Reizen (518)

 

 Een bijzondere atlas (5)

Rolf Weijburg is een Utrechts kunstenaar en maker van atlassen. Al jarenlang is hij bezig met het vervaardigen van een atlas van de 25 kleinste landen in de wereld. Hij bezoekt al die landen, doet impressies op, schetst en fotografeert en maakt later in zijn atelier voor die atlas etsen van al die landen.
Rolf heeft net een lange reis achter de rug, waarbij hij onder meer diverse onafhankelijke eilandstaten in de Stille Zuidzee bezocht.
      Zijn reis vordert goed, want hij heeft inmiddels 23 landen bezocht. Micronesië en de Marshall eilanden zullen in een later stadium nog volgen.

      Alle landen zijn van minst klein naar kleinst:

São Tomé e Príncipe, Kiribati, Bahrein, Dominica, Tonga, Singapore, Micronesië, Sint Lucia, Andorra, Palau, Seychellen, Antigua & Barbuda, Barbados, St. Vincent & de Grenadines, Grenada, Malta, Malediven, St. Kitts & Nevis, Marshall eilanden, Liechtenstein, San Marino, Tuvalu, Nauru, Monaco en Vaticaanstad (0.44 vierkante kilometer).

Deze weken stuurt hij mij diverse bijdragen. Vandaag: Banaba Kiribati


      
,

 

 Vogelpoep op armzalig brok koraal

 

(Door Rolf Weijburg)

“En Banaba?”Ik wees naar het eenzame puntje op de kaart. De man keek me verbaasd aan. Er kon best wel eens een half jaar voorbij gaan voor er weer eens een schip naar Banaba vaart, zei hij. “En bovendien”, vervolgde hij, “ waarom zou je dáár nou heen willen? It is a most terrible place.”
     
Alle 33 eilanden van Kiribati zijn lage, vlakke atoleilanden op ééntje na: Banaba of Ocean Island, een eiland dat nogal eenzaam op vijfhonderd kilometer ten zuidwesten van Kiribati’s hoofdeiland Tarawa ligt, nét onder de evenaar. Het is Kiribati’s meest westelijke outpost, .
              Banaba is klein, zo’n zes vierkante kilometer, en relatief hoog. Het is een brok koraal dat in de loop van de tijd naar boven is gestuwd en nu nog zo’n veertig meter boven de zeespiegel uitsteekt. Er is geen vliegveld, er is slechts een piepklein haventje. Maar dat geeft niet, schepen komen er nog maar nauwelijks. Toch wonen er zo’n 300 mensen.

Net als Nauru, driehonderd kilometer verderop, is Banaba een zogenaamd fosfaateiland, een eiland waar organisch marine sediment en duizenden jaren vogelpoep voor een fenomenale hoeveelheid hoogwaardige fosfaatafzetting heeft gezorgd, dusdanig dat de Britse koloniale macht rond 1900 begon met het afgraven van het spul voor de export. De onwetende, ongeletterde en geen Engels sprekende bevolking werd een Engelstalig contract voorgehouden waarin ze hun eiland tegen betaling van 50 Pond per jaar min of meer aan de Britten cadeau deden. De Banabanen signeerden met een kruisje.
      De Japanners bezetten Banaba in deTweede Wereld Oorlog en deporteerden de Banabanen naar o.a Tarawa Kiribati, waar ze op plantages te werk werden gesteld.

  

Na de oorlog verplaatsten de Britten de Banabanen naar Rabi, een eiland in een afgelegen regio van Fiji, ver weg van hun geboortegrond. Naar hun eigen eiland terug mocht niet, omdat de Britten in feite bezig waren het hele eiland af te graven en de Banabanen alleen maar lastige obstakels zouden zijn in de zeer lucratieve exploitatie.
      In 1979 was negentig procent van het eilandoppervlak afgegraven waarbij zeg maar de hele bovenste laag vruchtbare grond van pakweg vijftien meter dik was verdwenen.
      De fosfaatwinning werd gestopt. De Britten vertrokken, het koloniale bestuur in Tarawa haalde alles wat los zat van het eiland weg en daarna zakte alles wat er over bleef, de mijn- en transportinstallaties, het ziekenhuis, het postkantoor, de cantilevers, de huizen, langzaam in elkaar. Het eiland bleef als een maanlandschap achter.

