Verward, verdrietig, komisch


Marga de Graaf woont sinds enige tijd in een appartement te Stadskanaal. Naast haar 93-jarige moeder, die aan het dementeren is. Mantelzorg noemen mensen dat. Moeder kan lekker haar eigen gang gaan. Marga en haar man ook.
      En toch zijn ze heel dichtbij.

Het leidt soms tot verrassende situaties. Vermoeiend, hilarisch, verdrietig, zielig, verward, komisch. Wisselende stemmingen dus. Marga houdt het allemaal bij en schrijft erover  

 

 

Mijn Harrie-in-de-warrie-Mam

(Door Marga de Graaf)

Mijn moeder heeft een vaste telefoon. Die gaat twee keer in de maand over. De ene keer is het haar vijf jaar jongere vriendin Pien, de andere keer belt haar zoon die woont in Spanje.
      Verder kijkt ze de hele dag - tussen haar dutjes door - naar de televisie. Met haar trillende vingers weet ze nog steeds van de ene naar de andere zender te schakelen. Natuurdocumentaires op National Geographic, muziekprogramma’s en tenniswedstrijden op Ziggo Sport zijn favoriet. Als het maar beweegt en lawaai maakt. Het zappen doet ze met de afstandsbediening die naast haar op de bank ligt. De volumeknop staat standaard op 60 - dan weet u het wel…. Lawaai.

      Wanneer de telefoon overgaat ontstaat er kortsluiting in het hoofd. Ze pakt de afstandsbediening van de TV, zet hem aan haar oor en meldt zich vriendelijk: ‘ met mevrouw de Graaf.’ Ondertussen ringt de telefoon door, ze herhaalt zich om vervolgens te mopperen: ‘nou, als je niks terug zegt, dan hang ik op hoor.’ Legt de afstandsbediening weer binnen handbereik naast zich neer en kijkt onverstoord verder naar Koala-beren die zich hoog in een eucalyptusboom te goed doen aan sappige bladeren.

       Zelf bellen lukt nog wel. Soms. Naar ons. Alleen naar ons. Iedere dag.

Het voorspelbaarste telefoontje is dat van half tien ’s avonds. Dat gaat zo. ‘Hallo, met Marga???’
      Ja, hallo mam.
Zoekend naar de juiste woorden meldt ze: ’Nou, ik ben toch zo aan het prutsen, ik krijg het licht niet uit.’ Ze hangt op zonder ‘het gesprek’ af te ronden. Het is slechts een mededeling. Ik ga naar haar toe en doof de verlichting. Iedere avond. Moeder heeft een Klik-aan-Klik-uit verlichtingssysteem, dat werkt bij correcte bediening heel goed, behalve als je de bijbehorende afstandsbediening onderste boven gebruikt!

Voor mijn moeder gaat er - dankzij de familie Alzheimer - een geheel nieuwe wereld open. Haar appartement staat ineens vol met ‘onbekende’ huisraad. Verbazing alom.

Een kleine opsomming.

Senseo-apparaat

‘Kijk eens hoe gemakkelijk!’ ‘Hiermee kan ik koffie èn thee zetten.’
‘Lekker’ mam - zal ik het Douwe Egberts apparaat en de waterkoker dan naar de berging brengen?
‘Nee, kind - die gebruik ik dagelijks.’ Not.


Droogtrommel en wasmachine

‘Kom eens kijken - ik heb zomaar twee wasmachines.’Heb jij dat geregeld?
Handig toch. Eén voor jou en een voor mij.
‘Ja, kind - goed idee.’ ‘Als je nog meer nodig hebt zeg je het maar.’


Vaatwasser

Wat is dit!? ‘Wat een lelijke kast.’ ‘Die stond er gisteren niet.’
Zet je afwas er maar in - kopjes boven, borden onder. Bestek in het mandje.
Ik draai - mams ruimt leeg. Ben best een beetje ‘iets van trots’ op haar. Harrie-in-de-warrie-mam.


Kledingkast

‘Deze broeken en blouses zijn niet van mij.’ ‘Die schoenen ook niet.’
Zullen we kijken wat jou past? Dan doen we de rest weg. Ik zeg maar wat……
‘Nee, kind, laat alles maar lekker hangen. Je weet nooit waar het goed voor is.’

Dagelijks word ik geconfronteerd met het feit dat de rollen zich hebben omgedraaid.
Kind’ is moeder geworden van een 93-jarige en andersom. Dit proces is raar, moeilijk en onverwacht zwaar.

