Reizen (518)


Een onverwacht feestje  


Onbekende helden  

En toen wij in de aankomsthal kwamen begon ook daar iedereen te klappen en te juichen alsof wij -simpele passagiers- een soort Wereldcup gewonnen hadden.
      We werden uitgenodigd om naar een speciale ruimte in de terminal te gaan om een drankje te gebruiken en een snack te eten.

Het was duidelijk.
      Ik had iets gemist, maar had geen idee wat eigenlijk.
Pas toen ik bij mijn tweede glas whisky en een paar uitstekende dim-summetjes een informatiepakket ontving, begreep ik dat stomtoevallig op 1 juli  het nieuwe vliegveld van Singapore officieel was geopend: Changi Airport. Wij zaten in de eerste lijnvlucht, die daar landde.

De informatie leerde ondermeer dat de bouw 1.5 miljard Singaporese dollars had gekost -toen ongeveer 1 miljard US$-.
      Voorts dat er voor het vliegveld 200 ha. zeemoeras was opgeofferd en dat de luchthaven was dichtgegooid met 12 miljoen kubieke meter zand en gesteente, dat was verwijderd van de nabij gelegen heuvels.
       En er zat deze foto bij van de opening.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maart 1994

Een inferno boven een grot

Op de Palestijnse Westbank heerst grote onrust. Dat is niet helemaal nieuw. Ik ben er in het verleden vier keer geweest en altijd was er onrust.
      Kijk eens naar deze foto, die ik in maart 1994 maakte in het centrum van Hebron.

  


Machpéla

De man met het keppeltje heeft een geweer bij zich. Hij is op weg naar de Joodse Synagoge, die zich bevindt in de grot van Machpéla, ook wel de grot der Patriarchen.
      De twee Israëlische soldaten hebben hem doorgelaten. Ze waren niet zo blij, dat ik daar foto’s maakte.
     

     Op de achtergrond spelen kindertjes het spelletje dat ze overal op de Westbank spelen: Joodje & Palestijntje. Eén kind was de Jood; één kind de Palestijn en het derde kind (links naast het bord) was de verslaggever die het allemaal moest filmen.

      In zekere zin was het nog een rustig tafereel. Hebron stond die dagen letterlijk en figuurlijk in brand.
       Op 25 februari had de Israëlische arts Baruch Goldstein een bloedbad aangericht in de Ibrahimi moskee, die zich ook in de grot bevindt. Hij schoot 29 biddende moslims dood en verwondde nog eens 150 anderen. Goldstein werd daarna ook gedood en er verspreidde zich grote onrust in de stad. Maar ook in Oost-Jeruzalem en in andere plaatsen op de Westoever.

 Brandende autobanden

     Stan van Houcke en ik gingen er heen voor de VPRO-Radio. Met een satelliettelefoon van honderd kilo om rechtstreekse uitzendingen te kunnen verzorgen. Wij belandden in hevige gevechten te Oost-Jeruzalem, maar wilden natuurlijk naar Hebron. Dat was niet simpel. Wij werden bij controles door het leger diverse malen tegengehouden en teruggestuurd.
     
Tot wij een taxichauffeur vonden, die niet alleen heel goed de weg wist, maar ook al beschikte (1994!) over een mobiele telefoon, waarmee hij in verbinding stond met collega’s. Zo kon hij patrouilles en controles vermijden en geraakten wij via allerlei landweggetjes in Hebron.
      In het centrum van die stad woonden zo’n 400 extreem orthodoxe Joden. Een aantal van hen had de daad van Goldstein bewierookt. Met name tegen hen richtte de Palestijnse volkswoede zich. Er werd geschoten, met stenen gegooid en overal werden barriėres opgeworpen met autobanden die in brand waren gestoken. Het centrum van Hebron was verworden tot een waar inferno.

       

Op de Palestijnse Westbank heerst anno 2015 onrust. Dat is niet helemaal nieuw.

 


Het symbool van Bengaalse vrijheid

Fotograaf Kadir van Lohuizen is één van de exposanten op het Fotofestival Naarden, dat nog duurt tot 21 juni. Water is daar het overkoepelend thema. De fotograaf reisde naar een aantal plekken op aarde, waar de stijging van de zeespiegel duidelijk zichtbaar is.
                   

Hij was ondermeer in Bangladesh en schetste voor de T.V. een angstaanjagend toekomstbeeld voor dit land. Jaarlijks zijn er overstromingen en die zullen steeds erger worden. Enerzijds door de stijging van de zeespiegel, anderzijds door toenemend smeltwater uit de Himalaya door klimaatverhoging. Als er geen ingrijpende maatregelen worden getroffen moeten volgens de fotograaf binnen afzienbare tijd zo’n 50 miljoen mensen geëvacueerd worden.
      Foto's: Henk Weltevreden

Ik had dit verhaal al eens gehoord. In 2002 was ik in de hoofdstad Dhaka na een tiendaags bezoek aan de Cooch Behar enclaves in het uiterste noorden van dit land bij de grens met India. (Reizen 30).
      Het regende vrijwel onafgebroken, de elektriciteit viel voortdurend uit, grote delen van het gebied stonden onder water en het wemelde er van de muggen.

