1. Grover Cleveland telt voor twee
Joe Biden is de 46ste president van de V.S. Dat kan je overal horen en lezen.
Geen enkele reden dus om daar aan te twijfelen.
Het is echter waar, maar ook onwaar.
Er zijn volgens de definities die daarvoor gelden nu 46 presidenten benoemd, maar het gaat om 45 personen.
Dat zit zo.
Een president in de V.S. mag niet langer zitten dan twee termijnen.
Zoals bijvoorbeeld Barack Obama, Eisenhower, Clinton, George W, Bush, en ook de eerste president: George Washington (1789-1797.
Twee aaneengesloten termijnen; één president.
Er is hierop echter één uitzondering.
Grover Cleveland
Grover Cleveland zat ook twee termijnen, maar die waren niet aaneengesloten.
Van 1885-1889 en van 1893-1897.
Twee termijnen; twee presidenten. (22ste en 24ste)
Zo tellen de Amerikanen dat.
Waarom?
Geen idee en ik heb er ook nooit een bevredigend antwoord op gekregen.
Maar als Trump de volgende keer herkozen wordt, telt hij ook voor twee.
Misschien is dat wel zijn diepste wens.
2. Een paar opmerkelijke presidenten
Donald J. Trump was de 45ste president van de Verenigde Staten. Hij wordt door menigeen in het lijstje van de slechtste presidenten bijgezet. Toch maakt hij een kans om nog een keer gekozen te worden. Zo zit het systeem in de USA nu eenmaal in elkaar.
Maar hij was niet de enige mallooot, die ''de machtigste man van de wereld'' werd.
In zijn boek ‘Alle 42 presidenten’ uit 2.000 haalt publicist en Amerika-deskundige Frans Verhagen een onderzoek aan, dat in 1999 door een aantal Amerikaanse historici op verzoek van het politieke televisienetwerk C-Span werd gehouden.
Ik zal er een paar extremen -positief en negatief- uitlichten.
Presidenten van Amerika 1: James Buchanan
Beste president was volgens deze historici Abraham Lincoln; de slechtste was zijn voorganger James Buchanan, die van 1857 tot 1861 in het zadel zat.
Een naïeve, plooibare man.
Een incompetente aarzelaar, die volgens deze historici jammerlijk faalde en een erbarmelijke erfenis naliet.
Presidenten van Amerika 2: Teddy Roosevelt
Theodore of Teddy Roosevelt was president van de Verenigde Staten van 1901 tot 1909.
Hij zat vol energie.Was vastberaden en durfde beslissingen te nemen.
Van hem is de uitspraak:
‘Ik heb geen idee wat de Amerikaanse mensen denken. Ik weet alleen maar wat ze zouden moeten denken‘.
Hij riep bijzondere gebieden uit tot vogelreservaten, verklaarde miljoenen hectaren bos tot beschermd gebied en richtte zestien nationale monumenten op.
Volgens sommige bronnen ging hij eens mee op de jacht.
Hij kreeg een klein beertje voor de loop van zijn geweer en had zo’n medelijden met het beestje, dat hij niet schoot maar zijn geweer neergooide.
En dat zou de verklaring zijn voor het woord teddybeer.
Presidenten van Amerika 3: William Taft
Eén van de meest onbekende presidenten van Amerika was William Taft, die van 1909 tot 1913 regeerde.
Hij leefde in de schaduw van zijn illustere voorganger Theodore Roosevelt en gaf dat ook zelf toe.
'Als ik iemand Mr. President hoor zeggen dan kijk ik om me heen en dan denk ik: over wie hebben ze het eigenlijk?'
En jaren later, toen hij al bijna vergeten was zei hij in een interview:
‘ Zelfs ikzelf kan me nauwelijks herinneren, dat ik eens president van de Verenigde Staten was‘.
Presidenten van Amerika 4: William Harrison
De meest onbekende president van de Verenigde Staten is waarschijnlijk William Harrison. Hij was een gepensioneerd generaal, die in 1840 namens de Whigs naar voren werd geschoven, omdat de toenmalige eerste man van die Partij -Henry Clay- te controversieel werd geacht.
Sinds die tijd gaat het in de geschiedenisboeken altijd meer om Clay dan om Harrison.
Het meest opmerkelijke politieke wapenfeit van Harrison is zijn inaugurale rede, die hij uiteraard niet zelf geschreven had. Tijdens het uitspreken van deze rede begin maart 1841 vatte hij kou.. Hij herstelde daar niet van en overleed exact een maand later. De regeringsperiode van slechts één maand is de kortste van allemaal.
Presidenten van Amerika 5: William McKinley
William McKinley was president van 1897 tot 1901.
Hij was een populair man.
Op 6 december 1901 bezocht hij in Buffalo de Pan-American exposition.
Hij werd daar neergeschoten door Leon Czolgosz.