   De Banabanen die het konden betalen (een schip charteren kost een hoop geld) en vanwege hun lang gekoesterde droom terug te kunnen keren naar de geboortegrond vanuit Rabi hersettelden op Banaba, overleven er nu op erbarmelijke wijze. Ze wonen er in de oude kapotte huizen van weleer, zonder geld of materiaal voor reparaties en omringd door een enorme schroothoop van verroeste machines en installaties. Door de afgravingen is er eigenlijk geen plek meer over waar je nog een nieuw huis zou kunnen bouwen. Recent is er een onderzoek geweest naar de hoeveelheid asbest in de vervallen gebouwen op het eiland en dat was niet erg hoopgevend. Alles, inclusief het eiland zelf, is kapot.

Council  

Op Rabi leven inmiddels een kleine 5000 Banabanen. Het eiland wordt bestuurd door de Rabi Council of Leaders and Elders die ook het bestuur over Banaba zelf onder haar hoede heeft. Een Fijiaans bestuursorgaan dat een eiland bestuurt dat tot Kiribati behoort.
      Al in 1965 besloot de Council, omdat de Banabanen gedurende 80 jaar fosfaatexploitatie bijna geen cent gezien hadden van de gigantische opbrengsten van het fosfaat, de Britse regering en de British Phosphate Commission, een Brits- Australisch- Nieuw Zeelands consortium dat het fosfaat exploiteerde, voor de rechter te slepen. Het werd één van de langstdurende rechtszaken in de Britse geschiedenis. In 1979 wonnen de Banabanen de zaak gedeeltelijk en kregen een bedrag toegekend van 9000 Britse Pond. Niet per persoon, maar met zijn allen. Daarnaast kregen ze wel de rekening van de rechtszaak toegeschoven: 300.000 BP.
      De kranten spraken er schande van, de politiek bemoeide zich er mee en uiteindelijk werd de Banabanen een bedrag van 780.000 BP toegekend én kregen ze de belofte van de creatie van een Trust Fonds waarin 6,5 miljoen zou worden gestort. De rente die dit bedrag op zou brengen zou worden aangewend om de Banabanen van een pensioen te voorzien.
      Maar het Fonds wordt beheerd door Kiribati en Kiribati wil niet uitkeren omdat de Banabanen in Fiji wonen. Kiribati wil eigenlijk ook niet dat de Banabanen naar Banaba terugkeren omdat het zelf plannen heeft om ook de laatste restjes fosfaat van Banaba af te schrapen en daarbij geen kritische inwoners kan gebruiken. De Banabanen moeten maar elders in Kiribati gaan wonen om hun pensioen te kunnen innen. Maar dat wil geen Banabaan

Op Rabi gaan steeds vaker stemmen op om Banaba ofwel bij Fiji te voegen en de mijnrechten aan Fiji te geven, of om de onafhankelijkheid uit te roepen. Ook de vertegenwoordiger van de Rabi Council in het parlement van Kiribati heeft met onafhankelijkheid gedreigd.
      Kiribati is uiteraard faliekant tegen, niet alleen vanwege die laatste restjes fosfaat, maar ook omdat de zeespiegel stijgt en Banaba het enige hoge eiland is in deze republiek van lage atollen…
      In 2010 raasde cycloon Tomas dwars over Rabi en werd het gros van de toch al armoedige huizen van de Banabanen met de grond gelijk gemaakt.

      

 

Een bijzondere atlas 1: Nauru; Rampeneiland 

Een bijzondere atlas 2: Kiribati, 33 eilandjes in de Stille Zuidzee

Een bijzondere atlas 3: Abaiang en Abemama

Een bijzondere atlas 4:Transport op Kiribati

 

 

 

Een bijzondere atlas (4)

Rolf Weijburg is een Utrechts kunstenaar en maker van atlassen. Al jarenlang is hij bezig met het vervaardigen van een atlas van de 25 kleinste landen in de wereld. Hij bezoekt al die landen, doet impressies op, schetst en fotografeert en maakt later in zijn atelier voor die atlas etsen van al die landen.
Rolf heeft net een lange reis achter de rug, waarbij hij onder meer diverse onafhankelijke eilandstaten in de Stille Zuidzee bezocht.
      Zijn reis vordert goed, want hij heeft inmiddels 23 landen bezocht. Micronesië en de Marshall eilanden zullen in een later stadium nog volgen.