Knuffelhond

Ik denk soms, speelt ze nou toneel of is haar cognitie echt zo slecht. De dagelijkse realiteit haalt mij in. Moeder heeft absoluut geen ziekte-inzicht, vergeet alles, vertelt en vraagt binnen vijf minuten tien keer hetzelfde en gedraagt zich als een dwarse kleuter. Ze kan er niets aan doen - wees lief - wees volgzaam - wees zacht. Zal ik een ‘pratende’ knuffelhond voor haar kopen? Per slot van rekening werkte ze 25 jaar als hondentrimster.

      Tijdens de laatste Bingo zong ze uit volle borst Sinterklaasliedjes mee (ik schrok ervan) -  vóór de dementie niks voor haar, nu dus wel. Waarom die hond dan niet …..

      Gisterochtend. Mam wil niet uit haar warme bed. Ze is misselijk en duizelig. Ogen dicht en diep onder haar donzen dekbed kruipt ze weg van de wereld. In overleg met de thuiszorgmedewerker bel ik toch maar even de huisarts. Drie uur later komt er een vervanger van moeders eigen dokter. Drie uur later. Ook zij houdt een verhaal over protocollen. Adviseert mij aan Buurtzorg te vragen minimaal drie dagelijkse zorg-momenten te gaan leveren - in plaats van één. Douchen, wassen, babbelen. ‘Dag mevrouw, gaat u maar weer lekker slapen.’

      Dit was ‘zorg’-moment nummer zoveel waarna ik verdwaasd achterblijf. Ik ben sprakeloos. Dat ben ik niet vaak. Maar de wereld waarin ik nu ben terecht gekomen? Is niet mijn wereld. Ik kijk mezelf in de spiegel eventjes aan en praat van me af - ‘ protocollen - protocollen - protocollen?’ ‘Gaan mensen zo met elkaar om tegenwoordig?’ Ik kan en wil het niet geloven. Toch wordt ik er iedere dag mee geconfronteerd.

Woon ik hier?     

Gisteravond trof ik moeder dwalend aan in haar eigen huis. ‘Mar, ik weet niet meer waar ik ben.’‘Woon ik hier?’ ‘Ik herken helemaal niets.’ Ze weet zich werkelijk niets te herinneren van de ochtend toen ze duizelig en misselijk in haar bed lag, huisartsen-bezoek en de rest. Valt aan op het bord boerenkool met worst alsof ze uitgehongerd is. Nog een toetje mam? 'Ja, lekker!’ Weg is de verwarring en de malaise. Ze lijkt een kameleon. Misschien een beetje minder naar National Geographic kijken?

      Als ’s avonds de thuiszorgmedewerker voor het tweede zorg-moment komt, zet mam haar beste beentje voor - als de dood dat ze haar huis uit moet (dat moment voelt ze misschien wel aankomen). Voor de professionele zorgverlener zal de nieuwe situatie met deze cliënt toch ook ietwat ongemakkelijk zijn. Moeder ontvangt Corine lachend met de vraag ‘ wat kom jij doen?’ ‘Mij wassen?’ ‘Oh, dat kan ik allemaal zelf, ik heb geen hulp nodig!’ De twee gezichten van mijn moeder, ik word er gek van.

      En, wanneer je door wat voor reden dan ook uit je bed valt - bel je je dochter. Maar ja, als dementerende komt deze optie op dit val-moment absoluut niet in je op. Bovendien, staat de telefoon op je nachtkastje en lig jij op de grond. De alarmknop die je overdag om je nek hebt hangen leg je ’s avonds in het laatje van je nachtkastje - daar kun je vanaf de vloer ook niet bij, als je überhaupt nog weet dat je zo’n ding hebt. Logisch, toch……

In de supermarkt tref ik een ‘oude’ klasgenote, Ina.

     Ze vertelt dat haar 93-jarige vader morgen begraven wordt. Hij heeft een jaar gewoond in het Woonzorgcentrum Parkheem - het huis waar mijn moeder op de wachtlijst staat.

      Ze gunt mijn moeder zijn kamer - haar vader heeft daar een fijn laatste jaar beleefd. Met tranen in onze ogen zeggen we elkaar gedag. Sterkte, ik brand een kaarsje voor je - en ik voor jou en je moeder. Zou bidden ook helpen?

 

Mijn moeder en ik 1: Mantelzorger

Mijn moeder en ik 2: Een Tringetje

Mijn moeder en ik 3: De Naaidoos

Mijn moeder en ik 4: ......Bla, bla, bla, bla, bla....

Mijn moeder en ik 5: Van Vleugelnoot tot Beukenhaag

Mijn moeder en ik 6: Een spoor van bloed