En overleed acht maanden later aan zijn verwondingen.
Presidenten van Amerika 6: Franklin D. Roosevelt
De Amerikaanse president, die het langst geregeerd heeft is Franklin D.Roosevelt.
Hij is de enige president die langer dan 8 jaar in het zadel zat: namelijk van 1933 tot 12 april 1945. Dit in verband met de Tweede Wereldorlog. Hij was een voormalig polio-patiënt en overleed aan een hersenbloeding.
Volgens prof. Alfons Lammers, die een biografie over hem schreef was Roosevelt een fascinerende man, die bijna een halve eeuw lang grote invloed uitoefende op de westerse wereld.
Een politieke vlinder. Iemand die alles belichaamt wat de Amerikaanse politiek zo boeiend maakt: slimheid, hardheid, gevoeligheid, snelheid.
Roosevelt was meer dan een president.
Hij was -aldus Lammers- de koning van Amerika.
Presidenten van Amerika 7: Warren Harding
Bill Clinton was volgens Frans Verhagen een briljant politicus. Maar alleen als hij zich inspande en vooral als hij onder druk stond. Hij was ook ongedisciplineerd en slordig en wilde graag door iedereen aardig gevonden worden.
Volgens mij zal hij toch vooral bekend worden door zijn seksuele escapades.
Dit in tegenstelling tot John F. Kennedy, die het niet met stagiaires deed maar met Marilyn Monroe..
Nee; Clinton zal in het rijtje komen van ondermeer Warren Harding, die president was van 1921 tot 1923.
Een man die volgens Amerikaanse historici volkomen ongeschikt voor het ambt was en er ter compensatie daarvan diverse maîtresses op na hield.
Met één van hen bedreef hij regelmatig de liefde in een gangkast.
Presidenten van Amerika 8: Martin van Buren
De president met de meest Nederlandse naam.
Hij was de achtste president, maar in feite de eerste Amerikaanse staatsburger die dat werd, omdat hij werd geboren na de onafhankelijkheidsverklaring van 1776.
Zijn Hollandse voorvader Cornelius emigreerde in 1631 naar de V.S.
Van Buren was getrouwd met zijn jeugdliefde Hanna Hoes.
Ze hadden vier kinderen.
Thuis werd nog altijd Nederlands gesproken. Als Van Buren zich opwond -en dat deed hij vaak- sprak hij Engels met een dik Hollands accent.
Hij was een zeer getalenteerd politicus, maar kon dat tijdens zijn presidentschap (1837-1841) niet waarmaken. Het land verkeerde in een ernstige economische crisis en Van Buren had daar geen antwoord op.
Hij was een ijdele kleine gedrongen man.
''Little Van'' werd hij ook wel genoemd.
3. De presidenten van DeeJay Bob Dylan
Je neemt een thema, zoekt daar muziek bij en praat het aan elkaar. Een bekende en vaak gebruikte formule voor een radioprogramma. Praatje-plaatje. Simpeler kan het eigenlijk niet. Moeilijker trouwens ook niet, want alles hangt af van de persoon, die zo'n programma presenteert. Zijn/haar muziekkeus, zijn/haar kennis van muziek, zijn/haar welsprekendheid, zijn/haar persoonlijkheid.
Daarom was een dergelijk programma van 2006 tot 2009 wereldwijd bekend, zeer populair en druk beluisterd. Het programma heette Theme Time Radio Hour, werd uitgezonden door de Amerikaanse betaalzender XM-Satellite Radio en werd gepresenteerd door Bob Dylan. Vandaar.
Ik werd destijds op dit programma geattendeerd omdat Bob Dylan in zijn vierde episode, zoals de afleveringen genoemd werden, muziek liet horen die gerelateerd was aan baseball, Amerikaans honkbal. Niet alleen muziek trouwens, maar ook beroemde radiofragmenten, commentaren en stukjes uit conferences.
Het was mei 2006. Ik probeerde het programma te downloaden, maar dat lukte niet omdat het goed beveiligd was. Toen heb ik voor 12.95 $ per maand een abonnement op X.M. Radio genomen. Bob Dylan maakte in totaal 102 episodes vol. Hij deed dat meeslepend. Ik heb ze allemaal gehoord.
Aflevering 68 gaat over presidenten van Amerika. De episode duurt bijna twee uur. Dat is langer dan in het begin toen het altijd ongeveer een uur duurde. Niet precies en dat is eigenlijk ook wel leuk.
De muziek werd natuurlijk deels voor hem uitgezocht en teksten werden aangereikt. Maar Dylan improviseert ook en vaak. Soms gaat hij de tekst a capella zingen of hij gooit er een nummer tussen door, dat niets met het thema te maken heeft. Dat kan en mag natuurlijk niet door producers bedacht worden. Zijn simpele excuus is dan dat het gewoon een lekker nummer is.
