Van Amsterdam naar Patagonië
Geboren in Amsterdam, getogen in Assen. Daar ooit begonnen als leerling-journalist bij de Drents-Groningse Pers.
Later de overstap naar de bedrijfsjournalistiek gemaakt.
In 1996 baan opgezegd en met man Don naar Costa Rica vertrokken. Wortels doorgesneden en nu voor eeuwig onderweg. Na drie jaar Costa Rica naar buurland Panama en nu alweer twee jaar in het lieflijke dorpje Villa La Angostura midden in het Andesgebergte in het Argentijnse deel van Patagonië.
Werkt als freelance journalist, onder andere voor het radioprogramma Wereldnet en voor bladen in Nederland en schrijft voor haar website www.verhaalhalen.nl.
Daarnaast studeert ze. Na het behalen van ‘t bachelor psychologie is zij nu bezig met masters neural/brain science. En met haar labrador Wijfie doet ze als vrijwilliger animal assisted therapy.
Land van vlees, wijn en ruimte
Argentijnen eten veel vlees, heel veel vlees. Bij middag- en avondeten hoort toch wel vlees.
Voor de broodnodige balans bestaat het ontbijt uit koffie of de kruidendrank mate met zoete croissants en om een uur of vijf/zes komt er weer heel wat zoetigheid op tafel bij de ‘merienda’. Dat extraatje is wel nodig, want het avondeten is pas ruim na negen uur ‘s avonds aan de beurt.
Een Argentijn kan pas aan z’n diner beginnen als het donker is.
Toen de overheid om energie te sparen de zomertijd invoerde en het dus nog een uur later donker werd, gaf dat dan ook heel wat klachten.
De kinderen zaten de volgende ochtend om half acht in hun schoolbanken te slapen.
Verwacht vleestekort
Toch wordt er zo langzamerhand beduidend minder vlees gekocht bij de slager. Niet omdat doordringt dat er toch wel erg veel darmkanker voorkomt in Argentinië en dat het dus verstandig zou zijn om wat minder vlees te eten, maar omdat het vlees duur is geworden.
Voor ons is het nog steeds ongelooflijk goedkoop. Een kilo lekkere biefstuk voor omgerekend zo’n vier euro vind je nergens anders in de wereld. Jammer genoeg eten wij maar heel weinig vlees.
Het ziet er naar uit dat de prijs van het vlees de komende maanden en jaren flink verder zal stijgen. Er wordt namelijk een tekort aan vlees verwacht en Argentinië, dé vleesproducent van de wereld, zal misschien zelfs vlees moeten importeren om in de eigen behoefte te voorzien.
Door aanhoudende droogte zijn veel runderen gestorven. Bovendien is het financieel aantrekkelijker over te schakelen op andere agrarische producten, zoals het verbouwen van soja. De overheid heeft er nog niet aan gedacht om via belasting- of subsidiemaatregelen de veeteelt te stimuleren.
Het liefst eten de Argentijnen hun vlees geroosterd. Iedere zichzelf respecterende familie heeft thuis een barbecueplaats en ook onderweg zijn overal barbecueplaatsen te vinden.
De Argentijnen hebben niet voor niets de reputatie wereldkampioenen te zijn op het gebied van het roosteren van vlees. Ze weten er iets zeer smakelijks van te maken –zo totaal anders dan de stukjes vlees die of te rauw of verbrand van de Nederlandse barbecue af komen- en doen het met grote regelmaat. Iedereen komt mee-eten. H
Het helpt dat het een goede gewoonte is dat bezoekers van een ‘asado’, een barbecuefeest, zelf hun bestek meenemen. In winkels kun je dan ook setjes in alle vormen en maten vinden, vaak in een handig leren hoesje dat aan je riem kan hangen. Een stokbrood en wat sla en tomaat maken de maaltijd compleet.
Vegetariër
Een bekende Argentijnse die beslist geen vlees eet, is de kleindochter van Ernesto Che Guevara. Hoewel hij bekend is als maat van Fidel Castro in de Cubaanse revolutie, is ‘el Che’ toch echt een geboren en getogen Argentijn.
Zijn kleindochter Lydia heeft nu een kleine revolutie in Argentinië veroorzaakt door halfnaakt te poseren in een reclamecampagne voor vegetarisch eten.
Gekleed in slechts twee patroonbanden over d’r schouders, waarin de kogels zijn vervangen door wortels, en de bekende baret van haar grootvader, roept Lydia mensen op te stoppen met het eten van vlees.
De campagne is van de dierenrechtenorganisatie PETA (People for the Ethical Treatment of Animals) en zal over de hele wereld te zien zijn.
