1. Losse zeden en wat lichtzinnigheid
Van half 1967 tot begin 1971 woonde ik in een nieuwbouwwijk in het West-Brabantse Roosendaal. Vlakbij Nispen waar de grens met België is. Ik werkte bij het plaatselijke Dagblad De Stem, dat ook behoorlijk goed gelezen werd in een paar Belgische plaatsen net over de grens. Essen bijvoorbeeld en Kalmthout. Ik kwam daar dus zeer regelmatig en kende nogal wat mensen.
Ook privé gingen wij er vaak naar toe. Bij het kot in Essen kon je de perfecte frieten eten, er waren café's met mooie terrassen die bij goed weer tot diep in de nacht open bleven en op de Kalmthoutse Heide kon je urenlang lopen zonder mensen tegen te komen.,
Regelmatig was ik verbaasd over dingen en gebeurtenissen, die wezenlijk anders waren dan bij ons. De omgang met mensen was losser, afspraken maken was bijna taboe en afspraken nakomen was er vaak ook niet bij. Er heerste een zweem van lichtzinnigheid, van losse zeden en gewoontes en sommige Vlamingen meenden dat een vlucht naar lichte corruptie wel toegestaan was.
Verbaasd was ik over het gebrek aan regels en voorschriften. Schoonheidscommissies kende het land niet met als gevolg dat er maar raak gebouwd werd. De meest vreemde bouwsels stonden naast elkaar in dorpen en steden en het verkeer erlangs kende ook weinig discipline. Aan verkeersregels stoorde men zich nauwelijks met als gevolg chaos en verwarring.
Ik noemde dat altijd Belgische Toestanden. Mij beviel het overigens wel en of het nog steeds zo is weet ik eigenlijk niet. Ik kom overigens nog regelmatig in het land. De komende bijdrages zullen dat duidelijk maken.
Winter 2017. Antwerpen
2. Craeybeckx en het publicatieverbod
Ik rij in Antwerpen door de Craeybeckxtunnel en merk dat de radio zonder storing gewoon doorgaat.
Craeybeckx. Lode Craeybeckx!
Burgemeester van Antwerpen van 1947 tot 1976.
Een niet geheel onomstreden vertegenwoordiger van de Socialistische partij. Vlaams nationalist, doener, taalliefhebber, bouwer en afbreker.
We gaan terug naar april 1973. De havenarbeiders in Antwerpen, die daar dokkers genoemd worden, zijn al dagen in een verbeten stakingsstrijd gewikkeld.
Ik ben daar bij voor de Volkskrant en word wegwijs gemaakt door een collega van de Volksgazet, de partijkrant van de Socialisten; enigszins te vergelijken met het Vrije Volk van Nederland in die dagen.
Craeybeckx werkte daar ooit als buitenlandredacteur.
Het is een zogeheten wilde staking, die geïnitieerd is door de KPB, de Kommunistische Partij van België .
De vakbonden, waaronder de grote BTB, de Belgische Transportarbeiders Bond, doen niet mee.
De collega neemt mij mee naar ‘t Kot het inschrijflokaal waar de dokkers zich iedere dag melden en maar moeten afwachten of ze diezelfde dag werk zullen hebben.
Ik leer dat zij -vergeleken bijvoorbeeld met hun collega’s in Rotterdam- slecht verdienen, nauwelijks een rechtspositie hebben, veel te veel uren moeten maken en werken onder zeer onveilige omstandigheden.
Ik ga ook mee naar kantoortjes waar alternatieve organisaties vergeefs proberen de arbeiders achter zich te krijgen.
Het zijn de maoïstische AMADA , Alle macht aan de Arbeiders en de Trotskistische RAL, Revolutionaire Arbeidersliga.
Na een tijdje loopt het in Antwerpen volledig uit de hand. Duizenden dokkers trekken door de straten en dan verschijnt daar ineens de Mobiele Eenheid.
Er wordt hard ingehakt op de stakers.
Op straat liggen gewonden. Ambulances met luide sirenes rijden af en aan.
Het is een volslagen chaos.
Ik doe uiteraard verslag en haal de volgende dag de opening van mijn krant.
Vooral ook omdat ik daar één van de weinige Nederlandse journalisten ben.
Ik sla de Volksgazet van diezelfde dag op en ben benieuwd wat mijn vriendelijke en bereidwillige collega ervan gemaakt heeft.
En dan komt het:
GEEN WOORD, GEEN FOTO, NIETS OVER DIE RELLEN.
Burgemeester Lode Craeybeckx had het verboden!
Walter Slosse en Radio Vrij België
Toen ik in mei 1977 bij de VPRO in dienst kwam werd ik uitgenodigd door Walter Slosse. Hij was een Belgisch journalist, die een wekelijks programma had onder de enigszins provocerende titel Radio Vrij België.
Hij had een zelfgebouwde radiostudio in zijn huis te Gent. Het was gezellig. Mooi zacht muziekje. Er was van alles te drinken en er waren lekkere hapjes.
Wij spraken toen onder meer over die staking en Walter raakte begeesterd. Hij was er zelf ook bij geweest. Dat was nou precies de reden waarom hij dat programma maakte.
De Nationale omroep BRT deed volgens hem precies hetzelfde.
In 2016 is Walter plotseling overleden. Maar… er is een ‘’erfenis’’.