Ga HIER naar toe voor het programma over de presidenten. .
Dan kunt u onder andere ook nog de geïnterviewde stemmen van Jackie Kennedy en Frank Sinatra horen. Soms zijn er inbellers en af en toe wordt een ingekomen mail voorgelezen. Allemaal heel gemoedelijk en ontspannend.
De muzieklijst ziet er als volgt uit:
Singers and Songs
- Charlie Poole: White House Blues
- Johnny Taylor: Hello Sundown
- Ruth Brown: Hello Little Boy
- They Might Be Giants: James K Polk
- Tony Joe White: Polk Salad Annie
- Kelly Harrell: Charles Giteau
- Percy Mayfield: I Don’t Want to Be President
- Wynonie Harris: I Feel That Old Age Coming On
- Pete Seeger: Lincoln and Liberty
- JB Lenoir: Livin’ In The White House
- Nina Simone: Don’t Smoke In Bed
- Attila: Roosevelt In Trinidad
- The Soul Stirrers: Why I Like Roosevelt
- Tommy Edwards: It’s All In The Game
- Joe Liggins and The Honeydrippers: Walkin’
- Jackie DeShannon: When You Walk In The Room
- Frank Sinatra: High Hopes
- Clover: Moon
- Country Joe and The Fish: Superbird
- James Brown: Funky President
- Billie Holiday: Gloomy Sunday
- Phil Ochs: That Was The President
- Buddy and Ella Johnson: Go Upside Your Head
- Little Walter: Dead Presidents
- Roy C and The Honeydrippers: Impeach The President
- Hank Penny: Politics
- Rod and The MSR Singers: Richard Nixon
- Gene Marshall: Jimmy Carter Says Yes
- Randy Newman: Have Pity On The Working Man
Voorjaar 2005
4. This is New York; You know!
In New York zijn vijftien vestigingen van de vermaarde boekhandel Barnes & Noble.
Eén van de mooiste is ongetwijfeld het statige gebouw op Manhattan aan Union Square bij 17th street.
(Onderste foto)
Mooi ingericht en een ongehoord grote keus.
Als je bijvoorbeeld iets over honkbal zoekt, staat er in diverse lagen een meter of vijftien aan gespecialiseerde boeken.
Er zijn op alle etages leren fauteuils, waarin je je rustig met een boek kunt terugtrekken.
RUSTIG & INGETOGEN
Als je al vooroordelen hebt over de Amerikaanse samenleving (oppervlakkig, ongeïnteresseerd, a-cultureel etc.) dan moeten die hier behoorlijk genuanceerd worden.
De bezoekers zijn goed gekleed; niemand heeft -in tegenstelling tot ‘het platteland‘- obesitas; men is rustig en ingetogen en laat zich informeren door deskundig personeel.
CASSETTES
Er is ook een grote etage met muziek.
Ik koop de C.D. 'Live' van Alison Krauss & Union Station
En dan vraag ik aan de verkoopster of ze dit misschien ook op cassette hebben.
Zij kijkt mij onthutst aan en zegt: ’Een cassette?’
‘Ja’, zeg ik en voel mij genoodzaakt om uit te leggen dat zich in mijn auto in Europa nog altijd een cassetterecorder bevindt.
‘Een cassetterecorder’, zegt ze verbijsterd. ‘In een auto?‘.
‘Ja’, zeg ik maar.
‘Ik zal het even vragen’, zegt ze.
Ze loopt naar een collega en legt het haar ingehouden proestend uit.
De dames kijken mijn richting op, wisselen blikken en zeggen ongetwijfeld tegen elkaar, dat er (2005!) in Europa kennelijk nog boerenkinkels wonen, die cassettebandjes draaien.
Ze komt terug en zegt:
’Het spijt me, maar die hebben wij niet meer.
This is New York you know’.
Theme Time Radio Hour met Bob Dylan: Thema New York
5. Logo’s over de hele wereld
We zien Mark Rutte..
Maar waarom draagt hij een honkbalpetje met het logo van de New York Yankees?
Volgens mij weet hij niets van honkbal. Beseft hij wel wat dat logo betekent?
New York Yankees is de bekendste sportclub in de wereld. Een club, die sport overstijgt.
Op alle continenten dragen mensen petjes, T-shirts en andere parafernalia van die club. Vrouwen, mannen en kinderen; zelfs huisdieren. Ze worden gedragen door mensen die vaak niets van honkbal weten, maar meestal wel beseffen dat het een iconische betekenis heeft..
Waarom?
Het antwoord luidt: De New York Yankees worden omgeven door mystiek en aantrekkingskracht.
Veruit de meest succesvolle sportclub in de wereld.
Ik ben drie keer in New York geweest en heb daar in The Bronx een aantal wedstrijden gezien. En dan ben je voor je leven fan.
