Verward, verdrietig, komisch
Marga de Graaf woont in een appartement te Stadskanaal. Naast haar 93-jarige moeder, die ernstig aan het dementeren is. Mantelzorg noemen mensen dat.
Moeder stond een tijdje op de wachtlijst van woonzorgcentrum .Parkheem...
Maar nu is het zover. Er is plaats en zij gaat verhuizen. Een hele onderneming.
Marga houdt het allemaal bij en schrijft erover
Een Stressie Verhuisdag
Vandaag -woensdag 24 januari- is een spannende dag voor ons. Een spannende dag voor iedereen die de afgelopen jaren liefdevolle zorg heeft verleend aan mijn moeder.
Ze heeft namelijk in de gaten dat het moment nadert waarop ze haar appartement vaarwel moet zeggen. Wanneer weet ze niet, maar ze roept tegen iedereen die bij haar over de vloer komt ‘ik wil mijn huis niet uit, ik ga niet verhuizen.’
Door moeders weerstand en om haar niet onnodig van streek te maken kan ik beter geen verhuis-voorbereidingen treffen in haar huis. Daar zou ze alleen maar onrustiger van worden. Ik voorzie een stressie-verhuisdag want, haar appartement staat tjokvol met tot de nok toe gevulde kasten, tafeltjes, lampen, boeken en overig meubilair. Slechts een ieniemienie versie kan er meeverhuizen naar Parkheem, dus er moet op de dag zelf veel uitgezocht worden.
Om moeder niet meer in verwarring te brengen dan nodig is kiezen we er voor de verhuizing in één dag te regelen. We besluiten haar ’s morgens liefdevol uit beeld te brengen - buitenshuis iets leuks met haar te doen of zoiets - zodat daarna de verhuizers in haar huis de benodigde inboedel kunnen verzamelen en over brengen naar de nieuwe woonplek. Samen met vrienden kan ik daar vervolgens haar nieuwe kamer gezellig inrichten.
Ja, mooi bedacht - maar hoe dan?
De ‘meisjes’ van de Buurtzorg - zo noemt moeder de Thuiszorgmedewerkers sinds ze hun namen niet meer weet - vinden de verhuisdag ook een lastig moment. Net als wij. Net als onze vrienden. Kortom, we zien met z’n allen beren op de weg omdat we weten hoe stellig moeder haar hakjes in het zand kan zetten wanneer ze iets niet wil. Ook weten we hoe gevoelig, gastvrij en geinig ze kan zijn. Maar nu is ze kwetsbaar. We piekeren ons allemaal suf hoe we moeder - met zachte hand over kunnen brengen naar haar kamer in het Woonzorgcentrum. Een pasklare oplossing waarbij we ons senang voelen vinden we niet, niet echt.
Dinsdagochtend - de dag voor de verhuizing - doe ik nog een poging om tot mijn moeder door te dringen. Tien uur ’s ochtends, ze ligt op de bank te dutten. ‘Hai mam.’ Hé, ben jij het?’ Ik ga op de grond zitten - onze hoofden op gelijke hoogte. Ik leg mijn hand in de hare, ze knijpt haar vingers zacht om de mijne. Doordringend kijkt ze me aan en zegt: ‘ik wil hier niet weg hoor Mar, ik kan nog prima voor mezelf zorgen, ik doe alles nog zelf, toch? Ik besluit er niet op in te gaan. Ik gooi het over een andere boeg, ‘mam je bent sterk - je kunt het, ik help je, geef je maar over, alles komt goed. Misschien voer ik dit gesprek nog wel meer om m’n eigen gemoed gerust te stellen, ik weet het niet. Ik hoop dat er toch iets beklijft bij mijn moeder waardoor ze de komende tijd aan kan. We huilen een beetje samen, toch nog. ’s Avonds weet ze niks meer van ons ochtendgesprek. Kwijt. Weg. Niks meer van over.
