’t Is stil in Amsterdam
Het was februari en het was koud. Eind jaren zestig vorige eeuw. Ik was net verhuisd van Breda naar Roosendaal, waar ik plaatselijk verslaggever was bij het Dagblad De Stem. Er was een etage beschikbaar boven het kantoor van de krant.
Op een soort rommelmarkt had ik snel een tafel, twee stoelen en een bed gekocht, want ik kreeg bezoek van mijn vriendin uit Amsterdam. ’s Avonds was er in de plaatselijke schouwburg een optreden van Ramses Shaffy & Liesbeth List.
We gingen erheen en kochten na afloop de LP Ramses II. Maar omdat er geen platenspeler in dat pand was ging ik de volgende dag naar muziekwinkel Jongenelen in de Molenstraat. M’n nieuwe buurman. Een vriendelijke behulpzame man, die de platenspeler ’s avonds zelf kwam installeren.
Hij schrok van de gebrekkige accommodatie en vond het prettig voor ons, dat er tenminste één LP in huis was.
Gezamenlijk luisterden we naar Ramses. Toen 't Is stil in Amsterdam begon, raakte mijn vriendin een beetje ontroerd. Meneer Jongenelen vond dat op zijn beurt weer aandoenlijk en zo werd het een gezellige ietwat nostalgische avond.
Er werd wat gedronken, want drank was er wel genoeg. Het werd heel laat en de plaat werd keer op keer gedraaid.
Die vriendin is nu al heel lang mijn vrouw. Zij is vandaag jarig.
Toen Ramses in 2009 overleed, schreef zij het volgende stukje op mijn blog:
Mijn moeder, Ramses & het brein
In 2002 verhuisde mijn moeder naar het Dr. Sarphatiehuis in Amsterdam.
Geveld door een heupfractuur en een falend geheugen.
Het adres klonk bekend.
De Roeterstraat: daar was vroeger het ‘Oude Besjeshuis’.
Veel van haar familieleden waren daarin opgenomen geweest.
Mijn moeder was ook in 2002 nog lekker bij de tijd.
Al werd het soms wat minder.
Zo had ze af en toe de elektrische waterkoker op het gasfornuis gezet.
Mijn moeder wist haar weg in het Dr. Sarphatiehuis.
Haar liefste plek was het Atrium: soep, koffie, broodje kroket.
Ze kon er ook haar sigaretje roken.
En elke keer was haar commentaar:
“Leuk is het hier.
Ik ben hier nog nooit geweest.
Ik wist helemaal niet dat je hier zo maar een broodje kroket kon eten”.
Bij één van de bezoeken zag ik Ramses Shaffy.
In de rolstoel, binnengebracht door Liesbeth List.
“Nou’, zei ik tegen mijn moeder, “Ramses woont hier zeker ook.”
“Jaaah, die heb ik hier al zo vaak gezien.
Dat is zo’n leuke, lieve man.
Wat een lieve schat is dat.”
Heleen Smit
Muziek bij de borrel (1):
Night in Tunisia; Art Blakey's Jazz Messengers
Muziek bij de borrel (2):
Kanonensong van Bertolt Brecht und Kurt Weill
Muziek bij de borrel (3)
The Singing Detective