Van Joop Wassenaar; alias JoopFinland ( Te Gast 1) ontving ik deze hilarische bijdrage. 

 

DNA in een zakkie


Ik word van moord verdacht. Nu ja, officieel ben ik niet verdacht maar 'getuige'. Om er zeker van te kunnen zijn dat er niets aan de hand is, wil de plaatselijke politie eventjes mijn DNA testen. Ik ben ook heus niet de enige 'getuige' die ze zoeken. Volgens de berichtgeving in de krant zijn voor zo'n test 150 mannen tussen de 20 en 60 jaar 'uitgenodigd'. Maar omdat in deze contreien zo'n 80.000 mensen wonen, moet ik helaas wel concluderen tot een uiterst select gezelschap te behoren.


                                                                                                       

ONAANGEPAST

Natuurlijk kun je zelfs in Finland 'n buitenlander niet zomaar van moord verdenken. Daarvoor is een aanloop nodig. De voorgeschiedenis van dit verhaal begint met mijn komst naar de stad Pori in de zomer van 2001. Pori ligt aan de Botnische kust in het zuidwesten van Finland en is in grootte de zesde stad van Finland. Nu moet je je bij het begrip 'Finse stad' niet teveel dynamiek voorstellen.
      Pori heeft één winkelstraat en één bioscoop en daar houdt het mee op. Rond de ook overdag uitgestorven markt rijden 's avonds blonde boerenjongens hun rondjes in oude Amerikaanse auto's. De stad huisvestte altijd zware industrie en sinds die vertrokken is naar China huisvest ze dus vooral werklozen. 'n Soort van Beverwijk dus, dit Pori. Weinig hersens, veel parkeerproblemen.

In dit Finse Beverwijk ging ik 'n column schrijven voor het plaatselijke sufferdje. Nu kun je over Finse kranten veel zeggen maar niet dat ze niet gelezen worden. "Satakunnan Kansa", de Stem van de IJmond als het ware, heeft het over niks, nada maar wordt dagelijks van voor naar achter en weer terug gespeld door 125.000 mensen.
      De column geschreven door die Hollander was dus ook al snel een begrip in de stad. Vooral toen die Hollander zich niet beperkte tot loftuitingen op Finland in het algemeen en Pori in het bijzonder. Ik schreef over de armoedige drugspolitiek in dit land en over het hypocriete beleid ten aanzien van sterke drank. En ik schreef over de Finse geschiedenis. Met name over de periode 1939-1945...

                                                                 

BEVERWIJK AAN DE BOTNISCHE GOLF  


Heel Beverwijk aan de Botnische Golf over me heen. Het was zomer 2002, dus midden in komkommertijd en omdat de krant nog minder dan nada ander nieuws te melden had, liet de hoofdredactie lekker geen einde komen aan de reeks scheld- en dreigbrieven op haar opiniepagina. Algemene teneur van de reacties? Dat men niet zat te wachten op de mening van 'een buitenlander' over 'hun' oorlog.
      Toen ik ook gebeld ging worden, nam ik contact op met de hoofdredacteur en zei hij mijn contract op. Ik verwachtte nooit meer iets van of over mij in die krant te lezen. Maar dat had ik goed mis.

Voorjaar 2003 brak de oorlog in Irak uit en kon ik niet stil blijven zitten. Er is hier een kleine linkse ‘sien’ en die kreeg ik zover dat we 'n paar vrijdagen achter elkaar in die ene winkelstraat tegen Bush en Blair demonstreerden. Het was wellicht de allereerste demo die Pori ooit gezien had, want reeds de tweede vrijdag werd ik gebeld door de misdaadverslaggever van Satakunnan Kansa. Of ik wel een vergunning had voor dat gedoe, zo vroeg deze Finse Peter R. de Vries. Op mijn bevestigende antwoord kondigde hij aan dat na te gaan vragen bij de plaatselijke politie.
      Toen hij terugbelde, verwachtte ik natuurlijk excuses omdat hij had verondersteld dat ik hem voorloog. Maar in plaats daarvan begon de man mij uit te horen. Ik hield de boot af omdat ik vond dat 'n eventueel verhaal in zijn krant zou moeten gaan over die oorlog en die demo.
      Maar de volgende morgen las Beverwijk bij het ontbijt 'n verhaal over "de Hollandse extreemlinkse activist die in onze straten de goede banden tussen Finland en Washington in gevaar brengt". Behalve mijn naam en nationaliteit, bevatte het artikel mijn pasfoto. Die had de kerel rechtstreeks uit het archief van de krant gepeurd! (1)

