Voorjaar 1998
1. Het achterland van God's wraak
GRENSOVERGANG
De waarschuwingen zijn voor niets geweest. Bij de grensovergang tussen Andizjan in de Ferganavallei van Oezbekistan en het stadje Osh in Kirgizië is niets aan de hand. Een slagboom die open staat en een man in een oude autobus, die gebaart dat we toch vooral moeten doorrijden.
Ik zit in een auto met Janny Doornbusch, een vrouw van middelbare leeftijd met lang vuurrood henna-haar. Ze valt op hier Janny. Maar dat vindt ze niet erg.
Zij woont in een buitenwijk van Osh met haar man Kasper. Hij is een Nederlandse politiecommissaris die een anti-drugs project van de Verenigde Naties leidt.
Osh is namelijk het verzamelpunt van grote hoeveelheden opium en heroïne, die vanuit Afghanistan via het Pamirgebergte in Tadjikistan naar Kirgizië worden gesmokkeld. De drugs gaan van hieruit naar Europa, de Verenigde Staten en het verre Oosten.
Boven links uw bloghouder. Daarnaast Kasper Doornbusch met de familie Jilkiankan.
Foto's: Janny Doornbusch
OUDER DAN ROME
Osh is oud. Ruim 3.000 jaar. ’Ouder dan Rome’, staat er op borden in en rond de stad. Van die ouderdom is in de stad overigens niets te merken. Het is zeer armoedig en architectonisch niet interessant. Oude monumentale gebouwen, bijzondere pleinen, mooie beeldhouwwerken of anderszins interessante objecten zijn er niet of ze zijn verdwenen.
Ranzige nonchalance onder de Sovjet-periode heeft ervoor gezorgd, dat deze stad die ooit een belangrijke pleisterplaats op de Zijderoute was, verloederd en uitgewoond is.
Aan de rand van de stad ligt een ruggengraat van drie bergen, die de vorm van een zwangere vrouw heeft. Zij heet de troon van Salomo. Op de top ligt een naar Mekka gerichte kapel, waarin zich het graf van Salomo bevindt. De bergrug is een bedevaartsplek voor vrouwen , die maar niet zwanger willen worden. Als wij de berg bestijgen komen we dan ook veel vrouwen tegen. ‘Eén keer de Salomo beklimmen en het komt wel goed‘. Zeggen ze in Osh.
Kasper heeft een oude jeep. We gaan met z’n drieën richting het drielandenpunt met China en Tadjikistan en komen in een spannende onbekende verre wereld.
De weg is slecht.
We komen vrijwel geen auto’s meer tegen. Mensen rijden op ezels of op paarden.
Een gevleugelde uitdrukking hier is:
‘At attan kiyan jat’ en dat betekent:
’Als je geen paard hebt, heb je ook geen benen’.
LENINPIEK & PIEK KOMMUNIZMA
Overal zijn bergen. Vaak groen bemost, soms roodbruin uitgeslagen.
Regelmatig zitten er angstaanjagende spelonken in vanwege aardverschuivingen.
In de verte zie je de sneeuwbergen met namen als de Leninpiek en de piek Kommunizma.
Ze zijn hoger dan 7.000 meter.
ONEINDIGE ONAARDSE ONHEILSPELLENDE SCHOONHEID!
De zomer komt eraan en dat betekent dat sommige mensen uit Osh hun nomadenbestaan weer opnemen.
Ze vestigen zich in dit ruige gebied in joerten; ronde vilten tenten.
Wij kloppen aan bij de familie Jilkiankan en worden uiterst hartelijk ontvangen.
ALCOHOLISCHE PAARDENMELK
De familie spreekt een beetje Russisch; Janny & Kasper ook en zo leren wij, dat deze mensen tot oktober hier blijven wonen.
Ze hebben een paar paarden. Die worden niet alleen als vervoermiddel gebruikt maar de merries worden gemolken en daarvan worden diverse producten gemaakt.