      Alle landen zijn van minst klein naar kleinst:

São Tomé e Príncipe, Kiribati, Bahrein, Dominica, Tonga, Singapore, Micronesië, Sint Lucia, Andorra, Palau, Seychellen, Antigua & Barbuda, Barbados, St. Vincent & de Grenadines, Grenada, Malta, Malediven, St. Kitts & Nevis, Marshall eilanden, Liechtenstein, San Marino, Tuvalu, Nauru, Monaco en Vaticaanstad (0.44 vierkante kilometer).

Deze weken stuurt hij mij diverse bijdragen. Vandaag: Het vervoer op Kiribati,

 

KIRIBATI Transport; Een verhaal apart


(Door Rolf Weijburg)

  

Met een landoppervlak van ruim 800 km2 is Kiribati dan wel het op 23 na kleinste land ter wereld (er passen 51 Kiribati’s in Nederland), de 33 eilanden waaruit het land bestaat liggen van west naar oost ruim vierduizend kilometer uit elkaar, ongeveer net zo ver als de hele breedte van de VS.

  

Dit eilandenrijk in de Pacific bestaat uit drie groepen eilanden, of Units zoals ze in Kiribati worden genoemd. Van west naar oost zijn dat de Gilbert Group, waartoe ook het meest westelijke eenzame eiland Banaba wordt gerekend, de Phoenix Islands, ’s werelds grootste beschermde natuurgebied, en de Line Islands met het eiland Kiritimati, qua landoppervlak ’s werelds grootste atol .
      Overigens wordt in de lokale taal, het i-Kiribati, de lettercombinatie ti uitgesproken als een s. Dan wordt Kiritimati Kirismas, wat een fonetische weergave is van Christmas, de naam die de Britten in de koloniale tijd aan het eiland gaven (niet te verwarren met het Australische Christmas Island onder Java). Zo wordt ook de naam Kiribati Kiribas, wat de lokale interpretatie is van de Britse benaming Gilberts (Gilibas –Giribas – Kiribas). Na de onafhankelijkheid van wat tijdens de Britse kolonisatie Gilbert Islands heette, heeft het nieuwe land dus niet een nieuwe naam aangenomen, nee, ze zijn daar gewoon fonetisch gaan schrijven …
      De meeste mensen wonen in de Gilbert Group waar ook het hoofdeiland Tarawa ligt. In de Phoenix Islands wonen alleen op het eiland Kanton een veertigtal mensen en in de Line Islands, overigens met ruim 2000 kilometer de langste doorlopende eilandketen ter wereld, telt Tabuaeran of Fanning Island twee- en Kiritimati ruim vijfduizend inwoners. Beide eilanden verdienen aardig aan toerisme, Tabuaeran vanwege een Noorse cruise maatschappij die wekelijks vanuit Hawaii langs vaart en Kiritimati doordat sportvissers er vanuit Hawaii heen vliegen om er op grote vissen te komen jagen.

   

Om Kiribati’s hoofdeiland Tarawa zonder eigen schip te bereiken, ben je aangewezen op vluchten vanuit Fiji (drie keer per week) of vanuit Nauru (twee keer per week) en daarmee is het land het op één na slechtst bereikbare en dus minst bezochte land ter wereld. Alleen Tuvalu ontvangt minder bezoekers.
      Binnen Kiribati zijn de verbindingen gebrekkig. Op één enkele boot die af en toe een rondje Outer Gilbert Islands maakt na, zijn er geen reguliere scheepvaartverbindingen. De inwoners van bijvoorbeeld Kanton of Banaba zijn geheel afhankelijk van de sporadische keren dat een vrachtschip de eilanden aan doet.

  

Vanaf Tarawa’s Bonriki Airport vertrekken kleine vliegtuigjes gemiddeld twee, drie keer per week naar diverse airstrips in de Outer Gilbert Islands.

  
     
Als je mee wilt moet je naar het kantoortje van Air Kiribati op Bairiki waar het altijd enorm druk is.

