Verward, verdrietig, komisch


Marga de Graaf woont sinds enige tijd in een appartement te Stadskanaal. Naast haar 93-jarige moeder, die aan het dementeren is. Mantelzorg noemen mensen dat. Moeder kan lekker haar eigen gang gaan. Marga en haar man Anno ook.
      En toch zijn ze heel dichtbij.

Het leidt soms tot verrassende situaties. Vermoeiend, hilarisch, verdrietig, zielig, verward, komisch. Wisselende stemmingen dus. Marga houdt het allemaal bij en schrijft erover  

 

Vijf in de klok

Heb je nog boodschappen nodig mam?
     ‘Ja, graag een krop sla. Ik ga weer eens zelf koken, heb ik zin in.’

De sla ligt vervolgens een week werkloos in de koelkast, de bladeren kleuren bruin en worden snotterig. Rijp om weg te gooien. Maar dat is niet de bedoeling. Eten gooi je niet weg. De verlepte randen worden er af gesneden - het overgebleven hart maakt moeder aan met azijn, ze bakt er aardappelen bij - aangevuld met appelcompôte uit glas en een stukje zwart aangebrand vlees. Ze vond het heerlijk. Zei ze.

      Ze heeft de smaak te pakken, zo leuk om weer eens zelf te koken. Ik houd mijn hart vast, zal ze het gas wel goed uitdraaien? Zal ze geen voedselvergiftiging oplopen? Ik laat het los, moeder voelt zich groots - zie je dat ik nog zelf kan koken…. De volgende dag ga ik toch maar poolshoogte nemen. Rond haar etenstijd - half vijf ’s middags - er staan een paar pannetjes op het gasfornuis. Ik licht de deksels. In een koekenpan kijken mij drie beschimmelde aardappelschijfjes aan, daarnaast staat een grote juspan met een ienieminie stukje onbestemd vlees erin en een klein koekenpannetje met een restje verlepte sla van gisteren aangemaakt met azijn - klaar om op te bakken. Menutip voor Thérese en Jonnie Boer…..gebakken gefermenteerde ijsbergsla….
      Dit toneelstukje ‘ kijk mij eens’…. wordt me nu toch al te gortig. Tijd om in te grijpen. Mam dit kan echt niet, hier word je ziek van. Een beteuterde blik is mijn loon. Hup, alles in de prullenbak en bij ons lekker mee-eten. Hutspot. Kom maar.

Dan gaat mijn telefoon over. Een vrouwenstem meldt zich, ‘goedemiddag, ik kom u vertellen dat er in Woonzorgcentrum Parkheem een kamer beschikbaar is voor uw moeder.’ Ik val stil, schrik er van - nu al? Ze kan er volgende week intrekken. Zo zit je maanden te wachten en zo word je overvallen door, ja door wat eigenlijk, goed nieuws?

      Mag ik de klok alsjeblieft 5 jaar terugdraaien. Kan ik even met mijn vader praten.

Er gaat van alles door me heen. Ja, natuurlijk is de aanstaande verhuizing van mijn moeder goed nieuws - hiervoor heb ik al die telefoongesprekken gevoerd, een hele santenkraam aan formulieren ingevuld, slapeloze nachten gehad. Maar nu het zover is slaat de angst me om het hart. Hoe zal moeder reageren op dit bericht, ik zal haar moeten gaan vertellen dat ze haar vertrouwde huis vaarwel mag (moet)  gaan zeggen. Zelf voel ik me verdrietig, zal mijn moeder dat ook zijn? Dat heb ik het liefst, dan kunnen we samen huilen om alles - en misschien kunnen we het dan ook voor elkaar krijgen samen onze schouders er onder te zetten en een gezellige kamer voor haar inrichten. Of wordt ze boos en gaat ze protesteren. We gaan het zien.

      Ondertussen overleggen Anno en ik met vrienden die ervaring hebben met dementerende ouders. Hoe kunnen we moeder zo goed mogelijk inlichten en meenemen in deze ‘grote’ oversteek. Maar ja, geen situatie is gelijk. Na vele overpeinzingen bedenk ik dat we hulp mogen vragen van de Casemanger Dementie bij Buurtzorg. Hij is helaas afwezig, vrij. Ja, dat zal je altijd zien. Gelukkig vind ik een lieve collega van hem bereid privé contact met hem te leggen en krijg ik al vlot een verlossend telefoontje. ‘Ik kom maandag bij je - we overleggen, dan gaan we aansluitend samen naar je moeder. Ik vertel haar dat ze gaat verhuizen en vervolgens begeleiden we haar samen verder.’ Fijn zo. Beter zo. Hoop ik.

       Vrienden & Familie. Als je geluk hebt. Dat hebben we. Altijd welkom. Hulp indien nodig. De één zorgt voor dit, de ander voor dat. Lol. Spraakbaak. Spellen. Eten. Borrelen. Telefoontje. Mail. Combi.

      Vriendin Helma en ik besluiten de slaapkamerspecialist ‘Prins Heerlijk Wonen’ in Stadskanaal blij te maken. Moeders eigen bed mag namelijk niet meeverhuizen. In het woonzorgcentrum staat een nieuw bed voor haar klaar waarop een matras ligt dat omhuld is met iets latex-achtigs tegen nachtelijke ongelukjes en overige lekkages.

Wij zien moeder graag voor ons in een warm zacht gespreid bedje. Met een wollen schapenvacht van 1.00m x 2.00m, een fleurig zacht dekbedovertrek, molton en hoeslaken verlaten wij binnen een kwartier de winkel. Nog even een paar fijne hemdjes en Sloggi’s kopen bij de oude vertrouwde firma Santing. Klaar. Gearmd en glibberend glijden we over de besneeuwde trottoirs - met onze buit voor mam - naar de auto.

      We stoppen het verse beddengoed in de wasmachine/droger - morgen gaan we samen naar Parkheem om het bed opmaken.

Nu zit de vijf in de klok.

 

Mijn moeder en ik 1: Mantelzorger

Mijn moeder en ik 2: Een Tringetje

Mijn moeder en ik 3: De Naaidoos

Mijn moeder en ik 4: ......Bla, bla, bla, bla, bla....

Mijn moeder en ik 5: Van Vleugelnoot tot Beukenhaag

Mijn moeder en ik 6: Een spoor van bloed

Mijn moeder en ik 7: Voorspelbare telefoontjes

Mijn moeder en ik 8: De vlam in de pan

Mijn moeder en ik 9: De Week van Zorg en dwang