Onder andere Koumis.
Zurige licht alcoholische melk, die lekker combineert met de zoete broodjes, de koekjes, de noten en het fruit dat men ons voorzet.
DRIELANDENWERELD
Wij zetten de tocht voort en komen in de drielandenwereld Kirgizië -Tadjikistan-China.
Bij de grensovergang worden de vrachtauto’s door medewerkers van Kasper tegengehouden. De chauffeurs moeten alles uitladen. Daarna moeten ze hun wielen één voor één verwijderen. De banden moeten van de velgen, koplampen moeten gedemonteerd worden; kortom alles wordt eraan gedaan om het de chauffeurs zo moeilijk mogelijk te maken.
Zo’n controle duurt al gauw tien tot twaalf uur. En dan lopen ze de kans dat ze het verderop nog een keer moeten overdoen.
Het gevolg is dat de smokkelauto's de route door het Pamirgebergte steeds meer mijden. Maar daarmee is het probleem niet opgelost. De grens is groot en ontoegankelijk voor de mensen van de V.N. omdat hun mandaat niet zo ver reikt. Mensen op paarden en ezels of zelfs te voet gaan hier de grens over met grote hoeveelheden drugs. Het duurt allemaal wat langer dan met de vrachtauto’s maar het is wel zo effectief.
TERUG IN OSH
Terug in Osh valt me nu pas goed op, dat de Kirgiezen en Oezbeken in aparte wijken wonen, maar wel met elkaar de enorme grote markt bevolken.
De Kirgiezen hebben vaak gevorkte baarden, Chinese trekken en Kirgiezenogen zoals die beschreven worden in De Toverberg van Thomas Mann. Ze hebben hoge witvilten hoeden op het hoofd. De vrouwen hullen zich in traditionele kledij met uiterst felle kleuren.
De Oezbeken hebben een meer Mongools uiterlijk. Vrouwen alweer vaak in rood, roze, paars en gifgroen. Mannen met wijde broeken en zwart-witte platte hoedjes. Veel mensen hebben gouden tanden.
HEVIGE RELLEN
In 1990 waren er in Osh en omgeving hevige rellen tussen Oezbeken en Kirgiezen. Volgens officiële cijfers vielen er 300 doden en meer dan duizend gewonden.In Osh beweert men dat de aantallen veel hoger waren.
De pers werd geweerd, maar er zijn amateur-opnames gemaakt, die de meest verschrikkelijke beelden te zien geven.
Beelden bijvoorbeeld van baby’s, die aan vleeshaken zijn opgehangen.
Dit tot grote ontzetting van de mensen, die bezweren deze beelden gezien te hebben.
Als je vraagt of dit soort rellen zich kunnen herhalen, stuit je zowel bij Kirgiezen als Oezbeken op een muur van achterdocht en stilzwijgen.
Maar volgens Russen, die er nog wonen is de situatie in feite nog uiterst gespannen.
Zij verlaten het land dan ook en masse.
2. Zomaar wat lopen in Osh
Les 1: Ga nooit op stap zonder bandrecorder. NOOIT.
Dat kreeg ik te horen op 15 mei 1977, toen ik mijn radiocarrière begon bij de VPRO. Over het algemeen hield ik mij daar wel aan, hoewel het soms minder goed uitkwam. Maar natuurlijk kwam er die dag dat ik het zeer betreurde geen apparatuur bij me te hebben.
De dag: 17 mei 1998.
Ik was in de stad Osh te Kirgizië in Centraal Azië. Dat is ver weg. Het werk was gedaan en de volgende dag zou ik vertrekken.
Mijn laatste dag besteedde ik voor mezelf. Ik liep door de straten van de oude stad en was blij dat het bijna allemaal voorbij was.
‘’OSH 3.000 jaar oud’’ stond er op borden. ’Ouder dan Rome’’.
