Bert Blyleven in Hall of Fame



(Website Bert Blyleven)


Veertien jaar wachten

 

Veertien jaar moest hij erop wachten, maar deze week gebeurde het toch.
      Voormalig werper Bert Blyleven werd gekozen in de Hall Of Fame van het Amerikaanse baseball. De hoogste onderscheiding , die een profhonkballer in de V.S. te beurt kan vallen.
      Bert Blyleven werd op 6 april 1951 geboren als Rik Aalbert Blijleven in Zeist Utrecht.
Hoewel hij al op zeer jeugdige leeftijd met zijn ouders naar de V.S. ging, heeft hij zijn Nederlandse roots nooit verloochend.
      Bert was ondermeer werperscoach van het Nederlands team.
Hij is de eerste en voorlopig ook laatste Nederlander, die zal worden bijgezet in de prestigieuze Hall in Cooperstown New York.
      (Audio 5: Naar Cooperstown met Hugo Kijne)


Een speler wordt verkozen door de leden van de BBWAA, de BaseBall Writers Association of America. Hij moet dan 75% van het aantal stemmen achter zijn naam krijgen.
      Bert Blyleven ontving in de nacht van woensdag op donderdag 463 stemmen: 79.7%.
Vorig jaar kwam hij slechts vijf stemmen tekort, zodat de verkiezing niet echt als een verrassing kwam.


Blyleven startte in zijn 23-jarige carrière in de Big Leagues 685 wedstrijden. Hij won er 287 en verloor er 250.
      Hij gooide maar liefst 3.701 keer drie slag (vijfde op de All-time lijst van werpers) en schreef 60 shutouts op zijn naam (complete wedstrijden zonder een punt tegen te krijgen).
      Daarmee is hij negende op de All-time lijst.
Zeer goede statistieken dus. En daarom is het enigszins vreemd dat hij pas na veertien nominaties verkozen werd.
      De Amerikaanse honkbalschrijvers, die bij deze verkiezingen ieder jaar weer hun eigen kleine Moment of Fame krijgen, letten niet alleen op de statistieken, maar ook de persoonlijkheid, zijn inbreng in de teams waarin hij speelde en zijn prestaties onder druk.
     
Maar ook die waren goed tot zeer goed.
Volgens sommige commentatoren houden de Amerikaanse honkbaljournalisten niet zo van spelers, die geboren worden op plekken zonder diepe honkbaltraditie. En dat is Nederland.
      Goed in Europa, maar op wereldniveau stelt het Nederlands honkbal niet zoveel voor.
En het is vooral de inbreng van Antillianen, die het nog enigszins op niveau houdt.
     
Het gaat de leden van die Associatie overigens niet om buitenlanders.
Met Blyleven werd bijvoorbeeld ook Roberto Alomar gekozen.
       Maar ja. Die komt uit Puerto Rico, een eiland waar ieder klein jongetje leert honkballen.


Doping

De verkiezing deze week heeft overigens nog iets duidelijk gemaakt.
      Spelers die in verband worden gebracht met doping (steroïden vooral) maken weinig kans om in de Hall of Fame verkozen te worden.
Al eerder was dat het geval met de geweldige slagman Mark McGwire (dit jaar 19.8%) en nu ook met Rafael Palmeiro (11%), die voor het eerst genomineerd was.
      Palmeiro wordt verdacht van steroïdengebruik, maar heeft dat altijd ontkend.
Hij sloeg in zijn carrière 569 homeruns en had 3.020 hits.
     
Slechts drie spelers voor hem bereikten deze 500/3.000 grens. Als Palmeiro niet verdacht was, zou hij met een zeer hoog percentage al in de eerset verkiezingsronde verkozen zijn.


Dit maakt komende verkiezingen alleen maar interessanter.
      Ex-spelers kunnen vijf jaar na hun afscheid genomineerd worden.

De komende jaren zijn dat ondermeer Roger Clemens -waarschijnlijk de beste werper die er ooit geweest is- en Barry Bonds, houder van het record van meeste homeruns in een carrière (762).
      Van Bonds staat vast dat hij gebruikt heeft.
Clemens wordt genoemd in het Mitchell-rapport dat december 2007 verscheen. (Honkbal 15: Het grote dopingschandaal)
      Hij heeft ontkend en schakelde advocaten in om zijn onschuld te bewijzen. Tot nu toe zonder veel succes.