Herfst 2009
1. Belastingparadijzen & auto's
Taxplanners
In 1977 was ik een paar dagen op een congres in Amsterdam, waar taxplanners en fiscalisten uit de hele wereld bijeen waren.
Hoofdonderwerp: belastingparadijzen.
Verlekkerd wisselden de heren -aanwezige dames waren secretaresses enzo- ervaringen uit. Vaak klonk luid applaus op, als iemand vertelde hoe hij een bedrijf of een zeer rijke particulier aan een oplossing had geholpen om belasing te ontduiken.
In een soort tombola werden de diverse paradijzen vergeleken met automerken.
De Kanaaleilanden, Andorra, Liberia, Panama (toen ook al) en Cyprus waren ‘gewone’ betrouwbare autootjes: Opel, Volkswagen, Fiat, Audi.
Saab, Alfa Romeo en Citroën werden beschouwd als mooi vormgegeven, maar niet altijd betrouwbare vervoermiddelen: de Marshalleilanden, Cayman-eilanden, Gibraltar en de Filippijnen.
Zeer betrouwbaar en degelijk als een Mercedes Benz waren Luxemburg, Zwitserland en -toen- tot mijn verbazing ook Nederland.
En dan was er nog de Rolls-Royce.
Zeer goed, heel mooi, maar ook een beetje overdreven:
Liechtenstein.
(Vorig jaar vertelde een werknemer van de LGT-bank een paar dingen aan de Duitse Geheime Dienst over bankgeheimen en constructies.
Direct werd Liechtenstein neergezet als een soort roversnest en een staat van parasieten).
Uitgestorven centrum
Het is op deze zaterdagmiddag in oktober 2009 vrijwel uitgestorven in het centrum van Vaduz, hoofdstad van het bergstaatje.
Aan de Städtle, de belangrijkste straat zie je het parlementsgebouw, het gemeentehuis, een paar hotels en restaurants, lege terrasjes , enkele chique winkels en het mooie kunstmuseum.
De prestigieuze bankgebouwen en de kantoren van de vele belastingsadviseurs, fiscalisten en advocaten staan er tussen of bevinden zich een stukje verderop.
Er is geen treinstation in Vaduz. Daarvoor moet men naar Schaan, dat zo'n drie kilometer verderop ligt.
Liechtenstein heeft ook geen vliegveld, maar in het zuiden in Balzers is een heliport. Rijke bezoekers kunnen vooral uit Zwitserland zo toch behoorlijk snel in Vaduz geraken.
Vorstendom
Liechtenstein is sinds 1921 een curieus vorstendom.
Hans Adam is officieel nog steeds de vorst, maar hij heeft zijn taken overgedragen aan zijn zoon Alois.
Het kasteel van de familie ligt direct achter de Städle, hoog in de bergen.
De weg ernaar toe is niet toegankelijk.
Liechtenstein is het rijkste land ter wereld.
Het bruto nationaal product is 100.000 Euro.
Vrouwenkiesrecht is er pas sinds 1984.
Paar toeristen
Vaduz telt iets meer dan 5.000 inwoners.
Ongeveer 40% daarvan komt uit het buitenland.
Ze zijn nergens te bekennen.
Een enkele toerist loopt met een paraplu op door de verlaten straten.
In de winkels zijn vooral dure horloges, juwelen en merkkleding te koop.
Voor de andere winkels moet je ook naar het noordelijker gelegen stadje Schaan.
Kunstmuseum
Een bezoek aan het kunstmuseum Liechtenstein ligt onder deze omstandigheden voor de hand.
Mooi vormgegeven in een voornaam design en toch is er verrassend genoeg veel aandacht voor objecten, gemaakt van afval en gebruiksvoorwerpen.
Verder is er werk van ondermeer Arnold Schönberg, Marcel Duchamps, Kurt Schwitters en Joseph Beuys.
Een kunstcafé is er gelukkig ook.
(Zie boven. Papiersnede van Helena Becker)
2. Prinsenkroontjes van chocolade
Wat voor souvenir neem je mee als je uit Liechtenstein komt?
Tja.
