Voorjaar 2010
1. Een mooie rotweg
Permanente file
De Via Aurelia (blauw) is een mooie rotweg. Hij slingert langs de Italiaanse kust. Meestal smal (tweebaans), bochtig en verschrikkelijk druk.
De uitzichten zijn fantastisch mooi, maar je doet er goed aan daar niet te veel naar te kijken als je achter het stuur zit. Tenzij al het verkeer stil staat en dat gebeurt nogal vaak.
Vooral in het vakantieseizoen staat er op de Via Aurelia een soort permanente file.
Alleen de scootertjes scheuren dan langs je heen.
Laiglueglia: Boulevard
Als je bij de grens met Frankrijk begint rijd je soms langs mooie stadjes en dorpjes , maar je moet er ook vaak dwars doorheen. En steeds staat er op de borden hoe ver het nog naar Rome is.
Je komt door grotere plaatsen als San Remo, Imperia, Genua, La Specia, Viareggio, Livorno, Grosseto en Civitavecchia.
Maar natuurlijk vooral door mooie kustdorpjes. Badplaatsen, vissersplaatsen, havenplaatsen. Soms mondain, soms rommelig.
Met brede zandstranden, smalle kiezelstranden of helemaal geen stranden.
Met kusten die steil omhoog gaan, met boulevards, binnenstraatjes, winkeltjes, restaurants en terrasjes, markten, pleinen en kerken.
Laiglueglia terras
Bussana (San Remo): strand
Albenga: Hoofdstraat
Laiglueglia
Albenga: Zijstraat
Laiglueglia: Kerk San Matteo
Bussana: strand
Winter 2008
2. ''Ruiken moet je; ruiken''
Kersttruffels
We zitten volop in het seizoen van de wintertruffels. Truffels zijn zeldzaam en ze zijn duur.
Maar zijn ze ook lekker?
Ik kocht ze wel eens of at ze voor behoorlijk veel geld in Nederlandse restaurants. Het viel vaak tegen.
Weinig smaak of juist een overheersende smaak.
Tot ik in het plaatsje Norcia in Italië belandde.
Het stadje ligt aan de rand van Umbrië. Redelijk ver weg van Assisi en Perugia.
Een straat omhoog voert naar het plein San Benedetto.
In die straat en op dat plein zijn tal van delicatessenwinkeltjes, restaurants en trattoria waar je die truffels kunt kopen of eten.
Vaak wordt het verwerkt in pasta’s , maar er zijn ook truffelsalsa’s, truffelpaté’s, en truffelworsten.
En ik moet het eerlijk toegeven :heerlijk!
De uitbaters in die winkeltjes willen je met alle plezier tips geven.
Goede truffels ruiken heel sterk. 'Ruiken moet je; ruiken!'
Als ze nauwelijks ruiken is het rotzooi.
Er schijnt veel rotzooi in de wereld verkocht te worden. Chinese truffels bijvoorbeeld. Niets aan.
De truffels in Norcia en omgeving worden opgespoord door speciaal afgerichte honden.
Vroeger gebruikte men varkentjes, maar die vonden de truffels ook lekker en aten ze soms op. De honden doen dat niet.
In de winkeltjes liggen in de winter zwarte truffels in tal van maten. Je moet ze niet te lang bewaren.
Eigenlijk kun je ze het beste vers eten. Invriezen wordt afgeraden.
De truffel kan weer wel bewaard worden in drank. Grappa of Cognac bijvoorbeeld.
Je kunt het ook in goede olijfolie onderdompelen. Dan gaat die olie er naar smaken.
Truffelolie bij de Nederlandse supermarkt is overigens een chemisch product. Daar komt geen echte truffel aan te pas.
Norcia is dus een culinair centrum. Bij al die winkeltjes zijn naast die truffels ook hammen en worsten te koop en je vindt er een grote verscheidenheid aan linzen.
Ik kocht daar ProsciuttoTascabile, Salame Casarecco, Salame del Contadino, Salame Nursino, Coccine , Fiachetta en Lenticchie di Casteluccio di Norcia. En dan was er ook nog truffelkaas onder de naam Rustichella al Tartufo.
Als je bij Ristorante Benito vlak bij het plein gaat eten kun je daar ook slapen.
Voorjaar 2010//Voorjaar 2015
3. Valloria; een openlucht galerie
Il paese delle porti dipinti
Valloria is een klein bergdorpje in het Italiaanse Ligurië .
Het ligt vijftien slingerende kilometers van Imperia aan de Bloemenrivièra.
