Najaar 1995
Bavianen afschieten
Ik hoor een schot. Dat is raar.
Want ik lig in bed op een luxueuze kamer in één van de meest prestigieuze hotels ter wereld; het Victoria Falls hotel bij de beroemde watervallen in Zimbabwe.
Het is half zes in de ochtend en het begint voorzichtig licht te worden.
Ik sta op, schuif de gordijnen opzij en kijk naar de keurig aangeharkte tuin met al die hagen, Engelse gazons en Mangobomen.
Verderop schijnt iemand met een lantaarn.
En dan hoor ik opnieuw een schot.
ACTIE?
Je kunt dan een paar dingen doen.
----Gewoon doorslapen en doen alsof je niets gehoord hebt.
----Je kunt een ontbijtje nemen. Dat kan in dit hotel al vanaf een uur of vier. Verse jus, lekkere koffie, knapperige broodjes, gepocheerde en gebakken eitjes, spek, ham, saucijsjes, yoghurt en lonkend fruit.
----Je kunt naar buiten gaan en kijken wat er aan de hand is.
Ik kies voor het laatste. Schiet wat kleren aan en loop naar de plek waar ik licht zag.
Daar staat een donkere man in uniform. Hij heeft een karabijn in zijn handen. Op de grond liggen twee bavianen. De man heeft ze doodgeschoten. Hij ziet mij aankomen en kijkt vriendelijk lachend.
‘Waarom doet u dat?’, vraag ik maar eens.
De man trekt een nog bredere grijns en legt uit, dat hij die opdracht heeft gekregen van de directie van het hotel. De apen klimmen namelijk in de mangobomen en eten het fruit op.
De hotelgasten houden daar niet van. Die komen weliswaar naar Zimbabwe om naar apies en andere beesten te kijken, maar diezelfde beesten mogen vooral niet te dichtbij komen.
Hij legt de bavianen op een kruiwagen. Groet mij vriendelijk en beent weg.
Ik kijk hem volkomen verbijsterd na.
OUD-KOLONIAAL
Het is een merkwaardig hotel. Ik ben er tien dagen geweest. Er waren alleen maar blanke toeristen. In het restaurant moest je een jasje aan en een stropdas voor. Voor 10 US $ te huren. Op iedere blanke was een zwarte bediende. Een overigens zeer begeerd baantje. De bediendes verdienden in 1995 -omgerekend- vijftien Euro per maand. Maar ze vingen natuurlijk een veelvoud aan fooien.
Nobelprijswinnares Doris Lessing, die in het voormalige Rhodesië geboren werd, schrijft er in haar boek ‘Terug naar Afrika’ het volgende over:
‘In het oud-koloniale Victoria Falls Hotel, één van de heerlijkste hotels ter wereld: ruim, dromerig, traag, koel in de grote hitte- de ideale locatie voor een film van Merchant-Ivory- stond een zwarte jongeman te pronken met zijn nieuwe jeans‘.
Binnen vijf minuten ben je vanuit dit behoorlijk zwaar bewaakte hotel bij de beroemde watervallen, die op de grens van Zimbabwe en Zambia liggen.
Over een lengte van twee kilometer stort het water van de Zambezi zich zo’n honderd meter naar beneden.
Een uiterst spectaculair schouwspel.
Soms zie je zes regenbogen tegelijk.
ONTDEKKING
De watervallen werden op 16 november 1855 ontdekt door David Livingstone. Althans: zo luidt de tekst op de sokkel van zijn standbeeld.
Dat is natuurlijk onzin. Een voorbeeld van westerse arrogantie en blank machtsdenken.
Die watervallen bestonden al honderdduizenden jaren. De plaatselijke bevolking spreekt ook helemaal niet van de Victoria Watervallen, maar heeft het over Amanza Thunquayo, oftewel ‘Water dat als rook opstijgt‘. En liever nog over: Mosi oa Tunya en dat betekent ‘Rook die dondert‘.
De bezettingsgraad van het hotel is niet hoger dan 30%. Het narcistische en dictatoriale schrikbewind van Mugabe heeft ervoor gezorgd dat de toeristenindustrie in het land volkomen is ingestort.
LIVINGSTONE ZAMBIA
Als je toch naar die watervallen wilt, kun je ook naar het stadje Livingstone in het zuiden van Zambia gaan. Daar kun je een bus nemen naar de watervallen. Een fiets huren kan ook. Je zou het zelfs kunnen lopen, maar dat raad ik u bepaald niet aan. Fietsen trouwens ook niet.
Livingstone is overigens een arm en armoedig stadje. Weinig karakteristiek. Aan de rand bevinden zich verschrikkelijke krottenwijken. In het centrum wemelt het van de hoeren, zwartgeldwisselaars en bedelende kinderen.
Op de plaatselijke muntbiljetten -de kwacha- staan de watervallen prominent.
Op het biljet van honderd kwacha staat een zwarte man, die zijn ketens doorbreekt. Hij wordt vergezeld door een buffel. Daartussen: Mosi oa Tunya.