                                                                                          
WASLIJN


De toon was daarmee gezet. Pori had een heuse terrorist binnen zijn grenzen. Weer een jaar later, in het voorjaar van 2004 kwam ik voor het eerst in aanraking met de plaatselijke politie. Onze buren zetten hun waslijn voor onze vensters en toen ik er tegen protesteerde was het antwoord dat ik me "eens moest gaan verdiepen in wat in dit land de gewoontes zijn", dat zij als mijn buren genoeg eronder leden "om naast een uitgesproken terrorist te wonen", en dat als ik verder zeurde het erop uit zou lopen dat wij "uit huis gezet zouden worden".
      Toen op 'n zaterdag het ding weer vol onderbroeken hing, heb ik een schaar genomen en die lijn doorgeknipt. Vijf minuten later stormden zes man politie in kogelvrije vesten en hun schiettuigjes in aanslag onze woning binnen. Buurvrouw had 'anoniem' gemeld dat op 'haar' erf 'die buitenlander' met een steekwapen rondliep...
      Teleurgesteld moesten de dienders na hun wilde zoektocht vaststellen dat de gezochte geweldenaar in diens keuken koffie dronk. Ik liet hen de schaar zien, vertelde mijn beweegredenen en gaf hen de tip dat in beschaafde landen nodeloos alarm met een flinke boete wordt bestraft.
      Toen ik beloofd had dat ik de waslijn op eigen kosten zou herstellen, verlieten zij hoofdschuddend de woning. 'n Week later kreeg ik evenwel telefoon uit het politiebureau. Of ik meteen kon komen, anders zou ik worden opgehaald. Komen? Opgehaald? Waarvoor? Voor verhoor natuurlijk. Verhoor? In verband waarmee? In verband met die waslijn natuurlijk. Ik naar het bureau waar me duidelijk werd dat de buren aangifte tegen me gedaan hadden omdat ik hun waslijn had vernield en nog niet hersteld.
      Het verhoor werd afgenomen door een kleine, bebrilde man. Jorma Kyläniemi, in het Nederlands Dorpsveld. Op de automarkt zou ie het goed gedaan hebben, Jorma Dorpsveld. 'n Rauwe, harde stem en die oogjes die vanachter die brillenglazen vol wantrouwen de wereld inspiedden. Aan die waslijn was volgens de buren wel geklungeld maar niets hersteld en zij hadden een nieuwe moeten aanschaffen. Kostte mij die aanschaf plus een boete wegens vernieling. Of ik het geld daarvoor had (2)? Ik verklaarde Dorpsveld dat ik 500 euro in de maand te verteren heb. 

                                                                                            
KLEINE FIRMA

"Hoezo? Je hebt toch geen uitkering?", wist hij al. "Neen, ik heb een kleine firma en die brengt 500 euro in de maand op. Kan in mijn boekhouding gecheckt worden". "Een firma die niks opbrengt? Weet je dat wel zeker? Of verzwijg je inkomsten voor onze belastingdienst?"
      Het gesprek met Dorpsveld ging niet meer over 'n waslijn. De kleine man was grote dingen op het spoor. Ik was in zijn ogen een 'terrorist' die "samen met zieke Finse kinderen demonstraties" organiseerde, als het aan hem lag werd ik "samen met dat zwarte tuig zo snel mogelijk op het vliegtuig gezet", en hij zou "terdege" natrekken of ik niet "ook in Nederland op een lijst" voorkwam.
      Ik verklaarde dat ik in Nederland noch in Finland een strafregister heb en vroeg hem op wat voor lijst ik in Finland wel voorkwam. "Op een lijst, dat is alles wat ik jou daarover hoef te vertellen. Voor jou is die lijst niet van belang, voor jou is belangrijk dat je hier in Pori niet welkom bent!" Ik stemde niet in met het verslag van het verhoor zoals hij dat geschreven had en ten teken dat ons gesprek teneinde was, liet hij twee klerenkasten naar het kleine kamertje komen.
      "En nu ga je d'r uit of je vliegt eruit!"