Ik ontving gisteren van mijn oud VPRO-collega Nienke Feis de volgende mededeling.
Met daarbij een werkelijk prachtig filmpje uit 1978 over de bezigheden van Walter.
Radio Vrij België en zijn maker
Kort na het overlijden van Walter Slosse kreeg ik een bericht van een voormalig student van een sociale academie.
Hij heeft voor een studieproject in 1978 Walter gefilmd in zijn bezemkast, waar hij een complete radiostudio had opgebouwd. Daar vandaan zond hij zijn programma Radio Vrij België uit: via een kabeltje naar de telefooncentrale in het nabijgelegen postkantoor, een zogenaamde RF verbinding. Op de achtergrond hoor je omroeper Cor Galis met mede presentator Jan Lenferink.
Je ziet Walter op reportage, tijdens de staking bij Volvo Cars in Gent in het voorjaar van 1978. Het soort onderwerpen waar de Vlaamse pers destijds nauwelijks aandacht aan besteedde. We zien het gebouw van de BRT: ´bolwerk van rechtse politieke macht´. Waar toen de makers van kritische programma’s problemen konden krijgen door controle van hogerhand.
Mooie radiogeschiedenis, gefilmd met Super 8 camera. Bekijk het filmpje hier:
Zomer 2011. Brecht
3. Onthoofd en weer opgestaan
Gabriël Mudaeus
Hij staat er weer. Gabriël Mudaeus. Midden op het centrale plein van het plaatsje Brecht in de Belgische Kempen.
Recht voor het oude gemeentehuis.
Vorig jaar was dit beeld even wereldnieuws.
In verband met restauratiewerkzaamheden van het plein moest het beeld een paar meter verplaatst worden.
Dat gebeurde op een uitermate amateuristisch manier. Het beeld viel uit de touwen, klapte op de grond en werd letterlijk onthoofd.
Het leverde een hilarisch Internet-filmpje op, dat wereldwijd druk werd bekeken.
Humanist
Gabriël Mudaeus, de Latijnse naam voor Gabriël van der Muyden, was in de zestiende eeuw een vermaard humanist, hoogleraar en jurist.
Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de Belgische school voor rechtswetenschappen.
Vorig jaar zou zijn 450ste sterfdag in Brecht gevierd worden, maar omdat het beeld gerestaureerd moest worden werd dat feest uitgesteld.
150 jaar oud
Het beeld is bijna 150 jaar oud. Het werd gemaakt door J.Ducaju.
Bij de inhuldiging in 1865 speelde het plaatselijke muziekgezelschap Vlijt en Eendracht voor ‘t eerst.
Het bestaat nog steeds.
Schandpaal
Brecht is overigens een rustig plaatsje. Je kunt er natuurlijk Boerenhesp kopen.
Er is een Kempisch museumpje. Daar staat een echte schandpaal voor.
Bij Brasserie De Schandpaal kun je een hapje eten en een tripel drinken.
Motto:
"Is er iets niet naar Uwen tand,
wees een toffe klant.
Vertel het ons,
en niet de krant''
Oktober 2019. De Panne
4. Druk, tikje unheimisch
Dit is het brede strand van De Panne, een badplaats in het uiterst zuidwesten van België vlakbij de grens met Frankrijk..
Er gebeurt hier veel; ook nu buiten het drukke seizoen. Mensen flaneren over het strand en langs de boulevard, die pal langs de appartementencomplexen loopt.
Het heet de Zeedijk, hoewel van een echte dijk geen sprake is. Het strand loopt richting appartementen wel enigszins omhoog.
Er staan hier veel huizen te koop. Maar er is ook al veel verkocht.
Let op de gele bordjes (te koop) en de rode bordjes ernaast (verkocht).
Hier kom je niet alleen brommers en fietsers tegen, maar ook kinderen op driewielers, op scooters en trapkarretjes.
Soms word je op het strand gepasseerd door strandzeilers, die hoge snelheden bereiken.
Mooi is het allemaal niet die rijen aaneengeschakelde appartementencomplexen.
Die muur van beton, steen en glas.
Soms zit er een ouder veel kleiner pand tussen en dat maakt het nog gekker.
Maar als je op je balkon in zo’n appartement zit is het uitzicht fantastisch. En het beeld wisselt voortdurend.
Meer naar het zuiden richting Frankrijk wordt nog druk gebouwd.
Daar loopt geen boulevard langs de appartementen en daardoor krijgt het iets unheimisch.
De Kusttram
5. Een behoorlijke Klerezooi
Als je de Belgische kust wil verkennen, kan je dat het best doen met de tram. Je koopt voor zeven Euro een dagkaart en kan overal in- en uitstappen.
De kusttram gaat van De Panne in het uiterste Zuidwesten -vlakbij Frankrijk- naar Knokke -vlakbij Nederland-. Het traject is 67 kilometer lang en is daarmee de langste tramroute van de wereld. (Zeggen ze in Vlaanderen). Er zijn 68 haltes. Het duurt zo’n twee en een half uur om van begin-naar eindpunt te gaan.
De conclusie daarna kan niet anders zijn dan: ‘’Wat hebben ze er daar aan die kust een klerezooi van gemaakt’’.
Vrijwel de hele rit zie je reeksen appartementencomplexen aan zee, die daar zijn neergekwakt zonder enige architectonische esthetiek.
De uitzichten op zee zijn daarentegen mooi en afwisselend.
