Zomer 1996
BLESSED BE THE TRUE JUDGE
Een grof internationaal schandaal
In de zomer van 1996 reed ik in een huurautootje zomaar wat over het eiland Mauritius in de Indische Oceaan. In de buurt van het plaatsje Beau Bassin zag ik ineens dit bord: Blessed be the true judge. Met een Davidster erop. Een Joods begraafplaatsje.
Merkwaardig!
Ik ging het terrein op en daar bevonden zich 127 graven. Mensen met Duitse en Poolse namen. Ze waren allemaal -op één na- gestorven in de tweede wereldoorlog.
Nog merkwaardiger!
Bij mijn weten was Mauritius nauwelijks betrokken geweest bij die oorlog, woonden er geen Joden met Europese namen en waren er natuurlijk geen vernietigingskampen. Een groot ongeluk of een scheepsramp kon het ook niet zijn, want alle mensen waren op verschillende data overleden.
WAAROM?
Waarom dan die begraafplaats met dat intrigerende opschrift?
Waarom die doden uit de wereldoorlog?
Waarom dat opschrift: ’Blessed be the true judge?’
‘Gezegend zij de ware rechter’.
En wat betekende dat eigenlijk precies?
Over welke rechter hadden we het dan?
Stond het voor -zoals iemand mij later suggereerde-:
‘Geprezen zij de rechtvaardige God?’
Maar ja: Hoezo rechtvaardig?
South African Jewish Board
Bij de ingang was een jonge man, die er iets van wist. Het opschrift was een vertaling uit het Hebreeuws. En de Joden waren in het begin van de oorlog naar Mauritius verscheept.
Waarom?
Hij wist het niet.
Het kerkhofje was overigens mooi onderhouden en werd -zoals ergens op een bordje stond- beheerd door de South African Jewish Board.
Terug in Nederland nam ik contact op met die Board en zo kwam ik -Internet was in 1996 immers nog onderontwikkeld- langzaam achter de feiten van deze opmerkelijke geschiedenis, die een grof schandaal bleek.
ATLANTIC & PATRIA
In november 1940 arriveert het Engelse schip Atlantic in Palestina bij de haven van Haifa. Aan boord zijn zo’n 1700 joodse vluchtelingen uit Oostenrijk, Polen en Tsjecho-Slowakije.
Tegelijkertijd arriveert een ander schip, de Patria met nog eens 2.000 vluchtelingen. Mandaathouder Groot-Brittannië weigert de vluchtelingen de toegang. Ze moeten weer vertrekken.
Het Joods ondergronds verzet Haganah komt hierna in actie en legt een bom aan boord van de Patria met de bedoeling om de motoren van het schip op te blazen. Opvarenden van de Atlantic proberen aan boord van de Patria te gaan. Als de bom ontploft kapseist het schip en zinkt.
217 vluchtelingen en 50 bemanningsleden verdrinken.
De Britse autoriteiten nemen daarna een zeer merkwaardig besluit. De vluchtelingen van de Patria mogen Palestina in; de opvarenden van de Atlantic die nog op het schip zijn, moeten ‘gedeporteerd’ worden: 1670 mensen.
Zij worden aan boord gebracht van twee Nederlandse schepen, want ‘wij’ zijn immers nergens te beroerd voor. Het zijn de Johan de Witt en de Nieuw-Zeeland.
Na een tocht vol ontberingen, honger en ellende arriveren de schepen op 26 december op Mauritius, een toen nog Engelse kolonie, die zo’n 900 kilometer ten oosten van Madagascar ligt.
Hetzelfde Madagascar dat jarenlang door Hitler c.s. als mogelijke ‘opvangplaats’ voor Europese Joden werd beschouwd. (Volgende week hierover meer!).
Keurige rijtjes
De vluchtelingen worden niet bepaald vriendelijk ontvangen. Ze worden ondergebracht in gevangenissen en kampen en zullen er onder miserabele omstandigheden blijven tot eind augustus 1945.
In die tussenliggende tijd zijn er 126 overleden, die dus in keurige rijtjes op dat begraafplaatsje liggen. De overlevenden kunnen terugkeren naar Europa, maar worden ook in de gelegenheid gesteld om zich in Palestina te vestigen.
Eén vluchteling blijft op Mauritius achter.
Hij overlijdt in 1980 en ligt er ook begraven.
Verklaring
Aan Anne Frid de Vries, een Nederlander die in Israël woont heb ik gevraagd wat het opschrift ’Blessed be the true judge’ nu eigenlijk precies betekent.
Zijn antwoord.
Beste Ronald,
Interessante foto.
Ik heb hem aan een aantal mensen hier laten zien - het is geen feit dat erg bekend is dat er joden op Mauritius zijn omgekomen.
Het opschrift is een directe Engelse vertaling van de zegen [baroech dajaan emet], wat iets is dat je zegt bij tegenslag en met name bij het overlijden van mensen.
Letterlijk zeg je inderdaad 'gezegend zij de ware rechter' en wie die ware rechter is moge duidelijk zijn.
De culturele duiding is als volgt: alle wederwaardigheden van het bestaan zijn een voortvloeisel van het goddelijk recht en dus moet men de tegenslagen als rechtvaardig aanvaarden, net zo zeer als de voorspoed.
Om derhalve bij het overlijden van een dierbare te zeggen, baroech dajaan emet, dan is dat een poging om het pijnlijke te accepteren en te zien als deel van wat Recht en Goed is en te accepteren wat de 'Ware Rechter' als vonnis over je velt.
Diep religieus derhalve.
Een overgave aan God ook als je het niet begrijpt en de acceptatie moeilijk valt.
Lokaal Kerkhof
Het begraafplaatsje ligt direct naast een lokaal kerkhof.
Dat ziet er dan zo uit.