Je kijkt uit op zee.
Er zijn 42 permanente bewoners, maar in de weekends en in de vakantie zijn dat er veel meer, omdat nogal wat Italianen er een tweede huis hebben.
Valloria is ook een toeristische trekpleister.
Een openluchtgalerie met hedendaagse kunst. Er zijn inmiddels ruim 150 deuren beschilderd.
Niet door amateurs, maar door erkende Italiaanse kunstenaars en ook een paar buitenlanders.
Beschilderde deuren/Painted doors (titels 28, 29 & 30)
2008: Florkatia Libois (Imperia 1952)
Titel 28: Nel ricordo di zia Elvira
Grapje
Het begon in 1994 als een grapje. Een inwoner had een vriend. Een kunstenaar.
Hij vroeg hem een schilderij te maken op één van die oude deuren.
Maar er waren meer inwoners met bevriende schilders en zo werden er dat eerste jaar direct al zestien deuren beschilderd.
Het project kreeg publiciteit, groeide uit en kreeg prestige. Ieder jaar in juli en augustus komen er een paar deuren bij.
Tegenwoordig is het voor een kunstenaar uit Italië een eer om uitgenodigd te worden om ’een deurtje te kleuren’.
2003: Ernesto Corradi (Diano Marina)
Titel 29: Personaggi Ligure
Geen logica
Je begint op het centrale pleintje, de Piazza Mario Bottino en dan loop je maar wat door de smalle straatjes, de paadjes en onderdoorgangetjes.
Soms komen de deuren op je af, soms moet je even zoeken en soms word je gewoon verrast.
Er zit geen logica in. Een enkele keer denk je dat je door de deur gewoon naar buiten kijkt.
Kunstwerken uit 1994 ’hangen’ naast werk uit 2009 of 1999. En je ziet deuren, die nog gedaan moeten worden.
Het is ook verrassend verschillend.
Stillevens, naïef werk, uitbundig, ingetogen, kleurrijk of sober, olieverf, waterverf, constructies met hout of ander materiaal, combinaties van technieken en zelfs inmiddels behoorlijk aangetaste werken.
Andere werken worden zorgvuldig bijgehouden.
En de deuren hebben ook nog echt een functie
1995: Renzo Cassini (San Remo 1939)
Titel 30: Zonder titel/ Senza Titolo
Ik heb nu dertig kunstwerken geplaatst.
U moet er echt zelf heen om meer te zien.
Valloria titels 1, 2 & 3
Finale Ligure
4. Een Burcht als badplaats
Eén van de meest aantrekkelijke plaatsen aan de Italiaanse Rivièra is Finale Ligure.
Een plaatsje van ruim 12.000 inwoners met vrij brede zandstranden, mooie boulevards, terrassen, hotels, restaurants en eettentjes.
Hierboven de middeleeuwse burcht Castel Gavone.
Strand richting Oost
Een goed bewaard gebleven centrum met smalle straatjes, winkeltjes, barokke kerken en abdijen en dan is er een stukje landinwaards de oude stadskern Finalborgo.
Centrum
Natuurlijk is Finale Ligure toeristisch. De plaats is er geheel van afhankelijk.
Maar het aardige van dit badplaatsje is, dat het zijn typisch Italiaanse karakter behouden heeft.
Boulevard
Via Roma
Basilica San Joanissis
PalmenRivièra
Dit deel van de kust noemt men graag de PalmenRivièra.
En als je er even genoeg van hebt ga je een stukje het binnenland in.
Daar liggen schitterende dorpen als Varigotti en -even verderop- Calizzano, Garessio en Castelvecchio di Rocca.
Je kan er ook goed eten in Finale Ligure.
Natuurlijk aan het strand, maar beter in de binnenstad.
Strandpaviljoen
Vasia Ligurië
5. Doekjes voor het bloeden
6. Wereldse olijfolie
Als je begint in Imperia aan de Italiaanse Middellandse zeekust en je gaat de heuvels van het achterland in, kun je de Strada dell’Olio volgen.
Een route door een deel van Ligurië , waar ze de beste olijfolie ter wereld maken.
Zeggen ze tenminste in dat deel van Ligurië .
Gelaagde olijfgaarden
Je rijdt door mooie verstilde dorpjes, over smalle wegen met talrijke bochten en overal zie je gelaagde olijfgaarden.
Zon en weinig wind
De omstandigheden voor de productie zijn hier ideaal.
