Kikkers in een Kookpot; De visie van Goof de Jong
Goof de Jong (Schoonrewoerd 1955) werd in 1986 uitgezonden naar Zimbabwe als leraar wiskunde door het toenmalige Komitee Zuidelijk Afrika. Hij werkte er 11 jaar als leraar op het platteland en in één van de townships van Harare.
In de jaren negentig startte hij met een Nederlandse collega een reisagentschap, dat zich oorspronkelijk richtte op toerisme. Na de crisis die in 2000 startte raakte de toerisme-industrie in ernstige problemen en het bedrijf veranderde van koers. Het verzorgt nu de reizen voor ambassades, hulporganisaties en privé bedrijven en organiseert gespecialiseerde vakantiereizen naar Zimbabwe.
In juni 2008 schreef hij dit stukje op mijn blog. Het is nog steeds actueel.
1. HET VERDRIET VAN ZIMBABWE
``Hoe kun je daar nu nog léven?``
``Heb je wel genoeg te eten?``
``Kom toch terug naar Nederland!``
``Is het voor jou wel veilig daar?``
``Hoe kan een pilsje nou 1 Miljard Zimbabwe dollar kosten?``
``Jongen, je leeft in een nachtmerrie, wordt toch eens wakker!``
Al die vragen dansen in mijn hoofd als ik afgelopen zondag, na een korte vakantie in Nederland weer arriveer op het vliegveld in mijn woonplaats Harare.
Ik zie altijd wel lichtpuntjes: Het is hier niet zo erg als in Darfur of in Bagdad.
Hitler, Stalin en Moboetoe waren veel grotere boeven dan Mugabe. (Overleden september 2019)
Ons bedrijf loopt goed. We hebben het druk! Druk met klanten, die aan de lopende band vliegtickets boeken, ze betalen in buitenlandse deviezen. Internet boekingen zijn niet populair hier omdat de internetverbindingen niet snel genoeg zijn.
We zorgen ervoor dat er tijdig brandstof wordt besteld, want je kunt niet zomaar even gaan tanken bij het tankstation. De generator moet werken, want gemiddeld zit je 1 dag per week zonder elektriciteit. Als je water hebt, vul je zwembad! Want soms heb je 2 weken, of zelfs langer, geen stromend water.
Het personeel heeft geld nodig om met het openbaar vervoer naar het werk te komen. Een hele klus! Twee weken gelden kostte een ritje met een mini/busje 500 miljoen, vandaag is het vier keer zoveel.
Het abnormale wordt routine. Alles went. Of niet?
KIKKERS
Een gangbare vergelijking die de ronde doet is deze: Zimbabweanen zijn net kikkers die in een hele grote kookpot op een zacht vuurtje staan. Ze worden langzaam maar zeker gekookt, maar ze springen er niet uit, alles went tot de dood erop volgt!
Zou je een kikker in het kokende water gooien dan springt hij er uit en overleeft! Het is een trieste constatering, die goed typeert wat er aan de hand is: Zimbabweanen voelen heel sterk dat ze hun toekomst niet in eigen hand hebben.
Immers, hun eigen President zei vorige week nog dat hij door God geroepen is om het land te leiden en dat hij alleen door God afgezet kan worden en niemand anders.
Het verdriet van Zimbabwe, de teloorgang, is op vele manieren in getallen en grafieken beschreven. Uiteindelijk zijn het de mensen die het gelag betalen.
Als je verkeerd stemt loop je het gevaar in elkaar geslagen te worden, of nog erger. En daarbij komt dan die dagelijkse strijd om rond te kunnen komen.
GEWELDIGE MENSEN
Wat helaas maar zelden in de krant komt is het werk van honderden mensen in Zimbabwe die zich soms met gevaar voor eigen leven inzetten voor mensenrechten, die strijden tegen armoede en onrecht. Die dag en nacht in de weer zijn met de vele weeskinderen.
Maar ook mensen die grandioze muziekfestivals organiseren, mensen die aktief zijn in vakbonden , in de wereld van sport en bedrijfsleven. Er zijn geweldige schrijvers hier, en artiesten, en komieken.
Ik geloof dat dit het ergste verdriet van dit land is. Zoveel menselijk potentieel en zoveel teniet gedaan in de afgelopen jaren. En momenteel zo weinig uitzicht op werkbare oplossingen.