Daar was niet veel van terug te vinden. De stad, die ooit een mooie pleisterplaats was op de Zijderoute, was uitgewoond en uitgeleefd. De Sovjettijd had hier huisgehouden. Vrijwel alles van waarde was weerloos geweest; vergaan of vernield. Treurige flatjes, slecht of niet geplaveide straten, nauwelijks winkeltjes, verveloze huisjes met scheuren en kapotte daken. Geen toiletten. Een soort riolering liep in het midden van de wegen.
Alleen op de grote Markt was leven en vertier. Druk & gezellig.
En daar op een bankje gebeurde het. Een vrouw van middelbare leeftijd las haar tienerdochter voor uit een dik boek. En zij begon te zingen. Donkere stem. Het was gevoelig en ontroerend mooi. De mensen op de Markt lieten het aan zich voorbijgaan, maar ik ging op een bankje ernaast zitten. En daar stond het in Cyrillische tekens op de omslag van het boek: MANAS.
Hoe moest ik duidelijk maken, dat ik dit geluid wilde opnemen. Dat ik bij de Hollandse radio werkte en gezocht had naar dit geluid. Dat het zeker een half uur lopen was naar mijn logeeradres en dat ik dan weer een half uur terug moest lopen. Hoe moest ik ze zover krijgen, dat ze intussen niet zouden vertrekken.
NIET DUS.
De vrouw zong nog even door en verdween met haar dochter. Hand in hand en het boek onder haar arm geklemd.
Waarom was het nou zo jammer dat ik die geluiden niet had kunnen opnemen?
Wel
Manas is het mondeling overgeleverde epos van de Kirgiezen. De mensen hadden namelijk geen eigen schrift tot de tijd dat de Russen kwamen. Zij werden op de hoogte gehouden van de geschiedenis door rondtrekkende minstrelen en vertellers, de zogeheten Manaschï. Het boek telt zo’n half miljoen verzen en is -zeggen ze in Kirgizië- het meest omvangrijke epos uit de wereldliteratuur. Manas was de grote leider van de Kirgiezen. Zijn heldendaden worden bezongen, maar het gaat verder vooral om verhalen uit het gewone leven. En de vertellers hebben de vrijheid om van de teksten uit het boek af te wijken en hun eigen versie te maken. Dromen en visioenen worden zo toegevoegd.
Sinds de onafhankelijkheid in 1991 van Kirgizië is de vertelkunst nieuw leven ingeblazen en in 1995 werd in het land een groot festival gehouden ter ere van de duizendste geboortedag van Manas.
In Osh was ik op zoek geweest naar cassettebandjes met Manasvertellingen en -muziek. Maar merkwaardig genoeg kon ik niets vinden. Bij het plaatselijke radiostation hadden ze natuurlijk genoeg, maar er was geen apparatuur om de uitzendbanden een beetje behoorlijk over te nemen op mijn apparatuur. Veel geprobeerd, maar de kwaliteit was slecht en niet uitzendbaar.
Daarom was het allemaal wel heel treurig dat ik mijn opnameapparaat niet bij me had.
Inmiddels is op Internet genoeg te vinden.
Luister HIER naar Manaschï Nazarkyl Seydrakemanov
En HIER naar een ensemble dat Manas Destani speelt. Met diverse instrumenten en veel stemmen. Foto hieronder..
Wat drinken we hierbij?
Groene thee.
Als je het land ingaat en bij de nomaden komt die in yurten wonen, drink je Koumis. Dat is licht alcoholische paardenmelk. Niet onsmakelijk maar geen drankje om op door te gaan. In Osh kon ik Russische wodka kopen in een soort staatswinkeltje. Maar dat is voor de meeste mensen onbetaalbaar.
Vindsels in een ver land
3. Uw blogger schrijft zijn vindsels op
voelt zich nomade in de dop
het land is ruig; de grond verscheurd
de joert is nu weer aan de beurt
Een oven brandt
De koumis hangt