     

 

Balie

Dit is geen wandkaart van de wereld, maar gewoon een afgebladderde muur.. Let ook eens op die bureaustoel.

     


Tickets

    

Daar word je dan voorzien van échte tickets met van die doorslag-afscheur pagina’s en met een fijne no-nonsense tenaamstelling. Als een geruststellende afterthought schreef de baliemedewerker een handig telefoon - en CB Radio nummer op het ticket voor het geval er iets mis mocht gaan.

Wachtruimte

   

 

Kanton

Op Kanton in de Phoenix Islands is het vliegveld dat dateert uit de Britse tijd dusdanig verwaarloosd dat er al lang geen vliegtuig meer is geland. Wil je van Tarawa helemaal naar Kiritimati, vierduizend kilometer oostwaarts aan de andere kant van het land, dan kan dat alleen als je eerst naar Fiji vliegt en daar overstapt op de vlucht naar Hawaii die eens per week een stopover maakt op Kiritimati. Een flink stuk om.


 

  

Ongeveer 25% van de inwoners van Kanton eiland tijdens een zeldzaam event van een vrachtschip in de haven. 
(foto Jared Anderson 2007)

 

Een bijzondere atlas 1: Nauru; Rampeneiland 

Een bijzondere atlas 2: Kiribati, 33 eilandjes in de Stille Zuidzee

Een bijzondere atlas 3: Abaiang en Abemama

 

 

Een bijzondere atlas (3)

Rolf Weijburg is een Utrechts kunstenaar en maker van atlassen. Al jarenlang is hij bezig met het vervaardigen van een atlas van de 25 kleinste landen in de wereld. Hij bezoekt al die landen, doet impressies op, schetst en fotografeert en maakt later in zijn atelier voor die atlas etsen van al die landen.
Rolf heeft net een lange reis achter de rug, waarbij hij onder meer diverse onafhankelijke eilandstaten in de Stille Zuidzee bezocht.
      Zijn reis vordert goed, want hij heeft inmiddels 23 landen bezocht. Micronesië en de Marshall eilanden zullen in een later stadium nog volgen.

      Alle landen zijn van minst klein naar kleinst:

São Tomé e Príncipe, Kiribati, Bahrein, Dominica, Tonga, Singapore, Micronesië, Sint Lucia, Andorra, Palau, Seychellen, Antigua & Barbuda, Barbados, St. Vincent & de Grenadines, Grenada, Malta, Malediven, St. Kitts & Nevis, Marshall eilanden, Liechtenstein, San Marino, Tuvalu, Nauru, Monaco en Vaticaanstad (0.44 vierkante kilometer).

Deze weken stuurt hij mij diverse bijdragen. Vandaag Abaiang en Abemama (Kiribati),

 

Eiland van 100 meter breed


(Door Rolf Weijburg)


    

Abaiang is een atol eiland in the Outer Gilbert Islands in Kiribati, ten noorden van het hoofdeiland Tarawa.
      Het heeft de vorm van een omgekeerde C, is 40 km lang en honderd meter breed.
Het eiland steekt slechts een paar meter boven de zeespiegel uit. Toch is het er ongelofelijk relaxed.

  

Het is druk op het vliegveld. Veel mensen worden opgehaald

  

De vierduizend inwoners leven van de export van copra, gedroogde kokos voor de kokosolie productie, en de visvangst.

  

Ze wonen in huizen van pandanus- en kokoshout en bladeren, eigenlijk verhoogde plateaus met smalle latjes of gevlochten matten als muren onder een dak van palm- en pandanusbladeren. Lekker koel, eenvoudig te bouwen van lokaal materiaal en makkelijk te herstellen.
      Tegenwoordig hebben veel van de huizen kleine zonnepanelen, die voldoende opbrengen om er een paar lampen van te laten branden.

  

Er is één weg, een koraalzandpad dat onder de palmen de hele lengte van het eiland afhobbelt.
      Personenauto's zijn er niet. Wel 5 vrachtauto's en genoeg motoren.

  

Op de motor rijden we naar het zuiden.
      We zijn gestopt voor een picknick van breakfast crackers met pindakaas, wat lekkere kleine zoete banaantjes toe en twee volle kokosnoten die iemand onderweg vers voor ons uit de boom heeft gehaald, als begeleidend drankje.