Wat zijn er toch goede mensen hier! Vriendelijk, altijd een grap, altijd hulpvaardig, nooit luidruchtig of grof en agressief. Ondanks hun honger, hun dagelijkse strijd tegen misère, hun broosheid. Het is de aard van de Zimbabweanen; repressie van de overheid verandert die volksaard niet zo snel. Dat is universeel.
Spraken onze ouders niet altijd over de saamhorigheid en de humor tijdens de tweede wereldoorlog?
De boeken van Marquez zijn doordrenkt met dezelfde waarheid: de vuilheid van de burgeroorlog, de eeuwige stank van de steden en de armoede zijn niet in staat een volk eronder te krijgen, het volk leeft altijd voort.
2. Vader en grootvader in hout
In september 1995 reed ik in een rammelende huurauto van Victoria Falls in het noordwesten van Zimbabwe naar het Hwange National Park. Ongeveer 100 kilometer.
Het was prachtig weer en ik was in een zeer goede bui, want het werk was naar tevredenheid geklaard.
Ik zou nog een paar dagen voor mezelf hebben. En dan moet je natuurlijk -als je toch in de buurt bent- naar één van de grootste wildparken die er op deze wereld zijn.
Even voor het stadje Hwange stond een man te liften bij een kraampje waar handgemaakte spullen verkocht werden. De man werkte in het wildpark. ’Oppassen, opruimen, mensen rondleiden, ach meneer van alles’. In het kraampje stond een jongen van een jaar of zestien. ’Cheap mister, very cheap. Have a look’’.
Ik besloot een houten poppetje te kopen.
’My father’ zei de jongen. ‘And here: grandfather’
Of ik ze beiden wilde kopen voor de prijs van één.
En hier staan ze dan. Enigszins scheef, vrij ruw gesneden, divers van snit, ietwat geteisterd, maar trots en voornaam.
De liftende man, die Geoffrey heette, ging daarna met mij mee naar het park. Ik moest bij een lodge mijn auto laten staan en hij nam mij mee in een jeep. Natuurlijk kende hij alle waterplaatsen en wist hij waar de dieren zaten. Vier van de vijf Big Five beesten heb ik die dag gezien: Leeuwen, olifanten, buffels en luipaarden. Trouwens ook zebra’s, giraffen, gnoes, wilde honden, heel veel apen, hyena’s , struisvogels, adelaars en tientallen andere vogels, die Geoffrey allemaal bij naam kende.
Alleen de neushoorn heb ik gemist. Maar die zaten volgens mijn gids verderop in het park, dat overigens ongeveer net zo groot als Nederland was.
Najaar 1995
3. Bavianen afschieten
Ik hoor een schot. Dat is raar.
Want ik lig in bed op een luxueuze kamer in één van de meest prestigieuze hotels ter wereld; het Victoria Falls hotel bij de beroemde watervallen in Zimbabwe.
Het is half zes in de ochtend en het begint voorzichtig licht te worden.
Ik sta op, schuif de gordijnen opzij en kijk naar de keurig aangeharkte tuin met al die hagen, Engelse gazons en Mangobomen.
Verderop schijnt iemand met een lantaarn.
En dan hoor ik opnieuw een schot.
ACTIE?
Je kunt dan een paar dingen doen.
----Gewoon doorslapen en doen alsof je niets gehoord hebt.
----Je kunt een ontbijtje nemen. Dat kan in dit hotel al vanaf een uur of vier. Verse jus, lekkere koffie, knapperige broodjes, gepocheerde en gebakken eitjes, spek, ham, saucijsjes, yoghurt en lonkend fruit.
----Je kunt naar buiten gaan en kijken wat er aan de hand is.
Ik kies voor het laatste. Schiet wat kleren aan en loop naar de plek waar ik licht zag.
Daar staat een donkere man in uniform. Hij heeft een karabijn in zijn handen. Op de grond liggen twee bavianen. De man heeft ze doodgeschoten. Hij ziet mij aankomen en kijkt vriendelijk lachend.
‘Waarom doet u dat?’, vraag ik maar eens.
De man trekt een nog bredere grijns en legt uit, dat hij die opdracht heeft gekregen van de directie van het hotel. De apen klimmen namelijk in de mangobomen en eten het fruit op.