En de kustplaatsen zijn -ook buiten het seizoen- levendig, kennen een uitgebreid winkelbestand en horeca is er natuurlijk uitermate goed vertegenwoordigd.
We hebben er een heel dagje van gemaakt. We begonnen in De Panne en stapten uit in Middelkerke, Nieuwpoort en Oostende.
Middelkerke
Winkelstraat
Beeld Suske & Wiske
Appartementen
Fiets
Nieuwpoort
Winkelstraat
Zeedijk/Boulevard
Centrum
Oostende
Trambaan & Jachthaven
Centrum
Zeedijk
Omstreden Kunst
Dit kunstwerk heet Rock Strangers en is gemaakt door Arne Quinze. Het staat op de hoek van de Zeedijk en het Zeeheldenplein in Oostende.
Elf felrode blikken dozen. Het kunstwerk werd onthuld op 12 juni 2012 en sinds die tijd is er gedoe over.
Veel mensen in Oostende vinden het lelijk dan wel afschuwelijk. Regelmatig werden de objecten vernield -onder meer met hooivorken-, er was een rechtszaak en de dozen moesten gerenoveerd worden omdat ze op een zeer kwetsbare plak staan. En ook over de locatie waren veel mensen zeer ontevreden. Vooral omdat het in verband is gebracht met de zeehelden.
Zeehelden
Winter 1998. Sint-Job in 't-Goor
6. Een hond in shock
Het gebeurde op de E-19 in België vlak voor de afslag Sint-Job-in-’t-Goor. Onweer. Donder en bliksem. Stortregens. Het zicht was minimaal. Ineens was daar die grote hond. Remmen hielp niet meer. Wij hoorden een doffe harde bonk.
Ik stuurde de wagen naar de vluchtstrook vlak tegen de vangrail. Wij stapten uit en gingen op zoek naar de hond die wel dood zou zijn en ergens moest liggen. Het was donker en het verkeer raasde in dit noodweer pal langs ons heen.
Geen spoor van de hond te vinden
Ook aan de andere kant van de vangrail zagen we niets. We besloten om weer weg te rijden, maar de auto blokkeerde.
Ik stapte uit en daar lag de hond. Gekromd voor mijn linkerachterwiel. Hij leefde nog. Onder het bloed, drijfnat, trillend over zijn hele lijf. Waarschijnlijk in shock. Hij keek ons indringend aan. Vragend bijna.
‘Doe iets. Laat me hier niet achter’.
‘Dit is hopeloos’, zei ik maar eens tegen Heleen, mijn echtgenote.
Ook wij waren inmiddels doorweekt en wisten in eerste instantie niet zo best wat we moesten doen. Het was zondagavond en we wilden het liefst zo snel mogelijk thuis zijn.
Maar ja.
De blik in de ogen van die trillende hond schreeuwde om actie.
Ik reed de auto voorzichtig een stukje naar achteren en pakte daarna de hond op en legde hem in de achterbak. We reden naar het stadje Sint-Job-in-’t-Goor waar natuurlijk niemand op straat was. Onder een lantaarnpaal nam ik maar eens de schade op. Bumper verbogen, deuk in de motorkap, kapotte voorlamp links, losgeslagen accu. Opeens zagen we het politiebureau. We vertelden het verhaal aan een dienstdoende politieman, die daarna weinig inschikkelijk was. Hij vond dat we maar naar een dierenarts moesten gaan.
Zou hij dan misschien even met de dierenarts kunnen bellen?
Hij belde, maar kreeg geen gehoor en legde uit waar de dierenarts woonde. Toen zei hij:
‘Dan kan ik verder niets voor u doen’.
Bij de praktijk van de dierenarts hing een bordje voor het raam. Voor zondagsdienst moesten we bij een arts in Maria ter Heide zijn. Een blik achter in de kofferbak leerde dat de hond nog steeds in een soort shock verkeerde.
De regen was gestopt, maar het bleek met één werkende koplamp, een rammelende bumper, een zwervende accu en een doodzieke hond toch een heel eind van Sint-Job-in-‘t- Goor naar Maria ter Heide.
'Die namen', dacht ik onderweg volkomen irrelevant.
'Wie was Sint Job en wat deed hij in 't Goor?'
'Wat is dat trouwens 't Goor?'
'En wat had Maria daar op de heide uitgespookt?’
Dokter Vandeweyer kwam zelf naar buiten, wierp een blik op de hond en vroeg:
‘Bijt ‘em?’
‘Nee dokter. Tenminste hij heeft ons niet gebeten. Dat beest is doodsbang‘.
Hij pakte de hond voorzichtig op, bracht hem naar zijn praktijk en legde hem op een tafel. Anderhalf uur bleef hij bezig. Rustig en vakkundig. Toen legde hij hem in een verwarmd hok.
’Ik kan u niet voorspellen hoe het afloopt, maar de eigenaar mag tevreden zijn dat u dierenliefhebbers bent’.
Hij bood ons een kopje koffie aan -’iets sterkers mag ook wel, maar u moet nog naar Holland rijden’- en noteerde wat gegevens.
Tja, de rekening’, zei hij. ’Hopelijk vinden we de eigenaar, want ik zou het terug gênant vinden om u die te sturen’.
Hij gaf ons het advies om de affaire bij de politie te melden. Hij belde en zei even later: ’U wordt verwacht in Brasschaat’.
