Oom Ies & tante Jopie

Theo Uittenbogaard (Te gast 37) werkte lang bij de VPRO-televisie en -radio. Chris Kijne is daar nog steeds actief.
(Oud)-collega’s dus.
      Maar ook familie van elkaar.
Theo kwam daar een tijdje geleden pas achter en schreef het volgende opmerkelijke mailtje aan Chris.

Het volkslied van Nieuw-Guinea

 

''Laatst zei iemand, en ik mag doodvallen als ik nog weet wie, "De oom van Chris heeft het volkslied van Nieuw-Guinea nog geschreven". "Nee", begon ik nog te zeggen: " MIJN oom heeft het volkslied van Nieuw-Guinea nog geschreven", en weet tijdig de slome melodie, die in me opwelt, in te slikken, want plotseling realiseer ik me dat jij wel degelijk Kijne heet.

Oom Ies Kijne en tante Jopie Uittenbogaard. Ik heb nog es een batik-lap van ze weggegooid wegens verregaande ontbinding. Een halssnoer, 'met apetanden', zoals mijn moeder griezelend zei, heb ik nog steeds van ze. Maar dat kan niet, want er wonen geen apen in Nieuw-Guinea.

Ik kon vele jaren later uiteraard niet vermijden aan hen te denken bij het lezen van het tragische verhaal uit Bericht uit Hollandia van F. Springer, pseudoniem van de diplomaat Carel Jan Schneider, waarin een zendeling juichend door zijn papoea-gemeenteleden werd vastgespijkerd aan een houten kruis op Goede Vrijdag.

Die stentor Oom Izaak en die vrolijke, ongestreken tante Jopie -de zuster van mijn vader. "Mijn oom is een zendeling", liet ik wel es vallen op mijn Roelof Venemaschool met den Bijbel, vergeefs hopend op bewondering. Dus liet ik maar weg dat diezelfde oom ook nog de hele Bijbel in het Wandammens had vertaald, en dat dat geen dialect uit de Alblasserwaard was, maar een taal uit de buurt van Biak''.


Wandammens

 

 

''Toen ze in 1953 'met verlof' uit Nieuw-Guinea terugkeerden op Schiphol -op het 'oude' Schiphol- was het nog mogelijk als familie, ze vrijwel óp het platform te begroeten.

De passagiers kwamen de superconstellation-trap af en holden naar het 'stationsgebouw', vlak onder het groene aquarium van de verkeerstoren, waar reikhalzende familieleden popelden hetzelfde te doen. Maar die wisten toen nog van beleefd en ordelijk wachten achter een rood koord.

Behalve ik, dan. Ik wist mij als 7-jarige los te wurmen en wachtte, pontificaal op de rode loper, mijn OOM IES en mijn TANTE JOPIE op. Tevergeefs.

De menigte uit het vliegtuig -een 'kist' noemde mijn vriendje-de-zoon-van-een-KLM-piloot het professioneel- overspoelde mij bijkans. En ik had geen idee hoe Oom Ies en Tante Jopie er eigenlijk uitzagen, in het echt. Noch hun kinderen; Miekee en Jan-Willem.

Dus toen iedereen voorbij was gerend, stond ik nog steeds op die rode loper. Alleen, en treuzelde toen ook maar naar binnen. Totdat een dikke man, met hoed en regenjas over zijn arm, zich naar mij voorover boog, mij in een ijzeren omklemming nam, en mij met dikke, vlezige, natte lippen vol op de mond zoende en vervolgens uitkreet: "Jan-Willem ! Wat ben je groot geworden."

 


Nog meer verwikkelingen

 Ik gaf deze informatie weer door aan Hugo Kijne (Algemeen 98 ) en (Te gast 3), de broer van Chris.
     

Zijn reactie:

Mijn grootmoeders achternaam was Poot, en zij was een afstammelinge van de dichter*. Haar zuster was met de vader van 'Oom Ies' getrouwd, die weer een broer was van mijn grootvader. Oom Ies was dus eigenlijk een dubbele neef van mijn vader en zij hadden een sterke band, vandaar dat wij redelijk vaak bij Oom Ies en Tante Jopie in Leiden op bezoek kwamen. Oom Ies heeft ook de tekst van het Nieuw- Guinese volkslied gedicht, en is daar nog steeds een nationale held. Ik zat ooit in het radioprogramma Wereldnet met een mevrouw op Nieuw-Guinea en die bezwijmde haast toen ik vertelde dat ik familie was van Oom Ies en hem ook goed gekend had. Hoe zit dan Theo's relatie met hem en Tante Jopie in elkaar? Dat moet via Tante Jopies familie lopen.

Hugo

*Wiens grafschrift, volgens de overlevering, is: "Hier ligt Poot, hij is dood".


Waarop Theo weer antwoordde:

De wereld is klein, zeg
Zag ik vorige week de Jan-Willem in kwestie tijdens een -uiterst zeldzame-
familiereünie (vandaar dit opwellende verhaal)
Nu Hugo weer
Dit is het antwoord op Hugo's vraag: "Die stentor Oom Izaak en die
vrolijke, ongestreken tante Jopie -de zuster van mijn vader."
gr
Theo

 

HAI TANAHKU PAPUA 

Hai tanah ku Papoea,
Kau tanah lahirku,
Ku kasih akan dikau sehingga adjalku.

Kukasih pasir putih
Dipantaimu senang
Dimana Lautan biru
Berkilat dalam trang.

Kukasih gunung-gunung
Besar mulialah
Dan awan jang melajang
Keliling puntjaknja.

Kukasih dikau tanah
Jang dengan buahmu
Membajar keradjinan
Dan pekerdjaanku.

Kukasih bunji ombak
Jang pukul pantaimu
Njanjian jang selalu
Senangkan hatiku.

Kukasih hutan-hutan
Selimut tanahku
Kusuka mengembara
Dibawah naungmu.

Sjukur bagimu, Tuhan,
Kau brikan tanahku
Bri aku radjin djuga
Sampaikan maksudMu.

(Behoort bij de ordonnantie van 18 november 1961 (besluit van de Gouverneur van Nederlands-Nieuw-Guinea van 18 november 1961 No. 364, Gouvernementsblad 1961 No. 69).

 

O mijn land Papoea


O mijn land Papoea
Mijn geboorteland
Jou zal ik liefhebben
Tot mijn levenseinde

 
Ik hou van het witte zand
Van je fijne stranden
Waar de blauwe oceaan
Blinkt in het licht

Ik hou van het geluid van de branding
Die op je stranden slaat
Een lied dat steeds
Mijn hart verheugt

 

Ik hou van de bergen
Groot en verheven
En de wolken die zweven
Om hun toppen


Ik hou van de bossen
Het dekkleed van mijn land
Ik mag zo graag zwerven
Onder je schaduw

 

Ik hou van je grond
Die met je vruchten
Mijn ijver betaalt
En mijn werk


Dank zij u Heer
Gij hebt mij het land gegeven
Laat mij ook ijverig zijn
Om het laten beantwoorden aan Uw doel

 

Klik HIER voor alle bijdrages van Theo