De hotelgasten houden daar niet van. Die komen weliswaar naar Zimbabwe om naar apies en andere beesten te kijken, maar diezelfde beesten mogen vooral niet te dichtbij komen.
Hij legt de bavianen op een kruiwagen. Groet mij vriendelijk en beent weg.
Ik kijk hem volkomen verbijsterd na.
OUD-KOLONIAAL
Het is een merkwaardig hotel. Ik ben er tien dagen geweest. Er waren alleen maar blanke toeristen. In het restaurant moest je een jasje aan en een stropdas voor. Voor 10 US $ te huren. Op iedere blanke was een zwarte bediende. Een overigens zeer begeerd baantje. De bediendes verdienden in 1995 -omgerekend- vijftien Euro per maand. Maar ze vingen natuurlijk een veelvoud aan fooien.
Nobelprijswinnares Doris Lessing, die in het voormalige Rhodesië geboren werd, schrijft er in haar boek ‘Terug naar Afrika’ het volgende over:
‘In het oud-koloniale Victoria Falls Hotel, één van de heerlijkste hotels ter wereld: ruim, dromerig, traag, koel in de grote hitte- de ideale locatie voor een film van Merchant-Ivory- stond een zwarte jongeman te pronken met zijn nieuwe jeans‘.
Binnen vijf minuten ben je vanuit dit behoorlijk zwaar bewaakte hotel bij de beroemde watervallen, die op de grens van Zimbabwe en Zambia liggen.
Over een lengte van twee kilometer stort het water van de Zambezi zich zo’n honderd meter naar beneden.
Een uiterst spectaculair schouwspel.
Soms zie je zes regenbogen tegelijk.
ONTDEKKING
De watervallen werden op 16 november 1855 ontdekt door David Livingstone. Althans: zo luidt de tekst op de sokkel van zijn standbeeld.
Dat is natuurlijk onzin. Een voorbeeld van westerse arrogantie en blank machtsdenken.
Die watervallen bestonden al honderdduizenden jaren. De plaatselijke bevolking spreekt ook helemaal niet van de Victoria Watervallen, maar heeft het over Amanza Thunquayo, oftewel ‘Water dat als rook opstijgt‘. En liever nog over: Mosi oa Tunya en dat betekent ‘Rook die dondert‘.
De bezettingsgraad van het hotel is niet hoger dan 30%. Het narcistische en dictatoriale schrikbewind van Mugabe heeft ervoor gezorgd dat de toeristenindustrie in het land volkomen is ingestort.
LIVINGSTONE ZAMBIA
Als je toch naar die watervallen wilt, kun je ook naar het stadje Livingstone in het zuiden van Zambia gaan. Daar kun je een bus nemen naar de watervallen. Een fiets huren kan ook. Je zou het zelfs kunnen lopen, maar dat raad ik u bepaald niet aan. Fietsen trouwens ook niet.
Livingstone is overigens een arm en armoedig stadje. Weinig karakteristiek. Aan de rand bevinden zich verschrikkelijke krottenwijken. In het centrum wemelt het van de hoeren, zwartgeldwisselaars en bedelende kinderen.
Op de plaatselijke muntbiljetten -de kwacha- staan de watervallen prominent.
Op het biljet van honderd kwacha staat een zwarte man, die zijn ketens doorbreekt. Hij wordt vergezeld door een buffel. Daartussen: Mosi oa Tunya.
4. Een duimpiano als nationaal symbool
Soonga Road Hwange
Op zondag 17 september 1995 liep ik rond het middaguur op Soonga Road in het stadje Hwange in het noordwesten van Zimbabwe.
Het was lekker weer en druk op straat. Veel mensen gingen naar of kwamen uit een kerk. Er waren veel kerken in Hwange. Een apostolische en een evangelische bijvoorbeeld. Verder waren er gebouwen van Zevende Dag Adventisten, Anglicanen, Lutheranen, Presbyteranen, Methodisten, R. Katholieken en waarschijnlijk nog wel meer.
Zending & missie nietwaar. Ze hebben daar hun stempel meer dan gedrukt.