Het is erg zonnig, over het hele jaar door zijn er weinig weersveranderingen, de wind wordt door de heuvels tegengehouden en de Taggiasca-olijven, die hier groeien zijn volgens kenners uitstekend geschikt om de olie van te maken.
Ligurische olijfolie heeft een fijn aroma. Op de tocht door dit deel van Italië, waar je vrijwel voortdurend de zee in de verte ziet, kun je op tal van plekken olijfolie proeven en kopen.
Oogst in de winter
De olijven hier worden geoogst van half oktober tot eind maart.
De bomen worden geslagen met een soort knuppels die gemaakt zijn van kastanjehout.
De olijven vallen van de bomen en worden verzameld in nylon netten, die overal gespannen worden.
Daarna begint het productieproces, waarbij vooral het persen belangrijk is.
Koude persing
Als je over een smal bochtig weggetje van Vasia rijdt naar Lucinasco kun je even aankloppen bij het bedrijf van Dino Abbo, één van de bekendste olieboeren van de streek.
Daar leggen ze je uit hoe de koude persing plaatsvindt en mag je de olie proeven.
Er is secondo en primo kwaliteit. Olie van zes tot twaalf maanden oud.
Je kunt het in flessen van een halve, driekwart of een hele liter kopen. Of in blikken van vijf liter.
Vissalades
En als je aan het eind van die dag nog met vragen zit, kun je een bezoek brengen aan het olijvenmuseum in Imperia.
Je kunt dat ook laten en een hapje eten met een vissalade die rijkelijk aangemaakt is met fijne extra vergine olie.
En de witte wijn die ze hier maken smaakt daar uitstekend bij.
De oogst
Villatalla Ligurië
7. Bergdorpje aan het eind van de weg
Straatjes, kerken,olijven
Villatalla is een klein bergdorpje in het Italiaanse Ligurië . Het ligt 550 meter hoog en heeft ongeveer vijftig vaste inwoners.
Hier eindigt de smalle kronkelende weg, waar twee auto´s nauwelijks langs elkaar heen kunnen. Twintig kilometers van Imperia aan de kust.
Heuvels en dalen met volop olijfgaarden. Hier worden de Taggia-olijven gekweekt; smaakvol, klein en een beetje zout.
Vergrijsd & verlaten
In Villatalla wonen vooral oudere mensen. Een inwoner schat de gemiddelde leeftijd op 65. De jeugd is vertrokken. Naar de kust, waar geld te verdienen is. In Imperia, San Remo en Genua. Of ze zijn vertrokken naar Milaan of Turijn.
Veel huizen staan leeg.
Een paar panden zijn gekocht en opgeknapt door buitenlanders. Duitsers, Zwitsers, Engelsen en een enkele Nederlander.
Sommige panden worden verhuurd.
Cruiseschip
Als het een beetje helder is, heb je in Villatalla vrijwel overal uitzicht op zee.
’s Avonds ligt het oude stadsdeel van Imperia -Porto Maurizio- te blikkeren in de zon.
Soms gaat er een monumentaal cruiseschip voorbij.
Chiesa Parrochiale
Villatalla heeft een paar kerken.
Meest opvallend is de bombastische Chiesa Parrochiale.
Valloria
8. Een verdacht leien dakkie
Taggia
9. Symfonie voor katten en borstbeelden
Venetië. San Marcoplein
10. Koffie Zeer Verkeerd
In 2003 maakten we voor de VPRO-Radio een serie over Pleinen. Over schoonheid & architectuur; over diversiteit, romantiek en aantrekkingskracht. Waarom zoeken mensen in een stad min of meer automatisch een Plein op?
Ik ging met collega Stef Visjager naar het beroemdste plein in de wereld, het San Marcoplein in Venetië. En wij gingen een kopje koffie drinken op het terras van Florian, het beroemdste café op dit plein.
Het was ochtend en heel druk. Alleen toeristen. Later op de dag zou een bandje optreden. Na een minuut of tien werd de koffie geserveerd op een zilveren dienblad. De koffie was lauw. Wij moesten daarna 28 euro afrekenen. Dat was zelfs voor een toeristische bestemming uit de Wereld Toptien veel geld.
Toen Stef, die Italiaans met een Spaans accent sprak, informeerde waarom dit zo duur was, zei de ober dat wij ook voor de muziek moesten betalen.
‘’Maar meneer,'', zei zij: ''Er is helemaal geen muziek’’.
‘’Nee’’, was het antwoord, ‘’maar vanmiddag wel’’.