Dinsdagavond - de avond voor de ‘grote oversteek’ voer ik een telefoongesprek met mijn dochter - zij is goed in het bedenken van oplossingen voor de meest ingewikkelde problemen. Ik vraag: ‘hoe kunnen we oma morgen zo goed mogelijk begeleiden - heb jij een idee?’ Ze zegt: ’Is de dierentuin Wildlands in Emmen een idee?’ Eureka! We kauwen nog wat op deze optie, wie gaat deze taak dan op zich nemen? Volgens ons is er maar één die dit goed kan - mijn man Anno. Mijn moeder is dol op Anno, ze grappen en grollen er vaak op los samen - deze twee hebben de Ram als sterrenbeeld, zal dat hun verbinding zijn? En nog een beetje meer.
Ik overleg met Anno, zie jij dit zitten? Een dag met je schoonmoeder op stap? En haar aan het einde van dit uitstapje niet naar haar appartement brengen, maar naar haar kamer in Parkheem? ‘Ja hoor, geen punt,’ zegt manlief. ‘Ik red me wel met ‘de Freule’ - gezellig!’
En zo beginnen we aan de woensdag. Helma en Luc onze vrienden, Bé en Henk de verhuizers en wij.
9.45u - De verhuisploeg zit bij ons aan de koffie
9.50u - Anno troont moeder mee naar Hans Anders voor reparatie aan haar gehoorapparaat. Dit is stap één en het werkt, ze gaat mee.
10.00u - Anno appt mij: ‘Mama has left de building.’
Teken voor ons dat we als de wiedeweerga kunnen gaan inpakken.
10.20u Anno appt: ‘we zijn op weg naar Emmen, ze geniet van de autorit - ‘ik ben hier nog nooit geweest!’
Wij achterblijvers slaken een zucht van verlichting. Geen seconde te verliezen, we hebben veel te doen in korte tijd.
Ik label de huisraad die mee moet. Driezitsbank, twee stoelen, twee tafeltjes, een Friese staartklok, een loeizware eiken salontafel, twee kasten, vijf schemerlampen, tv-kast plus tv, schilderijen, planten en nog wat snuisterijen. De verhuizers Bé en Henk kunnen los. Inladen maar - lift in - lift uit - taludje op - taludje af. Vijf minuten rijden - uitladen - lift in - lift uit. Duurt lang voordat ze terugkomen. Waarom. Het antwoord is duidelijk - ze konden Parkheem niet uit omdat ze de code van de buitendeur niet wisten. Haha, ja, van weglopen is in het verzorgingshuis geen sprake…..
Luc - de man van Helma - haalt in het appartement de gordijnen van de rails en brengt deze alvast over om ze op te hangen in moeders nieuwe kamer. Ze zijn veel te lang, verkorten doen we later. Nu geen tijd voor. Helma en ik zoeken kleding uit, stoppen het in dozen en ontdoen ondertussen de kasten die mee gaan van hun overbodige inhoud. Kerstkaarten uit 2010 - leuk, maar wat moet je er nog mee. Weg. We screenen als Razende Roeland. Om 12.30u krijg ik de kriebels - een onderbuikgevoel. Het is tijd om naar Parkheem te gaan en daar de kamer in te richten, exact zoals het was in moeders appartement. Hoofdpijn. We nemen nog snel een kop koffie met paracetamol bij mij thuis en dan gaan we naar het verzorgingshuis. Vroemmmm.
12.30u Anno stuurt een foto uit de dierentuin
13.30u - Anno appt: Mam is het zat en wil weer naar huis. Nee! We zijn nog niet klaar, verzin een list - een kringloopwinkel of een Aldi, koop toetjes.
14.30u - De kamer is klaar. Luc heeft de tv aan de praat gekregen - zeer belangrijk. De klok hangt aan de muur. Moeders kamerinrichting is identiek aan die in haar appartement.
Wij zijn tevreden.
Ik app Anno - kom maar - we zijn er klaar voor, de kamer ook. Vijf uur later, pffff.