Het was inmiddels weer gaan regenen en het bleek van Maria ter Heide naar Brasschaat met één koplamp, een dolende accu en een rammelende bumper ook zonder doodzieke hond een behoorlijk eind.
Bij de politie moesten we apart verhoord worden.
‘Dat vereist de wet Franchimont’, zei de inspecteur. ’Die is dit jaar aangenomen. Een strenge wet. Dat komt allemaal door Dutroux’.
Bij het verhoor leerden we wat die wet ondermeer inhoudt.
Of de hond van links naar rechts liep, of andersom of misschien wel van voor naar achter of van achter naar voor. Bovendien vereiste de wet Franchimont, dat wij ieder een situatietekening moesten maken.
Toen ik de tekening inleverde, waarop ik een vakje had getekend met daarop geschreven ‘hond’ schudde de inspecteur zuchtend zijn hoofd. Misschien kunt u proberen iets te tekenen wat echt op een hond lijkt. Dat vereist nu eenmaal de wet Franchimont’.
Op weg naar huis praatten we uiteraard over de hond. Een Mechelse herder, hadden we intussen geleerd.
Stel dat het beest blijft leven en stel de eigenaar komt niet opdagen!
Dan houden wij hem.
En we noemen hem Rokus.
De volgende dag belde de dierenarts.
De hond zou het overleven en de eigenaar had zich al gemeld.
Tja.
Geen Rokus.
En wij hoorden niets van die eigenaar.
Belgen zijn soms net Nederlanders.
Oktober 2019. De Panne
7. Wijsneuzen, hoeders en uitkijkers
Je zit op je balkon op de zesde verdieping van een appartementencomplex in De Panne aan de Belgische kust. Het uitzicht is mooi. Er gebeurt veel.
Maar dan zie je die zwarte paal daar midden achter. Wat is dat?
Het is een monument. Twee palen; drie mannen.
Het heet De drie Wijsneuzen van De Panne en is in 2018 gemaakt door Jos de Gruyter en Harald Thys.
De mannen kijken respectievelijk richting Engeland Frankrijk en België.
Op een bord ernaast worden vergelijkingen getrokken met het Vrijheidsbeeld in New York, Cristo Redentor in Rio de Janeiro en de Kolossus van Rhodos.
Dat lijkt me een tikkeltje overdreven.
Eerder zou ik denken aan een paar plekken, die ik al eerder op mijn blog behandeld heb.
Utkieker
Dit beeld staat op het Duitse Waddeneiland Spiekeroog. Het heet De Utkieker, gemaakt in 2007 door Hannes Helmke.
Mannen aan Zee
Dit monumentale beeld is te zien in de Deense havenstad Esbjerg. Gemaakt in 1995 door Sven Wiig Hansen naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van de gemeente
Ramses II
Dit beroemde beeld werd verhuisd naar de tempel Abu Simbel aan het Nassermeer in het zuiden van Egypte.
Vier maal farao Ramses II.
Het beeld is gemaakt in de dertiende eeuw.
Christophorus
In het zuiden van datzelfde De Panne in de duinen vlakbij zee, staat dit beeld van Christophorus.
Gemaakt in 2003 door Gerhard Lentink.
Meer (voor-)Beelden
Er passen natuurlijk nog veel meer beelden in dit rijtje.
Van mijn oud VPRO-collega Wim Bloemendaal ontving ik bijvoorbeeld deze foto’s:
Angel of the North
Een stalen beeldhouwwerk dat werd ontworpen door Antony Gormley. Het staat in Gateshead Engeland.
Deze Engel van het Noorden werd gemaakt in 1998. Het beeld is 20 meter lang en heeft vleugels van 54 meter breed.
De vleugels staan 3,5 graden naar voren om, volgens Gormley, "een gevoel van omhelzing" te creëren. Het staat op een heuvel bij Low Eighton.
De Stiennen Man
De Stiennen Man (Stenen Man) staat op de Westerzeedijk in Harlingen.
Het is een replica van een monumentale grenspaal die daar in 1576 werd geplaatst..
The Kelpies
Deze paardenhoofden (The Kelpies) staan in Falkirk Schotland. Gemaakt in 2013 door Andy Scott.
Færoer
Dit curieuze beeld bevindt zich op de Færoer eilanden.
We zien de plaatselijke viking Tróndur i Gøtu, die een voorname rol speelt in de Færeynga Saga, waarin verteld wordt hoe het Christendom de eilanden bereikte.
Het beeld is in 2008 gemaakt door de plaatselijke kunstenaar Hans Pauli Olsen.
Port William
Van Rina de Regt ontving ik ook twee suggesties.
Dit beeld staat in het vissersdorpje Port William in het zuidwesten van Schotland.
Man looking out to the Sea gemaakt door Andrew Brown.
Bø Village
En dit beeld bevindt zich op het Vesterâlen Island in het noorden van Noorwegen.
Man from the Sea van Kjell Erik Killi Olsen.
De Westhoek
8. OUD-STRIJDER IN BEDREIGDE TAAL
In de provincie West-Vlaanderen van België gaan veel mensen vlot over van Vlaams naar Frans en andersom. In advertenties voor winkelpersoneel bijvoorbeeld staat steevast, dat tweetaligheid een vereiste is.