Het stadje ligt vlakbij het beroemdste wildpark van het land en zo’n honderd kilometer ten oosten van de Victoria watervallen, de grootste toeristische trekpleister. Het profiteerde daar niet heel erg van, want het maakte een uitgeleefde, vervallen -om niet te zeggen- verkrotte indruk.
Ineens kwam mij daar een Marimba-gezelschap tegemoet. Vijf jongens van een jaar of twintig, die vrolijk musicerend door de straat gingen. Ik had een bandrecorder bij mij en vroeg of ik opnames mocht maken.
Graag, heel graag Mister.
Zij hielden stil en gaven daar in die drukke straat een prachtig concert, waar steeds meer mensen op af kwamen. Ze hadden grote en kleine instrumenten. Sommige van die kleine dingen werden bespeeld met de duimen of -beter- met de nagels van de duimen.
Het was mooi, ritmisch en gevoelig.
Cadeautje
Toen ze weer verder gingen kreeg ik een cadeautje. Deze duimpiano, die ze in Zimbabwe Mbira noemen. Het geeft een mooi geluid, dat nog veel mooier en rijker wordt als je het instrument in een uitgeholde kalebas houdt. Het wordt dan akoestisch versterkt.
Mijn klankkastje is van bewerkt hout en heeft zeven metalen tongen. Ik heb het nog even geprobeerd en de Mbira doet het nog goed. Het vereist overigens nog verdomd veel oefening om er een enigszins behoorlijk ritmisch geluid uit te krijgen. Het lijkt me ook niet zo goed voor je nagels. Maar die schijnen veel sterker te worden als je er regelmatig op speelt.
De Mbira is in Zimbabwe niet alleen het nationale muziekinstrument; het is ook een instrument om tot rust en bezinning te komen, om te healen of een spirituele of meditatieve ervaring te ondergaan. Het wordt ook gebruikt bij rituelen om de voorvaderen te eren.
Luister HIER naar de uitleg van prof. Anand Prahlad.
Eén van de beroemdste vertolkers was Chiwoniso Maraire.
Zij trad onder meer op bij de VPRO in Vrije Geluiden.
HIER
Chiwoniso overleed in 2013 aan de gevolgen van een longontsteking. Zij was pas 37 jaar.
En luister HIER naar zo’n orkestje. Dat staat ook voor de gebruikelijke Zimbabwaanse chaos.
Een paar dagen later zag ik in het stadje Victoria Falls kinderen, die naar school gingen onderweg op de Mbira spelen. Ze zongen er ook bij.
Wat drinken we?
Bier. Zambezibier.
Een soort nationaal drankje.
5. Een biljet van 100 biljoen dollar
Het was vrijdagochtend kwart over acht. Ik deed snel een boodschap bij mijn plaatselijke Albert Heijn. Voor mij bij de kassa moet een mevrouw drie euro en 35 cent afrekenen voor wat broodjes, een potje jam en een tube mayonaise. Zij legt een biljet van 200 Euro neer.
De caissière kijkt hier nogal ongelukkig bij. 'Daar heb ik niet van terug', zegt zij. Als de mevrouw wat tegenstribbelt -'u hebt toch wel biljetten van 50 Euro in kas'- zegt het meisje achter de kassa, dat ze biljetten van 200 euro niet mag accepteren.
In de inmiddels steeds langer wordende rij, ontstaat enige commotie. Discussie. Meningsverschil. Allerlei argumenten pro en contra passeren.
"Zo'n biljet is toch een wettig betaalmiddel. Dat mag niet geweigerd worden".
"Ze kunnen natuurlijk niet controleren of het een vals biljet is''.
''Als ze van die grote biljetten in kas hebben, zijn ze interessanter voor overvallers''.
''Als je zo'n klein bedrag moet afrekenen is het idioot om met zo'n groot bedrag te willen betalen''.
Gedoe op de Azoren
Ik heb eens nagegaan of iemand de moeite heeft genomen om hierover een rechtszaak te beginnen, maar daar heb ik niets over kunnen vinden. Er is wel een soort consensus. Winkeliers mogen biljetten van 200 of 500 Euro weigeren. Ook biljetten van 100 of 50. Ze kunnen zelfs eisen dat er helemaal niet cash betaald wordt, maar dat men pint of zo. Het wordt dan wel aangeraden om dat duidelijk kenbaar te maken.
