De wonderlijke wereld van dementie

(Door Marga de Graaf)

Ruim een jaar geleden betrek ik met mijn man een appartement in Stadskanaal naast mijn 93-jarige moeder. Mantelzorg noemen mensen dat. Er zijn wereldwijd families zat waar het heel natuurlijk is dat je ouders bij je in huis wonen, tot aan hun laatste dag. Ik vind het een mooie gedachte. De iets meer comfortabelere variant waarvoor wij hebben gekozen past heel goed bij ons. Moeder kan lekker haar eigen gang gaan en wij ook; - toch zijn we heel dichtbij.
      Inmiddels zijn we aardig gewend geraakt aan elkaars nabijheid. Ik kan een boek schrijven over de spatsies van moeder en haar afnemende cognitie veroorzaakt door dementie. Ze is soms heel ondeugend - lachen, soms achterdochtig - vermoeiend, soms angstig - zielig, soms verward - geduldig blijven en haar weer rustig proberen te krijgen. Wisselende stemmingen bij moeder, wisselende emoties bij ons.


Videoscherm   

Vrijdagmorgen 9.00u. De intercom-bel gaat bij ons - op het bijbehorende videoscherm zie ik een jongedame in blauw uniform. Het is Corine van de thuiszorgorganisatie Buurtzorg - lichtelijk in paniek. “Marga, je moeder doet de deur niet open!” Zo koelbloedig mogelijk antwoord ik de deur voor haar te openen, ‘dan gaan we daarna samen naar binnen.’ Ondertussen gaan er allerlei scenario’s door m’n hoofd. Moeder weg - in stukjes of dood.
      De lift brengt Corine naar boven, ze stapt er uit en ik duw de sleutel van mijn moeders voordeur in het slot. Ik draai, wil hem opendoen maar er ontstaat slechts een kier van een halve centimeter. Mijn moeder roept vanuit haar slaapkamer:’ “Mar, je moet komen!” Ja, denk ik - hoe dan! Ik zie dat ze met de veiligheidsketting aan het rommelen is geweest. Deze kon zover open dat ik in geval van nood net mijn hand tussen deur en kozijn kon wringen om de ketting los te maken. Maar nu zit deze zo strak aangebonden dat dit met geen mogelijkheid kan. Daar staan we dan Corine en ik, moeder roept om hulp en wij kunnen met geen mogelijkheid naar binnen.
      Corine klimt via mijn balkon naar het balkon van mijn moeder waar haar slaapkamerdeur op de ‘luchtstand’ staat - met een beveiligde kierstandklem - geen beweging in te krijgen want inbraakproof! We kunnen wel met haar praten, ze ligt op de grond naast haar bed. ‘Lieverd,’ hoor ik Corine zeggen, “blijven liggen hoor, we komen zo snel mogelijk bij u.” Ja, denk ik - hoe dan!.

       Ik bel mijn man van zijn werk, wetende dat hij ergens in onze berging een haakse slijper heeft liggen, bovendien is hij ook nog eens heel sterk. Haha, Eureka. Het duurt drie kwartier voor hij arriveert, want reed ergens in de buurt van Delfzijl. Ondertussen houden wij moeder rustig, ze luistert notabene - liggend op de grond heeft ze haar donzen dekbedje over zich heen getrokken.

      Een behulpzame buurman komt op de consternatie af - 89 jaar en stokdoof - hij scharrelt een dun wiebelig ijzerzaagje op en denkt daar de zware schakels mee door te kunnen zagen. Aandoenlijk en lief, want oh zijn lieve buurvrouwtje moet gered worden. Dit blijkt inderdaad een kansloze actie.
      Corine heeft ondertussen collega Annet gebeld, ze komt onmiddellijk.

 


Politieteams

Annet ziet de situatie aan en belt de politie. Een dames-politie-team komt met een mega kniptang om de kettingschakels door te knippen - ja, dussss … de kniptang is zo dik dat deze met geen mogelijkheid tussen deur en kozijn doorkan. De dames bellen hun mannelijke collega’s - inbreek-experts, vertellen ze me. Deze mannen moeten uit Veendam komen, duurt twintig minuten.

      Ha, daar arriveert mijn spierbal, met flex! Annet paniekt, ‘nee, daar kan brand van komen, niet doen!’ Manlief sust, besluit de zaak niet verder op de spits te drijven, pakt een scherpe handzaag uit z’n jas en heeft in no time een schakel half stuk. Opeens stuift het politie-inbrekersteam de lift uit, voegt zich bij het gezelschap en oordeelt snel - met een hele harde trap schopt een agent zo de voordeur open. Heerlijk zulke stoere mannen.
      Nu snel naar mams. Ik pak haar hand en spreek haar zachtjes toe - ze wordt rustig, maar ik zie aan haar doorzichtige blik dat ze geen idee heeft wat er aan de hand is en waar ze is. Ik check met mijn lekenoog ondertussen haar voeten en benen (geen heup gebroken?).
      Er lijken geen botbreuken te zijn, Wel een hele verwarde dame zonder pyjamabroek, die haar lievelings-dekbed-overtrek verfrommeld ergens in een hoek heeft weggestommeld. Het hoogpolige vloerkleedje heeft ze opgerold en een tafeltje is op een vreemde plek neergezet. Ze heeft de slaapkamer volledig ‘verbouwd’ - voordat ze op de grond terechtkwam. Of is ze daar gewoon gaan liggen? We zullen het nooit weten.

Ambulance

      Corine belt de ambulance, toch maar even om een röntgenfoto telaten maken ter controle. Goed idee. Op naar het ziekenhuis in Emmen. Manlief gaat mee in de ambulance - ik zwaai vier politieagenten, twee zorgverpleegkundigen, twee ambulancebroeders, de buurman en mijn moeder uit. Doe de deur dicht, ruim de rotzooi op, verschoon moeders bed, fatsoeneer de hele boel en bel mijn dochter. “Mam, ik ga met je mee hoor, je mannetje en hopelijk oma weer ophalen uit het ziekenhuis.” Ook een soort van mantelzorg. En zo geschiedde. Om 16.00u waren we weer thuis. Geen botbreuken, alleen een paar gekneusde handen door het gemorrel met de veiligheidsketting.

 Moeder kan zich van de hele consternatie niets, maar dan ook helemaal niets, herinneren. Een gat in haar geheugen van negen uur ’s morgens tot tien uur s’ avonds. Dat is zeker.

Want: s’Avonds rond 22.00u gaat bij ons de deurbel, zucht …. Wat nu weer.
      Mijn moeder: “Waar is de veiligheidsketting van mijn voordeur???????!!!!!!!!

Welkom in de wonderlijke wereld van dementie.