Die sfeer, die entourage, maar ook het sportieve gehalte, de magie van spelers, die het hoogste in hun sport bereikt hebben. Die schier onaantastbare en onoverwinnelijke uitstraling maken een wedstrijd in Yankee Stadium tot een onvergetelijke gebeurtenis.
Ik heb voor u een zeer kleine selectie gemaakt van mensen in Yankees sferen.
We beginnen met mijn medewerker Hugo Kijne (''Het staat ook symbool voor New York, de hoofdstad van de wereld") en herkennen tussen wat minder bekende mensen ondermeer Kim Kardashian, Beyoncé en Hillary en Bill Clinton.
En dan is er nog mijn kleinzoon Tijn (18).
6. Yup, I’m telling you
- (Door Iris Driessen, docent Nederlands VO)
- We reden. Kilometers aan één stuk. Door de staat Virginia. Langs de weg stond een grote auto onder een soort marktkraampje. Op het dak een bord met daarop in koeienletters ‘GUNS’. Voor de auto een reclamebord met ‘Sale, new ammo prices’.
Op de veranda zit John, een vriendelijk ogende man van een jaar of zeventig. Hij maakt een dubbelloops geweer met een vizier schoon. Ik begroet hem. Hij zegt: ’Hi there! We make America great again!’ Ik steek mijn duim op. Ik denk dat dat het goede antwoord is, want hij zet het geweer naast zich neer.
We kletsen wat. Over het weer. ‘Het is in geen tijden zo nat geweest in deze streek. Ze zeggen wel van alles over dat de mens schuldig is aan de klimaatverandering, maar dat is niet zo. Denk je nou echt dat wij zoveel veranderingen kunnen veroorzaken? De aarde bestaat al zolang en heeft al vele veranderingen ondergaan zónder de mens. Yup, I’m telling you!’ ‘Ja, ik verkoop geweren en pistolen. Iedereen denkt dat het hier het Wilde Westen is, maar dat is niet zo. Je wordt gecontroleerd door de FBI en door a bunch of psychologists. Yup, I’m telling you!’
‘Amsterdam; is dat nou het lánd Amsterdam of is het een stad? Ik ben nog nooit Amerika uit geweest. Ik heb niet eens een paspoort. Yup, I’m telling you!’ ‘Dit hondje heet Hobo. Ik heb haar gered van een brand. Ze is mijn cupcake. Ik heb drie dochters.
En jij, als vrouw, jij begrijpt dit. Maar ik zei tegen ze: ’Je mag trouwen met wie je wil, maar hij moet wel van dieren houden. Dan weet je dat hij deugt. Ik houd van dieren. Yup, I’m telling you!’ ‘
Oh, jouw kat is groter dan Hobo? Haha, ik heb er ook één van 22 pond. Die rolt zo van de bank af. Yup, I’m telling you!’ ‘Ja, maak maar een foto van mij en Hobo. Zorg ervoor dat mijn gun er goed op staat. Ik ga wel een beetje schuin staan.’ ‘Safe travels!’
7. Dont’t bogart that joint my friend
Ik ben zeven keer in de USA geweest. Vooral in grote steden. New York, Miami, Chicago, Detroit, San Francisco en Los Angeles. Het beviel me wel. Sterker; ik voelde me er direct thuis. Bijna het gevoel van: Hier hoor ik.
Dat veranderde vrijwel onmiddellijk als ik het platteland opging. Het landschap was vaak mooi en indrukwekkend, maar sociaal en maatschappelijk vond ik het een ramp. Mijn god wat zijn die tegenstellingen stad-platteland groot en wat een vreselijk mensensoort -nou nee niet veralgemeniseren- woont er nogal eens in die dorpen en stadjes. En dat zijn dus vooral Trump aanhangers.
Het zegt natuurlijk wel iets -ook over mezelf- als je bij die bezoeken altijd het eind van Easy Rider voor je ziet. De cultfilm uit 1969 van twee hippies die het platteland bereizen met motoren met hoge sturen (choppers) en een vlag van Amerika geschilderd op de tank. Die rollen worden vertolkt door Peter Fonda en Dennis Hopper. Ze hebben lange haren en zijn opzichtig gekleed.
Zij nemen onderweg een lifter mee. Jack Nicholson. Een advocaat met een alcoholprobleem.
Soundtrack
De film heeft een soundtrack met alleen popmuziek. The Byrds, The Band, Steppenwolf, Jimi Hendrix, Fraternity of Man om maar wat te noemen.
Het trio wordt onderweg aangegaapt, uitgejouwd, vervloekt en in elkaar geramd. Hier en daar ook heimelijk bewonderd.
Maar dan komt die slotscene. De advocaat is dan al vermoord.
Er verschijnen twee eendenjagers in een pickup, die hen de stuipen op het lijf proberen te jagen.
Als Dennis Hopper zijn fuckfinger omhoog steekt volgt het verschrikkelijke einde.