Ooit heb ik daar zelf wat moeilijkheden mee ondervonden. In februari 2002 ging ik voor de VPRO naar de Azoren, een Portugese eilandengroep in de Atlantische Oceaan. De Euro was net ingevoerd. Ik kreeg cash geld mee. 2500 Euro. Daar zaten twee biljetten van 500 Euro, drie biljetten van 200 en vijf biljetten van 100 tussen. Nu zou ik geweigerd hebben om daarmee op pad te gaan, maar omdat het hier een nieuw betaalmiddel betrof, vond ik het wel goed. Dat bleek niet zo verstandig. Ik huurde een auto en moest 300 Euro borg betalen. Geen probleem: één biljet van 200 en één van 100.
Maar de verhuurder weigerde om de biljetten aan te nemen. ''Ga maar naar de bank'', was zijn advies. Ik betaalde toen maar met een creditcard.
De volgende dag ging ik naar een bank, maar ook daar werden de biljetten geweigerd. Uiteindelijk heb ik ze weer mee naar huis genomen.
Gedoe in Zimbabwei
Nog gekker was het in Zimbabwe waar ik in 1995 was. Ditmaal was ik uitgerust met Amerikaanse dollars. Het begon met het hotel. Ik kocht daar wat in een winkeltje en wilde met een biljet van twintig dollar betalen.
De man achter de toonbank bekeek het biljet goed en zei dat hij het niet kon accepteren. Er zat namelijk een scheurtje in.
Ook toen ging ik naar een bank om die dollars te wisselen. Ieder papier werd grondig bekeken. Een scheurtje, een vouwtje, een andere ongerechtigheid, alles werd geweigerd.
Die dollarbiljetten zijn vaak wat ouder en een vouwtje zit er al snel in.
Niet meer dan twee biljetten van twintig dollar kwamen door de controle.
Het biljet van 100 biljoen dollar
Mijn bedrijf heeft toen geld op mijn rekening gestort en zo kon ik Zimbabwaanse dollars ontvangen. Die waren toen nog wel iets waard.
In 2015 zijn de Zimbabwaanse dollars verdwenen. De gierende inflatie onder het bewind van Mugabe had tot volstrekt krankzinnige situaties geleid. Uiteindelijk werd een biljet van 100 biljoen dollar gedrukt. Daar kon je nog geen ijsje voor kopen.
6. Bezeten op zoek naar een vierlandenpunt
Onbekend continent 1880
Kijk eens naar deze kaart van Afrika. 1880. Een vrijwel volkomen onbekend continent.
De Turken zitten nog in delen van Tunesië, Libië , Egypte en Soedan. De Portugezen hebben al bezittingen in Angola en Mozambique. De Engelsen hebben Nederland definitief uit Zuid-Afrika verdrongen en de Fransen zijn actief aan de Westkust.
De rest is een donker gebied, waar -zo wordt meer en meer in Europa bekend- veel te graaien valt.
Het grote graaien tot 1914
Kijk maar naar de kaart hieronder. 1914. Het continent is in ruim dertig jaar opgedeeld. De grenzen zijn getrokken door ambtenaren aan tekentafels. Soms speelden ze een spelletje poker en moesten bij verlies de grenzen verleggen.
Frankrijk, Engeland, Duitsland en Portugal worden de grootgrondbezitters.
België krijgt in Kongo zijn eigen kolonie. Italië en Spanje doen ook nog een beetje mee.
Gelukszoekers & andere criminelen
Afrika wordt overspoeld door goud- diamant- en andere gelukszoekers, door een nieuwe lichting slavendrijvers, kolonisten, avonturiers, missionarissen en zendelingen, door militairen, landrovers en andere criminelen.
Slechts Ethiopië en Liberia - gesticht door ex-slaven uit de V.S.- blijven onafhankelijk.
Vooral de Duitse expansiedrift is opmerkelijk.
Ze zitten in Togo, Kameroen , Tanzania (Duits Oost-Afrika) en Namibië (Duits Zuidwest-Afrika ).
In 1890 sloten de Duitsers met de Britten het zogeheten Zanzibarverdrag.
Engeland kreeg Zanzibar in ruil voor Helgoland. Bovendien kregen de Duitsers de strook grond van circa 450 kilometer in het noordoosten van Namibië .
