Propje en Piggelmee op de oceaan

 

(Van Tenerife naar de West Indies)

 

 

Verslag 

Ernst Schade (foto hierboven) stuurde mij dit verslag en deze foto’s. Hij woont in Lissabon, vloog naar Tenerife (Canarische Eilanden) en ging daar met schipper Jaap Eelman aan boord van het zeiljachtschip Justo Medio.
      Zij vertrokken 10 december en bereikten via een tussenstop op de Kaap Verdische eilanden zestien dagen later Saint Lucia in de Caraïben.
Van daaruit werd een aantal andere eilanden bezocht; ondermeer Dominica, Les Saints en Guadeloupe.

 

 

Zonsopgang boven oceaan 

Welnu, op dinsdag 6 december per vliegtuig naar Tenerife waar vriend/ schipper Jaap Eelman mij aan boord van zijn 'Justo Medio' ('de juiste maat'), een Hallberg Rassy 42-F voeter zeiljacht, verwelkomde in de marina van Santa Cruz. Ik heb eerder met hem gezeild in Galicia en van Bretagne naar Schotland.
      Na drie dagen druk provianderen en het schip zeilklaar maken voeren we zaterdag de tiende s'middags de haven uit met een knik in de schoot (met andere woorden: ruime wind achter). Op naar de Caribben! De dagen daarna flinke wind, 4-6 Beaufort en op één dag zelfs 174 mijl gehaald, ruim 7 knopen per uur, een record voor de Justo Medio. Super heldere nachten onder volle maan zodat we zelfs 's nachts de kompasroos konden lezen (in deze zuidelijke contreien staat de sikkel niet aan de zij- maar aan de onderkant).
      Toen brak de as van de generator die de stroom voor verlichting en instrumenten levert en besloten we een stop te maken op de Kaap Verdische Eilanden ofwel, São Vicente.
 
  

Veranda Mindelo

 
De eerste 862 mijlen zaten er toen op. In de hoofdplaats Mindelo is een goede scheepswerf en vrijdag de 16e kregen we twee prachtige gedraaide assen voor 30 euro overhandigd. Nog nooit zo kort in Afrika geweest maar ik voelde mij meteen weer thuis. Lieve, hulpvaardige mensen, mooie sfeer, prachtige terrassen (koffie! sigaar!).
      Het toeval wilde dat de bekende zangeres Cesária Évora diezelfde dag in Mindelo haar laatste adem uitblies. De baai uit de dag daarop en na een nacht windstilte pakten we de Passaat winden (Trade Winds) op met die zeer constant met die typerende Cumulus wolken uit het oosten-noord-oosten waaien. Koers: 270º, pal west, richting Saint Lucia eiland. Columbus maakte in 1493 precies dezelfde reis maar dan zonder GPS...
 
  

Vertrek Mindelo

 16 dagen hadden we nodig om Saint Lucia te bereiken en deden dat in stijl. Alles onder zeil (we gebruikten de motor slechts 5 mijlen). Met de stevige Passaat in de rug, drie uur op, drie uur af, veel werk met de zeilen. Overdag onder vol tuig en nog een gennaker naast grootzeil, stagfok, genua (en op sommige dagen twee genua's). De foto's spreken voor zich. Aan het eind van de dag veel zeil wegnemen want 's nachts komen de buien met veel wind, vooral tussen 03.00 en 06.00, mijn wacht (heb ík weer...). Dan neemt de wind in luttele minuten vaak toe tot 50 knopen en moet ik Jaap om assistentie vragen bij het zeil minderen en zeer geconcentreerd sturen want bij die wind is alles water om je heen en stuur je op het kompas een zwart gat in. Rather spooky... Dan komt de zon op en wordt alles weer normaal, meer zeil gaat op, het ontbijt wordt geserveerd (zelfgemaakte yoghurt met muesli en thee) en dan te bedde in de boeg waar ik onmiddellijk in slaap val begeleid door de dolfijnen die met hun gepiep en gefluister langs de boeg mee spartelen.
 
Overdag is het feëriek, met een zee als een duinlandschap, 6-7 meter hoge golven en elke keer als je een hoge golf in de kuip verwacht, wipt de kont van Justo Medio er sierlijk overheen.
 
 

Armoede op St Lucia

 Eén keer kreeg de zee mij toch te pakken: 's nachts met veel wind, aangelijnd aan het schip, stond de kuip in luttele seconden vol water en werd ik opgetild en op de rand naast het dek gesmeten. Ik hoorde een krak in mijn rug maar bleef de rest van de reis overeind, zij het met pijnstillers maar intussen, dankzij mijn manuele therapeut Lima in Lissabon, weer strak overeind. Vliegend en zwemmend spul volop: sperm en minka whales, heel veel dolfijnen, en vooral vliegende vissen die ongecoördineerd uit het water springen en met tientallen op het dek belanden (ze smaken lekker). De vissen doen me denken aan de meeuw van Guust Flater die geroepen wordt door zijn baasje, omkijkt met een blik van ' is er wat?' en dan frontaal tegen een kastdeur dendert. Zo ook de vliegende vissen die op een ongelukkig moment in een golftop kwakken. Enfin...
 
