Een dikke & een blikken dominee

Enfin; je zit met wat mensen bij elkaar en het gesprek komt op het straatliedje Tararaboemdiee.
     
We zijn het er al snel over eens, dat de bekendste versie zo gaat:

Tararaboemdiee
De dikke dominee
Die had zijn gat verbrand
al aan de kachelrand!

Een curieuze tekst. 
      We komen ook tot

Tararaboemdiee
De dikke dominee
Die zat eens in zijn stoel
Met z’n pijpie in zijn smoel

Toen moest hij naar de plee
Hij nam zijn pijpie mee
En met een harde druk
daar viel zijn pijpie stuk

De kortste versie is overigens

Hij is een hondelul (4x)
Veel gehoord op het voetbalveld als een scheidsrechter volgens het publiek niet naar behoren fluit.

Toen ik later wat ging zoeken bleek er een boekje te bestaan van Ewoud Sanders:Tararaboemdiee & de blikken dominee.
      Ik heb ’t onmiddellijk aangeschaft.

Het is een handzaam en humoristisch boekje in drie bedrijven.
1. Tararaboemdiee
2. De blikken dominee
3. De wanhopige dominee

De geschiedenis gaat terug naar de tweede helft van de 19e eeuw toen de Amerikaanse kapelmeester Henry J. Sayers in St. Louis USA een nachtclub bezocht, waar danseressen het lied zongen. De tekst is niet bewaard gebleven, maar was volgens de overlevering behoorlijk schunnig.  Meneer Sayers, die impresario was van de New Yorkse Tuxedo Girls maakte zijn eigen versie:

A sweet tuxedo girl you see
Queen of swell society
Fond of fun as fond can be
When it’s on the strict Q.T.

I’m not to young, I’m not too old

Not too timid, not to bold
Just the kind you’d like to hold
Just the kind for sport I’m told

En dan acht keer: Ta-ra-ra boom-de-Ay

(Q.T. staat voor stiekem)

Luister naar de uitvoering van Elsa Lanchester


Lottie Collins

Aanvankelijk werd het geen bijzonder succes, maar dat verandert in 1891 als Lottie Collins een variant laat horen in Londen.
      Daarna wappert het lied uit en verschijnen er in Nederland de nodige variaties.

Bijvoorbeeld

Tararaboemdiee
De blikken dominee
Die schoot met kruit en lood
zijn arme naaister dood

Nu zit hij in de kast
al aan een ketting vast
De jongens roepen luid
Hij komt er nooit meer uit

Of:

O juffrouw Donselaar
Wat staan je beentjes raar
Het is geen hom of kuit
O mens wat zie-jij d’r uit

Of:

Tararaboemdiee
‘k Ga met geen diender mee
Wel met een heilsoldaat
Die naar de hemel gaat

Of deze versie van De Feestneuzen uit 1957

Voor nog meer versies en achtergronden moet u het boekje aanschaffen.