                                                                                         
DECEMBERAVOND

Op de avond van 1 december van het vorig jaar haalde ik de post uit onze brievenbus toen twee mannen naast me kwamen staan en één van hen me groette. Nu doen Finse mannen dat in het algemeen alleen wanneer ze bezopen zijn, dus ik zei niets terug. Nu vroeg de kleinste van de twee:
      "Wat is je naam?"
Wij waren die dag juist verhuisd en ik veronderstelde nog steeds dat het hier om twee nieuwsgierige plaatselijke alcoholisten ging die met mijn naam niets te maken hadden.
      "Ik ben voor jullie Jan Lul", antwoordde ik en concentreerde me weer op het in de barre Finse decemberkou met een petieterig sleuteltje openen van de postbus. Opeens hanteerde de kleine echter een kloeke zaklantaarn en scheen daarmee eerst in mijn gezicht en vervolgens op de naamplaat op de brievenbus. "Neen, jij bent niet Jan Lul, ik ken jou, jij bent Joop Finland", kraaide de dwerg met nauw verholen enthousiasme.
      Ik zocht in mijn herinneringen razendsnel 'n aanknopingspunt naar het miezertje, en dat vroeg: "Is die auto van jou? Daar zouden we graag eens in kijken". "Nee, die auto is van mijn vrouw, die is binnen. Als je haar wilt spreken, bel ik haar even op mijn mobiel". "Wij willen je vrouw straks spreken. Nu willen wij eerst weten waar jij de afgelopen nacht was". Het duizelde mij. Opeens wist ik wie ik tegenover me had: Jorma Dorpsveld! En in dezelfde fractie van een seconde drong het tot me door waarom hij nu weer in mijn bestaantje opdook.

We hadden op de turbulente verhuisdag natuurlijk geen krant gelezen of radio gehoord maar een kennis had mijn vrouw die middag gebeld en het nieuws verteld. Een ex-werkgever van haar was die nacht in diens woning voor de ogen van diens gezin doodgestoken.
      Ik bevatte nu Dorpsveld's hele kijk op de wereld. De man had in zijn oneindige wijsheid twee dingen gecombineerd: ex-werknemer en messteken. Nu was hij al een half etmaal in de weer om alle ex-werknemers van het slachtoffer plus eenieder die in Pori wel eens een fietsband had lek gestoken, aan de tand te voelen.

                                                                                                     

 HONDENBRIGADE

"Ik moet je teleurstellen Dorpsveld, maar wij hebben helaas 'n alibi", schamperde ik. "Wij waren vannacht in deze auto aan het verhuizen, dat kunnen verschillende mensen getuigen". "Maar", vervolgde ik terwijl van om de hoek een politiebusje naderbij kwam, "wat mij interesseert: hoe ben je zo op mijn persoontje gekomen? Ben je alle mensen in Pori al langs geweest?" "We betrekken bij ons onderzoek alle mensen in de provincie. En daar hoor jij ook bij", riep de ander. "O ja? Dat is nieuw voor mij, dat ik daar ook bijhoor", zei ik en richtte me tot de andere agent in burger en de hondenbrigade die inmiddels uit het busje was gestapt.
      "Want lieve mensen, twee jaar geleden was ik voor deze klootzak hier niet iemand die erbij hoorde maar een smerige buitenlander die zo snel mogelijk moest oprotten!"

                                                                                                       
OUTPLACEMENT

Mijn vrouw kwam naar buiten, haar auto werd onderzocht en er werd gemompeld dat het allemaal in orde was. De volgende ochtend informeerden we ons over de toedracht van de moord. Gezocht werd en wordt een forsgebouwde, dikkige man. Nu ben ik wel lang maar bepaald slank, dus ik voldoe niet aan het daderprofiel. Hoewel het gezin van het slachtoffer erbij stond en de slachtpartij ongeveer tien minuten heeft geduurd, is over het motief van de moord tot op heden blijkbaar niets duidelijk geworden. Toch houdt de politie het op wraak.

Jukka Lahti, zeg maar Jukka van der Meer, was outplacement manager. Dat is zonder New Speak iemand die massa-ontslagen organiseert. Hij werd in die hoedanigheid aangetrokken door het koper- en staalbedrijf waarbij ook mijn vrouw bijna twintig jaar gewerkt heeft. In september 2005 vloog zij samen met 200 anderen de straat op.
      In Finland betekent dat van de ene dag op de andere, zonder scholing of garantie op een andere baan. In Pori, het Beverwijk van Finland waar ooit de halve stad in die fabriek werkte, betekent dat een ramp. Werkloos zijn betekent in Finland 500 dagen WW en daarna de bijstand van 500 euro per maand in. Werk zoeken betekent in Pori gedwongen verhuizen naar Helsinki tweehonderd kilometer verderop.


