Of een verplicht minimum aantal vierkante meters.
      Steeds meer goedkope guesthouses moeten daardoor afhaken. Er zijn er nog nauwelijks over en die zullen of snel duurder worden, of binnenkort moeten sluiten.”

Ai, dat werd lastig dan. Ik wilde na de Seychellen nog naar een hele rits andere eilanden in de Indische Oceaan, de Komoren, Madagascar, Réunion, Mauritius en Rodrigues, en dat kon alleen als ik een strak budget aanhield.
      “Ik denk dat één van mijn medewerkers die nu al daar is, misschien wel wat weet. We kunnen het hem straks wel vragen, ze komen ons ophalen op de luchthaven. Maar wat me meer zorgen baart is dat je een probleem bij de grenscontrôle zou kunnen krijgen. Je hebt geen visum nodig, maar je moet wél een hotelreservering overleggen als je het land binnenkomt …”
      “Maar ze kunnen toch niet eisen dat iedereen zomaar een hotel reservering op zak heeft? “ vroeg ik ongelovig.
      “Nou, dat kunnen ze hier echt wel. En als je geen reservering hebt, boeken ze je gewoon in een hotel en dat zal zeker niet het goedkoopste zijn!”

Ik was even stil. De modellen rondom ons waren als doornroosjes op elkaars schouders in slaap gevallen. Onder ons trok de Indische Oceaan ononderbroken voorbij.
      Hans stootte me aan.
“Weet je wat we doen? We maken je gewoon even onderdeel van mijn equipe! Ik “smokkel” je de grens over als, laten we zeggen, belichtingsman. Je vult dat in op je aankomstformulieren. Lighting technician, Feurer/ Vogue Party, Casuarina Beach Hotel, en loopt gewoon met ons mee!”

En zo geschiedde.

In de aankomsthal onder ruisende palmbomen waar ventilatoren aan de hoge plafonds een prettige bries veroorzaakten, schuifelde ik mee met Hans en zijn tien Beauties in de rij voor de Immigration-balie. Ik ben niet zo thuis in die wereld, maar misschien waren het wel wereldberoemde modellen, die me in een cordon van glimlachen en goddelijke lichamen langs de één en al hoffelijkheid uitstralende douanier het Seychelse paradijs binnenvoerden.

De man zág me nog niet eens toen hij mijn aankomstformulier aannam en mijn paspoort stempelde.

STEMPEL

Buiten stonden vier open jeeps op ons te wachten.
      “Rij maar mee. We gaan eerst naar het Casuarina, dan zien we wel weer verder.”, zei Hans terwijl we de bagage in de jeeps laadden en instapten.
We reden over smalle weggetjes onder een dak van palmbomen, links knabbelde de Indische Oceaan aan de parelwitte stranden.
      Op de achterbank lachten drie schoonheden, hun lange haren golvend in de zwoele slipstream van het geluk.

Het leek er op dat ik eindelijk het paradijs had bereikt.

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

KliHIER voor alle afleveringen 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorjaar 2003

‘Als je in Nieuw-Zeeland wilt slagen dan kùn je slagen''


Hong Kong-Auckland

De jonge vrouw naast me kijkt vertwijfeld. Haar man is in diepe slaap. De baby van drie maanden krijst en moet nodig een schone luier. Het kleine meisje van negentien maanden trekt aan haar moeder en huilt ook. 

      ‘Geef maar hier’, zeg ik. 
Ze neemt me even op en drukt dan de baby in mijn armen.
      De man keert zich om. Hij snurkt licht.

We zitten naast elkaar in het middenstuk van een Boeing 747, die op weg is van Hong Kong naar Auckland in Nieuw-Zeeland. Zij heet Ilse en komt uit Tielt in West-Vlaanderen. Ik schat haar niet ouder dan 28.
      Zij haalt een luier en een paar doekjes uit haar bagage, neemt de baby weer over en probeert in de krappe ruimte de vereiste handelingen te verrichten. Dat lukt niet erg best. Ze gooit er een paar Vlaamse vloeken uit.
       Het kleine meisje kruipt bij mij op schoot. De man slaapt door.
Een minuut of tien later is alles in orde. De baby slaapt in haar armen; het kleine meisje bij mij.

Ze hebben in België vrijwel alles verkocht; hun overige spullen zitten in een container ergens aan boord van een schip. Ze gaan emigreren.

      ‘Hij wil het’, zegt ze en kijkt hem dierbaar aan.
      ‘Hij wil het dolgraag. Al een jaar of vijf.
      Drie jaar geleden zijn we hier voor ’t eerst geweest; vorig jaar nog een keer. 
      Wij gaan ons ergens ten zuiden van Auckland vestigen. 
      Daar is het zo mooi. Zo ontzettend mooi. En zo rustig. Zo heerlijk rustig’.

      ‘Hebben jullie dan al een huis?’, vraag ik maar eens.

      ‘Nee’, zegt ze.

      ‘Oh!’

      ‘We gaan eigenlijk op goed geluk. Hij is bouwvakker. Hij kan alles met z’n handen en wil in Nieuw-Zeeland alles aanpakken. En ik ben verpleegster. Die hebben ze ook hard nodig‘.

      ‘Jullie hebben dus ook geen emigratiepapieren?, vraag ik. 
      ‘Dat lijkt me nogal een gok. Ik bedoel: met die kleine kinderen enzo’.

      ‘Wie niet waagt, wie niet wint’, zegt ze. 
      ‘Als je in Nieuw-Zeeland wilt slagen dan kùn je slagen.
      Dat hebben ze ons echt bevestigd’.

Ik kijk haar aan; zie hoe vredig haar man en kleine kindertjes liggen te slapen en denk:
      ’ Met zo’n mentaliteit zal het ze vast wel lukken’.

      ‘Weet je,’ zegt ze ‘we hebben natuurlijk een visum en een verblijfsvergunning aangevraagd.
      Je moet dan allerlei vragen beantwoorden en daar krijg je punten voor. 
Opleiding, werkervaring; vragen over je gezondheid en oh. ja: je moet ook een soort bewijs van goed gedrag overleggen. En je moet natuurlijk Engels kunnen spreken en schrijven
      Als je dan honderd punten hebt kun je in aanmerking komen voor een zoals ze dat noemen Skilled Migrant visum.
We hebben dat allemaal gedaan, maar kwamen net niet aan honderd punten. Maar als je werkervaring in Nieuw-Zeeland hebt, krijg je punten extra. 
      En zo gaan we het doen. We hebben nu een temporary visum'.

Vlak voor de landing in Auckland wordt de man wakker.

Hij wijst naar beneden en zegt: 
     
       ’Ilse. Ons beloofde land’.

(Eerder geplaatst: 31-05-'08) 

 

Ontmoetingen in de lucht: 

1. Jevgeni, een Oezbeek
2. Mira, een Zuid-Afrikaanse
3. Harald, een Noor
4. Ilse, een Vlaamse

 

Ontmoetingen in de open lucht:

1. De kapitein, een Montenegrijn
2. Salomon, een Mozambikaan
3. Meri-Tuuli, een Finse 

 

 

Subcategorieën

Domar: Noord Bangladesh