Maar.... ze spreken nog een derde taal: West-Vlaams. Het staat in de atlas van bedreigde talen van de UNESCO, het cultuurfonds van de Verenigde Naties. In De Westhoek van de provincie spreken ze een variant: Kustwest-Vlaams. Zeer lastig voor ons om te volgen.
In 1994 sprak ik daar met één van de zeer weinige nog levende Belgen, die gevochten had in de Eerste Wereldoorlog. (Naar schatting waren dat er toen nog 200, waarvan tien 'coherent').
Hij was 97 jaar en in die oorlog doof geworden, omdat er volgens hem beter voor de paarden dan voor de soldaten werd gezorgd. De paarden kregen namelijk watjes in hun oren om ze te beschermen tegen het lawaai van geweervuur en bombardementen.
Hoe klinkt origineel Kustwest-Vlaams. Ga hier naar toe om het te beluisteren (1’54”)
Ik was daar in gezelschap van mijn Belgische collega Fred Stroobants en Piet Chielens uit Reningelst in de Vlaamse Westhoek, een groot kenner van de Eerste Wereldoorlog
Zij verstaan het wel.
Najaar 2019. Veurne
9. Een ‘’apoteek’’ met een hert op dak
Dit is de Grote Markt van Veurne, een stadje nabij zee in De Westhoek van Vlaanderen.
Een mooi plein met karakteristieke huizen en gebouwen.
Maar kijk eens naar dit pand.
Niet alleen de trapgevels vallen op, maar vooral diverse andere zaken.
Apoteek -geschreven zonder h- en een dier op het dak, dat lijkt op een eland of een hert.
Het is de apotheek Van Damme.
Ik mailde ze met de vraag waarom er geen h in de reclamezuil staat. Het antwoord:
Beste Meneer
Ik denk dat dit de schrijfwijze was in het oud Vlaams (een soort dialect van het algemeen Nederlands).
Vriendelijke groeten,
Charlotte Van Damme
Apotheek en Zorgpunt Van Damme
Grote Markt 15
8630 Veurne
Toegelaten spelling
Omdat dit niet erg overtuigend klonk benaderde ik Ruud Hendrickx, taaladviseur van VRT Taal.
Dit was het licht amusante antwoord:
Geachte heer,
De spelling ‘apoteek’ is een tijdje correct geweest. Het was de toegelaten spelling (naast de voorkeurspelling) in de Spelling 1954. Veel apothekers lieten in hun lichtreclame de h weg, want dat scheelde heel wat kosten.
Met vriendelijke groeten,
Ruud Hendrickx
Taaladviseur
Media & Productie
Renaissance
Het pand aan de Grote Markt werd in 1906 drastisch verbouwd in de stijl van de regionale renaissance architectuur. Eigenaar was toen Honoré Ruyssen, niet alleen apotheker, maar ook kunstenaar en fotograaf.
Hij noemde zich aanvankelijk Pharmacien Agrée. Dat is -met wat moeite- te zien op deze foto uit 1918, toen het pand tijdens de Eerste Wereldoorlog vrijwel volledig vernield werd.
Le Cerf
De apotheek had eerst de naam Le Cerf (Het Hert). Later werd dat ‘’vervlaamst’’ tot ‘’In den Hert’’.
Die naam was gegeven omdat aan het gewei van een hert medicinale krachten worden toegeschreven.
En dat verklaart weer de aanwezigheid van een hert op het dak.
Zomer 2012. Zelzate
10. Een beetje circus daar
Zelzate ligt in Oost-Vlaanderen vlakbij de Nederlandse grens. Als je er bent weet je overigens zeker, dat je in België bent.
Waar wij een overdosis aan bureaucratie hebben op het gebied van bouw- en woonvergunningen, schoonheids- en welzijnscommissies, munt België uit door een gebrek daaraan.
Rommelig dorp
In Zelzate komt dat bij elkaar. Een rommelig dorp, waar allerlei huizen en andere bouwsels naar ieders wens naast elkaar gezet zijn.
Een dorp waar in het centrum op de Grote Markt de auto’s niet alleen in twee rijen in de rijrichting geparkeerd worden, maar ook nog eens haaks daarop in twee andere rijen.
Parkeergedoe
Terrassen
Het is overigens wel gezellig in Zelzate.
Er zijn restaurants in allerlei prijsklassen, cafés met veel streekbieren en terrassen die ‘s ochtends al vollopen.
Het winkelbestand is groot voor zo’n betrekkelijk klein plaatsje, er zijn ambachtelijke slagers en bakkers en een relatief groot aantal nachtwinkels, waar natuurlijk ook onze Zeeuws-Vlamingen terecht kunnen.
Dozen
Gemeentehuis
Het gemeentehuis is een mooi eenvoudig gebouw, strak en asymmetrisch. Een beetje in de stijl van Dudok.
Maar kijk eens naar de plaats waar dat gebouw staat.
Recht tegenover de Grote Markt aan een drukke doorgaande straat.
Een commissie van het één of ander zou hier toch een stokje voor gestoken hebben.
Chemische industrie
Het dorp wordt doorsneden door het kanaal Gent-Terneuzen.
Er is veel industriële activiteit en dat is vrijwel overal in het dorp weer te zien.
Dat kanaal werd in 1827 geopend door koning Willem 1, want België hoorde toen nog bij Nederland.