Hooguit een bundeltje vers witgewassen geld, dat je van je geheime bankrekening hebt geplukt.
Liechtenstein (FL), een klein vorstendom dat tussen Oostenrijk en Zwitserland ligt, is het rijkste land ter wereld.
Een eigen industrie is er nauwelijks.
Hazelnotencrème
Maar… men laat in Zwitserland bonbons maken volgens een Liechtensteiner recept.
Melkchocolade met een vulling van hazelnotencrème. Er zit geen alcohol in.
De bonbons heten Liechtensteiner Fürstenhütchen en zijn gemaakt in de vorm van de Prinsenkroon.
Droog bewaren
In de doos boven zitten 28 hütchen. Ik betaalde er in 2009 32 Zwitserse francs voor.
Als je ze droog bewaart bij een temperatuur van 16 tot 18 graden, blijven ze vrij lang goed.
Troppau & Jägerndorf
De naam is ontleend aan de kroon van Prins Karl I, die vanaf 1614 heerste over de hertogdommen Troppau en Jägerndorf.
Geschonken door keizer Ferdinand II, nadat Karl hem had gesteund tijdens de Boheemse Opstand.
Karl liet daarna een kroon ontwerpen door juwelier Daniel de Bres in Frankfurt am Main.
De kroon waarin diamanten, parels en robijnen waren verwerkt, ging echter verloren.
Een namaakexemplaar bevindt zich in het Nationaal Museum in de hoofdstad Vaduz.
Die Heimat
Het paleis van de Vorst ligt hoog in de bergen. De weg ernaar toe is niet toegankelijk voor gewone mensen.
Even verderop is de Triesenberg met het plaatsje Malbun.
Daar ben ik eens in oktober ingesneeuwd..
In het hotel kreeg je na het diner zo’n bonbonnetje bij een kop koffie.
Met een boekje vol wetenswaardigheden over ‘Die Heimat des Liechtensteiner Fürstenhütchens’.
3. Meest geïndustrialiseerde land ter wereld
(Door Rolf Weijburg)
Liechtenstein behoort samen met Qatar en Luxemburg per capita tot de drie rijkste landen ter wereld.
Dat Liechtenstein rijk is zal niemand echt verbazen. Ach ja, een belastingparadijs, zult u denken.
Natuurlijk is Liechtenstein een belastingparadijs. Het kleine land is er groot mee geworden. Met zijn lage belastingtarieven werd het Prinsdom in de jaren tachtig en negentig zelfs “de Rolls Royce” onder de belastingparadijzen genoemd.
Vermogende buitenlanders sluisden in die tijd miljoenen aan onbelast kapitaal door naar in het Prinsdom opgerichte stichtingen, waardoor het geld op naam van de stichting kwam te staan en de identiteit van de eigenlijke eigenaar verborgen kon blijven. Op die manier kon geld dat om wat voor reden dan ook privacy behoefde eenvoudig tussen de Alpenweiden worden veiliggesteld. Je kon in Liechtenstein bij wijze van spreken gewoon met een koffer geld een bank binnen lopen zonder dat er iemand vroeg waar dat geld vandaan kwam of er wel belasting over betaald was en op een goed moment telde Liechtenstein meer stichtingen dan inwoners.
Bankmedewerkers waren immers geen belastinginspecteurs.
Dollars
Tegenwoordig echter heeft ook Liechtenstein onder grote druk van vooral Amerika en de EU zijn bankzaken transparanter moeten maken en het staatje heeft zich inmiddels gedistantieerd van het niet te traceren geld waarmee ooit enorme rijkdom is vergaard.
Vragen vanuit het buitenland omtrent in Liechtenstein geparkeerd buitenlands kapitaal waarvan vermoed wordt dat het om crimineel geld gaat, worden serieus behandeld en de diverse belastingdiensten krijgen in die gevallen alle Liechtensteinse medewerking.
Anders is het als een buitenlandse belastingdienst vragen heeft omdat het belastingontduiking vermoedt bij in Liechtenstein geparkeerd geld. Dan krijgt het in Liechtenstein nul op het rekest: belastingontduiking in het buitenland is in Liechtenstein geen strafbaar feit.