  

We kruipen door het struikgewas naar het strand dat zich zo ver het oog reikt helemaal leeg naar beide zijden uitstrekt. In de verte klinkt het gebulder van de oceaan tegen het rif. Maar afgezien daarvan is het er, behalve een beetje geklots van de lagunegolfjes , af en toe wat gekwetter van een noddy of een opaalstern of de doffe plof van een vallende kokosnoot in het zand (nooit onder een kokospalm liggen!), helemaal stil.
      In het vliegtuig naar Abemama, een ander Outer Island ten zuiden van Tarawa, had de man naast me een taart op schoot.

  

Net als Abaiang is ook Abemama lang (zo’n 25 kilometer), smal en laag en ligt het als een omgekeerde C rondom een prachtige turkooizen lagune.
      Er wonen ongeveer evenveel mensen als op Abaiang.

  

Aan het einde van de 19e eeuw was Abemama een koninkrijk dat met harde hand werd geregeerd door Koning Tembinoka. Westerlingen werden er geweerd op een enkeling na: schrijver Robert Louis Stevenson verbleef samen met vrouw en zoon enkele maanden op het eiland. Stevenson werd de vertrouweling van de koning.
      Zijn vrouw Fanny ontwierp zelfs een vlag voor het koninkrijk Abemama, dat in 1892 opging in het Britse Protectorate of the Gilbert Islands.

 

Vanaf de airstrip rijden we in een vrachtwagen over een koraalzandpad vol kuilen naar onze logeerplek twintig kilometer zuidwaarts.
      Palmbomen, pandanus en struikgewas, af en toe een groepje huizen, varkens en honden, soms een kerk, overal zicht op de prachtige lagune. We doen er anderhalf uur over.

  

Bij een bord waarop “Chevallier College Abemama” staat, draaien we de weg af en komen bij een grote compound waar het bruist van de activiteit. Studenten sjouwen er met boeken en laptops, er zijn klaslokalen in enkele gebouwtjes, groepen studerenden onder van palmbladeren gevlochten afdaken of in de schaduw van een palm of pandanusboom, en er is internet.

  

Het Chevallier College is een katholieke middelbare school waar ruim driehonderd studenten van overal in de Outer Islands naar school gaan.
      Op zo’n beetje de verst verwijderde plek van een kleine airstrip op een ver eiland zonder haven en met slechts enkele dorpen en verder helemaal niets, verblijven ze een half jaar, hebben dan een paar weken vakantie en komen weer voor een half jaar terug.

    

Achter op het terrein aan de rand van de oceaan is het guesthouse van de school, een verzameling hutten op palen in de verkoelende ocean breeze, en de enige plek om te logeren op het eiland.

  

 

Een bijzondere atlas 1: Nauru; Rampeneiland 

Een bijzondere atlas 2: Kiribati, 33 eilandjes in de Stille Zuidzee

 

 

Een bijzondere atlas (2)

Rolf Weijburg is een Utrechts kunstenaar en maker van atlassen. Al jarenlang is hij bezig met het vervaardigen van een atlas van de 25 kleinste landen in de wereld. Hij bezoekt al die landen, doet impressies op, schetst en fotografeert en maakt later in zijn atelier voor die atlas etsen van al die landen.
Rolf heeft net een lange reis achter de rug, waarbij hij onder meer diverse onafhankelijke eilandstaten in de Stille Zuidzee bezocht. Zijn reis vordert goed, want hij heeft inmiddels 23 landen bezocht.  Micronesië en de Marshall eilanden zullen in een later stadium nog volgen.

Alle landen zijn van minst klein naar kleinst:

São Tomé e Príncipe, Kiribati, Bahrein, Dominica, Tonga, Singapore, Micronesië, Sint Lucia, Andorra, Palau, Seychellen, Antigua & Barbuda, Barbados, St. Vincent & de Grenadines, Grenada, Malta, Malediven, St. Kitts & Nevis, Marshall eilanden, Liechtenstein, San Marino, Tuvalu, Nauru, Monaco en Vaticaanstad (0.44 vierkante kilometer).

De komende weken stuurt hij mij diverse bijdragen. Vandaag Kiribati.