Lydia denkt niet dat haar opa er bezwaar tegen zou hebben gehad dat ze zijn naam gebruikt voor een goed doel waar ze in gelooft.
Wijnproductie
Bij al dat vlees hoort natuurlijk iets te drinken en veel Argentijnen grijpen dan naar een fles wijn. Argentinië staat vierde op de wereldranglijst van wijn producerende landen.
Dat betreft dan wel de hoeveelheid liters geproduceerde liters, want over de smaak van deze wijn valt te twisten. Tot de jaren negentig gaat het de Argentijnen bij de wijnproductie eigenlijk meer om de kwantiteit dan om de kwaliteit.
Bijna de hele hoeveelheid geproduceerde wijn wordt in eigen land opgedronken. Gemiddeld 45 liter wijn per persoon per jaar. Die wijn wordt aan tafel vaak aangelengd met water, zodat de smaak er een stuk minder toe doet.
Bijna twintig jaar verder heeft Argentinië een aardige wijnindustrie met goede wijnen die ook graag geziene gasten zijn op culinaire evenementen elders in de wereld.
Met name de Malbec variëteit wordt geroemd.
De Argentijnse wijnbouwgebieden concentreren zich in een smalle strook ten oosten van het Andesgebergte.
De provincie Mendoza telt de meeste wijngaarden. Daar is het ook dat op een goede dag de Nederlander Mijndert Pon, voormalig directeur van Volkswagenimporteur Pon, neerstrijkt en tweeduizend hectare grond koopt om er zich over te geven aan één van zijn grote hobby’s: wijn.
De verschillende soorten Salentein wijn hebben nu internationaal een zeer goede naam opgebouwd.
Patagonië
Ruim duizend kilometer zuidelijker ligt in de provincie Neuquén in Patagonië een opkomende wijnzone waar de meest zuidelijke wijnen ter wereld worden geproduceerd.
Een van de bodega’s heeft de toepasselijke naam Del Fin del Mundo, het eind van de wereld.
Want wij Europeanen stellen ons Patagonië voor als het eind van de wereld en zo ziet het er ook uit. Uitgebreide steppes, gortdroog met alleen wat dorre begroeiing.
Hoe de vele schapen die er lopen, in vredesnaam nog iets van voedsel kunnen vinden, is ons een raadsel.
De meeste zijn dan ook broodmager.
Wind
Uiteraard hoort bij dit pure Patagonië ook wind. En die blaast er in volle kracht. Als je de autodeur bij het opendoen niet vasthoudt, rukt de wind ‘em gegarandeerd uit de scharnieren. Dat is pas een wind met hoofdletters die over de gigantische vlaktes raast.
Ruta 40
De VS heeft z’n legendarische Route 66, een weg van bijna vierduizend kilometer dwars door het land van Chicago naar Los Angeles.
Argentinië doet daar met z’n Ruta 40 beslist niet voor onder.
Integendeel, de weg is nog eens ruim duizend kilometer langer.
Hij gaat van Cabo Virgenes, provincie Santa Cruz, in het uiterste zuiden, langs het Andesgebergte vijfduizend kilometer omhoog naar La Quiaca, provincie Jujuy, in het noordelijkste puntje.
Daarmee is de Ruta 40 die al in 1935 in gebruik werd genomen, de langste weg van het land.
Niet alleen leidt de weg door elf provincies, door twintig nationale parken, over achttien grote rivieren en over 27 Andes passen, maar ook stijgt ie van zeeniveau tot vijfduizend meter hoogte.
Steenslag & kuilen
Om de weg helemaal te volgen moet je wel iets avontuurlijks in je hebben. En een goede auto, want vele stukken van de Ruta 40 mogen de naam weg eigenlijk niet dragen.
Steenslag, zand, hobbels en kuilen, het is afzien. Vooral voor dat handjevol dapperen dat op de fiets de zuidpunt van Argentinië wil bereiken. Dan zijn de vele motorrijders die op hun all road motoren de route komen afleggen, beter af.
Argentinië probeert de Ruta 40 internationaal als toeristische trekpleister te verkopen en er zijn plannen de weg, waar dat nodig is, te verbeteren.
Op veel plaatsen wordt via speciale borden met trots aangekondigd dat je op de Ruta 40 rijdt. De Ruta 40 sticker die in de kiosken te koop is, is er natuurlijk alleen voor diegenen die de weg ook daadwerkelijk hebben gereden.
De totaal verschillende landschappen en klimaten die je onderweg tegenkomt, maken het in ieder geval meer dan de moeite waard.