Vandaar ook dat er wel zo’n 35000 (evenveel als er Liechtensteiners zijn) zogenaamde brievenbusfirma’s in het prinsdom geregistreerd staan die in eigen land belastingplichtig zouden zijn maar in Liechtenstein profiteren van de veel lagere tarieven. Het lijkt net Nederland.
De inkomsten uit al dat gescharrel en geschuif met geld zijn nog immer substantieel, maar het gros van de overheidsinkomsten van Liechtenstein is afkomstig uit de industrie. Sterker nog:
Liechtenstein is per hoofd van de bevolking het meest geïndustrialiseerde land ter wereld.
Er is daar één bedrijf op iedere negen inwoners. 44,9 % van de bevolking werkt in de industrie. Ter vergelijking: 24,8 % van de Zwitsers, 30 % van de Oostenrijkers en 33,5% van de Duitsers is werkzaam in de industrie. Niet gek voor een land zonder grondstoffen.
Veel bedrijven zijn uiteraard naar Liechtenstein gekomen vanwege de fiscale en administratieve voordelen, niet vanwege de kleine binnenlandse afzetmarkt. De industrie is dan ook hoofdzakelijk gericht op de export.
De netto-export per hoofd van de Liechtensteinse bevolking is de hoogste ter wereld.
Het is allemaal schone industrie, je zult in Liechtenstein geen groezelige fabriekscomplexen met rokende schoorstenen tegenkomen. Vooral kleine en middelgrote high-tech bedrijven produceren in het prinsdom. Maar ook boormachinemaker Forst- Hilti (de grootste werkgever in Liechtenstein met zelfs een eigen treinstation), auto-onderdelenmaker Krupp Presta, juwelen en horlogebedrijf Swarovski en wereldmarktleider in kunsttanden Ivoclar Vivadent .
Met zestig miljoen tanden per jaar zorgt dit bedrijf er voor dat
Liechtenstein ‘s werelds grootste producent van kunsttanden is.
Al die bedrijven hebben uiteraard werknemers in dienst. Veel meer zelfs dan het land zelf kan leveren. Per gevolg forenzen dagelijks 13000 Zwitsers (Zwitserse gastarbeiders, dat lijkt bijna een contradictio in terminis), Oostenrijkers en Duitsers het prinsdom in en uit en ontstaan er iedere werkdag flinke files tijdens de spitsuren.
Afgezien van al die werknemers trekken de bedrijven natuurlijk ook aardig wat internationale zakenlui aan. Maar waar elders in de wereld vliegvelden businessclass reizende zakenlui, of privéjets kunnen ontvangen, is
Liechtenstein samen met Vaticaanstad, Andorra en Monaco het enige land ter wereld zonder vliegveld.
Heliport
Er is bij Balzers in het zuiden, wel een heliport, maar dat biedt geen reguliere vluchten. De dichtstbijzijnde luchthaven is Kloten bij Zürich en vandaaruit heeft de zakenman op weg naar Liechtenstein vier keuzes: met een gecharterde helikopter in een klein half uurtje naar Balzers heliport, of per huurauto in anderhalf uur naar Vaduz.
De derde optie, in ruim twee uur met de Zwitserse Postbus, vereist wat meer tijd terwijl keuze vier, afhankelijk van de aansluitingen, ongeveer net zo lang kan duren als met de auto of met de bus: met de trein.
Bahnhof
Neem de RailJet van Zürich naar het Oostenrijkse Innsbruck die weliswaar dwars door Liechtenstein rijdt maar er niet stopt. In Buchs, vlak voor de grens met het prinsdom moet je dus uitstappen en overstappen op het boemeltje van de Oostenrijkse Federale Spoorwegen dat negen keer per dag naar Feldkirch in Oostenrijk rijdt.
Dan gaat het snel: de trein rijdt vanuit Buchs over 9,5 kilometer in tien minuten tijd dwars door Liechtenstein heen en stopt in die tien minuten ook nog eens op drie stations (Schaan-Vaduz, Forst-Hilti, Nendeln , - het laatste station Schaanwald, is onlangs gesloten -).
Niet slecht.
