Het scenario
Het scenario voor Luik-Bastenaken-Luik (LBL) zondag in de Ardennen zou van tevoren geschreven kunnen worden. Al vrij vroeg ontsnapt een groep renners van een man of twaalf. Ze nemen een ruime voorsprong, maar worden veertig kilometer voor de meet ingehaald. Op zo'n 35 kilometer voor de finish ligt dan de Redoute (314 m).. Daar vindt de grote schifting plaats. Alle kanshebbers zitten in een vrij kleine groep, die een definitieve voorsprong neemt.
Op de Côte de Saint-Nicolas vijf kilometer voor de eindstreep rijden Michal Kwiatkowski, Michael Matthews, Alejandro Valverde, Philippe Gilbert en Tom Dumoulin weg. Bauke Mollema kan niet meer volgen.
Kwiatkowski wint en wordt daarmee de vijfde coureur, die in hetzelfde jaar LBL en de Amstel Gold Race wint. Eerder deden dat Eddy Merckx (1973 en 1975), Mauro Gianetti (1995), Davide Rebellin (2004) en Philippe Gilbert (2011).
Het is een prachtige koers: La Doyenne, de nestor onder de voorjaarsklassiekers. Hier winnen sierlijke coureurs, stylisten die kunnen klimmen. Slechts drie Nederlanders slaagden daar ooit in. Ab Geldermans in 1960, Steven Rooks in 1983 (pas 22 jaar oud) en Adrie van der Poel in 1988.
Een Breton van beton
De meest indrukwekkende overwinning in Luik-Bastenaken-Luik werd geboekt door Bernard Hinault in 1980.
Het waren erbarmelijke omstandigheden.
Gruwelijk koud, harde wind, bij tijd en wijle regen, hagel en natte sneeuw.
Bij de start in Luik ’treffen we’, volgens wielerchroniqueur Fer Schroeders, ’een desolate toestand aan’.
Gerrie Knetemann bijvoorbeeld besloot niet te starten.
Bernard Hinault, de Breton van beton, die deze fantastische wielerklassieker ook al in 1977 had gewonnen, had zich in dikke kledij gehuld met handschoenen aan en een soort bivakmuts op.
Schroeders in zijn boek
DE Wielerklassiekers:
‘Al na een uur geeft Saronni verkleumd op om de warmte van de ploegleiderswagen op te zoeken. Kanjers als Baronchelli, Willems, Thurau, Gavazzi, Zoetemelk en Van Impe verlaten het strijdtoneel.
Rudy Pevenage onderneemt een lange, dappere vlucht totdat Bernard Hinault het welletjes vindt.
De Fransman versnelt en komt bij Pevenage.
Op de Haute Levée kan de Belg niet meer volgen.
De achtervolging wordt geleid door Henk Lubberding, Ludo Peters en Silvano Contini.
Hinault wacht niet, legt er de zweep over, doet zijn bivakmuts af en gaat er vandoor.
Ruim twintig kilometer verder op de Mont Theux laten de drie zich in opdracht van hun ploegleiders inlopen door de rest van de zwalkende achtervolgers.
Le Blaireau (De Das) soleert over de Redoute en de Forges en passeert de meet met een voorsprong van 9’24”