                                                                                                          
FRUSTRATIE  

Er is dus in een gemeenschap als deze ruim voldoende frustratie voorhanden om iemand als Van der Meer eens een lesje te leren. Ik kan me dan ook voorstellen dat het onderzoek zich heeft geconcentreerd op de door Van der Meer weggewerkte mensen. En op hun partners. Zo zou ik het ook aangepakt hebben. Althans in eerste instantie. Want er is onderzoek en onderzoek.
      Gedurende de maanden december en januari was de zaak-Van der Meer geen dag uit het nieuws. Dat zette langzamerhand kwaad bloed. De Finse samenleving is een gewelddadige samenleving en Pori 'scoort' binnen die gewelddadige samenleving ook nog es hoog.
      Landelijk sterven hier wekelijks een tiental mensen een dood door geweld en in Pori vindt elke maand wel zoiets plaats. Eind januari vroeg de publieke opinie zich af waarom nog steeds 30 rechercheurs op de zaak werkten terwijl toen in een sloppenwijk iemand aan steekwonden overleed omdat politie en hulpdiensten weigerden te komen.

Zo iemand als Van der Meer komt uit het niets en verdwijnt ook als het goed gaat in levende lijve na gedane arbeid weer in het niets. Van der Meer heeft vele jaren in Estland gewoond en gewerkt. Waarom geeft de politie van Pori de zaak niet over aan de Finse rijksrecherche en daarmee aan internationaal werkende diensten? Binnen een relatief kleine gemeenschap voedt het onderzoek dagelijks 'n enorme stroom verdachtmakingen.
      Ook de door de Hoogovens van Pori uitgeloofde, ongekend hoge beloning voor de tip die naar de dader leidt, ontmoet onbegrip. Niet alleen omdat Pori arm is en het bedrijf bijna failliet. 'n Hardnekkige theorie over de zaak wil dat Van der Meer per abuis het slachtoffer is geworden. De messteken zouden bedoeld zijn geweest voor zijn directeur die in dezelfde straat drie nummers verderop woont.

                                                                                                                
JE DNA...

Mede met behulp van die theorie probeer ik te begrijpen waarom ik, ondanks de toezegging die eerste december dat ik buiten verdenking val, in februari weer door de politie werd lastiggevallen. Mijn ontslag indertijd bij Satakunnan Kansa werd gevolgd door een aanbod om mijn column voort te zetten in het weekblad Satakunnan Työ, Satakunta (3) Arbeidt als het ware, je raadt het al, een krant uitgegeven door de Linkse Bond, de Finse SP.
      Nadat Van der Meer in 2005 met onder vele anderen mijn vrouw had gedaan wat hij aan het Finse Nijenrode had geleerd, schreef ik in IJmond Arbeidt dat de plaatselijke koper- en staalgigant niet aan de goedkope arbeid in China maar aan mismanagement ten onder ging. Ik stelde dat het niet de vraag is of maar wanneer bij de fabriek de lichten definitief uitgaan en dat het van beschaving zou getuigen als het management daarover open kaart zou spelen.

Heb ik toen in 2005 volgens sommigen opgeroepen tot geweld? Olie op het vuur gegooid? In ieder geval kreeg ik op een zaterdag (!) in februari telefonisch een 'uitnodiging' om samen met mijn vrouw te worden 'verhoord' als getuige in de zaak-Van der Meer.
      Wij stemden na enige aarzeling toe om de maandag daarop samen te komen. Zondagmorgen echter lazen we in de krant dat we niet voor verhoor maar voor een DNA-test naar het bureau zouden komen! Zo'n 150 mannen -de slachtoffers of de partners van de slachtoffers van de sanering in 2005?- werd gevraagd om DNA af te staan "teneinde hun aandeel in de moord uit te kunnen sluiten"...

                                                                                                     
30 RECHERCEURS

Diezelfde zondagmorgen bleken de 30 rechercheurs aardig langs elkaar heen te kunnen werken. Ik werd weer gebeld en nog eens uitgenodigd voor het verhoor. Ik zei dat ik al gebeld was maar greep de gelegenheid aan om mijn toezegging van de dag daarvoor in te trekken. De toon van de gesprekspartner sloeg onmiddellijk om. Van 'uitnodigen' en 'vragen' was geen sprake meer.
      Ik was verplicht te komen en al even verplicht om aan die test deel te nemen. Mijn tegenwerping dat het hierbij om mijn rechten ging en dat in juridische kringen in Helsinki al protest tegen de gang van zaken was aangetekend, kwam me op de volgende reprimande te staan:
      "Wij lossen een tragische daad op meneer Finland en het past U als burger alleen maar om daar aan mee te werken en niet tegen te werken. Die lui in Helsinki hebben we niet om raad gevraagd en als jij Joop ons weer lastig wilt vallen dan kan ik zeggen dat we hoe dan ook aan dat DNA van je komen, is het niet goedschiks dan wel kwaadschiks. Desnoods halen we je ervoor uit het vliegtuig als je het land uit vluchten wil!"

