Suze Groeneweg; eerste vrouw in de Tweede Kamer

 

Kort & onbeduidend 

De Suze Groenewegstraat in het dorpje Strijensas (Links achter het kerkje; foto hieronder) op het Zuid-Hollandse eiland Hoeksche Waard is kort, onbeduidend en weinig karakteristiek.
      Dat is jammer.
Suze Groeneweg was in 1918 de eerste vrouw die in de Tweede Kamer werd verkozen, nadat bij een Grondwetswijziging van 1917 het Passief Vrouwenkiesrecht was ingevoerd.
      Suze Groeneweg werd geboren op 4 maart 1875.
In datzelfde Strijensas.
      Na de Watersnoodramp van 1953 werd dit toen nieuwe straatje naar haar vernoemd.

Groenewegje

Een weg werd het niet.
      Dat was taalkundig lastig, want dan was het de Suze Groeneweg of de Suze Groenewegweg geworden.
Maar een laan had natuurlijk best gekund. Suze heeft overigens wel haar eigen weg gekregen.
     
In het gebouw van de Tweede Kamer kreeg zij een eigen kleedkamer en een eigen toilet.
De gang daarnaar toe heeft in het oude Kamergebouw vele jaren lang het Groenewegje geheten.

Havenstraat

Zij werd geboren in de leuke Havenstraat bij het haventje van Strijensas.
      Vanaf de ophaalbrug (in de volksmond de Oude Dame) bij de sluis naar het Hollandsch Diep heb je een mooi uitzicht op die Havenstraat.

Kamerlid

Suze (Susanna) Groeneweg werd in 1914 lid van het partijbestuur van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij; voorloper van de P.v.d.A.).

 

Zij zou tot 1921 de enige vrouw in de Tweede Kamer blijven en was daardoor mikpunt van kritiek, onderwerp van gesprek, blikvanger van het vrouwbeeld en voorbeeld voor andere vrouwen.       Mannelijke leden van de Eerste Kamer bijvoorbeeld waren bang met een ’feeks’ of een ‘blauwkous’ van doen te krijgen, ‘iemand met mannelijke gebaren en een krijsende stem’. 
      Volgens Monique Leijenaar , die een studie verrichtte naar poltiek gedrag van vrouwen en mannen tussen 1918 en 1988 gaat het volgende voor vrouwelijke politici op:

‘niet te jong, niet te oud, niet te dik, niet te dun, niet te ambitieus, niet teveel op de achtergrond staan, niet te zelfstandig, niet te mooi, niet te lelijk, niet te slim en niet te dom (zijn)’
      Ik heb in de bibliotheek van mijn echtgenote nog een paar citaten gevonden.

De Nieuwe Amsterdammer in 1919:
‘De eerste vrouw in de Tweede Kamer… Zij heeft er niet de gratie gebracht van feminijne verschijning. Trouwens, vrouwen, die zich om haar gratie bekommeren, ambiëren gemeenlijk geen ander optreden in het openbaar, geen andere indruk naar buiten dan die dienstbaar kunnen zijn aan de relevering van haar natuurlijke en kunstmatige bekoorlijkheden’.

Boegbeeld

Suze Groeneweg was natuurlijk meer dan een boegbeeld. Zij was ook onderwerp van jaloezie.
      Aletta Jacobs bijvoorbeeld, die bij de verkiezingen van 1918 kandidaat was voor de Vrijzinnig Democratische Bond en niet gekozen werd verwoordde het zo:
‘Een vrouw, mw. Suze Groeneweg , is gekozen en doet als eerste vrouw in september haar intrede in de nieuwe Kamer. Zij werd echter niet als vrouw gekozen, maar dankt haar verkiezing aan de plaats die zij op de candidatenlijst van de politieke partij waartoe zij behoort De SDAP heeft gehad. Door de overdracht van stemmen van de boven haar geplaatste mannen verkreeg zij de benodigde stemmen’.

En:
‘Daar slechts één vrouw het tot een overwinning heeft gebracht, mogen wij ons verheugen dat het mw. Suze Groeneweg is, al hadden we liever gehad dat één onzer eigen vrouwenleden die plaats had ingenomen’.
       En dan was er nog de parlementair verslaggever Elout van het Algemeen Handelsblad, die na het eerste optreden van Suze Groenenweg het volgende schreef:

‘De sfeer van de vrouw en die van de Kamer dekken elkaar nog niet recht. Dat bleek o.a. wanneer de Kamer , die graag in haar verveling een verzetje zoekt, soms lachte, hetgeen de spreekster dan met zware ernst beantwoordde. Een weinig meer humor, mevrouw, kan de zaak der vrouwen niet schaden.

Maar het bleek anderzijds ook uit het speuren naar dubbelzinnigheden van dit mannengehoor in de rede van een vrouw. Dat was hinderlijk en grof. En in dat opzicht heeft de Kamer, door het toetreden van meer vrouwen, nog heel wat te leren op ’t stuk van een meer zuivere, een hogere, mentaliteit. Er was thans nog een zeker hiaat op ’t stuk van geestesreinheid tussen de spreekster en haar gehoor. Waarbij dat gehoor de mindere was’.