Het kanaal is er tegenwoordig vooral voor binnenvaartschepen, maar ook voor niet al te grote zeeschepen, die hier gesleept en geduwd worden
Kanaal Gent-Terneuzen
Tanker in Kanaal
Circus
Burgemeester Freddy de Vilder schrijft (in 2012) op de site van de gemeente het volgende:
‘Zelzate, beste bezoeker, is een mooie gemeente. Een gemeente met glans, spirit en toekomst.’
Laat ik me maar hierbij aansluiten.
Maar het is ook een beetje circus daar.
Winter 2013. Putte
11. Twee Landen, 2 provincies, 3 gemeentes
Het dorpje Putte ligt zo’n twintig kilometer ten zuiden van Bergen op Zoom.
Het ligt in twee landen (België en Nederland), in twee provincies (Noord-Brabant en Antwerpen) en in drie gemeentes (Woensdrecht, Kapellen en Stabroek).
Grenskruispunt.
Op dit kruispunt komt het allemaal samen. Op de voorgrond de Putsestraat (België ), die overgaat in de Antwerpsestraat (Nederland). Rechts is de Grensstraat waar de huizen aan de noordzijde in Nederland liggen en aan de zuidzijde in België (Gemeente Kapellen) . Links is de Canadalaan, die ligt in Putte Woensdrecht en Putte Stabroek.
Grenspaal
Achter deze grenspaal ligt verderop de Grensstraat
Verloedering
Het Nederlands deel van Putte is levendig. Er zijn veel winkels, die iedere zondag open zijn. Er zijn supermarktjes, specialiteitenwinkels, horeca en terrassen en de Belgen kunnen er hun seksspeeltjes kopen. Aan de Belgische kant is natuurlijk ook horeca, maar veel winkels zijn dicht of gaan sluiten en er is behoorlijk veel leegstand.
Ero Boutique
Jacobus Jordaens
Aan de Nederlandse kant staat vlak voor de grens het borstbeeld van de Antwerpse schilder Jacobus Jordaens. Hij werd hier begraven.
Dat komt zo.
Jordaens overleed in 1678 in Antwerpen. Aan de pest. Maar hij mocht daar niet begraven worden omdat hij in 1650 protestant was geworden.
Ravenhof
Even buiten Putte ligt het Moretusbos met het kasteelpark Ravenhof. In Het koetshuis zit een brasserie, waar je voor twaalf Euro redelijke garnaalkroketten kunt eten.
Het kasteel Ravenhof was van Jonker Johannes Josephus Moretus, die er in het midden van de achttiende eeuw een parkbos liet aanleggen. Veel beuken, grove dennen en langs de lanen rododendrons.
Theehuis
Recht tegenover het kasteel ligt op een heuvel het zeszijdige theehuis De Gloriëtte.
Van hieruit kijk je uit over het symmetrisch aangelegde bos met mooie wandellanen.
Wandellanen
Bos
Er is overigens nog meer bos in de omgeving van Putte.
Zelfs als je het plaatsje binnenkomt..
Joodse begraafplaatsen
En voorts zijn er drie immens grote Joodse begraafplaatsen.
Hoe dat komt vertel ik morgen.
Winter 2013. Putte
12. Joodse begraafplaatsen voor Belgen
Als je in het zuiden van Nederland rijdt van Ossendrecht naar Putte kom je zomaar deze enigszins onheilspellende poort tegen. Bij nadere inspectie blijkt het de grote Joodse begraafplaats Shomre Hadass.
Verder onderzoek leert dat er nog twee grote Joodse begraafplaatsen in deze buurt zijn: Machsike Hadass en een andere van de Frechiestichting. In totaal gaat het om tienduizenden graven.
Alles bij elkaar is het -volgens een bezoeker- zo groot dat je het vanuit een vliegtuig op tien kilometer hoogte goed & duidelijk kunt zien.
Rode Poort
Het zijn begraafplaatsen die begin vorige eeuw zijn opgericht op initiatief van Joodse organisaties uit Antwerpen. Er liggen dan ook vrijwel alleen maar Belgen begraven.
Dat komt zo:
Volgens Joodse wetten mogen graven nooit opgeruimd worden. Maar in België is een wet die bepaalt dat een graf na 25 jaar moet worden overgraven.
Daarom is men uitgeweken net over de grens.
Zwarte poort
Wat staat er boven die poorten?
Ik benaderde Anne Frid de Vries (Te Gast 14), een Nederlandse kennis die in Israël woont.
Hij schrijft:
De teksten op de poorten komen uit de bijbel. Op de rode poort staat:
כִּי
מַלְאָכָיו, יְצַוֶּה-לָּךְ; לִשְׁמָרְךָ, בְּכָל-דְּרָכֶיךָ.
Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen,
die over je waken waar je ook gaat.
(Psalm 91:11 - NBG)
En op de zwarte poort:
הַאֱנוֹשׁ
, מֵאֱלוֹהַּ יִצְדָּק; אִם מֵעֹשֵׂהוּ, יִטְהַר-גָּבֶר.
Zou een sterveling rechtvaardig zijn tegenover God,
of een man rein tegenover zijn Maker?
(Job 4:17 NBG)
Rommelig
De begraafplaatsen maken op het eerste gezicht een enigszins rommelige indruk.
Toch zijn de stenen zoveel mogelijk rechtgezet, is het gras gemaaid en onkruid gewied.
Steentjes
Op veel graven liggen steentjes.
