De mislukte Return met Kofi Ayivor
Het was in de herfst van 1995. Bij mij in de buurt in Numansdorp werd een intercultureel festijn gehouden. Mijn vrouw zat mede in het organisatiecomité en liet mij het programma zien.
Eén van de onderdelen was percussieles. In twee sessies zou de leraar jongeren en volwassenen instrueren op onder meer bongo’s, drums en conga’s. De lessen zouden verzorgd worden door de Afrikaanse meneer Kofi Ayivor uit Ghana.
Toen ik dat gelezen had wist ik dat er iets met deze Kofi aan de hand was. Ik kende die naam.
Maar ja, Waarvan?
Internet was nog vrijwel onbekend; Wikipedia bestond nog niet.
Hoe waren ze in Numansdorp aan die man gekomen?
Tja.
Hij stond op een lijst van mensen, die voor dit soort gelegenheden gearrangeerd konden worden.
En jawel! Bij de aanbeveling stond dat hij drummer en congaspeler was geweest bij de Afrikaanse band OSIBISA.
Mijn god.
Dat was niet zomaar een band; dat was een wereldberoemde band. Daar hadden we platen van in huis.
Een plaat uit 1971, waar Kofi niet opstaat maar ook de plaat Happy Children met Kofi Ayivor op Conga’s.
Kofi woonde in Amsterdam, maar had geen auto. Mijn vrouw haalde hem op bij het Centraal station in Rotterdam. Toen zij door het dorpje Klaaswaal reden, maakte meneer Ayvior de onvergetelijke opmerking”: ‘’Het lijkt hier wel Stadskanaal’’.
‘’Hoezo Stadskanaal?’’, zei mijn vrouw.
‘’Ach, daar heb ik gewoond’’
Ik besloot om aan het eind van het festijn naar Numansdorp te gaan, met hem kennis te maken en hem daarna weer in Rotterdam af te zetten. Kofi was verguld dat ik OSIBISA kende. Hij praatte honderduit in een mengeling van Goudkust Engels en Nederlands. Hij woonde hier al sinds 1980 omdat hij een Surinaamse vrouw had. Of hij nog wel eens terug in Ghana geweest was?
‘’Nee. Dat kan helemaal niet’’, was zijn antwoord. En op mijn verbaasde Hoezo?: ‘’Die mensen daar denken dat ik niet alleen heel beroemd, maar ook heel rijk ben. Als ik terug zou gaan, moet ik ze overladen met cadeaus. Ze verwachten niet anders. Maar ja. Het probleem is, dat ik misschien wel beroemd ben -of ben geweest- maar dat ik er weinig geld aan heb overgehouden’’.
Dat was jammer, want ik werkte toen nog volop bij de VPRO en zag in de hele geschiedenis een mooi radioprogramma. Wij zouden samen teruggaan onder het motto: ’’De return van Kofi Ayvior’’.
We zouden door het land reizen en de plekken uit zijn jeugd bezoeken. En er zou in dat programma natuurlijk veel muziek gemaakt worden. Hij veerde op; zag het voor zich, maar zei toch: ’’Het kan echt niet. Ik zou heel veel mensen teleurstellen’’.
Op het Centraal Station in Rotterdam stelde ik voor nog even iets te drinken.
En toen besloot ik een laatste poging te wagen. ‘’Je hebt dan wel geen cadeautjes bij je, maar je komt wel met een journalist uit Nederland. Dat geeft toch ook status’’.
‘’Misschien wel ja’’, zei hij. ‘’Misschien wil ik het toch wel. We gaan dan niet alleen naar de hoofdstad Accra, maar ook naar het oosten van het land. En naar Togo. Ja. Misschien moeten we het wel doen’’.
Het is er helaas toch niet van gekomen.
Akpeteshie
Wat zouden we daar in Ghana gedronken hebben. De nationale drank is Akpeteshie.
Een distillaat uit palmwijn met een alcoholpercentage van 40 tot 50 %
En Kofi Ayivor, the professor of rhytmology woont nog steeds in Amsterdam en loopt inmiddels tegen de tachtig.
Klik HIER voor alle muziekborrels