De badkamerspiegel
Ze is 49.
JOSEFIEN.
Grijs gepermanent haar.
Steeds meer kale plekjes vanwege een huidaandoening.
Grote spitse neus.
Lang. Donkere bril. Broodmager.
Broeken en bloesjes.
Een leven lang vrijgezel.
Verlegen en een beetje onhandig.
Goed geheugen.
Is vooral sterk in het onthouden van namen.
EEN BEETJE ZENUWACHTIG
Ze is een beetje zenuwachtig. Josefien. Haar beste vriendin Daphne wil eens ‘serieus’met haar praten. Wat zou ze daar nou toch mee bedoelen? En waarom komt ze niet gewoon naar haar toe aan de Vondelweg in Haarlem, maar is er afgesproken bij restaurant Brinkmann op de Grote Markt?
‘Zou Daphne problemen hebben?’
‘Of heeft het iets met haar te maken?
De afspraak is gemaakt nadat ze die ‘rot kast’ helemaal in het Groningse Thesinge hadden opgehaald.
Daphne en zij waren op de terugweg nogal stil geweest.
Ze zou hun vriendschap toch niet willen beëindigen?’, dacht Josefien ineens geschrokken.
Daphne was ooit getrouwd. Haar man Frits Augustin was er met zo’n jong ding vandoor gegaan.
Ria heette ze. Ria Huijbens.
Gelukkig had Daphne geen kinderen. Dus dat kon het niet zijn.
‘Zou ze misschien een nieuwe man hebben? En geen tijd meer voor haar vriendin?'
WOMANISER
Het is zaterdag en de afspraak was pas de volgende week vrijdag.
‘Waarom moest ze zo lang wachten?’
‘Zou ze er met Joost Cornet over praten? Haar chef op de afdeling Financiën van het kantoor van de papierfabriek aan de Prinsengracht in Amsterdam?’
‘Als er wat is, kun je altijd bij me aankloppen‘, had Joost eens gezegd.
‘Ook als het privé is. Ik zal er voor je zijn’.
Josefien was daar toen nogal van geschrokken. Joost stond een beetje bekend als womaniser.
‘Hij wilde haar toch niet versieren’, had Josefien toen gedacht.
Ze kijkt in de spiegel op haar badkamer en ziet een mager gezicht.
Een vrouw van middelbare leeftijd met hier en daar al rimpels.
Een vrouw met dun grijs gepermanent haar.
Een vrouw met een donkere bril.
‘Zou Joost?
Nee!’
En toen hevig geschrokken:
‘Daphne zou toch niet…..?’
Ze ziet dat de spiegel scheef hangt.
Pakt hem met één hand vast en houdt met haar andere hand het touwtje vast, waarmee de spiegel is opgehangen.
En dan schiet haar vinger uit de lus.
De spiegel valt en breekt in duizend stukken.
Josefien schokt. En slaat de hand voor haar mond.
Huilt zacht.
Ze pakt te wild een groot stuk glas en snijdt haar duim open.
Raakt volkomen in paniek en trapt met haar blote voeten in de scherven.