 


Een beetje claustrofobisch, dat wel


(Door Rolf Weijburg)

  

De drieëndertig eilanden die de Republiek Kiribati (spreek uit: Kiribas) vormen, zijn bij elkaar iets groter dan Andorra.
      Ze liggen echter verspreid over een stuk oceaan dat bijna vierduizend kilometer van oost naar west meet.
Eigenlijk een gigantisch land dus, Kiribati.
Alleen met buitensporig veel water.

        

De meeste eilanden zijn atoleilanden, smalle, langgerekte, lage stroken koraalzand, die balanceren op het rif tussen het zacht kabbelend turquoise van de lagune en het diepblauw van de machtige oceaan die aan de buitenkant met veel lawaai onophoudelijk tegen het rif aan beukt.

  

Een beetje claustrofobisch, dat wel.
     
Om een idee te geven: South Tarawa, het dichtst bevolkte en meest ontwikkelde deel van het land, is een aaneenschakeling van door causeways met elkaar verbonden eilanden, bijna 40 kilometer lang, slechts 50 tot 200 meter breed, niet meer dan twee meter hoog en overbevolkt ...Denk aan een zware cycloon of een tsunami.
      Mocht het ooit zover komen en de schade onherstelbaar blijken, dan heeft de republiek in het hoge Fiji land aangekocht om de bevolking te kunnen herhuisvesten.

  

Over de hele lengte van South Tarawa loopt een keurige asfaltweg, met trottoir en fietspad waarover het rammelende wagenpark van het land met zo’n 25 km per uur heen en weer rijdt. Tot aan de eilandjes Bairiki en Betio (spreek uit: Beso), helemaal aan het westelijke uiteinde van deze sliert eilanden: daar is de weg een zandpad vol kuilen.

  


Haven

  

Toch zou je deze laatste eilandjes een soort hoofdstad kunnen noemen. Hier bevinden zich de haven, een aantal regeringsgebouwen, de bank, de Australische High Commission, het hoofdpostkantoor en het kantoor van Air Kiribati (want dat bestaat ook).
      Ook bevindt zich hier de enige shopping mall van het land. Een twee verdiepingen hoog gebouw waar de meeste winkelruimte nooit bezet of alweer gesloten is. De dubbele roltrap werkt allang niet meer maar is, omdat het de enige roltrap in het land is, desondanks een lokale toeristische trekpleister geworden.

  

Op Bairiki bevindt zich ook het grote sportveld, zeg maar het stadion, met een eretribune en twee voetbaldoelen. Als er niet wordt gerugbyd, gevoetbald of gevolleybald vinden hier ‘s lands grote festiviteiten plaats zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse viering van de onafhankelijkheid.
      De 37ste onafhankelijkheidsviering duurde een week met als grote afsluiting de miss Kiribati verkiezing waarvoor al vroeg in de middag mensen hun plekje op het terrein hadden bezet.
     

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

’s Avonds, tijdens de urenlange missverkiezing was zo’n beetje het hele land aanwezig.

 

 

Een bijzondere atlas 1: Nauru; Rampeneiland in Stille Zuidzee

 

 

Een bijzondere atlas (1)

Rolf Weijburg is een Utrechts kunstenaar en maker van atlassen. Al jarenlang is hij bezig met het vervaardigen van een atlas van de 25 kleinste landen in de wereld. Hij bezoekt al die landen, doet impressies op, schetst en fotografeert en maakt later in zijn atelier voor die atlas etsen van al die landen.
Rolf heeft net een lange reis achter de rug, waarbij hij onder meer diverse onafhankelijke eilandstaten in de Stille Zuidzee bezocht. Zijn reis vordert goed, want hij heeft inmiddels 23 landen bezocht. Micronesië en de Marshall eilanden zullen in een later stadium nog volgen.

Alle landen zijn van minst klein naar kleinst:

São Tomé e Príncipe, Kiribati, Bahrein, Dominica, Tonga, Singapore, Micronesië, Sint Lucia, Andorra, Palau, Seychellen, Antigua & Barbuda, Barbados, St. Vincent & de Grenadines, Grenada, Malta, Malediven, St. Kitts & Nevis, Marshall eilanden, Liechtenstein, San Marino, Tuvalu, Nauru, Monaco en Vaticaanstad (0.44 vierkante kilometer).