Zie HIER
En HIER de trailer.
Dont’t Bogart that joint my friend; Fraternity of Man
Born to be wild; Steppenwolf
It's all over now, Baby Blue, The Byrds
On the road again; Canned Heat
The Weight: The Band
Wat drinken we erbij?
American Bourbon whiskey. Uit een heupflesje direct aan de mond gezet.
8. Hidden Valley Ranch; een privé gevangenis
En dat laatste willen ze in geen geval. Ze gaan dan meestal naar de St. Quentin gevangenis bij San Francisco. En het kan wel dat Johnny Cash daar zijn fameuze lied live heeft opgenomen, maar de regel ‘St, Quentin I hate every inch of you’ gaat voor deze gevangenen echt op. In de Hidden Valley hebben ze een eigen cel en redelijke bewegingsvrijheid; in St. Quentin zitten ze met zes op cel, hebben ze weinig bewegingsvrijheid en er is hiërarchie, corruptie, uitbuiting, seksuele intimidatie en seksueel misbruik.
Dat horen we van alle gevangenen die we spreken. Alles, echt alles liever dan terug te moeten keren naar St. Quentin of -als ze bijvoorbeeld HIV besmet zijn- naar de California Medical Facility in Vacaville, waar plaats is voor 4.730 inmates, maar waar er op dat moment 8.035 zitten.
Het verhaal van Frank
Bij de counseling is het druk. Lida is een aantrekkelijke vrouw en dat heeft zich snel rondgepraat. Zo’n 60 gevangenen zitten in een cirkel rond een tafel waar mister Keohane -''Het is hier nog nooit zo druk geweest'-' heeft plaatsgenomen. Wij moeten er gewoon tussen zitten en dan wordt Frank naar voren geroepen. Een man van een jaar of vijftig, die zijn hele leven al crimineel is. Alles bij elkaar heeft hij ruim twintig jaar gevangen gezeten.
Frank moet zijn verhaal vertellen, Hoe het allemaal zo gekomen is en wat hij eraan denkt te doen om een 'normaal' burger te worden. Frank kan dat goed. Hij heeft ’t kennelijk al vaker gedaan. Hij schetst een ontroerend beeld van zijn jeugd, compleet met een dronken vader, die er op los ramde, een moeder die de hoer speelde, een jeugd van miskenning, misbruik, armoede en ellende. Iedere keer probeerde Frank er bovenop te komen, maar altijd gebeurde er weer wat, zodat hij terugviel.
Het is een clichéverhaal, dat aanslaat vanwege de manier waarop hij het vertelt. Gedragen met beheerste pathos, stemverheffing hier en daar en soms bijna een traan.
Als hij klaar is moeten inmates hun indruk geven. Eerst de negatieve indrukken, dan de positieve. Lida en ik moeten ook meedoen. Dat vinden de gevangenen prachtig. Als ik zeg dat hij een geboren loser lijkt, volgt er een beleefd applaus, maar als Lida ferm te kennen geeft dat zij hem ’een push’ wil geven -onderstreept met een vuist naar boven- , volgt hard instemmend gebrul.
Na afloop als we weer terugrijden naar San Francisco bespreken we natuurlijk ons bezoek. Nederland is ver weg.
Bovendien is de situatie in de V.S. totaal niet te vergelijken met Nederland.
9. De bochtigste straat ter wereld
In 1988 was ik met mijn VPRO-collega Lida Iburg in San Francisco. Wij maakten een radioprogramma over het Amerikaanse gevangeniswezen en hadden ondermeer de grote San Quentin-gevangenis en de Hidden Valley Ranch, een privé gevangenis, bezocht.
We deden dat, omdat er in Nederland plannen voor privé gevangenissen waren gelanceerd.
Vrije tijd
We hadden nog wat dagen over en beproefden een paar toeristische attracties. In een huurauto reden we door de stad en ik vond het wel leuk om de Lombard Street te nemen. Een straat die zich verkocht als ‘’the most crookedest street in the world’.
Ter plaatse viel het allemaal erg tegen. Het bochtige stukje is niet langer dan één huizenblok en telt acht haarspeldbochten.
Er is éénrichtingsverkeer: omlaag. Je bent in een vloek en een zucht beneden en alles wat je tegen komt zijn fotograferende toeristen, waaronder erg veel Jappen. Het bekende kabeltrammetje stopt namelijk boven en dan kunnen de mensen via trappen aan de zijkanten naar beneden.
Ooit werd voorgesteld om de straat autovrij te maken en de toeristen er in minibusjes doorheen te loodsen. Maar dat plan ketste af, omdat veel mensen het –net als ik- denken leuk te vinden om zelf in een auto naar beneden te rijden.
En van die plannen voor privé gevangenissen in Nederland kwam ook niets terecht.