Na Monaco, Laos en Lesotho heeft Liechtenstein de kortste passagierstreinlijn ter wereld.
(Najaar 2009)
4. Ingesneeuwd in oktober
Wij waren op terugreis uit Oost-Europa.
Het leek ons leuk om een tussenstop te maken in Liechtenstein.
Je bedenkt wel eens wat, nietwaar?
Ik reserveerde een kamer in hotel Gorfion in het skioord Malbun. Dat ligt op 1700 meter.
Toen wij in de hoofdstad Vaduz (450 meter hoog) waren was het nog 14 kilometer.
Wij reden over een smalle bergpas met veel haarspeldbochten.
Halverwege lag er sneeuw in de bergen en toen we eindelijk Malbun bereikten lag daar zo’n twintig centimeter.
Helling
Kindertjes
Het was druk in het hotel, dat ondermeer bekend staat om zijn kinderactiviteiten.
Vrijwel allemaal Duitsers.
Veertig centimeter
's Middags en ’s avonds ging het hard sneeuwen en lag er uiteindelijk zo’n halve meter.
De stemming in het hotel zat er echter goed in.
De kindertjes holden door de gangen, maakten buiten sneeuwpoppen en gingen met sleetjes de bergen af.
De gasten wisselden ervaringen uit, want vrijwel niemand had hier op gerekend.
Onder veel auto's zaten nog zomerbanden, zodat het nauwelijks mogelijk was om de berg af te rijden.
12 graden onder nul
De volgende ochtend zou het nog erger worden, want volgens het Gäste-News van het hotel zou het twaalf graden gaan vriezen.
Vervelende situaties
Reden voor de auto-eigenaars om de sneeuw zo snel mogelijk van de auto te verwijderen, want als al die sneeuw op en onder die auto zou bevriezen zou dat tot heel vervelende situaties kunnen leiden.
Solidariteit
Zoals wel vaker bij dit soort kleine rampen, ontstaat er solidariteit onder de mensen.
Men gaf elkaar tips, leende schoppen en bezems uit, hielp elkaar met sneeuw ruimen en hieronder zien we een man met een sneeuwblazer, die op mijn verzoek de sneeuw achter mijn auto verwijdert.
Spekgladde wegen
Twee dagen later probeerden sommige gasten toch met hun auto naar beneden te gaan.
Dat betekende 1250 meter dalen in veertien kilometer. Over een uitermate gladde weg.
Toen ik er een paar had zien weggaan heb ik het ook maar gewaagd.
Eerste versnelling, pompend remmend, tegensturend en met de rechterbanden vlak langs de vangrail door de opgehoopte sneeuw rijden om enige weerstand te vinden.
Ruim een uur
We hebben er precies 65 minuten over gedaan.
Man met hoed
En dan was er nog deze man met hoed.
Hij besloot om maar te gaan lopen
Oktober 2009
5. UNDER THE VERANDAH
6. Een dubbel landlocked country
(Door Rolf Weijburg)
Liechtenstein is een klein onafhankelijk Prinsdom aan de rechteroever van de nog jonge Rijn, ingeklemd tussen Zwitserland en Oostenrijk. Het is in vele opzichten een uniek land en je kunt een hele reeks lijstjes verzinnen waarin het Prinsdom Liechtenstein hoog scoort.
Laten we maar eens kijken wat dat zoal oplevert.
GROOTTE
Om te beginnen de oppervlakte van het land.
Liechtenstein meet maximaal 24,6 kilometer noord-zuid en 12,4 kilometer oost-west en heeft een totale oppervlakte van 160 km2. Leg het over Nederland met het noordelijkste puntje op de Utrechtse Dom, dan heb je ter hoogte van knooppunt Deil het Prinsdom alweer verlaten.
260 Liechtensteins passen er in Nederland.
Liechtenstein is daarmee het op drie na kleinste onafhankelijke land in Europa en het op vijf na kleinste land ter wereld. Alleen Vaticaanstad, Monaco en San Marino zijn in Europa kleiner en op wereldniveau komen daar nog Nauru en Tuvalu bij. De Marshall Islands zijn met 181 km2 net iets groter.