      In mijn hotel in Dhaka logeerde een Nederlandse waterbouwkundig ingenieur, die daar was op uitnodiging van de Bengaalse overheid. Hij moest adviezen geven.

 ‘’Hopeloos’’, zei hij in vertrouwen tegen mij. ‘’Hopeloos. Wat ze hier doen is letterlijk dweilen met de kraan open. Als je hier in de toekomst grote rampen wil voorkomen moet er een Deltaplan komen. Groter, veel groter dan het onze. Dat gaat een paar honderd miljard US$ kosten. En dat is hier natuurlijk niet’’.

Hij was er al voor de zevende keer. Hij had zich echt in het land verdiept; hield van de mensen; van hun cultuur.
      ‘’Ze hebben niet zoveel om trots op te zijn’’, zei hij. ‘’Maar als je wilt neem ik je mee naar Savar. Dat is een kilometer of 40. Daar is het National Martyrs Memorial. Dat staat symbool voor hun vrijheidsstrijd.

 Jatiyo Sriti Shoudho
   

Het monument in Savar, dat in 1982 werd onthuld.
      Van een bezoek kwam het overigens niet. Koorts, diarree, uitdrogingsverschijnselen en tientallen muggenbulten.  De ansichtkaart heb ik in Dhaka gekocht
.
  Op de voorgrond met rode cirkel in het midden de Bangladeshi vlag.

Bij de onafhankelijkheid van India en Pakistan in 1947 werd Oost-Bengalen tot een provincie van Pakistan gemaakt: Oost-Pakistan. Tot groot ongenoegen van de Bengali’s die gediscrimineerd of genegeerd werden door West-Pakistan.
      Dit leidde in 1971 tot een onafhankelijkheidsoorlog die negen maanden duurde. Er kwamen 3 miljoen burgers en militairen om het leven. Uiteindelijk werd de strijd door de Oost-Bengalen gewonnen en werd de nieuwe staat Bangladesh uitgeroepen.

    

 

 

 

Leuke willekeur in Europa

Vorige week schreef ik een stukje over een Frans stempeltje dat in 1984 in mijn paspoort werd gezet. (Reizen 98; Khartoum-Cairo-Parijs).  Daar kreeg ik diverse reacties op. Onder meer van kunstenaar-reiziger Rolf Weijburg, die de moeite nam om een paar pagina’s uit zijn paspoorten te scannen en op te sturen.  

Uit alle reacties blijkt dat er in Europa geen echt stempelbeleid is. Waar ik aanvankelijk meende dat inwoners van achtereenvolgens de EEG, de EG en de EU geen stempeltjes kregen, blijkt dat onwaar.
Kijk eens naar de pagina’s van Rolf hierboven.  Links Frankrijk en de Spaanse enclave Melilla in Marokko. Rechts: Beni-Anzar (Marokko), Ceuta (enclave in Marokko). Bovendien Harwich in Groot-Brittannië.

Hier zien we stempels voor Marseille in Frankrijk en veel voor de voormalige DDR.
      Zelf bleek ik trouwens ook nog stempels te hebben voor Spanje en Griekenland, nadat ze bij de EU waren aangesloten. Onder links
         

Conclusie: Een grote mate van willekeur.
Dat moet maar zo blijven.

 

 


 Zomer 2005

Muggen, rendieren & andere geneugten

 

Voordat we in Helsinki op de autotrein stappen naar Rovaniemi op de poolcirkel in Finland gaan we nog even naar een drogist, want we hebben natuurlijk Nooit meer Slapen van Willem Frederik Hermans gelezen. 
      ‘We zoeken het beste middel tegen muggen’.
De mevrouw kijkt ons meewarig aan. ‘Ach, u gaat naar Lapland. Dan moet u DEET hebben. Vijftig procent. Het sterkste wat er is’.     
      Ze wenst ons veel plezier en ook nog doorzettingsvermogen.

De eerste mens, die wij de volgende ochtend zien in Lapland heeft een hoed op en een netje voor het gezicht. En er zullen d’r nog velen volgen.
      Kennelijk helpt DEET toch niet zo goed. Dat blijkt inderdaad de eerste dag als we naar het plaatsje Salla in het oosten rijden, vlakbij de Russische grens.
      De muggen, die in grote zwermen om je heen tollen, mijden de ingesmeerde plekken, maar bijten door sokken en t-shirts en vinden door je haren de hoofdhuid.

