VISVLIET

(Door Theo Uittenbogaard)

Uiteraard wenste de reisverhalenschrijver Bob den Uyl in het geheel niet mee te werken aan een film voor de VPRO toen ik het hem in 1978 voorstelde. En zeker niet aan 'een reisverslag van een reisverhaal', zoals ik het hem omschreef. En helemaal niet als de bestemming en het doel van de reis ongewis was, want hij wilde Rotterdam niet verlaten en wenste geen avontuur meer in het leven. Maar hij ging vrijwel onmiddellijk om, toen ik hem -geheel tegen de VPRO-voorschriften in- 500 gulden beloofde voor zijn medewerking. 

Ik stelde voor, dat het uitgangspunt van de reis zijn -voor NRC geschreven- verhaal "Visvliet bestaat namelijk niet" zou kunnen zijn'. Visvliet, een plaatsje aan de spoorlijn van Leeuwarden naar Groningen, voorzien van een klassiek NS-stationsgebouw en verder niets.

Verder zouden we wel zien. 

"Zouden daar schrijvers wonen ?", vroeg Den Uyl zich af in zijn gronderig Rotterdams accent, "daar in het hoge Noorden", en gaf daarmee spontaan richting en doel van het reisverhaal aan. Dat zouden we doen: op zoek naar literatuur aan de rand van Nederland. 

Zo reisden we, begin december 1978, opzettelijk zonder enige productionele voorbereiding, met de trein naar het hoge Noorden,. Gelukkig begon het nabij Steenwijk hevig te sneeuwen. In Leeuwarden stapten we over op de trein naar Groningen. De filmploeg en ik het eerst. Bob een trein later, opdat we de aankomst van zijn trein in Visvliet zouden kunnen vastleggen. Tot onze ontsteltenis vertelde de stationschef van Visvliet ons na aankomst, dat de volgende een dóórgaande trein naar Groningen was. Ook Den Uyl had dat inmiddels vernomen van zijn treinconducteur en was van plan ons minzaam toewuivend te passeren. Tot zijn verbazing stopte zijn trein in Visvliet, en stapte hij als enige uit. Met dank aan de stationschef.

           

Afijn. We filmden de volgende dag, de in zichzelf verdwalende dominee/dichter P.J. van Leeuwen te Loppersum (en Den Uyl's verveloze éénpersoonskamertje onder het schuine dak van Hotel Spoorzicht), en de volgende dag Wil Vening, een giechelige streekroman-schrijfster te Groningen, en de volgende morgen de nog enigszins brakke stadsdichter Kees van der Hoef. En we haalden zelfs nog -nadat we langs het lagereschoolrijtje Hoogezand-Sappemeer-Scheemda-Zuidbroek hadden geschommeld- de grens met Duitsland te Nieuweschans. En toen was het Bob teveel. Hij vluchtte terug naar Rotterdam en liet wekenlang op zich wachten met het 'reisverhaal', dat hij had beloofd over deze tocht te zullen schrijven en dat ik onder de film zou monteren. 

Het verhaal kwam nooit. "Writers block", vreesde hij.

Als alternatief stelde ik Den Uyl voor fragmenten uit bestaand werk van hem door hem te laten voorlezen en die te gebruiken onder de film. Opgelucht stemde hij daarmee in. 

Nadat de film was uitgezonden belde de hoteleigenaar van Spoorzicht uit Loppersum huilend op, dat wij zijn zaak te gronde hadden gericht met onze beelden van het verveloze kamertje en het vreugdeloze commentaar van Den Uyl daarbij. Cherry Duyns vroeg zich in VPRO's
programmamakers-vergadering af, waar de film eigenlijk over ging. Terwijl het laatste in de film door Bob den Uyl gelezen citaat toch luidde:

"Jarenlang ben ik gebukt gegaan onder de heersende mening, dat er in een verhaal iets wezenlijks dient te gebeuren. Op niet nader te omschrijven wijze is me geopenbaard, dat dit een misvatting is. Er gebeurt al genoeg. Dus ook weer niets. "

Enkele jaren later werd het klassieke stationsgebouw van Visvliet, ongevraagd, en tot veler verontwaardiging, van de ene dag op de andere, afgebroken en vervangen door een bushokje.


op zoek naar literatuur Aan De Rand van Nederland:
https://www.youtube.com/watch?v=0VvkUnLdziY