Najaar 2001
1. VERLOREN STAD OP VERGETEN EILAND
Het is begin september en het toeristenseizoen is voorbij.
Visby op het Zweedse Oostzee-eiland Gotland is een verloren stad op een vergeten eiland.
Verpletterend stil is het.
Buiten de stad is alles dicht. Binnen de prachtige kalkstenen wal moet je goed zoeken om iets te kunnen eten of drinken.
Het zijn klimmende klinkerstraatjes, die al eeuwen lang hetzelfde zijn.
In Visby is alles bij het oude gebleven.
Verloedering is overal aanwezig.
Tal van grafheuvels, vergane forten.
Ruïnes van kerken en kloosters.
In de stad en op de rest van het eiland.
Gouden Hanzetijd
Ik ben hier met Stan van Houcke om een programma te maken over de Gouden Hanzetijd die deze stad meemaakte tussen globaal 1150 en 1400.
In die tijd was Visby schatrijk. Duitse koopmanshuizen en pakhuizen, kerken en kathedralen, torens en poorten; een prachtige burcht die machtig en statig uit zee verrijst.
‘De vrouwen sponnen er met goud, de varkens aten uit zilveren troggen’.
Zo werd het beschreven.
Wij lopen langs de goedbewaarde muur, die tot Werelderfgoed is uitgeroepen. Drie en een halve kilometer lang met 44 torens en poorten. Soms reikt de muur tot twaalf meter hoog.
Twee eeuwen deden ze erover om het bouwwerk te voltooien. De muur werd niet -zoals je natuurlijk direct denkt- gebouwd ter bescherming van aanvallen vanuit zee, maar tegen de eigen bevolking die buiten de stad woonde.
De handelslieden wilden hun rijkdom niet delen met de landarbeiders en de plattelandsbevolking. Die werden buiten de wallen gelaten.
Vikingschip
Al in het stenen tijdperk vestigden zich hier mensen.
Ze kwamen met vlotten vanaf het vasteland.
Vooral uit het huidige Zweden.
Midden op het eiland (100 km bij 60 km) aan de oostkant is een graf in de vorm van een Vikingschip.
Achttien meter lang en gebouwd op een granieten plateau.
Hier ligt Tjelvar begraven, de dienaar van de Noordse dondergod Thor.
Volgens de sages was het Tjelvar, die het eiland met vuur vastklonk.
Het graf ligt in het oosten omdat daar de zon opkomt.
Schatrijk
Gotland was in het begin van de Middeleeuwen zo belangrijk, omdat alle handelsschepen het aandeden. Op het eiland werd proviand en water ingeslagen. Duitse kooplieden vestigden zich hier. Visby werd de belangrijkste plaats van noord en midden Europa. Het was tweetalig. Duits en Gotisch.
Goten vanaf het eiland reisden naar Frankrijk, Italië en Byzantium. Sommigen gingen door naar Afrika, India en Ceylon.
Franciscanen, Dominicanen en Cisterciënzers werden binnen gehaald om de rijkdom, de weelde en de overvloed nog meer allure te geven.
Het duurde tot ongeveer 1400. De schepen werden beter en deden het eiland steeds minder vaak aan.
Lübeck werd de belangrijkste stad van de Hanze. Met Hamburg, Bremen en Rostock in zijn kielzog.
Visby werd armer en armer en werd uit de Hanze gestoten toen het een soort piratennest werd.
In de eeuwen die volgden verlieten steeds meer mensen het eiland.
Verpaupering was er alom.
De mensen leven nu van het toeristenseizoen dat zich tussen half juni en half augustus afspeelt. Die toeristen komen eigenlijk alleen maar voor de stranden en de kusten.
De grond is schraal. Graan en suikerbieten worden verbouwd, maar het is duur boeren.
Zweedse suiker
“Hier groeit uw Zweedse suiker’, staat ergens op een bordje in de buurt van het plaatsje Roma. Maar de suikerfabriek is verhuisd naar Skåne in Zuid-Zweden.
Dat betekent dat de bieten eerst naar Visby vervoerd moeten worden, dan verscheept worden naar Oskarshamn in Zuidoost-Zweden en vandaar met vrachtauto’s naar de suikerfabriek. Een uitermate kostbare manier van produceren, die slechts met grote steun van de Europese Unie in stand wordt gehouden.