De komende weken stuurt hij mij diverse bijdragen. Vandaag Nauru.

  


Nauru: Een complete ramp


(Door Rolf Weijburg)

Nauru. 's Werelds kleinste onafhankelijke republiek, 22 vierkante kilometer, ruim 8000 inwoners. Daar ligt het dan, vier en een half uur vliegen vanuit Brisbane, Australië, helemaal alleen in de Central Pacific.

      

Eén weg loopt er om het eiland, waarover je, ik heb het geklokt, in 18 minuten rond het hele land rijdt.

  

Ooit, in de jaren 80 en 90, waren de inwoners van Nauru de rijkste mensen ter wereld. De opbrengst van de enorme hoeveelheid fosfaat op het eiland had iedereen rijk gemaakt.
     
Maar het fosfaat is nu zo goed als op, afgegraven en geëxporteerd naar Australië en verder weg; de kleinste republiek ter wereld is nu slechts nog een gigantisch gat, een krater vol rotsige punten, met een rondweg eromheen.

        

De Nauruanen zijn inmiddels hun geld alweer kwijt. Door slechte investeringen kwam de bodem van de staatskas weer in zicht. De 52 verdiepingen hoge wolkenkrabber die de eilandbewoners in Melbourne hadden laten bouwen is aan schuldeisers overgedaan. De honderden auto's die de bevolking had aangeschaft staan kapot en verrot te roesten langs de weg. Bomen groeien door de ramen.

    

De vele benzinestations die nodig waren om al die auto’s te laten rijden (het grootste tijdverdrijf was rondjes rijden rond het eiland) zijn bijna allemaal gesloten, in elkaar gezakt of verwoest. Ik telde er minstens 25.
 
     

Ook veel huizen zijn, wegens gebrek aan geld, totaal verwaarloosd, kapot, verzakt en tot bouwval verworden. De Nauruanen blijven er gewoon in wonen, de kapotte auto voor de deur, een vuilnisbelt aan kapotte machines, verkleurde kinderspeeltuinen, gescheurde trampolines in de voortuin.

  

De omgeving is ontsierd door grote hoeveelheden afval. Niemand ruimt iets op.

  
     
De Nauruanen zelf torsen inmiddels het wereldkampioenschap obesitas en diabetes met zich mee.

      Maar de Australische regering kwam met een oplossing. Het zou Nauru veel geld betalen als het zijn asielzoekers -vluchtelingen die per schip hadden geprobeerd het Australische Christmas Island, niet ver van Indonesië, te bereiken – in de kleine verwaarloosde republiek kon dumpen. En Nauru hapte toe.
      Bijna dertienhonderd asielzoekers "wonen" er nu op het eiland. Veelal in kampen in het desolate afgegraven zinderend hete (we zijn hier bijna op de evenaar) centrum van het eiland. Terwijl de Nauruaanse staatskas weer lekker vult en Australië veel andere projecten op het eiland financiert, is de positie van de vluchtelingen totaal uitzichtloos. Australië weigert iedere verblijfsvergunning, Nauru zegt dat het zijn probleem niet is.

Nauru for Nauruans

     
     
De asielzoekers, hoofdzakelijk uit Afghanistan, Iran, Iraq en Sri Lanka, maar ook uit Somalië en Eritrea, zijn de dupe. Sommigen zitten er al jaren vast, zonder ook maar het minste zicht op een oplossing. Velen worden gek, sommigen plegen zelfmoord. Hulpverleners doen wat ze kunnen, zo goed en zo kwaad als het gaat. We kwamen een Australische psychiater tegen die er niet was voor de vluchtelingen maar voor de hulverleners.

      Het gros van de Nauruanen wil niets van de vluchtelingen weten, en het is in bepaalde delen van het eiland zelfs niet veilig voor een vluchteling om na zonsondergang rond te lopen. En dan sijpelen er ook nog eens steeds verontrustender berichten over kindermishandeling in de kampen de buitenwereld in.

Nauru is een ramp. Niet alleen ecologisch en economisch, maar zeker ook menselijk.

 

Subcategorieën

Domar: Noord Bangladesh