Een zondag in oktober

(Door Peter Flik, photosooph te Hongarije)

                              

ANDANTE

Voor dat een dag gaat beginnen weet je nooit hoe het zal gaan. Het is iedere keer maar afwachten. Zo ook deze zondag. Een kalm begin. Een depressieve merel landt in de tuin. Maar misschien was hij wel rustig en voldaan, ik weet het nooit bij vogels. Er is muziek van Bach en we hebben een omelet. Niks aan de hand zo te zien. Maar dan gaat de telefoon.

DE MORGEN

Zoon V. aan de lijn . Een maand geleden hebben wij zijn moeder verloren na een jaar eenzame strijd tegen die vreselijke ziekte. V. meldt dat hij bezig is haar huis te ontruimen. Tranen en ontmoediging. We noemen wel iemand die alles bewaart een eekhoorn. Maar zij was tien eekhoorns tegelijkertijd. Alles wat zij publiceerde in mappen. De foto’s in talloze albums, kitsch voorwerpen, meubilair in de stijl van de jaren vijftig, brieven, keukengerei, aantekeningen van wat nog te doen en wat nooit meer gedaan zou kunnen worden. En hij, zoon V. moet dat opruimen, uitdelen en verwijderen. Er lijkt geen beginnen aan. Zoon V.is niet iemand die een kraam huurt op het Waterlooplein in Amsterdam om die beladen spullen aan de man te brengen. Hij neemt mee de allerpersoonlijkste spullen en belt een bedrijf. Dat bedrijf gaat zonder enige gedachten te werk en na veertien dagen is het huis leeg. Ook zij is er niet meer en dat is bijna onverdraaglijk voor hem. We halen nog wat leuke herinneringen aan  de moeder en mijn partner op. De treurige laten we terzijde. Ik wens hem sterkte.

DE MIDDAG

Ik kom in een draaikolk van emoties terecht. Heb woorden nodig die niet bestaan. Besluit ze dan maar te maken. Nabestaanden als woord hebben we wel, maar Voorbestaanden en Nubestaanden zijn er niet. Ik ben echt een Nubestaande en overzie mijn verzamelde spullen. Een zolder vol met radio-uitzendingen en ruwe fragmenten. De stemmen van hen die voorgoed vertrokken zijn. Aantekeningen van dingen die ik blijkbaar gedaan heb en nu niet meer kan terughalen waarover het eigenlijk ging. Albums met gelukkige momenten, onbegrijpelijke beelden. Portretten van dierbare vrienden en vriendinnen. Bloemen. Beesten.

Een doos met kabels die je misschien ooit nog wel eens nodig hebt. Muziek op achterhaalde bandjes. Schilderijtjes van mijn overleden broer. Niet meer passende kleding. Schroeven. Een houten postbode uit Suriname.

Ik word er radeloos van. Moeten Nabestaanden dit opruimen. Wat doe ik als Nubestaande hen aan. Het moet maar een groot vuur worden. Weg met die rommel, nooit meer foto’s maken want die moeten ook later weer worden weggegooid.

Een fles dan maar, want flessen helpen, niet voor lang maar wel voor even.

DE AVOND

Er komt een rustig makende gedachte op. Nubestaanden hebben recht op een eigen verzameling. Je leeft ermee. Het mag bij je zijn, ook al kijk je er niet iedere dag naar. Het is nu eenmaal de taak van Nabestaanden om de nagelaten spullen van de hand te doen of te vernietigen. Zo is het en niet anders. Ik zal de Voorbestaanden hiervan vast op de hoogte stellen.

 

Klik HIER voor alle Photosophieën