Voorjaar 2004
10. Een gemiste wedstrijd
In theorie klopte het. Vlucht MP 645 van Martin Air zou om kwart voor drie landen op Miami International Airport in Florida. Om kwart over vier zou in het Dolphin Stadium de honkbalwedstrijd in de National League tussen de Florida Marlins en de Chicago Cubs beginnen.
Ik zou een taxi nemen naar het stadion en na afloop slapen in het Catalina hotel aan Collins Avenue. In mijn binnenzak zat een perskaart voor die wedstrijd. Recht achter de thuisplaat zou ik zitten. De volgende ochtend om negen uur zou ik doorvliegen naar Bolivia. Zware bagage kon in de kluis op het vliegveld.
Mooier kon het allemaal niet.
Vlucht 645 arriveerde op tijd. Het vliegtuig werd snel ontruimd. Dat ging dus voorspoedig. Tot ik arriveerde in de aankomsthal. Bij de douane stonden duizenden mensen in achttien rijen van minstens vijftig meter lang te duwen en te trekken. Een volstrekte chaos.
DOUANEVERKLARING
Miami is dé doorvoerhaven voor passagiers die naar Midden- en Zuid-Amerika gaan.
Zij mogen niet in transit blijven, maar moeten sinds 11 september 2001 allen door de douane. Met een douaneverklaring, die je zeer exact moet invullen.
Als je een correctie maakt, iets vergeet of iets verkeerd invult, is het mis.
Vul bijvoorbeeld niet Holland in, want je krijgt gegarandeerd problemen.
TOT DIEP IN DE ANUS
Een paar Colombianen, die voor mij in de rij stonden waren na ruim drie uur wachten aan de beurt. Ze hadden een ander formulier in het Spaans ingevuld, maar dat was niet naar wens van de mevrouw achter het loket. Zij reageerde grof en onbeschoft en stuurde de mensen terug. Zij wees naar achteren en zei: “Ga maar terug. Daar achter zijn mensen, die je helpen om het formulier in het Engels in te vullen’.
Zo mogelijk nog onbeschofter waren de mannen & vrouwen, die de bagage controleerden. Een ieder, die er een beetje Arabisch uitzag werd er uitgehaald en gecontroleerd. De spullen werden uit de tassen gehaald, op een hoop gegooid en niet terug gestopt. De mensen werden ook uitvoerig gefouilleerd. Sommigen verdwenen in hokjes, waar ze -werd mij verzekerd- tot diep in hun anus werden gecontroleerd.
Waarop?
Tja.
Narcotica mag je niet binnen brengen. Chemicaliën ook niet. Medicijnen alleen met een doktersverklaring,.
Verder is het verboden om bij je te hebben: fruit, groenten, planten, plantaardige producten, aarde, vlees, vleesproducten. Ook geen vogels, slakken en andere levende en/of wilde dieren.
ONGEACHT HET BEDRAG.
Om nog even te onderstrepen, dat je hier een echt kapitalistisch land binnengaat, leer je dat het vervoer van valuta of waardepapieren -ongeacht de waarde- natuurlijk wel is toegestaan.
In mijn bagage zat een pakje stroopwafels, waarvan de stroop steeds stroperiger werd. Die had ik bij me voor de mevrouw bij wie ik in Bolivia op bezoek zou gaan. Twintig meter voor het loket, heb ik dat spul maar in een vuilnisbak gekieperd.
En de wedstrijd… ach de wedstrijd was in de negende en laatste inning toen ik op mijn hotelkamer arriveerde.
Gelukkig verloor het team uit Miami dik.
11. Het oud-Hollands van Jim Kaat
In 2005 woonden Hugo Kijne en ik een aantal wedstrijden bij van de New York Yankees. Wij hadden perskaarten en zaten tussen bekende honkbalverslaggevers. Wij raakten in gesprek met Jim Kaat, een vermaard oud-honkballer (werper), die vorig jaar werd voorgedragen om te worden geïntroduceerd in de Baseball Hall of Fame. (24 juli a.s.)
Mister Kaat had gehoord dat wij Nederlands spraken en richtte enigszins plechtig het woord tot ons in een soort archaïsch oud-Nederlands. Hij zou dat in twee volgende wedstrijden opnieuw uitvoerig doen. Jim Kaat kwam namelijk uit het plaatsje Zeeland in Michigan USA. Hij had dat Nederlands geleerd van zijn oma.
Het plaatsje Zeeland werd in 1847 gesticht door een groep van 457 Zeeuwen, die in drie schepen naar de V.S, gingen onder leiding van de herenboer Jannes van den Luyster uit Borssele. Het waren streng religieuze mensen, die bekend stonden als de afgescheidenen, die de Staatskerk wilden ontvluchten.
Het stadje heeft tegenwoordig 5.500 inwoners. Een aantal van hen spreekt nog steeds dat oud-Hollands met elkaar. Ze hebben -met een paar aanpassingen- de Zeeuwse vlag overgenomen.