 


Rendieren alom

Op de rit door het hoge noorden doet zich een ander probleempje voor. We komen de eerste rendieren tegen. Dat is eigenlijk wel leuk. Maar ze lopen midden op de weg en steken over zonder eerst naar links en dan naar rechts te kijken.
       Het is warm en in het bos is weinig wind. De dieren zoeken de weg op.
Meer wind, minder muggen. Koeler. Ook hier zijn we voor gewaarschuwd. 
      ‘Rij geen rendier aan, want je komt in grote problemen. Ieder dier is eigendom van iemand’.

Punkki & Mäkära

Salla is een vrij klein dorp in een hele grote gemeente. De plaatselijke drogist beveelt een ander middel tegen de muggen aan. Punkki & Mäkära.
      We kopen op zijn advies drie flesjes als hij hoort dat we hier een tijdje blijven.
‘Goed uw handen wassen na het inwrijven’, adviseert hij. ‘En nooit inslikken. Nooit’.

      Na een paar dagen gaat het wennen en weet je hoe en waar je moet smeren om het een beetje draaglijk te maken.
En hoe je andere delen kunt beschermen.

Leukere dingen

Er komen leukere dingen voor in de plaats.

      De omgeving is mooi. Vlak, sereen en open met daartussen dichte naaldbossen, meren, wild stromende riviertjes. De lucht is schoon en fris. De wegen zijn leeg en goed; de houten huisjes zitten over het algemeen goed in de verf.
      En… het wordt in juni en juli nooit echt donker.

Rokus ons rendier

Bij ons appartement hebben we ons eigen rendier. Hij ligt in de tuin of tegen de muur en zal zelfs pogingen doen om naar binnen te gaan.
      We noemen hem Rokus.

Soms komt een vrouwtje langs.

Ballenbijters

Er wonen in de gemeente Salla - zo leren we in het plaatselijke café - Finnen, Lappen en Samen.

      De Samen zijn de rendiernomaden. Van de Europese Unie komt nog steeds subsidie om hun cultuur in stand te houden en uit te dragen. Toch kankeren ook zij op die Europese Unie, want sinds 1995 toen Finland aansluiting vond, zijn de regels enorm aangescherpt.
      Zij castreerden de beesten voorheen zelf op een simpele maar doeltreffende manier door met hun eigen tanden de balzak eraf te bijten. Dat mag niet meer van Europa. En zij doodden de beesten altijd zelf. Eén kogel was genoeg. Nu moeten de rendieren geslacht worden in abattoirs, die vaak tientallen kilometers verder liggen.

      Dat vervoer zorgt voor veel onnodige stress bij deze half-wilde dieren.

In het café hoor je na een paar borrels overigens dat de praktijken van weleer nog lang niet uitgeroeid zijn.

      De Finnen worden in het land vrijwel overal getypeerd als de geïndustrialiseerde en mobiele mens uit Helsinki. Modern, goed gekleed en arrogant. Zij noemen de Samen soms ballenbijters. Vooral hier in Lapland worden ze vereenzelvigd met al wat Europa is en uitstraalt.

      En dan zijn er nog de Lappen. Ze zitten er tussen in. Voor hen is er echter geen subsidie en geen status. Uitschot is misschien een groot woord, maar als Lap hoor je er niet echt helemaal bij.

Oulanka national park

Je kunt hier mooie voettochten maken. Bijvoorbeeld in het Oulanka National park dat een stukje ten zuiden van Salla ligt. Voor de gevorderden is er de grote berenroute van tachtig kilometer, maar er is een lichtere versie van 9 kilometer. Je kunt er ook kanovaren. Maar dan moet je als onervaren peddelaar een route uitkiezen waar je nauwelijks stroomversnellingen tegenkomt.
      Het is dus zaak om -zie foto hierboven- op tijd te stoppen. Dat gebeurt trouwens vanzelf, want er vaart een gids voor je uit. Samen met hem ga je dan koffie -of iets sterkers- drinken in de trekkershut.

      Waar je een dik Nederlands jongetje van een jaar of veertien treft, dat iedere mug op zijn blote arm langzaam met zijn duim dood drukt. En er dan zijn scherpe nagel inzet, waarna het bloed in de rondte spuit.
      Hij schept daar een soort satanisch genoegen in en kijkt triomfantelijk naar zijn ouders, die hem dit allemaal hebben aangedaan.


Winteroorlog

De gemeente Salla was overigens voor de tweede wereldoorlog bijna twee maal zo groot. Tijdens de winteroorlog in 1939 veroverden de Russen na de Slag van Salla het hele gebied.

      Net als bijvoorbeeld Karelië in het zuiden.
In de vervolgoorlog toen de Finnen zich bij de Duitsers voegden werd dit gebied heroverd, maar na afloop van de oorlog werd een groot deel toch Russisch.
      De Finnen uit dit gebied vestigden zich in nieuwe dorpen rond Salla en in Oud-Salla gingen Russen wonen.
In dorpen met namen als bijvoorbeeld Kuolajärvi, Kurtti en Sallansuu. Die situatie is anno 2013 nog steeds zo.

 

Subcategorieën

Domar: Noord Bangladesh