Anne Frid de Vries hierover:
Onder joden is het gebruikelijk om een steen op het graf te plaatsen als je hem bezoekt. Ik ken niet de oorsprong of de betekenis van het gebruik, maar het is wijd verbreid. Hier in Israël doet iedereen het, ook wie volkomen seculier is. Bloemen plaatst bijna niemand, hoewel je dat wel geleidelijk meer ziet.
Voorjaar 2017. Moerbeke
13. Een rustiek lindenpleintje
Moerbeke is een plaatsje in Oost-Vlaanderen. Het ligt dichtbij de Nederlandse grens, ten zuidwesten van Hulst. Het is er rustig en rustiek.
Het meest karakteristieke plekje is de Lindenplaats, ook wel liefkozend het Lindenpleintje genoemd. De geknotte linden staan in een V-vorm.
Achter op de foto het kasteel Lippens, dat sinds 1977 dienst doet als gemeentehuis.
Rechts de voormalige brouwerij, die in 1940 dichtging.
Oud Gemeentehuis
Het pleintje gefotografeerd vanaf de andere kant. Midden achter in wit het oude gemeentehuis.
Wereldoorlogen
Het plaatsje zuchtte erg onder twee Wereldoorlogen. De Bevrijdersstraat (genoemd naar een Poolse divisie) komt uit op het plein.
En voor de kerk is een monument opgericht voor de slachtoffers uit WO I.
Kasteel Lippens
Het kasteel Lippens telt drie verdiepingen. Gebouwd in 1879 toen August Lippens nog burgervader was. Het is nu ‘t gemeentehuis. Vrij groot lijkt me voor een gemeente van zo'n 6.000 inwoners.
August Lippens
August Lippens was burgemeester van Moerbeke van 1847 tot 1892.
Brouwerij
Bouwsels
Je zit hier onmiskenbaar in Vlaanderen. Curieuze bouwsels naast elkaar zijn daar eigenlijk nooit een probleem.
Schoonheidscommissies? Ik geloof niet dat ze bestaan.
Activisme
Activistische affiches en een Belgische vlag.
Kruisstraat Heilige Hartkerk
Naast het dorp Moerbeke bestaat de gemeente nog uit het gehucht Kruisstraat en het Vlaamse deel van grensdorp Koewacht.
Peerke Koewacht
Februari 2015. Kalmthout
14. Toverhazelaars en spinachtige bloemen
Route
Ik heb nog wel een leuk winteruitje voor u. In het Belgische plaatsje Kalmthout (zo’n 15 kilometer onder Roosendaal) is een prachtig arboretum. Je vindt daar de grootste verzameling Toverhazelaars (Hamamelis) van Europa.
Ze zijn van ongeveer half januari tot eind februari op hun mooist, want het zijn winterbloeiers. Je kunt in Kalmthout de -coronavriendelijke- Hamamelisroute volgen. De kale struikentakken hebben spinachtige bloemen in geel, oranje en rood.
Ze ruiken sterk. Een beetje zoetig.
De tuin is iedere dag open van van 10.00 tot 17.00 uur. (Met Kerst en op Nieuwjaarsdag gesloten)
Vorstprikkel
Toverhazelaars komen oorspronkelijk uit Noord-Amerika, China en Japan. Er zijn inmiddels ook kruisingen.
De struiken moeten een vorstprikkel krijgen om te gaan bloeien. Als dat eenmaal gebeurd is, bloeien ze altijd. Het maakt niet uit hoe koud of nat het is. De bloempjes bezitten (staat hier op een bordje) namelijk een soort natuurlijk antivries.
’s Nachts als het te koud wordt, rollen ze zich dicht. Bestuiving gaat via fruitvliegjes, die op de geur afkomen.
Het extract wordt van oudsher gebruikt voor zeep, crèmes en shampo’s.
Er is natuurlijk meer te zien in het Arboretum
Witte Himalayaberk
Rode Snijbiet
Artisjok
Bloeiende Rhododendron
Hier en daar staan de rhododendrons al in bloei. Dat is wel erg vroeg, want dat gebeurt meestal pas eind maart, april en mei.
Skimmia
Arboretum
De tuin ligt vlakbij het kleine station. In het plaatsje volg je de borden richting Kalmthoutse Heide. Direct na de spoorwegovergang is het Arboretum.
Als het een beetje mooi weer is, kun je prettige wandelingen op de Heide maken.
Cafe’s en restaurants zijn er natuurlijk volop in Kalmthout. Het is hier namelijk provincie Antwerpen.
15. De ‘’politica’’ Anne Vondeling
Ik rij in België van De Panne naar Oostende en luister naar Radio Klara. Dat is een Vlaamse culturele zender met veel rustgevende muziek en een enkel taalspelletje. Even over tien uur in de ochtend volgt in het programma Klassiek Leeft Georges Bizet’s Carmen Suite uitgevoerd door het Four Aces Guitar Quartet.
Daarna gaat de presentator wat uitweiden en spreekt over het gedicht Afvaart van Gerrit Achterberg. En hij weet dat dit gedicht werd voorgelezen bij de begrafenis van de Nederlandse politica Anne Vondeling.
Tja.
Is dit nu verkeerde interessantdoenerij, nonchalance of onbenul?
Jarenlang heb ik gecorrespondeerd met Anne Frid De Vries, een Nederlander (Fries) die in Israël woont.