Over Jim Kaat en de Hall of Fame schreef Hugo Kijne eerder dit stukje.
Jim Kaat, Hall of Famer
(Door Hugo Kijne te Hoboken USA)
Bij alle misère die s’ochtends de huiskamer binnenkomt zit soms ook wat goed nieuws, zoals vandaag, toen bekend werd dat Jim Kaat door de ‘Golden Days Era Committee’ is voorgedragen als lid van de Baseball Hall of Fame en in 2022 zal worden geïntroduceerd. Kaat, bijgenaamd ‘Kitty’, was een pitcher die in vier decennia op het hoogste niveau honkbal speelde, op zich al een bijna unieke prestatie, en toen hij stopte met spelen had hij er 25 seizoenen opzitten, een aantal dat sindsdien alleen overtroffen is door Nolan Ryan, die 27 seizoenen met zijn fastball major league slagmensen domineerde.
In tegenstelling tot Ryan beschouwde Kaat zichzelf niet als een ‘ace’ maar meer als een ‘journeyman’, hoewel de statistieken van zijn carrière er zijn mogen. Hij won 283 wedstrijden en verloor er 237, met een 3,45 ‘earned run’ gemiddelde. Kaat gooide 180 complete wedstrijden, wat in zijn tijd vrij normaal was maar nu nog maar zelden voorkomt. Daarnaast was hij befaamd om zijn veldspel, waarmee hij in het totaal 16 keer een ‘golden glove’ won, de trofee voor de speler die in één seizoen op zijn positie de beste veldspeler was.
Kaat was drie keer een ‘All Star’ en won met zijn team één keer de ‘World Series’, in 1982. In tegenstelling tot Ryan had Kaat, een linkshandige werper, niet één pitch waarmee hij slagmensen uit probeerde te krijgen, maar putte hij uit een breed repertoire. Toen op het einde van zijn carrière zijn fastball en curveball minder effectief werden leerde Kaat de ‘knuckleball’ gooien, een langzame pitch waarvan noch de pitcher, noch de catcher weet waar de bal precies terecht gaat komen, en de slagman al helemaal niet.
Jim Kaat speelde het grootste deel van zijn carrière voor de Minnesota Twins, waar hij onder andere de mentor was van de enige in Nederland geboren Hall of Famer, Bert Blijleven. Na zijn actieve loopbaan werd hij televisie commentator van honkbalwedstrijden, eerst van de Twins en daarna van de New York Yankees als opvolger van Tony Kubek, de korte stop van de grote Yankee teams van 1957 tot 1965 en één van de beste honkbal analisten die ik ooit heb gehoord, voor wie Kaat overigens niet onderdeed. Na kort gepensioneerd te zijn geweest als commentator, wat hem blijkbaar niet beviel, keerde hij in 2007 terug als analist bij het Major League Baseball netwerk, waar hij nog steeds incidenteel commentaar levert.
18e eeuws Nederlands
Tijdens Kaats jaren bij de Yankees mochten Ronald van den Boogaard en ik een aantal wedstrijden bijwonen in de pers-sectie van Yankee Stadium, voor een VPRO radioprogramma waar Ronald aan werkte, en daar leerden we Kaat kennen. Het bleek dat hij prachtig achttiende eeuws Nederlands sprak dat hij van zijn grootmoeder in Zeeland, Michigan, had geleerd. Omdat hij het wel leuk vond om de taal van zijn voorouders te spreken met twee van die Hollandse honkbalfanaten hadden we een paar leuke gesprekken. Wat me daarvan het meest is bijgebleven is dat Kaat tijdens het praten enorme handen vol popcorn in zijn mond gooide en die nooit miste, zoals een groot pitcher betaamt. Die popcorn bleef dan in zijn open mond rondvliegen zoals in een popcornmachine in een Amerikaanse bioscoop.
Hoeveel bewondering ik ook heb voor Jim Kaat als honkballer en commentator, ik bewonder hem bijna nog meer als golfer. Kaat kan zowel links- als rechtshandig spelen, linkshandig heeft hij een handicap van 3 slagen en rechtshandig een handicap van 5 slagen, wat waarschijnlijk geen enkele golfer ter wereld hem nadoet. Soms gaat hij de golfbaan op met een caddie die twee tassen draagt, één met clubs voor een linkshandige speler en één met clubs voor een rechtshandige speler, en dan speelt hij tegen zichzelf. Het doet denken aan een gedicht van Godfried Bomans dat eindigt met ‘Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen’.
12. The Shot Heard round the World
(of: Het begin van de Koude Oorlog)
De beroemdste homerun in de bewogen geschiedenis van het Amerikaanse honkbal werd op 3 oktober 1951 geslagen.
Het beroemdste radioverslag in de bewogen geschiedenis van het Amerikaanse honkbal werd op 3 oktober 1951 gegeven.