Dit is de Caprivistrip, vernoemd naar Georg Leo Graf von Caprivi, van 1890 tot 1894 Rijkskanselier.
De Duitsers hadden nu toegang tot de Zambezi, maar wilden eigenlijk dwars door Afrika een corridor oprichten, die de Duitse kolonies Zuidoost Afrika en Oost Afrika met elkaar zou moeten verbinden.
Dat is ze niet gelukt.
Maar het gevolg van deze ruil was, dat er in zuidelijk Afrika een soort vierlandenpunt ontstond tussen Namibië , Botswana, Zambia en Zimbabwe.
Het enige in de wereld.
De waarheidsvinding
Omdat ik de onblusbare gewoonte heb om altijd op kaarten te kijken en in atlassen te bladeren, hield deze kwestie mij soms hevig bezig.
Was dat nu een echt vierlandenpunt of leek het er maar een beetje op?
Ik probeerde daar informatie over te krijgen, maar dat lukte niet. Niemand die ik benaderde wist het of was er in geïnteresseeerd.
Tot 1995.
Ik ging een paar radioprogramma’s maken over het ranzige koloniale verleden van Afrika; over de verdeel- en heerspolitiek van een aantal Europese landen en over de gevolgen die dat allemaal met zich teweeg had gebracht.
En passant zou ik kunnen uitzoeken of dat vierlandenpunt werkelijk bestond.
Maar ook toen was er geen informatie over te krijgen.
Internet moest zich nog helemaal ontwikkelen en Wikipedia werd pas een aantal jaren later opgericht.
Deskundigen
Ik sprak in Victoria Falls Zimbabwe met een historicus. Hij wist het niet.
Met een vierwiel aangedreven auto ging ik naar Botswana. In Kasane sprak ik met een soort stadsarchivaris. Hij wist het niet.
Ik reed naar Katima Mulilo in de Caprivistrip van Namibië en kreeg in de Zambezi-lodge bezoek van een deskundige.
Hij wist alles van de onafhankelijkheidsbeweging, die zich verenigd had in de Caprivi Liberation Army, maar niets van grenzen.
De grenzen waren daar volgens hem gewoon niet getrokken.
Ik heb 't er toen maar bij laten zitten
Kazungula
Ik reed terug naar Botswana, waar bij Kazungula (ten noordoosten van Kasane) een veerpontje vaart naar Zambia. De enige grensverbinding tussen die landen.
Er was niets dat verwees naar een mogelijke toeristische attractie in de vorm van een vierlandenpunt.
Toen besloot ik mijn eigen punt te creëren.
Kijk eens naar de foto hieronder.
Het punt in de Zambezi
De grenzen van de vier landen situeerde ik in de Zambezi.
En als ik met de veerpont zou gaan zou ik vanzelf over het punt varen. Ik was daar met Godfrey, een man uit Victoria Falls. Samen zouden we een fles champagne openmaken als we halverwege waren.
Het was later allemaal op de radio te horen. HIER
Impalila-eiland
Boudewijn Büch ging een jaar laten ook maar op zoek naar het vierlandenpunt.
Hij maakte er in zijn serie De wereld van Boudewijn Büch een T.V.-programma van, dat werd uitgezonden op 18 mei 1996. HIER
Volgens Büch bestond het punt wel degelijk en lag het op Impalila-eiland.
Maar hij verklaarde dat het hem verboden werd om daar naar toe te gaan.
Quadripoint
Op Internet wordt hier en daar nog steeds gespeculeerd over het wel of niet bestaan van dit Quadripoint..
Er is geen eenduidigheid. Maar het toerisme heeft vat op het onderwerp gekregen.
Zowel op Impalila als Ntwala zijn lodges waar je voor behoorlijk veel geld een chaletje kunt huren.
Je kunt vandaar op Safari gaan, boottochten in luxe schepen of in uitgeholde boomstammen maken; je kunt vissen of anderszins recreëren.
Als je maar niet in de rivieren gaat zwemmen, want de krokodillendichtheid daar is angstaanjagend groot.
Het toppunt van deze vakantie bereik je echter als je in een luie stoel gaat zitten, een drankje neemt en uitkijkt op mijn vierlandenpunt.
Ntawala Impalila