Hij werd nog wel eens voor een vrouw gehouden en noemde zijn weblog http://anneisaman.blogspot.com/ .
Afvaart
Dan even over het gedicht Afvaart. Dat bestaat helemaal niet. Afvaart is de titel van Achterbergs debuutbundel uit 1931.
Er staan twee gedichten in met de titel Afscheid.
Bij nadere lezing lijkt het mij uitgesloten dat één van die gedichten bij zijn begrafenis werd voorgedragen.
Na wat zoeken vind ik het Leidsch Dagblad van 22 november 1979. Die dag kwam Anne Vondeling om het leven bij een verkeersongeluk nabij Mechelen. Op de autoweg tussen Brussel en Antwerpen botste zijn wagen op een spookrijder.
Hij was toen 63 jaar en ondervoorzitter van het Europees Parlement. Even later staat in diezelfde krant een rouwadvertentie van de familie. Daarin worden de volgende dichtregels van Achterberg aangehaald:
Over de heide, door de ijle mist,
rinkelt de nacht aan kettingen omlaag
en gaat het deksel van de wereld dicht.
Deze regels komen uit het gedicht Fait accompli.
De crematie van Anne Vondeling ging in besloten kring.
Het lijkt mij aannemelijk dat dit gedicht daarbij werd voorgelezen:
Fait accompli
De avond krijgt metaal om zich te sluiten.
Gij kunt niet meer naar binnen of naar buiten.
Ik zie het stipje van de reiger stuiten.
Dit is het uur van de grote besluiten.
En om het leven op u uit te buiten.
Onder de wolken ligt een witte kier.
Bijna een oog dat slaapt voor zijn plezier.
Het licht verlegt zijn grenzen al tot hier.
Mijn schaduw is een lange populier.
De hemelkoepel wordt van pakpapier.
Nog houden wij elkander in 't vizier.
Over de heide, door de ijle mist,
rinkelt de nacht aan kettingen omlaag
en gaat het deksel van de wereld dicht.
Tussen ons is vandaag alles beslist.
Morgen verschijnt Bert Bakker uit Den Haag.
Vannacht rijdt Eddy Hoornik naar Maastricht.
Koewacht
16. De Doodendraad langs de grens
Onze boze medemens wil grenzen sluiten en hekken plaatsen. Onze boze medemens vindt namelijk dat er ongewenste medemensen zijn, die er bij ons niet in mogen. De boze medemens zou eens naar Koewacht moeten gaan. Dat is een grensdorp in Zeeuws-Vlaanderen. Deels Nederlands, deels Vlaams.
Dat was al in de eerste Wereldoorlog zo.
Omdat wij neutraal waren en de Belgen ernstig onder het oorlogsgeweld te lijden hadden, vluchtten veel Belgen in die tijd naar Nederland.
De boze Duitsers besloten in 1915 om hier een eind aan te maken. Ze legden langs de hele grens een hek van kippengaas aan. Toen dit niet afdoende bleek verstevigden ze het hek met prikkeldraad. Maar de Belgen knipten dat gewoon door en toen namen de boze Duitsers een zeer ingrijpende maatregel.
2.000 Volt
Ze zetten het hek onder stroom. Met 2.000 volt. Mensen die hiermee in aanraking kwamen waren op slag dood. Toen dat bekend werd hield het de vluchters tegen, maar spelende kindertjes wisten dit natuurlijk niet.
De boze Duitser nam dat op de koop toe.
Naar schatting 1.000 mensen (veel kinderen) kwamen om het leven. Het hek kreeg de naam Doodendraad.
Klaproos
Op de grens in het centrum van het dorp bij de Kerkstraat zijn tegels aangebracht, die herinneren aan dit hek.
De klaproos was het symbool van de eerste Wereldoorlog.
Koewacht ligt niet alleen in twee landen, maar ook in drie gemeentes.
Het Nederlandse deel valt onder Terneuzen, het Belgische onder Stekene of Moerbeke.
Elektriciteitspalen
Toen België zich in 1830 van Nederland afscheidde werd besloten dat Koewacht in tweeën werd gedeeld. En die situatie is nog steeds zo. Op diverse plekken zie je ineens een gietijzeren grenspaal, maar verder is het niet steeds duidelijk of je in Nederland of in België bent.
Hoewel!
Nederland heeft zijn elektriciteit vrijwel overal ondergronds, maar de Belgen zijn nog niet zover.
Als je dus elektriciteitspalen ziet, weet je dat je in België bent.
Kerken
Het is behoorlijk Rooms in Koewacht. Vrij lang hebben de Nederlanders in België moeten kerken.
Dat gebeurde in de Sint-Philippus en Jacobuskerk.
In de eerste Wereldoorlog werd het dus moeilijk om in België naar de kerk te gaan. Aanvankelijk lieten de Duitsers nog een opening door het hek, maar daar werd een eind aan gemaakt.
In het Nederlandse deel werd een noodkerk neergezet, die in 1922 vervangen werd door de H.H. Philippus en Jacobuskerk.
Gemeentehuizen
In de Nieuwstraat staan maar liefst drie voormalige gemeentehuizen.
Hierboven het oudste, dat ooit een café annex raadhuis was.
Raadhuis uit 1907
Villa Mathilde.
De Villa was gemeentehuis tot 1970, toen Koewacht bij de gemeente Terneuzen werd gevoegd.