 
 

Vieux Fort St. Lucia

 
's Nachts is er de sterrenhemel en pal west koersend richt ik op Venus, de binnen-planeet, tussen het Zevengesternte en Orion in met daarnaast de glasheldere Sirius. Wat mij al verschillende keren op zee is overkomen, gebeurde nu regelmatig (men wordt wat ouder): hallucinaties. Het klinkt erger dan het is, maar drie uur geconcentreerd achter het roer en turend in de nacht geeft toch ook ruim tijd om na te denken. Over het leven, over het afgelopen jaar, je relatie(s) en verdomd, ik begon allemaal rare dingen te zien.
      Zo voer ik met zekerheid urenlang in een soort van Biesbosch met rietkragen langs beide boorden, ook een keer langs Mana Pools nabij de Zambezi terwijl bij zonsopgang de 'skyline' van Almere overduidelijk zichtbaar werd. En dat op die immense oceaan waar we in 16 dagen welgeteld een zeiljacht en twee vrachtschepen aan de einder zagen... Ja, je voelt je echt een Propje dat over die watervlakte wordt meegenomen of beter, als Piggelmee in zijn klompje met zeiltje. Ook kon ik niet afkomen van het eindeloos zingen van dat domme liedje 'Venus' van Shocking Blue maar dan in een versie à la Kilima Hawaians... En nog erger: die hit van Henk de trucker:
 

"Met de vlam in de pijp,
Scheur ik door de Brenner Pas,
Met mijn dertig tonner diesel,
Ver van huis,
Maar in mijn sas"
 
 
Ik heb daar mijn eigen versie van gemaakt:
 
 
" Met een knik in de schoot,
Zeil ik over de grote plas,
Met mijn 42 voeter,
Ver van huis,
Maar in mijn sas!"
 
  
 
                                     
 

                      Dominica: zwaardvis

 
Kerst 2011 was wel heel iets anders dan we in voorgaande jaren gewend zijn: een felle bui gooide roet in het eten en de zorgvuldig door Jaap bereidde hapjes konden maar ten dele worden gesavoureerd. De plaats was ook enigszins ongebruikelijk: 14º 28 08' N en 42º 28 08' W (zie Google Earth). Door de omweg via de Kaap Verdische Eilanden konden we oud- en nieuwjaar niet op de Caribben vieren maar een dag later, op 2 januari, kwam dan het eiland Saint Lucia in zicht. Vijf tijdzones eerder dan noord-Europa. Wel een heuglijk moment maar eigenlijk zijn die weken op volle zee heel snel voorbij gegaan. Geankerd in Rodney Bay, de champagne fles opengetrokken en voor het eerst een 'boerennacht' gemaakt, dat wil zeggen, een hele nacht slapen en... uitslapen!
      De volgende dag afgemeerd in de marina van Rodney Bay tussen mega jachten waar zes 'locals' als een gek het roestvrijstaal poetsen. Waren ze klaar met het karwei dan begonnen ze weer van voren af aan. And so on... De marina heeft drinkwater en electriciteit van de wal én douches, dus wel lekker als afwisseling. Kleren wassen, aan de wal eten. En kon ik weer eens bellen met dierbaren en een flinke cocktail achterover slaan. Maar echt leuk was het er niet: in Saint Lucia is de standaard kreet: 'welcome in paradise'. Maar als je dan over de schutting van de marina kijkt, is het één en al armoede à la Guinee-Bissau. Ik zou dus eerder zeggen: 'welcome in Disneyland!'
      Saint Lucia was zeven keer Frans en zeven keer Engels en een bustochtje naar Vieux Fort aan de zuidpunt van het eiland bracht ons in Franse sferen. Beeldschone natuur, dat wel. En een voiture met nummerplaat '40' vind ik ook wel wat hebben. Maar Dominica eiland, ook voormalig Engels grondgebied, waar we drie dagen later naar toe zeilden beviel heel wat beter, beleefd, vriendelijk, zeer latijns en nóg mooier dan Saint Lucia met meer dan driehonderd rivieren, talloze watervallen en 160 verschillende vogelsoorten!
      Verder noordwaarts langs Martinique naar Les Saints (in 1493 door Columbus Los Santos gedoopt) en sinds 1816 definitief Frans. Sterker nog, het is gewoon een Frans arrondissement met blanke gendarmes, postbeambtes en le maire. Vooral immigranten uit Normandië en Bretagne. Alles in Euros, bijna geen zwarte te zien. En de laatste etappe ging naar het nabije Guadeloupe, eveneens 100% Frans en het grootste eiland van de Caribben. De terugreis ging heel wat sneller: rechtstreeks op Parijs en dan door naar Lisboa waar een vol maar oergezelling huis mij verwelkomde: Klaartje met haar vier-jarige Luka en Thara van drie maanden en zoon Philip met zijn partner Sibel.
 
Ik was toe aan een frisse neus. Welnu, die kreeg ik ruimschoots terwijl ik ruim vijf kilo ben afgevallen. Een reis om niet te vergeten.
 
  

Monument

Monument op Les Saints Island ter herinnering aan de Franse bezetting sinds 1816
 

Cruiseschip

Cruiseschip aan het eind van de straat
 

Damesmode

Damesmode in de Pointe-a-Pitrestraat Guadeloupe
 
 

Zonsondergang boven oceaan

 
Hier nog veel meer foto's