LIGGING
Van alle 25 kleinste landen ter wereld ligt Liechtenstein het meest noordelijk, op 47 graden, 8 minuten noorderbreedte om precies te zijn.
Opmerkelijk is overigens dat op de zes kleine Europese staten en Bahrein (nét) na, alle overige landen uit de lijst van 25 kleinste landen ter wereld tussen de twee keerkringen liggen.
HOOGTE
Na de Pic de Coma Pedrosa in Andorra die 2946 meter hoog is, is de Grauspitz in Liechtenstein, op de grens met Zwitserland ten zuiden van Malbun, met haar 2599 meter het hoogste punt in de 25 kleinste landen ter wereld. Vanaf Malbun (ook een record, Liechtenstein is het enige Alpenland met slechts één skioord: Malbun), kan je met een kabelbaan naar boven, naar de Sareiser Joch op 2000 meter.
Vandaar heb je een prachtig zicht op de Malbunvallei met daarachter de grillige bergketen waar Liechtensteins hoogste punt ligt.
Mits het niet in wolken gehuld is uiteraard.
KUSTLOOS
Het Prinsdom Liechtenstein is een landlocked country. Een land zonder kustlijn. Dat is niet zo bijzonder, alleen in Europa liggen al vijftien van die kustloze staten.
Maar Liechtenstein heeft een stapje voor.
Het prinsdom is, samen met Oezbekistan, het enige land ter wereld dat double landlocked is. Dat wil zeggen: de directe buren van Liechtenstein, Zwitserland en Oostenrijk, zijn ook kustloos en een Liechtensteiner moet dus, net als een Oezbeek, minstens twee internationale grenzen oversteken om ergens een echte zeehaven te bereiken.
GRENZEN
Liechtenstein is overigens het enige land ter wereld waarvan de grenzen worden bewaakt door buitenlanders.
Omdat het Prinsdom in een monetair- en douaneverdrag met Zwitserland leeft, wordt er met de Zwitserse Franc betaald en worden de grenzen bewaakt door Zwitsers.
Schweizerisches Zollamt im Fürstentum Liechtenstein staat er dan ook breeduit op de overkapping van de grenspost Schaanwald als je vanaf het Oostenrijkse Feldkirch het land binnenrijdt. Zwitserse grensbewakers laten er de auto’s het prinsdom binnensijpelen. Dat is eigenlijk wel vreemd, een onafhankelijk land dat zijn grenzen door een ander land laat bewaken.
In Vaticaanstad gebeurt, met de Zwitserse Gardisten aan de poorten, iets dergelijks, maar daar hebben de Zwitsers voor de gelegenheid de Vaticaanse nationaliteit gekregen. Hier aan de Liechtensteinse grens met Oostenrijk staan échte Zwitsers de grens te bewaken. Ik geloof niet dat dat elders voorkomt, in ieder geval niet zo opzichtig.
Vanwege dat zelfde douaneverdrag zijn de grensovergangen met Zwitserland onbewaakt en slechts gemarkeerd met simpele bordjes, soms vergezeld door de Liechtensteinse nationale en vaak ook de prinselijke vlag.
Overal kan je gewoon, zonder controles, het Prinsdom binnenlopen of – rijden.
Bijna alle grensovergangen met Zwitserland liggen op de acht auto- en voetgangersbruggen en de spoorbrug over de Rijn.
Helemaal in het zuiden bij Balzers ligt in het zicht van Kasteel Gutenberg de enige grensovergang met Zwitserland over land.
Hier staat ook nog een oude 18e eeuwse grenssteen.
Stempel
Nergens aan de grens, of het nu met Zwitserland of met Oostenrijk is, krijg je een stempel, maar als je toch wilt kunnen aantonen dat je in Liechtenstein bent geweest, kan je met je paspoort naar het toeristenbureau in Vaduz.
Daar zet iemand dan voor vijf Zwitserse Franc een tweekleurig stempel in je paspoort.
Dat is ook niet echt courant: een land waar je moet betalen voor een entreestempeltje in je paspoort dat je alleen kan krijgen als je al goed en wel het land binnen bent.