Poëzie (350)
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
Van A. van Collem
Als ge me leest,
Dan moet ge mededichten
Als gij mij leest, dan moet gij mededichten
En algeheel in mijn gedicht opgaan,
Het moet gelijken op een zelf-verrichten,
Alsof niet ik, maar gij het had gedaan.
Gij zult tevreden zijn, en ziet het aan,
En blijdschap zal uw dichtend oog verlichten;-
Het is een kleinigheid, een vers te dichten,
Al lezende, is het in u ontstaan.
Ik las het echter, vóór gij had gelezen,-
Dit is het onderscheid van u tot mij.
En niettemin deed ik geheel als gij,
Want wat gij lezen mocht uit mij, -voor dezen
Stond het geschreven, lichtend, rei aan rei,
Door de natuur, in tekens onvolprezen.
1. Remco Campert: Dichten is een daad
2. Gerrit Komrij: De dichter
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
Van Gerrit Komrij
De dichter
Toen het letterkundig tijdschrift
Hem een briefje toe deed komen
Waarin stond: “Mijnheer, uw verzen
Waren lang niet slecht, we zullen
Er eerdaags een paar van plaatsen’’
Zwol zijn borst tot slagschiphoogte.
Heel zijn leven werd nu anders.
Hij ging doen alsof hij grote
Mensen hoogstpersoonlijk kende
Hij zei stad wanneer jij blad zei.
Hij zei held wanneer jij speld zei.
Hij zei ach wanneer jij dag zei.
En daarvan wilde hij leven!
Dichten over Poëzie 1; Remco Campert
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
Van Remco Campert
Poëzie is een daad
Poëzie is een daad
van bevestiging. Ik bevestig
dat ik leef, dat ik niet alleen leef.
Poëzie is een toekomst, denken
aan volgende week, aan een ander land,
aan jou als je oud bent.
Poëzie is mijn adem, beweegt
mijn voeten, aarzelend soms,
over de aarde die daarom vraagt.
Voltaire had pokken, maar
genas zichzelf door o.a. te drinken
120 liter limonade: dat is poëzie.
Of neem de branding. Stukgeslagen
op de rotsen is zij niet werkelijk verslagen,
maar herneemt zich en is daarin poëzie.
Elk woord dat wordt geschreven
is een aanslag op de ouderdom.
Tenslotte wint de dood, jazeker,
Maar de dood is slechts de stilte in de zaal
nadat het laatste woord geklonken heeft.
De dood is een ontroering.
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
Van Wim de Vries
Laatst
Laatst 's morgens vroeg
een man gezien die zingend
op een fiets zich
naar zijn werk begaf.
Verkeerd gedacht naar later
bleek: hij had de nacht.
- Details
- Categorie: Poëzie (350)
Vroegwijze knaapjes
De vermakelijke scėne in onderstaand gedicht speelde zich af in 1927. De latere dichter Bert Voeten was negen jaar, zijn vroegwijze vriendje Jan Talboom tien. Voeten overleed in 1992. Hoe het met jan Talboom verder is gegaan is mij niet duidelijk. De kans dat hij nog leeft lijkt mij niet groot, want dan zou hij 97 zijn.
Beide knapen groeiden op in Breda. Daar wonen tegenwoordig volgens het telefoonboek tenminste twaalf mensen met de naam Talboom. Het kan zijn dat Jan zijn natuurlijke aanleg voor aanschouwelijk onderwijs later uitermate vruchtbaar in de praktijk heeft toegepast.
Van Bert Voeten
The facts of life
Ik was negen toen Jan Talboom mij
in de tuin van zijn ouderlijk huis
de paringsdaad demonstreerde
Hij tekende met een houtje
een smal ovaal in het zand
en priemde het houtje vervolgens
vele malen tussen de lijnen
mij verzekerend dat het alleen
een kwestie was van bewegen
Jan Talboom was tien jaar oud
hij had een natuurlijke aanleg
voor aanschouwelijk onderwijzen.
Subcategorieën
Poëzie Aantal artikelen: 139
Twee maal de helft en een geel strikje
Pagina 38 van 43