Om 15.00u staan de vrolijke goedlachse Iris - verzorgende, Helma en ik in de hal te wachten op Anno en mijn moeder. Hoe gaat ze reageren? Dan zien we mam aan de arm van Anno over de parkeerplaats naar de ingang schuifelen. Uitgeput van een vermoeiende dag zet ze dapper voetje voor voetje richting de schuifdeur. ‘Ach, wat een schatje,’ smelt Iris. De beveiligde deur opent zich, sluit zich, de tweede deur gaat open - nu is er geen weg meer terug. Ik slik, tranen lopen zachtjes over mijn wangen. Ik kijk Anno aan, daar zie ik hetzelfde. Ik kijk opzij naar Helma, ook zo. Dit is het zwaarste moment van deze dag.
Maar…. We hebben een redder in onze nood, Iris!. Ze ontvangt mijn moeder met vrolijk gebabbel, ‘we gaan net thee drinken, wilt u ook een kopje?’ Babbeldebabbel. Moeder: ‘Mag ik eerst naar de wc? Ik moet zo nodig plassen, dat moest ik al bij de Aldi waar we toetjes hebben gekocht! ‘ Babbeldebabbel. Iris loopt voorop en opent de kamerdeur van moeder, ‘gaat u maar naar binnen.’ Moeder loopt voorop met haar vertrouwde wandelstok als steun. Staat plots stil als ze de inrichting herkent. Ze is verbouwereerd, weet niet hoe ze het heeft. Wij houden onze adem in. Dan zegt mam: ‘ mag ik nu naar de wc?’ Als ze na vijf minuten met een opgelucht gezicht uit haar aangrenzende badkamer de woonkamer inloopt gaat ze zitten op haar drie-zitsbank. Kijkt wat rond en zegt tegen Helma en mij: ‘hebben jullie dit gedaan? Wat een werk! Dus, nu woon ik hier?’ Ja, mam - nu woon je hier. ‘Wat is hier nog meer, vraagt ze oprecht nieuwsgierig. Dat wil ik wel eens zien.’
Iris neemt bij ons de spanning weg met haar olijke gezicht en troont moeder mee naar de gezamenlijke huiskamer. Mam stelt zich daar vijf keer voor aan dezelfde mensen. Maar wat neemt ze alles goed op. Ze accepteert de situatie. Verbeeld ik het me of zie ik haar genieten van alle aandacht die ze krijgt. Ze ontspant totaal.
Voor ons is het tijd om gedag te zeggen en moeder over te geven aan de goede zorgen van het verzorgende personeel van Parkheem. Buiten nemen we een diepe teug frisse lucht en kijken naar de eerste etage. Daar staat mam aan de arm van verzorgende Ina achter het raam naar ons te zwaaien. Ze werpt handkusjes. Wij kussen wuivend terug en gaan. Naar huis. Moeilijk.
Donderdag breng ik een bijzettafeltje voor haar lidcactus en een paar trotse zoenen.
Moeder heeft tot 9.00u geslapen en is zeer goed te pas. Tijdens het bloemschikken heeft ze een mooi stukje gemaakt. De Welzijnsmedewerker zegt dat ze zich door het huis beweegt alsof ze hier al jaren woont. Ik ben stomverbaasd. Maar zo opgelucht. Moeder is weer blij.
Voorlopig gaan Anno en ik alle dagen naar mam toe.
Als we op zondagmiddag een kopje thee komen drinken zegt ze tegen me: ‘ik dacht vanmorgen nog, Mar is nog helemaal niet bij me geweest - zal ze vandaag misschien komen?’
Kwijt. Weg. Niks meer van over.
Als ze maar gelukkig is. Mijn lieve oude moedertje.
Mijn moeder en ik 1: Mantelzorger
Mijn moeder en ik 2: Een Tringetje
Mijn moeder en ik 3: De Naaidoos
Mijn moeder en ik 4: ......Bla, bla, bla, bla, bla....
Mijn moeder en ik 5: Van Vleugelnoot tot Beukenhaag
Mijn moeder en ik 6: Een spoor van bloed
Mijn moeder en ik 7: Voorspelbare telefoontjes
Mijn moeder en ik 8: De vlam in de pan
Mijn moeder en ik 9: De Week van Zorg en dwang
Mijn moeder en ik 10: Een nieuwe plek