                                                                                                              
IN 'n ZAKKIE

Dinsdag 27 februari. Hij vertedert me deze keer bijna. Wat moet ik hier nou mee aan? Zie daar nou toch de vleesgeworden rechtsstaat in onze deuropening staan. Waarom hebben we ooit gedacht de rechten van de mens te kunnen laten beschermen door zo'n schattebout die zijn eigen naam amper kan schrijven? Het menselijk DNA als speeltje van types zoals hij, die nooit de dinky-toy zijn ontgroeid. Laat ik maar goed oppassen dat hij niet in paniek raakt en gaat schieten of zo...

Dorpsveld komt ons storen bij het middageten. Hij stelt zich met een jongen in uniform naast zich op in onze woonkeuken, een andere ondergeschikte zit ergens in 'n auto aan de mobilofoon. Dorpsveld pakt uit.
      Hij heeft een duidelijk versleten plastic draagtas bij zich. Eentje zoals je ze hier in Finland aan kunt treffen in de parken en plantsoenen, tussen scherven van kapotte flessen. Eentje zoals waarmee je hier niet met goed fatsoen rond kunt lopen omdat iedereen denkt dat je er drank in meevoert. Dorpsveld grijnst breed bij het tonen van de inhoud van het geval.
      "Alles erop en eraan. Je hoeft helemaal niet mee naar het bureau, we nemen de test hier af. We hebben er zo al tientallen genomen. Een kwestie van een paar minuten. Gemak dient de mens".
      'n Mobiel DNA-laboratorium. Ik schiet spontaan in de lach, ik kan niet anders. Wij hebben juist een pan spaghetti klaar en zetten ons aan de maaltijd. Dit is een klucht aan het worden. Ik zeg tussen twee happen door:
      "Sorry dat ik lachen moet want uiteindelijk hebben we het hier wel over een mensenleven, toch? Kunnen jullie daar niet met wat meer respect mee omgaan?" Hij: "Daarvoor zijn we hier. We willen dit oplossen. En dat wil jij toch ook?" Ik ga er in weerwil van zijn ontwapenende tas-met-inhoud van uit dat hij me komt arresteren en denk na over wat er geregeld moet worden. Schrijf het telefoonnummer van mijn advocaat op voor mijn vrouw, waarschuw enkele mensen per e-mail.
      Dan zeg ik: "Nu gaan we het volgens de regels van het spel spelen. Als grote jongens. Jij komt mij officieel arresteren omdat ik verdacht word van moord en ik eis bij het verhoor mijn advocaat plus een tolk Fins-Nederlands. Van nu af aan spreek ik alleen nog mijn moedertaal want dat is mijn recht". Ik ga metterdaad over op Nederlands en Dorpsveld kijkt verbouwereerd naar de jongen die hem uitlegt dat dit mijn moedertaal moet zijn. 

                                                                                                  
DOKTER IN DE ZAAL

"Maak het nu niet zo moeilijk voor iedereen", steunt hij en legt nog eens uit dat ik niet verdacht ben. Mijn vrouw legt hem op haar beurt uit dat het zo niet werkt. Dat ik in de ogen van de hele straat wel degelijk verdacht ben omdat hij met zijn gevolg om de haverklap voor de deur staat.
      Het mannetje houdt echter voet bij stuk: hij kan hier en nu een eind aan alle gedoe maken. Maar ik zeg in het Engels tegen mijn vrouw dat DNA volgens de wet door of in ieder geval onder toezicht van een medicus moet worden afgenomen. Of zij even wil vragen of er een dokter in de zaal zit...
      "Wat spreekt ie nou?" vraagt Dorpsveld aan zijn jongste bediende. "Engels", antwoordt deze en bloost zodra mijn vrouw mijn opmerking in het Fins vertaald heeft. Dorpsveld begrijpt nog niet dat zijn missie definitief is mislukt.
      "Artsen? Dit", roept hij terwijl hij zijn plastic tas oplicht, "kun je in elke apotheek kopen. En we hebben er half Pori al mee getest!" Maar wanneer ik nog eens herhaald heb onder welke voorwaarden ik met hem mee ga, zucht hij diep en lispelt. "Je had beter toe kunnen stemmen, want ze zullen je ooit, volgende week of volgend jaar, komen halen met alle poeha vandien. Ik kom hier in ieder geval niet weer".

Hij heeft woord gehouden. En ook zijn collega's hebben zich niet meer laten zien...