De hitter was Bobby Thomson ; de radioverslaggever Russ Hodges.
Plaats van handeling The Polo Grounds in The Bronx New York.
De tijd: 15.58 P.M.
The Pennant
Het was de derde en beslissende wedstrijd tussen de New York Giants en de Brooklyn Dodgers in het kampioenschap van de National League. (De zogeheten PENNANT).
Het was de negende en laatste inning met de Giants aan slag.
De Dodgers stonden met 4-2 voor, maar de Giants hadden het tweede en derde honk bezet..
Er was één uit.
Voor de Giants komt Bobby Thomson aan slag. De coach van de Dodgers besluit een nieuwe werper op de plaat te zetten: Ralph Branca.
Een gewaagd besluit want Thomson had in de reguliere competitie al vier homeruns op Branca geslagen en had dat in de eerste wedstrijd van de best of three nog eens gedaan.
Thomson laat de eerste prachtige slagbal gaan, maar slaat de tweede bal net over het hek voor de beslissende zogeheten walk-off homerun: 5-4 voor de Giants..
Luister naar het prachtige commentaar (1'.33"), dat later onder televisiebeelden is gezet en probeer te verstaan wat de opgewonden Hodges er allemaal uitgooit.
Letterlijk zegt hij:
There’s a long drive…it’s gonna be, I believe…………..
THE GIANTS WIN THE PENNANT!
THE GIANTS WIN THE PENNANT!
THE GIANTS WIN THE PENNANT!
THE GIANTS WIN THE PENNANT!
Bobby Thomson hits into the lower deck of the left-field stands!
The Giants win the pennant and they’re goin’ crazy!
HEEEY_OH!!!!!!!!!!
I DON”T BELIEVE IT!
I DON”T BELIEVE IT!
I DO NOT BELIEVE IT!
Bobby Thomson …. hit a line drive… into the lower deck …….of the left-field stands….and this blame place is goin’ crazy!
THE GIANTS!
Horace Stoneham has got a winner!
The Giants won it…. by a score of 5 to 4... And they’re picking’ Bobby Thomson up….. and carrying’ him of the field!
The shot heard ‘round the world!
De homerun en het verslag werden later bekend als ’the shot heard ‘round the world’. New York lag stil die middag. Vrijwel iedereen in die stad luisterde naar de radio; een enkeling keek naar de televisie.
In Europa luisterden Amerikaanse militairen naar de radio.
In Korea was het oorlog en luisterden de militairen ook.
Vandaar dat wereldwijde shot.
Russ Hodges was radioverslaggever voor de New York Giants (het team van Bobby Thomson) en zijn verslag werd uitgezonden op een klein station: WMCA-AM radio.
Dit radiostation maakte geen opnames van dit verslag.
Dat het toch bewaard is gebleven, danken wij aan een zekere Lawrence Goldberg, die in zijn auto naar het verslag luisterde en zijn moeder vroeg om het laatste deel van de wedstrijd op te nemen.
Dat gebeurde op een heel simpel recordertje (‘1951 nietwaar!’), wat tevens verklaart dat de kwaliteit van het bewaard gebleven verslag zo matig is.
De bal is nooit terug gevonden.
En dat is jammer. Niet alleen, omdat de bal een waarde van zo’n 1 miljoen US$ zou hebben maar ook omdat deze bal thuishoort in de Hall of Fame in Cooperstown New York.
HET HONKBALMOMENT is later in allerlei films, series en boeken opgedoken. Onder andere in The Godfather, waar Sonny Corleone naar het commentaar van Russ Hodges luistert en vlak voor de homerun wordt doodgeschoten. Ook in de serie MASH, die zich afspeelt in Korea komt het voor als majoor Charles Winchestor wordt aangespoord om hoge bedragen in te zetten in de weddenschap welk team de wedstrijd zal winnen.
UNDERWORLD
Het meest beroemd is het fragment echter door de schrijver Don DeLillo geworden. Zijn roman Underworld begint ermee. DeLillo schrijft ook dat de Russen op diezelfde dag in oktober hun eerste ondergrondse atoombom tot ontploffing brachten.
Het waren zoals hij in een interview met Time Magazine opmerkte:
Two shots ’round the world.
In feite begon volgens hem op die dag de Koude Oorlog!
DeLillo geeft er overigens een geheel eigen interpretatie aan. De bal wordt in zijn boek wel degelijk gevonden. De jonge Cotter Martin is in het stadion in The Bronx New York, waar de wedstrijd gespeeld werd. Hij maakt kennis met een andere fan; de bal komt op hen af en Cotter kaapt de bal voor de neus van zijn nieuwe vriend weg. Deze bal verandert in het boek een aantal malen van eigenaar, waardoor Underworld een rijk geschakeerd beeld geeft van de Verenige Staten in die tijd.