Tot er natuurlijk in de buurt van die suikerfabriek bieten verbouwd gaan worden.
Het is de tragiek van Gotland.
Op het moment dat wij er zijn, zijn er nog maar vijftien vissers. Tien jaar daarvoor waren dat er nog 400. Overbevissing door nieuwe technieken heeft daarvoor gezorgd.
’Met een moderne trawler wordt tegenwoordig in een half uur net zoveel vis gevangen als wij vroeger in een heel jaar‘, zegt een werkloze visser.
Wij zijn in het kustplaatsje Slite. De man kijkt somber voor zich uit.
In de verte zien we nog de ook al vergane restanten van uitkijkposten.
In de koude oorlog lag de Sovjet-Unie niet verder dan 150 kilometer weg.
Verschrikkelijk drama
In dit oerlandschap speelde zich in 1361 een verschrikkelijk drama af.
De Denen landden aan de Westkust van Gotland en trokken vijf dagen plunderend, brandschattend en verkrachtend richting Visby.
Boeren en landarbeiders sloegen op de vlucht en trokken ook naar Visby.
Geheel volgens de heersende tradities werden zij niet binnengelaten en stonden letterlijk met hun rug tegen de muur.
Daar werden ze voor de ogen van de stedelingen stuk voor stuk afgeslacht.
De stadsbewoners gooiden het daarna op een akkoordje met de Denen.
2. Een houten bijl uit Guldrupe
Arvid was ooit houthakker, maar nu hij met pensioen is snijdt hij in hout. Kunstnijverheid. ‘Ik doe dit voor m’n plezier’’, zegt hij.
De man woont in Guldrupe, een gehucht midden op het Zweedse Oostzee eiland Gotland. Er zijn -schat Arvid- nog zo’n honderd inwoners.
Een aantal huizen staat leeg. De dorpsweg moet gerestaureerd worden. De parochiekerk zou ook een verfje kunnen gebruiken.
De verloedering in Guldrupe staat model voor het hele eiland. Ooit was dit een zeer welvarend oord met de hoofdstad Visby als schatrijk middelpunt. Gotland was in de Duitse Hanzetijd tussen 1150 en 1400 de plek die alle schepen aandeden. Er werden burchten en kathedralen gebouwd. Torens en kerken. In Visby waren tal van grote Duitse koopmanshuizen. Een gevleugeld gezegde was ´De vrouwen sponnen er met goud, de varkens aten uit zilveren troggen´.
Na 1400 werd het eiland steeds minder belangrijk. De schepen werden beter en konden langere afstanden afleggen. Gotland bleef links dan wel rechts liggen. Burchten, kerken, kathedralen en andere gebouwen werden verlaten en veranderden veelal in ruïnes.
Ik was hier in 2001 en vroeg aan de man de weg naar het dorpje Roma.
Er moest wat gedronken worden en na afloop gaf hij mij dit stukje huisvlijt cadeau.
Intussen had ik geleerd dat Gotland het vooral moest hebben van een vrij kortstondige vakantieperiode. De Zweedse bevolking van het vasteland kwam hier voor de stranden en voor de feesten, die overal van eind juni tot midden augustus werden gehouden. Zij interesseerden zich minder voor de culturele achtergronden.
Het eiland werd steeds meer ontvolkt; de jeugd trok weg. Er waren vrijwel geen vissers meer. Graan en suikerbieten werden nog wel verbouwd, maar alles moest worden verscheept naar het zuiden van Zweden, waar de fabrieken inmiddels waren gevestigd.
En er waren nog wel naald - en loofbossen, maar ook het hout moest worden verscheept en dat werd allemaal veel te duur.
‘Gotland heeft geen toekomst’, zei Arvid bij het afscheid.
3. Bergman Center op Fårö
Het eilandje Fårö ligt even ten noordoosten van Gotland. Toen Stan van Houcke en ik er in 2001 waren, woonde Zwedens bekendste cineast Ingmar Bergman nog op dat eiland.
Het was met een klein pontje in een minuut of zes te bereiken.
Ons werd verzekerd, dat veel mensen dat deden. Beroemdheidstoerisme, nietwaar. Wij hebben het dan ook niet gedaan.
Bergman overleed in 2007 op zijn eiland.
Tegenwoordig is er een Bergman Centrum met tal van herinneringen. Er zijn daarf films te zien en er zijn rondleidingen..